De opvoeding ter hand nemen

Drs. A. Kraaiveld bespreekt in twee artikelen het boekje ‘Erziehung im Angriff’, een uitgave van IABC in Wuppertal.

De opvoeding ter hand nemen!!

In het voorjaar van 2007 is het Duitstalige boekje ‘Erziehung im Angriff!’ verschenen. Het boekje is op de redactie van Bijbel & Onderwijs terechtgekomen. In dit artikel wordt het eerste deel van het boekje besproken. De schrijvers Christiane en Grant Nelson stellen, dat in onze tijd veel gezegd en geschreven wordt over het opvoeden van kinderen. De termen vrijheid en emancipatie lijken een belangrijke plaats in te nemen. De moderne visies beïnvloeden gewild of ongewild ook het denken van de christen-ouder/opvoeder. Christiane en Grant Nelson proberen te zoeken naar vaste ijkpunten voor een christelijke opvoeding.

Het kind in het middelpunt
Al vanaf de 17e eeuw proberen mensen zich los te maken van de kerk en de invloed van het christen-zijn. De filosofen René Descartes en Rousseau plaatsen de mens in het middelpunt. ‘Cogito, ergo sum’ (Ik denk, dus ik besta). De mens is zelf de maatstaf van de dingen. Ervaring en aanleg wijzen de mens de goede weg door het leven. Als je de natuur tot ontwikkeling laat komen (in de mens), komt het goede te voorschijn. Maar het tegenovergestelde blijkt waar, kinderen roepen om hulp, verkeren in problemen. De kindertelefoon wordt steeds meer gebeld. Crisisopvang is meer nodig dan ooit.

De Schepper weet het beter
De Schepper weet wat het beste is voor kinderen, voor mensen. De Bijbelse visie op het kind onderscheidt zich principieel van de emancipatorische visie. Zij leert de zondige natuur van elk mens vanaf zijn allereerste levensbegin, die aangewezen is op omgang met anderen en met de levende God. En dat heeft consequenties. De opvoeder wacht niet meer totdat het kind zelf kiest, maar leert het kind, onderwijst het kind. Deut. 6: 6-7 ‘En deze woorden, die Ik u heden gebiedt, zullen in uw hart zijn. En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zijt, en als gij op de weg gaat, en als gij neerligt, en als gij opstaat.’

De Bijbelse opvoeding
Het Bijbelse opvoedingperspectief heeft duidelijke doelen: een geestelijk stabiel kind en in de verhouding tot de naaste betrouwbaar en evenwichtig. De opvoedingsweg is vaak moeizaam en vraagt veel geduld en inzet van de opvoeder, die de natuurlijke neiging van het kind stuurt in zijn zondige aard en aanleg. De autoriteit van de opvoeder en de onderwerping van het kind zijn daarin de basis. De opvoeder is vanuit belangeloze liefde gericht op het kind. De opvoeder is immers zelf onder de autoriteit van God geplaatst. Opvoeding in en tot gehoorzaamheid verlangt van de opvoeder, dat hij/zij zich bewust is van de zondige natuur van het kind en van hem/haar zelf en daardoor weloverwogen en vanuit rust handelt. Een straf moet leiden tot vrijwillige spijt en tot aangenomen vergeving. Een straf is geen straf uit woede, maar om de wil van het kind te neigen.

Eerbied en ontzag
De opvoeding tot eerbied en verantwoordelijkheid is van wezenlijk belang voor de verhouding van het kind tot God en tot zijn naaste. Eerbied voor de ouders is een grondprincipe van de geborgenheid van het kind bij zijn ouders. In het vertrouwen op de ouders beleeft het kind de eigen onvolkomenheid en afhankelijkheid, wetend veilig, geborgen en geliefd te zijn bij de ouders. De zelfzucht en de neiging om eigen wegen te gaan wordt door het ontzag voor de ouders begrensd. Het kind leert om rekenschap af te leggen en terug te zien op zijn emoties en impulsen, zonder dat het aan de consequenties hiervan overgeleverd is. Zo leert het kind ook rekenschap te geven tegenover God.

Karakter
De christen-ouder moet erop gericht zijn, dat het karakter van het kind gevormd wordt. Zo wordt de persoonlijkheid van het kind gevormd. Karaktereigenschappen als zelfcontrole, doorzettingsvermogen, evenwichtigheid, moed, behulpzaamheid, dapperheid, etc. zijn een gevolg van de groeiende liefde tot de levende God en de liefde tot de naaste, die de eigenliefde op de achtergrond stelt.

Persoonlijke betrekking op God
Het is van eeuwigheidswaarde dat het kind leert om in een persoonlijke betrekking en in afhankelijkheid van de levende God in Jezus Christus te staan. Eerst aan de hand van de ouder(s), maar later ook door zelf met het Woord bezig te zijn. De opvoeder moet het kind hiertoe ruimte geven en in gesprek met hem blijven. In de ontmoeting met anderen moet het kind uiteindelijk zo toegerust zijn, dat het onafhankelijk van de groep de autoriteit van de waarheid van God als maatstaf neemt en volgt. Weerbaar tegen alle invloeden die op hen afkomen, bijvoorbeeld door internet en alles wat daardoor op (jonge) mensen af kan komen.

Verhouding tot het kind in de opvoeding
De moderne opvoeder past zich vaak aan het kind aan. De reclame speelt daar op in, je moet er als ouder uitzien als je zoon of dochter. Het lijkt ‘cool’ om op gelijkwaardige voet met je kind te staan. Het lijkt alsof de moderne opvoeder bang is om de eigen autoriteit te stellen tegenover het kind. Hierdoor wordt de opvoeder veel meer een begeleider dan een opvoeder. In de Bijbelse opvatting is de opvoeder de onderwijzende en het kind de lerende. Waar moet een kind zijn oriënteringspunt vandaan halen, wanneer het helemaal vrijgelaten wordt? De moderne opvoeder lijkt zich niet verantwoordelijk te zien voor de toekomst van het kind. Bewuste leiding van het kind wordt vermeden. Het kind moet zelf keuzes kunnen maken, het is zijn of haar leven. De vruchten van deze opvoedingsvisie zijn te zien: kinderen kunnen niet staande blijven in een wereld waarin alcohol en drugs ruim voor handen zijn, kinderen gaan dwars tegen ouders in, luisteren niet meer en hebben geen zin om iets voor een ander of de maatschappij te doen. Genot wordt hun god.

Je eigen weg zoeken
Het doel dat je in de opvoeding voor ogen hebt, bepaalt de opvoedingsmethode. Wanneer je kinderen wilt opvoeden met als doel de eerder genoemde karaktereigenschappen, kun je niet de emancipatorische opvoedingsmethode hanteren. Aan de verwachtingen zal dan niet voldaan worden. De emancipatorische visie gaat ervan uit dat elk kind een schat aan goede inzichten en handelingswijzen in zich draagt. Op basis hiervan zoekt elk kind zelf zijn eigen weg door middel van experimenteren.

De weg wijzen
De Bijbel leert ons een andere methode. Het kind is vanaf zijn geboorte aangewezen op leiding, wil het een sterke, karaktervolle persoonlijkheid ontwikkelen. De liefde in de opvoeding en voor de ‘opvoedeling’ dringt de ouders ertoe om terug te keren tot de Bijbelse visie. Deze visie leert ons om kinderen de weg te wijzen, het kind voor te leven, te leiden, te leren, in te wijden en te corrigeren. De Bijbel geeft er ons een schitterend voorbeeld van en laat prachtig de Bijbelse visie zien, namelijk zoals Timotheüs het in zijn jeugd van zijn moeder en oma geleerd heeft (2 Tim. 3:14,15 en 17):‘Blijf gij echter bij wat u geleerd en toevertrouwd is, wèl bewust van wie gij het hebt geleerd, en dat gij van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus. Opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.’

 

Wordt vervolgd.

 

Drs. Annelies Kraaiveld.