Christelijk onderwijs bedreigd!

Alle scholen openbaar, zegt de één. Alle scholen bijzonder, zegt de ander.
Vrijheid van onderwijs, dat is steeds waar het om gaat.
Artikel 23 uit de Grondwet is opnieuw onderwerp van discussie.

 

Geschiedenis
Aan het eind van de 19e en begin van de 20ste eeuw hebben onze voorouders zich actief ingezet voor de gelijkstelling van het bijzonder onderwijs en het openbaar onderwijs. Voor 1917 was men vrij om scholen te stichten, maar alleen de openbare scholen werden bekostigd door de overheid. Wilde je in die tijd een school voor je kinderen waar de Bijbel het fundament was, dan draaide je zelf voor de bekostiging op. Veelal ontstonden er kerkscholen, vanuit een kerkgenootschap opgericht voor de kinderen van de gemeente. Na invoering van de leerplichtwet (1904) moesten alle kinderen naar school. Onze voorouders hebben zich toen ingezet voor bekostiging door de overheid ook van het christelijk onderwijs. En die bekostiging is gekomen. Artikel 23 van de grondwet verwoordt deze gelijkstelling en bekostiging.

Discussie 
De laatste tijd horen we steeds weer de discussie oplaaien. Moeten we onze belastingcenten wel in scholen steken die vanuit hun religieuze achtergrond het onderwijs verzorgen? Nederland seculariseert steeds verder. Hoeveel mensen zijn er nog ingeschreven bij een kerk? Dat zijn er niet veel meer. Dus is er ook geen behoefte meer aan scholen met de bijbel, is de conclusie. Een adviescommissie van de VVD pleit voor het staken van de bekostiging van het bijzonder onderwijs. Mevrouw Hirsi Ali (VVD) strijdt voor afschaffing van het bijzonder onderwijs. Hoeveel van de mensen die ingeschreven staan bij een kerkgenootschap, gaan daadwerkelijk op zondag nog naar de kerk? Nog veel minder. Dus waarom zouden we dan zoveel christelijke, reformatorische, evangelische en gereformeerd-vrijgemaakte scholen bekostigen? En islamitische scholen, die op grond van artikel 23 ook bekostigd moeten worden, wordt daar wel onderwijs gegeven dat wij willen?  Dit alles maakt het voor velen duidelijk: géén bekostiging meer voor bijzonder onderwijs, eigenlijk liever nog: helemaal geen bijzonder onderwijs meer. Dan zijn we van alle problemen af. En bovendien, wat is het verschil tussen een christelijke en een openbare school? Ze gebruiken dezelfde methodes, zijn ze wel ècht zo anders?

De praktijk 
Deze vraag komt natuurlijk recht op de christelijke scholen af. Christelijk onderwijs wordt vooral vormgegeven door de godsdienstige opvattingen van de individuele leerkracht voor de klas. De zuil waar de school formeel toe behoort, heeft daar maar weinig invloed op. Dat geldt niet alleen voor christelijke scholen, maar ook voor  reformatorische, evangelische en gereformeerd-vrijgemaakte scholen. Ook op deze scholen is diversiteit aan de orde. Gelukkig vraagt een aantal scholen zich af: “Doen we nog wat er op onze gevel staat? En hoe geven we dat dan handen en voeten in de dagelijkse lespraktijk en omgang met iedereen in de school?” Er zijn ook christelijke scholen waar een kloof is tussen de formele identiteit, keurig vastgelegd in de statuten van de vereniging waartoe de school behoort en de dagelijkse beleving van de identiteit, zoals die vorm wordt gegeven door de leerkracht in de klas. Zou het niet veel meer vanzelfsprekend moeten zijn dat deze twee met elkaar in overeenstemming zijn?

Schoolgemeenschap 
Een school is natuurlijk geen geloofsgemeenschap, maar een professionele organisatie die bekostigd wordt om onderwijs te verzorgen. Onderwijs dat goed is, dat doelen nastreeft, kerndoelen realiseert. Er werken professionals, mensen die verstand hebben van onderwijs, mensen die pedagogisch gevormd zijn. Leerkrachten die met hart en ziel werken met hun kinderen, ze onderwijzen en opvoeden. De totale persoonlijke ontwikkeling van het kind staat centraal. De totale persoonlijke ontwikkeling van uw kind staat centraal!

Zijn we klant van onze school? 
De totale ontwikkeling van onze kinderen ligt in de handen van de leerkrachten van de school. Wat doet deze zin met ons? Zijn we klanten van de school en gedragen we ons net als in de supermarkt? We blijven klant, zolang de artikelen ons aanspreken en de prijs redelijk is. Echter wanneer de kwaliteit tegenvalt of de prijs te hoog wordt, dan stappen we even zo vrolijk een andere supermarkt binnen. Gaat het ook zo met de basisschool van onze kinderen? Spreekt de school ons niet meer zo aan, dan verkondigen we dat luidt bij het hek, wanneer we onze kinderen ophalen. Vinden we naar ons idee onvoldoende gehoor, dan pakken we onze kinderen op en brengen we ze naar een andere school.

Staat de school er alleen voor? 
Kan de school alleen maar op klanten rekenen, die klagen bij tegenvallende kwaliteit, die weglopen bij onvoldoende gehoor? Of doet de school ons wat? Hebben we als christen niet de grote verantwoordelijkheid om om onze school heen te staan? Zijn de zorgen van het bijzonder onderwijs ook onze zorgen? Gaat de school van onze kinderen ons aan het hart? Dragen we de school van onze kinderen in ons hart? Dragen we de school van onze kinderen op in ons gebed? De school, de leerkrachten en de directie, hebben onze steun zo hard nodig. Ze moeten staande blijven in een wereld die roept om verdwijning van het bijzonder onderwijs.

Iedereen welkom 
Veel christelijke scholen hebben een open toelatingsbeleid. Iedereen die de grondslag van de school respecteert, kan zijn of haar kind aanmelden. Uit recent onderzoek blijkt dat PC scholen het heel goed doen, kwalitatief en procentueel. Het inspectierapport ziet er goed uit. Er worden goede resultaten behaald en er heerst nog orde en gezag. Er zijn ouders die dààrom kiezen voor de PC school in de wijk. Maar met dat open toelatingsbeleid sluipt ook een gevaar mee naar binnen. Blijft onze christelijke school wel voluit een christelijke school? Staan we als directie, team, bestuur en ouders wel voor onze identiteit en nemen we onze verantwoordelijkheid? Dragen we onze identiteit uit, wanneer we deze ouders en kinderen verwelkomen? Het geeft de ruimte om kinderen en ouders te vertellen over de liefde van de Here Jezus Christus. Of is het open toelatingsbeleid een bedreiging en verwatert met de instroom van mensen die niet vanuit de identiteit voor een bijzondere school kiezen onze identiteit?  En terecht komt dan de vraag op ons af, waarom heet u een christelijke school? Waarin onderscheidt u zich?

Eigen identiteit 
De tijd dat het vanzelfsprekend is, dat bijzonder onderwijs bekostigd wordt, ligt achter ons. We zullen moeten laten zien dat we bekostiging waard zijn. We zullen moeten laten zien waar we voor staan en hoe dat in ons onderwijs te zien is. We moeten ons onderscheiden. Wat op onze gevel staat, moet in ons onderwijs worden waargemaakt. Wat we op papier belijden, moet uitgesproken en beleefd worden in de school. Dat geeft christelijke scholen de kans om de eigenheid te expliciteren, de eigenheid die vooral tot uitdrukking komt in keuzes met betrekking tot inhouden, pedagogische uitgangspunten en didactiek. Het geeft scholen de ruimte om de eigen identiteit te verwoorden en uit te dragen.

Steun gevraagd 
Open PC scholen lopen gevaar van identiteit, van kleur te verschieten. We concludeerden al , dat sommige ouders helaas niet vanwege de identiteit voor de school kiezen. Dit legt vaak een grote druk op de school. Van deze ouders behoeft er niet zo veel aandacht besteed te worden aan de bijbellessen en aan christelijke vieringen. En zeker hoeft alles niet zo zwaarwichtig en serieus. “Het zijn maar kinderen,” wordt er dan gezegd. Op aanmeldingsavonden wordt het tegen je gezegd: “Dat de kinderen de bijbelverhalen horen, vinden we prima. Ze zullen er niets van krijgen.” Maar ondertussen wordt wel de boodschap afgegeven, ga wat ruimer met de identiteit om. PC scholen hebben ouders nodig die van harte achter het christelijk onderwijs staan, die de school steunen. Ouders die laten blijken dat de christelijke identiteit er wel degelijk toe doet.

De school aan de ouders
Onze voorouders hebben gestreden voor ‘de school aan de ouders’. En wij, wat doet onze generatie? Laten wij de school de school? Laat de school van onze kinderen ons koud? Nee, toch zeker! Laat de school, de directie en het team, niet alleen staan in deze tijd van secularisatie. Lid worden van de schoolvereniging is naast ons gebed wat we voor de school kunnen doen. En wanneer u gevraagd wordt om uw steentje bij te dragen aan de school, geef niet steeds als antwoord ‘nee’. Iedereen heeft het druk, maar realiseren we ons wel hoeveel uren onze kinderen op school zitten? Het gemiddelde kind zit 8000 uur op de basisschool! Dat zijn 8000 hele kostbare uren, kinderjaren waarin onze kinderen gevormd worden. Schoolbesturen en schoolteams hebben steun nodig. Ze hebben uw steun nodig!

Een appèl! 
Wanneer we naar de geluiden om ons heen luisteren, moeten we haast wel denken dat het verreweg het beste is om alle scholen om te vormen tot openbare scholen. Waarden-vrij, wordt er achteraan gedacht en soms gezegd. Wanneer je je kinderen een christelijke opvoeding wil geven, doe je dat maar thuis. Daar besteden we zeker geen overheidsgeld aan. Maar is een openbare school wel waarden-vrij? Kan een school waarin altijd sprake is van opvoeden, omdat je in een pedagogische relatie staat, wel waarden-vrij zijn? En willen we dat?

We hebben als ouders een grote verantwoordelijkheid tegenover onze kinderen. We hebben toch immers beloofd hen op te voeden, te onderwijzen en te laten onderwijzen? Dat vraagt om onderwijs dat gefundeerd is op de Bijbel. Het vraagt om onderwijs vanuit de Bijbel èn om onderwijsgevenden die zich laten leiden door de Bijbel. Deze onderwijsgevenden hebben u nodig, uw gebed, uw steun, uw stem en uw kracht. De zorg om het christelijk onderwijs ligt niet alleen bij leerkrachten en directieleden. Het voortbestaan van het christelijke onderwijs in ons land ligt voor een groot deel in (de gevouwen) handen van ouders, van ouders die de christelijke school een warm hart toe dragen. Klopt uw hart al warm voor de school van uw kinderen?

A. Kraaiveld
Docent Pedagogiek
Hogeschool Driestar-Educatief