Bekijk het pesten eens anders (2)

Een warm nest thuis belangrijk voor ieder kind

Zoals we in het vorige artikel hebben gezien, is het voor kinderen van het grootste belang, dat ze thuis een warm nest hebben. Bij kinderen die dit voorrecht missen, die niet veilig gehecht zijn aan hun ouders, zien we vaak dat hun sociaal-emotionele ontwikkeling problematisch is. Bij de zogenaamd geremde types zie je, dat hun frustratie over de verstoorde band met hun ouders naar binnen slaat. Veel van deze kinderen krijgen psychische problemen. Bij de kinderen van het ontremde type zien we echter, dat de frustratie eerder naar buiten slaat. Deze kinderen gaan hun frustratie afreageren op anderen. Hun drijfveren zijn vooral jaloezie en frustratie. Gefrustreerd, omdat ze thuis een warm nest missen en jaloers, omdat ze het niet kunnen uitstaan dat een ander wel gelukkig is.

Er wordt wel eens gezegd dat onze tijd geen taboes kent. Toch kent onze tijd ook onderwerpen waar bijna niemand over wil praten en waar in de media nauwelijks of geen aandacht voor is. Eén van die onderwerpen is het feit dat 40% van de kinderen niet veilig aan de ouders gehecht is. Dat dit onderwerp een taboe is, is begrijpelijk. Als we onder ogen willen zien wat de oorzaken zijn, dat de band tussen veel ouders en hun kinderen ernstig is verstoord, zouden we onze samenleving compleet anders moeten inrichten. Veel van de zogenaamde verworvenheden of kroonjuwelen, waar met name partijen zoals D66 voor hebben gestreden, zouden moeten worden opgegeven. En die bereidheid is er nu juist niet. Laten we het taboe echter maar eens doorbreken en de vraag stellen waarom de band tussen zoveel ouders en hun kinderen is verstoord? Wat is veilige hechting eigenlijk? Welke factoren kunnen de hechting verstoren? En wat kunnen ouders doen om de band met hun kinderen te versterken? Veilige hechting zou je kunnen omschrijven als de intieme band die je met een ander opbouwt. Het is voor ieder mens van levensbelang om zo’n band te kennen. Zonder veilige hechting kan geen enkel kind zich goed ontwikkelen. Er gelden drie voorwaarden wil een kind zich veilig kunnen hechten:

  1. De eerste en belangrijkste voorwaarde is dat je als kind toegang hebt tot het hart van je ouders. Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar helaas is dat lang niet altijd zo. Een ander toegang geven tot je hart, betekent ook dat je de ander toegang geeft tot het diepst van je gevoelsleven. Als je je zo opstelt, dan voel je je kwetsbaar en dat is lang niet altijd eenvoudig. Lang niet iedere ouder is daarom in staat om zijn kind toegang te geven tot zijn hart.
  2. Veilige hechting vereist ouders die sensitief-responsief zijn. Dit klinkt misschien ingewikkeld, maar betekent eenvoudig dat ouders moeten kunnen aanvoelen wat hun kind nodig heeft en die vervolgens ook adequaat reageren.
  3. Het is misschien tegenstrijdig, maar grenzen geven een kind ruimte en veiligheid. Regels zorgen er voor dat een kind een eigen territorium heeft, waarin het zich veilig voelt. Deze regels zeggen, dat je een ander moet behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. Maar omgekeerd heb je er ook recht op om zelf zo behandeld te worden. Daarom is een vrije opvoeding funest. Dit resulteert meestal in kinderen die niet veilig gehecht zijn. Anderzijds zijn er ouders die streng en autoritair zijn, terwijl hun kinderen geen of nauwelijks genegenheid ervaren. Ook dat is niet goed voor hechting.

Alle drie genoemde voorwaarden zijn van fundamenteel belang voor de opvoeding. Maar in onze samenleving wordt het ouders vaak wel heel moeilijk gemaakt om sensitief-responsief te zijn. Want sensitief-responsief vereist, dat tenminste één van beide ouders aanwezig is. Als beiden afwezig zijn, is het onmogelijk om goed aan te voelen wat je kind nodig heeft en om daar adequaat op te reageren. Ongetwijfeld zullen feministen dit niet graag willen horen. Zij zullen wellicht tegenwerpen dat hechting evolutionair bepaald is en tegenwoordig eigenlijk overbodig, omdat ouders hun kinderen niet meer hoeven te beschermen tegen de wilde beesten zoals vroeger. Op grond van de Bijbel weten we echter, dat hechting een scheppingsgave van God is. Mensen zijn door hun Schepper bedoeld om zich veilig te hechten aan God en aan anderen zoals hun (groot)ouders, broers en zussen. In die zin hebben we door de zondeval allemaal een hechtingsstoornis, omdat we zonder verzoening, vijanden van God zijn. De zonde maakt, dat we geneigd zijn om God en de naaste te haten. De Bijbel laat ons zien hoe mensen ontaarden als de band met hun Schepper en met elkaar wordt verstoord. Het is daarom geen wonder dat onthechting leidt tot enerzijds psychische problemen en anderzijds tot antisociaal gedrag. En als er één feit is dat niemand kan ontkennen, dan is dat wel dat onze samenleving in een fase van onthechting verkeerd.

U kent ongetwijfeld de uitdrukking, dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is. Goede en stabiele gezinnen, waar ouders en kinderen veilig gehecht zijn aan God en elkaar, zijn het fundament van een samenleving. Sloop dat fundament en je krijgt vanzelf het dak op je hoofd. We leven in een tijd van onthechting. Het gezinsleven wordt steeds verder ondermijnd door de overheid en door andere maatschappelijke ontwikkelingen. Zo zien we bijvoorbeeld, dat in de Amersfoortse Vinex-wijk Vathorst circa 50% van de huwelijken uitdraait op een scheiding. De bewoners hebben er vaak voor veel geld een huis gekocht op een klein stukje grond. Veel echtparen moeten keihard werken om aan hun financiële verplichtingen te kunnen voldoen. En zo gaan veel kinderen niet alleen naar school, maar ook naar de voor- en naschoolse opvang. Dit soort ontwrichtende factoren van het gezinsleven dragen er mede aan bij, dat jaarlijks ongeveer 70.000 kinderen er getuige van zijn dat hun ouders gaan scheiden. Ongeveer 500.000 kinderen hebben (bijna) geen contact meer met hun vader. Welk kind heeft tegenwoordig nog het voorrecht dat hij kan opgroeien in een warm nest? Wat te denken van de circa 30.000 kinderen die jaarlijks in een kindertehuis of pleeggezin worden geplaatst? Wat denken we van de 70.000 kinderen die slachtoffer zijn van seksueel misbruik? Of de ongeveer 500.000 kinderen die getraumatiseerd zijn vanwege de ernstig verstoorde relatie met hun ouders? Voor een groot deel van de kinderen is geen onbezorgde jeugd weggelegd.

We moeten hier overigens opmerken dat er ook gezinnen zijn waar beide ouders werken en de kinderen toch veilig gehecht zijn. Omgekeerd is het waar dat er ook gezinnen zijn waar de moeder thuis is en de kinderen niet veilig gehecht zijn. Maar het feit dat veel ouders fulltime werken, is wel een factor die de band tussen ouders en kinderen verstoort.  Helaas heeft onze overheid hier geen oog voor. Integendeel, want gezinnen met zogenaamde eenverdieners krijgen een straftax opgelegd en betalen daardoor fors meer belasting. Voor een gezin dat bijvoorbeeld € 50.000,00 verdient, betalen tweeverdieners circa € 5.000,00 minder belasting dan een gezin waar een eenverdiener dit verdient. De verwachting is zelfs dat dit verschil in de toekomst nog toeneemt. Het wordt door dergelijke maatregelen voor steeds meer vrouwen praktisch onmogelijk om zelf te kiezen of ze thuis willen blijven bij de kinderen. Het overheidsbeleid is erop gericht om vrouwen zoveel mogelijk te dwingen te participeren in het arbeidsproces. Dat de kinderen vaak kind van de rekening zijn, schijnt onze overheid niet belangrijk te vinden. De bedoeling is dat postmoderne vrouwen niet langer financieel afhankelijk zijn van hun man. Ze zijn dat nu echter veelal van hun baas!

Zoals eerder opgemerkt is ongeveer 40% van de kinderen niet veilig gehecht. Dat betekent dus, dat circa 60% wel veilig is gehecht en dat ze dus tenminste met één ouder of opvoeder wel een goede band hebben. Meestal is dit de primaire hechtingsfiguur, de moeder. De meeste kinderen zijn niet veilig gehecht aan hun vader en eigenlijk heeft ieder kind dat wel nodig. Zo kan een kind zich ook veilig hechten aan broertjes, zusjes, opa’s, oma’s, enz.. Aan hoe meer mensen een kind veilig gehecht is, des te beter. Uit onderzoek weten we, dat mensen die niet veilig gehecht zijn aan hun ouders vaker trouwen met iemand die ook niet veilig gehecht is. Het hoeft geen betoog dat de kans op echtscheiding significant hoger is, als geen van beide echtgenoten weet hoe je je veilig kunt hechten aan de andere echtgenoot. Wie als kind veilig gehecht is, zal zich ook eerder hechten aan zijn echtgenoot. Daarom is het belangrijk dat we onze kinderen bij het opgroeien leren, dat ze voor hun toekomstige echtgenoot naar iemand uit een goed nest zoeken. Verder weten we uit onderzoek, dat kinderen die niet veilig gehecht zijn aan hun ouders, later meestal ook kinderen krijgen die niet veilig gehecht zijn. Gedragswetenschappers noemen dit intergenerationele overdracht. Bewust of onbewust dragen we veel van onze eigen opvoeding over op onze kinderen. Er zijn echter ook ouders die boos zijn over hun eigen opvoeding en die zich voornemen om het totaal anders te doen. Dat zie je bijvoorbeeld bij mensen die vroeger heel streng zijn opgevoed en die praktisch geen liefde hebben ervaren. Uit reactie nemen ze zich voor om hun kind veel vrijheid te geven en ze stellen nauwelijks grenzen. In het licht van het voorgaande kunnen we begrijpen wat hier misgaat: ze krijgen daardoor meestal ook kinderen die zich niet veilig kunnen hechten.

Het zou goed zijn als we onszelf eens afvragen of we als kind zijn opgegroeid in een warm nest. Hebben we als kind de kans gekregen om ons veilig te hechten aan onze ouders? Stel dat dit niet zo is, dan is de kans groot dat onze kinderen zich ook niet veilig aan ons kunnen hechten. Om precies te zijn is die kans volgens onderzoek 82%. Volgens onderzoekers is deze intergenerationele overdracht sterk tot in het derde en vierde geslacht. Maar volgens gedragswetenschappers kunnen mensen zelfs tot in de late volwassenheid leren om zich alsnog veilig te hechten aan bijvoorbeeld hun echtgenoot en hun kinderen. De negatieve intergenerationele overdracht kan dus zeker worden doorbroken!

 

Zeger Wijnands