Kerndoelen Biologie

Aanzet tot specifieke kerndoelen voor Biologie, toegepast op het christelijk onderwijs en gericht op persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke roeping.
Onderstreept = in afwijking en als aanvulling op de vanuit de overheid vastgestelde kerndoelen.


Algemeen:

a. De leerlingen zijn zich bewust dat het leven door God gegeven is en erkennen de Goddelijke orde die God in de schepping gelegd heeft.

b. De leerlingen hebben kennis van de creatie- en evolutietheorie, en zij hebben daarbij geleerd onderscheid te maken tussen feiten en meningen.

c. De leerlingen hebben respect en gevoel van verantwoordelijkheid voor levende organismen en het leven in zijn totaliteit.

d. De leerlingen zijn vertrouwd met de toepassingen van biologische kennis in het dagelijks leven, zoals die nodig zijn voor bewust consumentengedrag, bewust omgaan met de eigen gezondheid, en het verantwoord omgaan met het milieu.

e. De leerlingen herkennen biologische aspecten in een maatschappelijke situatie en kunnen georiënteerd op de Bijbel positieve en negatieve elementen hieraan onderscheiden; mede daardoor kunnen zij een gemotiveerd standpunt bepalen en beslissingen nemen over het eigen gedrag en dat van anderen.

f. De leerlingen hebben sociale vaardigheden ontwikkeld in het samen bezig zijn.


Gericht op het vak:

g. De leerlingen zien in hoe binnen de biologie kennis verzameld kan worden en hoe uit deze kennis gegevens geput kunnen worden voor een verantwoord omgaan met planten, schimmels, bacteriën, dieren, mensen en biosfeer.

h. De leerlingen hebben kennis van en inzicht in biologische verbanden, waaronder de relaties die er bestaan tussen de bouw van organismen en de functie van de delen ervan.

i. De leerlingen hebben kennis van en inzicht in de onderlinge samenhang in de biosfeer en debeherende rol die de mens daarin speelt.


Gericht op vervolgonderwijs, beroep en levensvulling:

j. De leerlingen hebben kennis gemaakt met die onderdelen van de biologie die een bijdrage kunnen leveren aan de keuze van vervolgonderwijs.

k. De leerlingen beheersen die onderdelen van de biologie die een basis kunnen vormen bij een verdere opleiding, toekomstig beroep of levensvulling.