Is ons Kind op Maandag veilig?
Kind op maandag is de meest-gebruikte methode voor wat vroeger heette ‘Bijbelse geschiedenis’. Tegenwoordig gebruikt men liever de term ‘geloofsverhalen’. B&O vroeg een pedagoge en een theoloog om hun reactie, door mevr. drs. M. Vrijmoeth-de Jong.
Naar aanleiding van ‘Kind op maandag’
Geloofsopvoeding in de school
Werken met ‘Kind op maandag’
Als aanvulling hierop:
Beoordeling van Kind en zondag (voor zondagsscholen) uitg. NZV, Amsterdam
Beoordeling van de methode Leven met Toekomst, uitg. Kok, Kampen
INHOUD:
door mevr. drs. M. Vrijmoeth-de Jong
1. VERANTWOORDING
2. EEN AANTAL VRAGEN
3. DE DOELSTELLINGEN VAN KIND OP MAANDAG
4. BEZWAREN TEGEN DE DOELSTELLINGEN
5. GELOOFSOPVOEDING
6. BEZWAREN TEGEN DE DIDACTIEK EN DE VERTELSCHETSEN.
7. DUIDELIJKE VOORBEELDEN
door ds. D. Westerneng
8. KIND EN ZONDAG–NEE!
9. KIND EN ZONDAG–EEN SYSTEMATISCHE WEERGAVE
door drs. R.H. Matzken
10. LEVEN MET TOEKOMST
11. BEOORDELING VANUIT DE BIJBEL
12. HET WOORD IS BEELD AAN ‘T WORDEN
Hieronder volgen de punten 1, 4 en 6/7
1. INTRODUCTIE Verantwoording
“Weten wat je doet is altijd van belang. In onderwijs en opvoeding is dat van groot belang. Maar als het gaat om het hart van onderwijs en opvoeding, kinderen leren geloven, dan is welbewust handelen van het allergrootste belang”. Deze woorden staan in het Voorwoord van de brochure, die de Nederlandse Zondagsschool Vereniging in 1992 uitgaf als handleiding bij het gebruik van de methode, die zij uitgeeft voor geloofsopvoeding in de basisschool, Kind op Maandag.
‘Kind op maandag’ is de meest gebruikte methode voor geloofsopvoeding in het basisonderwijs in Nederland. En het verheugt mij, dat de schrijvers met deze brochure een verantwoording geven van de uitgangspunten en doelstellingen, die zij bij Kind op Maandag hanteren. Schoolbesturen, ouderraden, schoolteams, ouders en anderen, die zich verantwoordelijk weten voor de geloofsopvoeding van de kinderen, die aan hun hoede zijn toevertrouwd, worden nu in staat gesteld zich op deze methode te bezinnen. Op grond van wat in deze brochure staat, kunnen ze er over nadenken en zich erover uitspreken of ze Kind op Maandag verantwoord vinden.
4. BEZWAREN TEGEN DE DOELSTELLINGEN
* De geloofsopvoeding, zoals ‘Kind op maandag’ nastreeft, neigt naar een vorming in het humanisme, met name de ontplooiing van de autonome mens.
Een dergelijk opvoedingsdoel is te vergelijken met het doel van het openbare onderwijs in de vorige eeuw, namelijk een opvoeding tot algemeen christelijke deugden. Omdat onze voorouders niet tevreden waren met een dergelijke opvoeding hebben zij geijverd voor eigen ‘Scholen met de Bijbel’.
Zij stelden als doel voor die scholen, die zij zelf moesten bekostigen, dat de kinderen God zouden leren kennen als Schepper en Vader en Jezus Christus zouden leren aanvaarden als hun Heer en Verlosser. Het onderwijs moest niet gaan om de kennis van waarden, normen en deugden, maar om het kennen van Jezus Christus als Redder van zonde en dood. Om dat doel te bereiken is de schoolstrijd gevoerd en zijn er toen grote financiële offers gebracht.
* In de doelstellingen van ‘Kind op maandag’ wordt niet gesproken over het doel de kinderen bekend te maken met de kern van het Evangelie, zoals die samengevat is in de volgende punten:
a. Wie God is. Hoe Hij zich toont in de Bijbel als Schepper, Verbondsgod, God van liefde, rechtvaardigheid, trouw en als Vader van hen, die Jezus Christus in geloof aanvaarden (Godskennis).
b. Wat zonde is. Hoe de mens van nature zich van God afkeert en Hem negeert en hoe satan en het kwaad regeren op aarde en in elk mens, die zich niet tot God bekeert (zondebesef).
c. Hoe de verzoening tussen God en mens heeft plaats gevonden door de dood van Jezus, Gods Zoon en hoe zo de mogelijkheid tot verlossing van ieder mens uit de macht van satan door het geloof in Jezus Christus ontstaan is (verlossing).
d. Dat een mens alleen vergeving van zonden en bevrijding uit de macht van satan krijgt door persoonlijk gehoor te geven aan de oproep van God tot geloof en bekering (wedergeboorte).
e. Dat God de heiligmakende en vernieuwende werking van Zijn Heilige Geest geeft in het persoonlijke en gemeentelijke leven van alle gelovigen (heiligmaking).
6/7. BEZWAREN TEGEN DE DIDACTIEK EN DE VERTELSCHETSEN
‘Kind op maandag’ in de praktijk
De tweede helft van de brochure geeft een aantal voorbeeldbladzijden, waaruit opgemaakt kan worden hoe ‘Kind op maandag’ in de praktijk werkt.
De voorbeelden in deze brochure betreffen alle een verhalenserie van een aantal weken over Abraham onder het motto “Hoe zullen zij dan wonen”, die begint in de week voor Pinksteren. De verbinding met Pinksteren wordt gelegd in het feit van het nieuwe begin. Abraham wordt door God gebracht in een land, dat dor en droog is, dat als het ware nog braak ligt. Hij moet zijn best doen om het bewoonbaar te maken. Pinksteren draagt de belofte in zich dat er vruchten zullen komen. Iedereen zal zich moeten inspannen om zijn omgeving leefbaar, bewoonbaar te maken.
De voorbeelden van vertelverhalen demonstreren precies welke bezwaren er tegen deze methode zijn in te brengen. Zonde en schuld, verlossing en vergeving komen in deze verhalen en toelichtingen niet voor. Zelfs in het geval van het verhaal van Sodom wordt alleen gesproken over tekortschieten. De mensen van Sodom denken alleen aan zichzelf en hebben niets over voor de medemens. Er is geen sprake van zonde en ongerechtigheid, van het negeren van God en Zijn richtlijnen voor het leven en helemaal niet van de rechtvaardige boosheid van de HERE over Zijn schepselen, die zich niets van Hem aantrekken en hun eigen zin doen. Kinderen leren door zulk een uitleg niet wat zonde en ellende is en dus horen ze ook niet van verlossing, bekering en vergeving. Pinksteren is in deze ‘Bijbelse theologie’ niet het verhaal van de komst van de Heilige Geest, die overtuigt van zonde en oordeel, die geloof en bekering in het hart van de mens en ook van het kind wil bewerken en die in de mens, die gelooft komt wonen en kracht geeft om vol te houden. Dat er geen oog is voor deze belangrijke daden van God, waaruit Zijn liefde en genade blijken, is het grote bezwaar tegen de methode ‘Kind op maandag’.