Dalai Lama
In een interview met een ex-boeddhist wordt duidelijk wat het boeddhisme voorstaat.
Achter de glimlach van de Dalai Lama
Inleiding
In het boek ‘Weg van Boeddha’ doet Martin Kamphuis verslag van zijn bevindingen met het boeddhisme. Voor zijn bekering ontmoette Martin twee keer de Dalai Lama. Hij beschouwde ‘Zijne Heiligheid’ destijds als een god, nu ziet hij de sinistere achterkant van zijn boodschap van vrede en geluk.
Martin groeide op in de Flevopolder, maar woont tegenwoordig met zijn vrouw Elke in Duitsland. Ruim zeven jaar was hij fanatiek Tibetaans boeddhist, erop gebrand de ‘verlossing’ van het Nirwana* te bereiken. In India en Nepal onderwierp hij zich aan strenge leefregels van monniken en goeroes. Niets was hem teveel. Zo wierp hij zich ooit 60.000 keer (!) op de grond om zijn karma** te verbeteren en de staat van ‘verlichting’ – het einddoel van het boeddhisme – sneller te bereiken. Uiteindelijk vond hij werkelijke verlossing door het werk van Jezus Christus op het kruis van Golgotha en brak hij met Boeddha.
Opperhoofd
De Dalai Lama is het religieuze en politieke opperhoofd van het Tibetaans boeddhisme, een van de hoofdstromingen van deze veelkleurige religie. “Je kunt zeggen dat dit de magische vorm van het boeddhisme is; deze richting werkt het meest met onzichtbare krachten. Men aanbidt Boeddha in zijn verschillende verschijningsvormen en roept die aan om hulp voor de verlichting te vinden. Daarnaast kent men demonen, die men tevreden probeert te stellen.”
Martin heeft de Dalai Lama twee keer in levenden lijve ontmoet: de droom van menig boeddhist. “In mijn ogen was hij een soort god; een van de hoogste leermeesters, die me verder kon helpen op weg naar de verlichting. Ik hoopte, dat hij mij door zijn zegening en kracht op een hoger geestelijk niveau kon brengen. Voor een korte tijd leek dat inderdaad te gebeuren, al ging het verheven gevoel snel voorbij. Er is onmiskenbaar een bepaalde kracht die door hem werkt.” Hoe verklaar je die kracht, achteraf? “Vandaag geloof ik, dat die kracht door de geesten van het boeddhisme, boze geesten of demonen, komt. Boeddhisten zeggen dat de Dalai Lama een reïncarnatie is van bepaalde wezens, zoals Kalachakra of Chenrezig. Deze boeddha-manifestaties werken volgens het Tibetaans boeddhisme door hem heen.”
Geluk
Oppervlakkig bezien spreekt de Dalai Lama (Tenzin Gyatso, 1934) vooral over vrede, geluk en tolerantie: begrippen die positief resoneren op trommelvliezen in het Westen. Maar volgens Martin moeten we ze niet westers inkleuren. “Als hij over geluk spreekt, bedoelt hij daarmee de verlichting, de toestand van de leegte. Hij schreef meerdere boekjes over geluk, waaruit dat blijkt.” Met vrede – de Dalai Lama ontving in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede – is het volgens Martin van hetzelfde laken een pak.” Als hij over vrede spreekt, bedoelt hij enerzijds de boeddhistische ervaring van de verlichting. Anderzijds spreekt hij van wereldvrede. Daarvoor maakt hij reclame met een ritueel, Kalachakra, genoemd: naar een godheid of boeddha-manifestatie. In de bijbehorende heilige geschriften van de Kalachakra Tantra worden de vijanden van het boeddhisme beschreven: ‘Tot de familie van de demonische slangen behoren onder anderen Adam, Henoch, Abraham, Jezus en Mohammed.’
Pardon?
Jezus wordt ‘familie van een demon slang genoemd? “Dat staat letterlijk in het geschrift Shri (Heer, red.) Kalachakra; Jezus geldt als een van de aartsvijanden van het boeddhisme. Er wordt in deze teksten ook gesproken van een boeddhistische koning die een wereldwijde ‘heilige oorlog’ zal ontketenen tegen alle vijanden van het boeddhisme om zo de wereldvrede te realiseren. De grootste vijanden zijn allen die in één God geloven: joden, christenen en moslims. Dat het Tibetaans boeddhisme er op z’n zachtst gezegd enkele dubieuze denkwijzen op nahoudt, blijkt ook uit het volgende wat Martin vertelt: “Een van mijn toenmalige lama’s (leermeesters) beweerde, dat Hitler een bodhisatva zou kunnen zijn geweest: een bijna verlicht wezen. Hij heeft weliswaar miljoenen Joden omgebracht, maar dat was uiteindelijk misschien wel een goede daad, omdat de Joden hierdoor van hun trots zouden zijn bevrijd. Hitler zou een hoger inzicht hebben gehad, waardoor iets wat wij als kwaad waarderen, toch iets goeds zou kunnen zijn.”
Trance
Wie zijn tenen dompelt in de oceaan van het boeddhisme met zijn vele duizenden geschriften, stromingen en gedachten, buitelt van de ene verbazing in de andere. ‘Destijds zag ik de Dalai Lama als een soort god’. Iets wat buitenstaanders die ervan horen voor enorme raadsels plaatst, is de manier waarop elke volgende Dalai Lama wordt opgespoord. Men zoekt een peuter die feilloos persoonlijke voorwerpen aanwijst die – zonder dat dit kind het kan weten -van de overleden Dalai Lama waren, als bewijs, dat hij de nieuwe incarnatie is. Voorstanders van het reïncarnatiegeloof lijken hiermee hun sterkste bewijs op tafel te kunnen leggen. Hoe is dit mogelijk? “Dit heeft met de geestenwereld te maken. Tot nu toe is het inderdaad zo gegaan, ook bij de overgang van de dertiende naar de veertiende, de huidige Dalai Lama. Tibet heeft een staatsorakel, een man die in trance gaat en de beschermgod van de Tibetanen door hem heen laat spreken. Die man ontvangt door deze geest een visioen, waarin hij een dorp en een huis ziet en beschrijft. Zo’n drie jaar na de dood van de dertiende Dalai Lama zocht men dat dorpje op, vond het huis dat overeenkwam met de beschrijving en vond daar inderdaad een kind van ongeveer 3 jaar. Men legde enkele voorwerpen aan hem voor en hij koos die voorwerpen eruit die de vorige Dalai Lama toebehoorden. Ik geloof, dat het werkt, omdat een geest in dat kind ervoor zorgt. Dat vinden wij heel vreemd, aangezien wij zulke sterke werkingen van geesten niet ervaren. Maar in een cultuur die helemaal op de openheid naar de geestelijke wereld is gericht, zijn in wezen alle mensen occult belast. Daarom is het heel makkelijk voor een geest om mensen, zeker een kind, te leiden.”
Charisma
Het boeddhisme mag zich in het Westen in een toenemende populariteit verheugen. Martin begrijpt waarom bepaalde aspecten mensen hier aanspreken. “Bijvoorbeeld de nadruk op rust, geluk, transcendentie, meditatie, tolerantie, ervaring, heiligheid. Maar bijvoorbeeld ook de wijding door goeroes. Bovendien is het boeddhisme analytisch, in die zin dat het je leert je geest te analyseren, waardoor het heel nuchter overkomt. En de Dalai Lama zelf spreekt ook aan: hij lacht, maakt grapjes en heeft charisma.”
Spiritualiteit
Vooral binnen katholieke kringen worden sommige elementen uit het boeddhisme, waaronder meditatietechnieken, zelfs geïntegreerd in de geloofsbeleving. Hoe kijkt Martin daar als ex-boeddhist tegenaan? “Die technieken zijn niet onschuldig,” waarschuwt hij. “Je doelt waarschijnlijk op het zenboeddhisme, dat in veel katholieke kloosters wordt beoefend. Er is momenteel een grote beweging in de christenheid, – met name in Amerika is deze heel sterk – die men ‘contemplatieve spiritualiteit’ noemt. Daarbij zet men allerlei mystieke praktijken in om een soort bewustzijnsverandering te bewerkstelligen. Het doel zou een diepere relatie met God zijn.
Maar in de mystiek oefen je meditatie waarbij je een eenheidservaring zoekt. Het onderscheid tussen God en mens moet daarin wegvallen – alles vloeit in elkaar over. Dat is onbijbels, want het gaat eigenlijk niet om een relatie met God, maar om zich in elkaar op te lossen. Dat zoeken boeddhisten ook in de verlichting. In katholieke kloosters zoekt men door zenmeditatie de ervaring van boeddhistische verlichting, en niet de realiteit van de christelijke verlossing. Peinzend: “De ‘contemplatieve’ of ‘meditatieve spiritualiteit’ die nu sterk in opkomst is – Jezus geldt als een van de aartsvijanden van het boeddhisme – trekt misschien nog wel meer christenen aan dan de zentechnieken die je vooral in kloosters tegenkomt. In het Duits wordt er gesproken over het immerwährende Gebet; is dat in het Nederlands ook bekend?” Het klinkt als wat bij ons ‘ademhalingsgebeden’ worden genoemd. “Precies, dat is een typische uitingsvorm van contemplatieve spiritualiteit. Het is mystiek. Via je ademhaling, of bijvoorbeeld door bepaalde korte gebeden steeds te herhalen, kom je in een trance en heb je een soort eenheidservaring. Dat is gevaarlijk, in die zin dat het mensen in een andere geestelijke richting stuurt. Daar ben ik diep van overtuigd.”
Lijden .
We kennen allemaal de beelden van sereen glimlachende boeddha’s en ook de Dalai Lama lijkt een soort innerlijk geluk uit te stralen. En dat, terwijl de eerste van ‘De Vier Edele Waarheden’ van het boeddhisme benadrukt dat het leven lijden is. Hoe zit dat? “Het is de glimlach van de hoop op verlichting,” reageert Martin. “Het leven is lijden en zolang je nog lijdt, ben je niet verlicht. Als je op de weg van Boeddha gaat, hoop je op de verlichting, de verlossing van het lijden. Daarom lacht men, om de hoop op de bevrijding van het lijden.” Wat zit er áchter de glimlach van de Dalai Lama? “Er speelt een culturele factor mee. Je ziet niet alleen bij Tibetanen, maar eveneens bij de Chinezen, dat ze naar buiten toe altijd lachen – of ze zich nu goed voelen of niet. Daarnaast staat in boeddhistische teksten dat je moet lachen en vriendelijk dient te zijn om anderen te winnen voor het boeddhisme. Het is dus ook een missionaire tactiek.
Kalachakra heeft vier gezichten, die in geschriften heel precies worden beschreven. Twee gezichten hebben een vriendelijke, twee andere een toornige uitdrukking: vrede en toorn in één wezen verenigd. De Dalai Lama, van wie men zegt dat hij een incarnatievan Kalachakra is, toont de vriendelijke gezichten meestal in de openbaarheid. Maar hij heeft ook de toornige gezichten, die hij binnen interne kringen laat zien. Hij spreekt weliswaar over wereldvrede, maar daarmee bedoelt hij de vrede die wordt behaald na de overwinning op de vijanden. Deze ‘vrede’ bereidt hij op magische wijze voor, al zal hij dat nooit in het openbaar zeggen. Hij wil eigenlijk bewerken dat christenen hun geloof in de God van de Bijbel en in Jezus Christus loslaten.”
* Nirwana is de toestand van de verlichting of van de leegte; hierin speelt karma geen rol meer.
** Karma betekent letterlijk ‘daad’ en is de som van alle daden uit vorige levens die de huidige levensomstandigheden bepalen.
Bron: Visie/mei 2009, tekst: Gert-Jan Schaap
In het boeddhisme zijn goede werken belangrijk. Bijvoorbeeld jezelf vele duizenden malen op de grond werpen(prostraties)