Kind en occultisme

Hoe kinderen, buiten de ouders om, blootstaan aan occulte invloeden in spelletjes, boeken, muziek enz. Wat opvoeders en ouders hierover moeten weten en wat christenen kunnen doen.
Dikwijls blijkt dat ouders en opvoeders nauwelijks beseffen waar hun kinderen mee spelen, waarnaar ze kijken en wat ze lezen. Wanneer men hen hierop zou aanspreken, zouden velen dit verontwaardigd van de hand wijzen: dat bestaat niet! Misschien in Amerika, maar toch niet in Nederland. Misschien in de Randstad, maar toch niet op hun eigen dorp en school, laat staan in de huiskamer. Misschien bij mensen die ‘nergens aan doen’, maar toch niet bij meelevende christenen. Het gevolg hiervan is dat de generatiekloof tussen kinderen en volwassenen steeds grote wordt en dat de communicatie hierover ophoudt. En dan hebben die ouders en opvoeders gelijk wanneer zij zeggen: Nooit van gehoord!

Indeling van het boekje:

Deel 1. Over de relatie van kind en occultisme

1. Ten Geleide

2. Gevaarlijke spelletjes: herkent u deze kinderen?

3. Typisch een kind’: wat bedoelen wij daar nu mee?

4. Gods Woord verbiedt toverij en spiritisme

5. Willen zijn zoals God

6. Satan is een realiteit, maar Jezus is overwinnaar

Deel 2. Kinderen in contact met geesten

7. Glaasje draaien: wat gebeurt er dan?

8. Occultisme op school moet mogen!

9. Spiritisme op school kan niet

10. Geloof (maar niet): horoscopen

11. Geesten zoeken naar mensen: laat maar zoeken!

12. Elfen en feeën beloven gouden bergen

13. Beschermd tegen hekserij: een gedicht uit Benin, West Afrika

Deel 3. Spelenderwijs worden tot ‘tovenaarsleerling

14. Speelgoed dat geen speelgoed is maar speelkwaad

15. De ‘Masters of the Universe’ komen uit de speelgoedkist

16. De duivel rijdt pony en kinderen knuffelen hem

17. Dungeons en Dragons: een gezelschapsspel waarbij de duivel meespeelt

18. Een bloemlezing van allerlei licht wezens en aardgeesten

19. Hoe staat de Bijbel tegenover elfen en kabouters?

20. Hoe gaan wij met ‘onze sprookjes’ om?

Deel 4. Verstaan wij wel wat zij lezen en waarnaar zij kijken?

21. School-tv en kinderboeken: de vroegste indrukken bepalen het denken

22. Hoe (on)schuldig zijn onze stripverhalen?

23. Kinderboeken als voertuigenvan (en naar) het occulte

24. Een tweetal kinderboeken nader belicht

25. Welke werelden zien onze kinderen op tekenfilms?

26. Zijn de grootbeeldfilms dan niet beter?

27. Met de computer vertrouwd raken met de New Age ‘Bijbel’

28.Hoe gaan wij nu hiermee om?

Deel 5. Geesten verkleed als muzen

29. Geesten houden van kunsten; omgekeerd ook?

30. Mandala-tekenen: muzen helpen je ‘creatief’ zijn

31. Kinder-yoga: spelenderwijs open staan voor de wereld der geesten

32. Drugs als invalspoort naar duistere machten

33. Met rockmuziek (‘Heavy metal’) op drijfzand staan

34. Leren vechten onder de (Oosterse) meesters

35.Vuurdansen: wij worden fakirs!

Deel 6. Wat christenen kunnen doen

36. Kinderen staan open voor het Evangelie: een getuigenis

37. ‘Redt hen die ten dode gegrepen zijn’

38. Aan wie zij de glorie?
Als voorbeeld volgt hieronder het hoofdstukje over ‘Glaasje draaien’, nog steeds actueel!

7. Glaasje draaien, wat gebeurt er dan?

“Meneer! doet u mee met glaasje draaien?” Het is beslist geen uitzondering wanneer leerlingen hun leraren vragen mee te doen met deze nieuwe rage. Na alle prikkels van muziek, seks en drugs is er nu de nieuwe ‘kick’: het occulte. Het komt op alle scholen voor en de christelijke scholen maken hierop geen uitzondering.

Wat is dat, glaasje draaien? Er wordt een glas op zijn kop gezet, waar omheen de letters van het alfabet in een cirkel zijn gelegd. De leerlingen nemen hieromheen in een kring plaats. Dan worden de geesten opgeroepen en uitgenodigd om hun boodschappen door te geven. Dit kan op verschillende manieren gebeuren, bijvoorbeeld door middel van een stokje dat beweegt en letters aanwijst, waardoor de boodschap ‘overkomt’. Of vier kinderen leggen een vinger op het omgekeerde glas en wachten totdat het glas gaat draaien en de vingers naar de letters wijzen. Op deze wijze worden de woorden gevormd en ‘komt de boodschap van de andere wereld door’, iets wat tegenwoordig ‘schakelen’ (in het Engels: ‘channeling’) wordt genoemd: “Joh, doe je vanmiddag mee met schakelen?”

Wat is dan wel de ‘kick’ die zoveel jongeren trekt?
Dat is allereerst de sensatie, het feit dat je kunt communiceren met ‘de andere wereld’. Behalve de kinderen is er een andere ‘persoon’ in de kamer: die is weliswaar onzichtbaar, maar geeft wel blijk van zijn aanwezigheid.
Vervolgens is er de spanning: voor wie is ‘de boodschap’ bestemd? Dat geeft het gevoel van een loterij, wie is de uitverkorene en mag de boodschap van ‘hierboven’ horen? Als die spanning voorbij is, komt de boodschap zelf, een lotsbestemming, een toekomstvoorspelling. Zal die jongen haar vragen/krijgen?

Waar gaan we met de vakantie heen en wat gaan we daar beleven? Zal ik trouwen en kinderen krijgen, of die fijne baan bij muziek of toneel? Blijf ik in Nederland, of gaan we fijn de wijde wereld in? Alles kan, en veel komt uit, dat maakt het juist zo echt, te gek joh!
Maar dan komt het antwoord aan het ene meisje: “over drie weken ben jij bij ons”, aan het andere: “over vijf weken!” De kinderen trekken wit weg, maar dan gaat iedereen wat lachen: flauwe kul joh, niks van aantrekken. Totdat na drie weken het voorspelde auto-ongeluk plaats vindt. Wat zeggen wij dan tegen elkaar bij de begrafenis? Wat erg, maar dat heeft toch zeker niets te maken met wat die geest zei?! Het andere meisje wacht ongerust de volgende twee weken af; die gaan zonder ongeluk voorbij. Vrolijk fietst ze van huis weg en wordt door een auto gegrepen . . . Wat zeggen we dan, als de klas opnieuw staat bij het graf van een klasgenoot? Nog steeds: flauwe kul, en verder gaan met glaasje-draaien, of toch maar liever niet meer doen?!?!

Dergelijke zaken vinden regelmatig plaats, niet alleen op school, maar bijv. ook in schoolweken, waar de jongelui bijv. op de slaapzolder de geesten oproepen, maar zich doodschrikken wanneer deze blijken ‘echt’ te komen. Iemand die regelmatig scholen bezoekt en over dit onderwerp lezingen houdt, zegt dat de scholen waar dit niet gebeurt uitzondering zijn; op de meeste scholen doen sommige, of (bijna) alle kinderen mee met deze ‘geesten-experimenten’.

Ik wil ermee stoppen, maar kan het niet!”
De Bijbel leert ons niet dat er geen demonen bestaan, maar verbiedt ons elk contact met hun wereld: dat is een gruwel voor God! Als wij naar de toekomst vragen, waarom vragen wij dan de doden in plaats van de Levende? Waarom interesseren de mensen zich niet voor de Bijbel, Gods Woord, wat een leven van schatgraven inhoudt, zoals de psalmist ons dat voorhoudt in Psalm 119? Is de Bijbel niet interessant meer? Vraag dan eens of iemand, of een groep, naar je school of jeugdgroep toekomt om vanuit zijn eigen leven over de Bijbel te spreken!

En dan, wanneer je ontdekt dat je met vuur hebt gespeeld, gezondigd hebt tegen God, en je eigen leven en dat van anderen riskeert door je deur (de toegang tot je ziel) open te stellen voor satans machten? Dan is het mogelijk om iemand erbij te roepen die ervan afweet. Niet iemand die er niet in gelooft, of die glaasje draaien, een geestenkring vormen, buiten het lichaam treden, ‘onschuldige spelletjes’ noemt. Luister eens naar het verhaal van Marjolein dat laat zien dat de duivel veel sterker is dan de mensen(kinderen); maar Jezus heeft de boze overwonnen! Volgens Marjolein mag je niet spreken van ‘occulte spelletjes.’ “Het is geen spel waar je mee bezig bent, maar gevaarlijke werkelijkheid. De duivel is geen speelkameraadje; hij is de grootste vijand van de mensheid!”

Marjolein is 17 jaar en vertelt hoe het er bij haar aan toegaat op een orthodox-christelijke school. “Je gaat in een kring zitten, legt alle letters van het alfabet in een cirkel en plaatst een glas in het midden. Dan ga je de geesten aanroepen en vragen stellen. Ik vroeg bijvoorbeeld met wie ik ging trouwen. Het glas wees de letters een voor een aan: E-R-W-I-N. Ik had al een jaar verkering met Paul, dus van toen af aan wachtte ik angstig af wanneer Paul het uit zou maken. Nu ik ermee gestopt ben, probeer ik er niet meer in te geloven. Maar toch ben ik nog wel eens bang . . .”

“Ik had nooit zoveel belangstelling voor occultisme. Het deed me niks. Maar twee vriendinnen uit mijn klas hadden op een verjaardagsfeestje eens de geesten aangeroepen. Ze haalden me over om mee te doen, en ik was eigenlijk wel nieuwsgierig”, vertelt Marjolein. Op een ander feestje was ook Marjolein van de partij. “Het was doodeng. Er gebeurde niet eens zoveel, maar ik had het gevoel dat de duivel zelf in de kamer was. Het was de duivel die dat glas liet bewegen. Ik heb nachtenlang eng gedroomd. Ik voelde me vies en onrein, alsof de satan in mijn hart zat in plaats van de Heilige Geest. Ik durfde niet meer te bidden en voelde me daar steeds schuldiger over.”

“Toen hoorde ik op vrijdag, de dertiende nog wel, een voordracht over de moordenaar aan het kruis, die ook vergeving kreeg. Vrijdag de dertiende werd voor mij een geluksdag, want ik durfde van toen af aan weer te bidden. Ik heb toen vergeving gevraagd en gebeden om kracht om ermee te breken. Dat is gelukt. Het was wel moeilijk want het leek net of mijn klasgenoten extra hun best deden om me weer mee te trekken. Maar God heeft mij geholpen en nu verdiep ik mij in de Heilige Geest. Dit is echt en maakt je niet rusteloos maar geeft juist rust.”

Een raad aan leerlingen en hun ouders/leraren
Er zijn veel Bijbelgedeelten die hierover gaan, maar uit die alle raden wij iedereen aan: Lees eens zorgvuldig Handelingen 19:13-20 door. En let erop waarop dit uitliep. Wie geesten oproept gaat om met vuur en loopt grote schade op naar lichaam en ziel. Maar wanneer vrees ons overvalt, de naam van Jezus wordt groot gemaakt, de schuld wordt beleden en de occulte daden aan het licht komen, dan wordt de macht van de boze gebroken. Alle toverattributen moeten worden weggedaan, ook de boeken waarin je kunt leren ‘hoe het werkt’. Wie weet wat er dan gebeurt op onze scholen, als de occulte ‘spelletjes’ (en dat is spelen met de dood!) plaats maken voor Bijbelstudie. “Zo werd de invloed van de woorden van de Here steeds groter en sterker.” (vertaling Het Boek) Ook bij jou op school?