Internet: de wereld in de klas en omgekeerd

Lezing over het gebruik van de moderne media in het onderwijs. Directe aanleiding hiertoe zijn de ontwikkelingen rond kennisnet en de computer in de klas.

Huidige stand van zaken
Enkele jaren geleden heeft het ministerie van onderwijs een project gestart, dat tot doel heeft iedere leerling in het basis- en voortgezet onderwijs toegang te geven tot internet. Hiervoor is op het wereld wijde web een ruimte ingericht dat de naam ‘Kennisnet’ draagt. Daarbij worden de leerling onderwerpen aangeboden die samenvallen met de lesstof op school. De computer wordt gebruikt bij het maken van opdrachten, werkstukken en het verdiepen van kennis. Alle 12.000 instellingen binnen het onderwijs krijgen een snelle internetverbinding, om jongeren gelijke kansen te bieden in het informatie aanbod. Op dit moment worden de laatste scholen van een aansluiting voorzien. Eind 2001 moet dat klaar zijn.


Didactische voordelen van Kennisnet
Kennisnet biedt onmiskenbaar een groot aantal voordelen. In het verleden was er nogal verschil tussen scholen door verschillende vormen, verschillende regio’s, verschillende populatie, verschillende achtergronden. Het plan om met Kennisnet alle scholen een gelijk startpunt te geven is daarom op zichzelf een goede ontwikkeling richting gelijkwaardig onderwijs. Bovendien krijgen scholen zo een enorm aanbod van documentatie, dat anders afhankelijk was van de inzet van ouders in een documentatiecentrum (DC). Mits deze informatie met dezelfde zorgvuldigheid en begeleiding als in het DC wordt aangeboden, biedt het grote voordelen voor alle leerlingen.

Binnen Kennisnet is het aanbod vooral gericht op de inhoud van de lessen en de leeftijd van de gebruikers. Hierdoor hoeft er minder “gesurft” te worden. Men moet echter niet de illusie hebben dat Kennisnet ook een veilige omgeving is. Men moet wel inloggen met de schoolgegevens, maar men kan net zo makkelijk het Kennisnet verlaten, waarna het hele web toegankelijk wordt.

Een aantal van de genoemde nadelen daagt leerkrachten en ouders uit om samen te werken en ideeën uit te wisselen. Ook op de leerlingen wordt in die mate een beroep gedaan: samenwerken en leren van elkaar in het gebruik van de computer (tutoring). Ouders kunnen betrokken worden bij het onderhouden van de computers, bij het vormen van visie over het gebruik, bij het begeleiden tijdens vaste internet-uren binnen de school.

Pedagogische nadelen van Kennisnet
In dit stukje gaan we voorbij aan de zeer hoge eisen aan financien (ten dele voor rekening van de overheid) en het beslag op het personeel (moeten de scholen zelf opbrengen). Wij beperken ons tot enkele pedagogische facetten.

Het gebruik van de computer, maar ook de tv en video binnen het onderwijs, vraagt bezinning en visie van het team. Hoeveel tijd, op welk moment en voor welke leerlingen gebruik je de media. Wanneer er niet van tevoren wordt nagedacht, komt het er in de praktijk al snel op neer dat de vlotte leerlingen die klaar zijn met hun werk ook met de computer bezig mogen. Terwijl die computer ook voor de uitvallers en juist voor de middenmoot geschikt is!

Internet heeft het gevaar in zich dat mensen niet leren omgaan met het informatieaanbod. Daarom is het goed dat kinderen dat jong leren, zodat zij internet en andere media goed kunnen gebruiken voor waar zij het voor nodig hebben. Het is maar de vraag of kinderen in de basisschoolleeftijd het vermogen hebben om het enorme kennisaanbod ook daadwerkelijk te verwerken. Er komt al zo veel op hen af. Moet daar dan deze extra bron ook bij?

De praktijk leert dat de snelle leerlingen die klaar zijn met hun leertaak, de computer mogen gebruiken voor het verzamelen van informatie over werkstukken, hobby’s en vrije tijd. Deze leerlingen vergroten zo hun voorsprong op hun klasgenoten die niet sneller klaar zijn, en de computerbeurt voorbij zien gaan. Dit vraagt van de onderwijzer begeleiding, visie, zorgvuldige registratie en inzet!

Het laatstgenoemde nadeel is niet het minste! Wat te denken van de uitwerking op de taalontwikkeling van de kinderen. Internet doet vooral een beroep op het vermogen plaatjes te herkennen (beeldcultuur), of delen van zinnen, korte omschrijvingen. Kinderen hoeven dus niet volledig te formuleren, en zien het ook niet volledig voorgedaan. Dit heeft nu al zijn weerslag op ons taalonderwijs en de taalontwikkeling van het kind. Dit wordt versterkt, doordat ook de maatschappij niet stimulerend werkt (reclame en SMS zijn ook voorbeelden van snelle beeldende communicatie).


Discussie en voorlopige conclusies
Tijden de avond hebben we met elkaar een gesprek gehad, waarin voor- en nadelen werden afgewogen. Voor sommige leerlingen is het informatieaanbod juist uitdagend en stimulerend. Voor leerkrachten biedt internet veel interactieve lessen, ideeën van collega’s, ondersteuning van de leerstof.
Gebruik en het voordeel van Kennisnet kan mogelijk gemaakt worden door een goede samenwerking tussen ouders en team, door jong en oud. Dit vraagt echter leiding en visie door de directie/bestuur.

Duidelijkheid in afspraken en regels, structuur en gebruik is een voorwaarde voor het gebruik van de computer in de klas. Ook hierin kunnen ouders participeren door aan te geven hoe er thuis met de PC wordt omgegaan.
Het blijkt absoluut nodig te zijn om van tevoren te bezinnen op de tijdsduur en de intensiteit waarmee er wordt geïnternet. Alleen dan krijgen leerlingen gelijke kansen voor het gebruik en ook alleen dan is de hoeveelheid informatie niet extra, maar aanvullend, ondersteunend en in plaats van.
Voor alle media, ook tv, video, games en andere spelletjes geldt: doe het samen, leer het samen. Jong geleerd is oud gedaan. Uiteindelijk zal achterdocht in de omgang met de PC en internet niet de juiste invalshoek blijken te zijn, maar nuchtere waakzaamheid is absoluut.

P. van Dijk


Nadere informatie
Internetgids, voor christenouders, door Brian Lang en Bill Wilson.
Vierkante ogen, opgroeien met tv en pc, door Patty Valkenburg.
En als we nou weer eens gewoon gingen opvoeden, door Gitty Feddema en Aletta Wagenaar