Bekijk het pesten eens anders (1)

Een veilige plek op school en een warm nest thuis belangrijk voor ieder kind

Introductie 

Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is het van het grootste belang dat ze zowel thuis als op school een veilige plek hebben. Helaas toont onderzoek aan dat dit voorrecht voor steeds minder kinderen vanzelfsprekend is. Zo is ruim 40% van de kinderen niet veilig gehecht aan de ouders. Daarnaast zijn steeds meer leerlingen slachtoffer van pesten.

Notoire pesters

Het is inmiddels 4 jaar geleden dat ik een boek mocht publiceren met de titel ‘Als je wordt buitengesloten. Hoe ouders en leraren een einde kunnen maken aan pesten op school’. Dit boek is vooral het resultaat van een omvangrijke literatuurstudie. Tijdens die studie viel het mij op dat er een aantoonbaar verband is tussen de ontwrichting van steeds meer gezinnen, en de enorme toename van pestgedrag op scholen. Het trof me dat de Zweedse onderzoeker prof. Dan Olweus al ruim 3 decennia geleden signaleerde dat notoire pesters meestal niet zo’n goede band hebben met hun ouders, terwijl hun slachtoffers dat vaak juist wel hebben. Bovendien blijkt uit onderzoek dat de meeste notoire pesters al op relatief jeugdige leeftijd een strafblad hebben.

In de Ottho Gerhard (OG) Heldringstichting heeft men onderzoek gedaan naar het verband tussen antisociaal gedrag en het ontbreken van veilige hechting. Zoals u waarschijnlijk weet, is de OG-Heldringstichting een gesloten inrichting voor jongeren met ernstige gedragsproblemen. Uit dat onderzoek bleek dat 93% van de jongeren die daar vastzitten niet veilig gehecht is aan hun ouders. De resterende 7%, die dus wel veilig gehecht is, laat zien dat veilige hechting niet altijd een garantie is dat die jongeren wel op het rechte pad blijven, maar de kans dat ze ontsporen is statistisch gezien veel kleiner. Stel je voor dat iedereen veilig gehecht zou zijn aan z’n ouders, dan kunnen we 90% van de gevangenissen sluiten.

Frustratie en jaloezie

Nu is het overigens zeker niet zo, dat alle kinderen die niet veilig gehecht zijn aan hun ouders, criminelen worden. Het zijn met name degenen van het zogenaamde ontremde type, die hun frustratie gaan afreageren op anderen. Frustratie en jaloezie zijn dan ook twee belangrijke oorzaken van hun pestgedrag. Gefrustreerd vanwege de verstoorde band met hun ouders en ook jaloers vaak vanwege het levensgeluk van een ander. Anderzijds zijn er echter ook kinderen van het geremde type. Bij hen zien we dat de frustratie over de verstoorde band met hun ouders meestal eerder naar binnen slaat. Veel van deze kinderen ontwikkelen bij het ouder worden psychische problemen. Circa 90% van de psychiaters zouden overbodig worden, als alle kinderen veilig gehecht zijn aan hun ouders.

Intergenarationele overdracht

Uit onderzoek blijkt verder dat mensen die geen goede band hebben met hun ouders, later meestal ook kinderen krijgen die niet veilig gehecht zijn. Gedragswetenschappers noemen dit intergenerationele overdracht. Het zou goed zijn dat we ons eens afvragen of we als kind veilig gehecht waren aan onze ouders, of we zijn opgegroeid in een warm nest. Dat is belangrijk, want het onder ogen durven zien dat je als kind niet veilig gehecht was, is de eerste stap in het doorbreken van deze negatieve intergenerationele overdracht.

Onthechting

Tal van maatschappelijke ontwikkelingen leiden er toe dat het gezinsleven steeds verder wordt ondermijnd. Het gezin is de hoeksteen (= fundament) van de samenleving. Sloop dat fundament en je krijgt vanzelf een keer het dak op je hoofd. Onze postmoderne samenleving kenmerkt zich door onthechting. De gevolgen laten zich raden. In dit en volgende artikelen willen we hier nader op ingaan. Wat kunnen ouders er aan doen dat hun gezin een warm nest is, waarin kinderen zich goed kunnen ontwikkelen? Het is voor de ontwikkeling van kinderen van het grootste belang dat ze veilig gehecht zijn aan hun ouders. Zo is het trouwens ook van groot belang dat ze op school een veilige plek hebben. Er zijn in ons land vele duizenden mensen die ernstig psychisch beschadigd zijn, omdat ze op school jarenlang werden gepest. Pesten is de afgelopen decennia een groot probleem geworden. Een onderzoek van ruim 20 jaar geleden bracht al aan het licht dat circa 380.000 leerlingen er het slachtoffer van waren. En in de jaren daarna is het alleen maar omvangrijker en vooral agressiever geworden, ook door de invloed van internet. Toch worden de gevolgen van pesten helaas nog vaak onderschat.

Gevolgen van pesten

Wat doet pesten eigenlijk met je? De eerste gevolgen van pesten zijn angst en stress, want als je wordt buitengesloten, kan het bijvoorbeeld zomaar gebeuren dat je na schooltijd wordt opgewacht. Het kan ook zijn dat ze je een hele tijd met rust laten. Maar altijd is er die onzekerheid dat je niet weet wat je te wachten staat. Voor zo’n leerling is meestal wel één ding zeker: Als ze je weer opnieuw aanvallen, is er niemand die je kan of wil helpen. Wat het nog erger maakt, zijn de tegenstrijdige adviezen die volwassenen geven. ‘Je moet ze negeren’, zegt de één, ‘dan stopt het vanzelf.’ ‘Nee’, zegt de ander, ‘je moet zeggen “Stop, hou op!”’. En weer een ander zegt: ‘Je moet maar eens terugslaan.’ Dit soort adviezen leiden echter zelden tot de oplossing en maken het meestal alleen maar erger. Als angst en stress te lang duren, leidt dat tot psychische schade. Veel leerlingen worden er depressief door, gaan lijden aan een beschadigd zelfbeeld en krijgen psychosomatische klachten zoals hoofdpijn, buikpijn, vaak verkouden, huiduitslag, enzovoorts. Veel gepeste leerlingen hebben bovendien zelfmoordgedachten. We zien bij deze leerlingen vaak dat de cijfers op school geleidelijk of abrupt verslechteren.Wat gebeurt er met een leerling die voortdurend met angst en stress naar school gaat en die daardoor psychisch beschadigd is geraakt? Die zal zich steeds vreemder in de klas gaan gedragen. Dit sociaal onhandig gedrag van slachtoffers is meestal een gevolg van pesten. De zogenaamde passieve slachtoffers trekken zich terug uit het sociale leven van de klas, en houden zich het liefst zoveel mogelijk afzijdig, in de hoop dat ze dan met rust worden gelaten. Bij de provocerende slachtoffers zien we om dezelfde reden dat ze terugslaan of terugschelden. Meestal werkt ook dit averechts. Leerlingen die langdurig zijn gepest, kunnen gekke dingen gaan doen, en dat komt doorgaans niet omdat ze gek zijn, maar omdat ze beschadigd zijn. De gepeste leerling krijgt vervolgens steeds meer te maken met onbegrip van klasgenoten, maar helaas meestal ook van leraren. Want deze leerkrachten merken doorgaans weinig of niets van het pesten, omdat dit in het geniep gebeurt. Maar ze zien wel die ene leerling die steeds meer moeite heeft om zich te handhaven in de groep. Als het pesten dan uiteindelijk – soms pas na een lange tijd aan het licht komt, denken leraren vaak dat het slachtoffer dit zelf heeft uitgelokt. Zo raakt een slachtoffer gevangen in een vicieuze cirkel, waar je op eigen kracht niet meer uitkomt. Dit wordt ook een neerwaartse spiraal, want de pesterijen leiden tot steeds meer psychische schade, de leerling zal daardoor steeds meer vervreemden van de rest, het onbegrip neemt toe, de pesterijen worden nog agressiever, enzovoorts.

Schadelijk

Pesten is echter niet alleen voor het slachtoffer schadelijk. Het is juist voor kinderen die pesten, omdat ze thuis een warm nest missen, van het grootste belang dat ze op school leren dat je ook op een andere manier met elkaar kunt omgaan. Anders dan ze thuis gewend zijn. Juist voor deze kinderen is het belangrijk dat de school een veilige plek is. Daarnaast zijn er nog de kinderen uit de ‘zwijgende’ middengroep. Zij zien dat een ander kind wordt gepest, maar ze houden hun mond, vaak uit angst dat ze zelf een volgend slachtoffer worden. Ook zij zijn in feite slachtoffer van de onveilige sfeer op school.

Geneigd tot alle kwaad

De omstandigheden thuis en op school hebben een enorme invloed op de ontwikkeling van kinderen. Humanisten zullen dit van harte beamen. Volgens de humanistische mensvisie is de mens van nature geneigd het goede te doen. Het zijn volgens hen louter de omstandigheden die er voor zorgen dat we het verkeerde doen. Daarmee zien zij echter een belangrijk feit over het hoofd. We zagen hierboven al dat 7% van de jongeren die vastzitten in de OG Heldringstichting, wel veilig gehecht is aan de ouders. De omstandigheden verklaren dus niet alles! De Bijbel doet dat wel. Zo weten we uit Gods Woord dat mensen sinds de zondeval geneigd zijn om God en de naaste te haten. Ook onze frustratie en jaloezie zijn er het directe gevolg van. En die frustratie en jaloezie zijn weer belangrijke oorzaken zijn van pesten. Ieder mens – en ook ieder kind – heeft wel iets van die frustratie en jaloezie in zijn hart. De wortel van het kwaad zit dus in ons hart, en negatieve omstandigheden zijn als Pokon, die dat kwaad enorm kan laten groeien. Ook dat weten we uit de Bijbel. Zo is de Bijbel ook het enige middel dat het kwaad bij de bron kan aanpakken. Zoals de Heere Jezus aan Nicodemus duidelijk maakte: zonder wedergeboorte kunnen wij het Koninkrijk van God niet ingaan.

De humanistische visie

Humanisten hebben een andere visie op de diepste oorzaak van het kwaad. Daarom zullen zij ook voor een andere aanpak van het pestprobleem kiezen. Zo gebruiken veel (christelijke) scholen de Kanjertraining. Volgens Gerard Weide, de bedenker van deze training, willen kinderen eigenlijk helemaal niet pesten, maar willen zij juist het goede doen. Het gaat volgens hem echter fout, omdat kinderen niet geleerd hebben het goede te doen, maar juist verkeerd gedrag hebben aangeleerd. Met de Kanjertraining wil men hen verkeerd gedrag afleren en goed gedrag aanleren. Helaas ziet men

zie webshop bijbelenonderwijs.nl

zo voorbij aan de diepste oorzaak van pesten en maakt de Kanjertraining het probleem veelal eerder erger, dan dat het een oplossing biedt. Dat veel christelijke scholen kiezen voor de Kanjertraining, laat zien hoever zij vervreemd zijn van het Bijbels denken. We vinden deze training ook op steeds meer reformatorische scholen. Wat is er toch aan de hand binnen de kerken dat dit soort methoden zo vanzelfsprekend wordt geaccepteerd? Op die vraag willen we in één van de volgende artikelen terugkomen.

 

 

 

Tot slot

Er is een aantoonbaar verband tussen de toename van pesten op scholen en het feit dat onze samenleving in een fase van onthechting verkeerd. In mijn boek gaat het daarom ook over relatie tussen pesten en veilige hechting. Meer dan een kwart van het boek gaat over veilige hechting. Wat is veilige hechting eigenlijk? Wat kan de hechting van ouders en kinderen verstoren? En hoe kunnen ouders de band met hun kind versterken? Ook op deze en andere vragen willen we later in enkele artikelen nader ingaan. Uiteraard Deo volente: Zo de Heere wil en wij leven!

 

Zeger Wijnands