KINDERBOEKEN: NIKS MOET, MAAR ALLES MAG (2)

In het eerste deel heeft men kunnen lezen dat grenzen trekken bij kinderboeken noodzakelijk is en dat datgene wat een kind leest invloed heeft op het kind. Daarom is het voor ouders en leerkrachten  belangrijk om zicht te hebben op wat kinderen lezen. Het is misschien moeilijk om een duidelijke grens te trekken, maar als je de christelijke identiteit en daarbij behorende normen en waarden neemt, plus de leeftijd en het kind zelf dan heb je wel een uitgangspunt. Vanuit dit uitgangspunt zijn in dit tweede deel een aantal aandachtspunten beschreven waarmee ouders, leerkrachten en kinderen rekening kunnen houden bij het kiezen van een boek. In dit artikel zal ik ingaan op de genres waaruit een kind kan kiezen, de opbouwende lijn die te constateren valt, thema’s, taalgebruik en tot slot de verslavende werking van kinderboeken die in series verschijnen.

Genres
Evenals bij boeken voor volwassen zijn ook kinderboeken onderverdeeld in genres. Het genre waarin het boek valt wordt aangeduid door middel van een pictogram (bijvoorbeeld een spook, heksenhoed, vergrootglas, enzovoort). Er wordt gekeken naar de inhoud van het boek en op basis hiervan wordt bepaald binnen welk genre het boek past. Enkele voorbeelden zijn: Detective, Historische verhalen, Fantasy/Science fiction, Griezelen, Zeeverhaal, Sprookjes. De informatieve boeken voor de jeugd zijn ingedeeld naar onderwerp bijvoorbeeld: Dieren, Eten en Drinken, Geschiedenis. De kenmerken van het genre Griezelen en Fantasy zal ik hieronder nader toelichten. Het zijn veelal boeken uit deze genres die voor christelijke ouders en leerkrachten moeite opleveren. Het is goed om te kijken met wat voor type boek je te maken hebt en aan wat voor soort kenmerken het boek voldoet wat ervoor zorgt dat het boek in een specifiek genre is ingedeeld.

Griezelen
In dit genre spelen de verhalen zich voornamelijk af op het terrein van het buitengewone, van wat afwijkt van het ‘’normale’’ en daardoor angst aanjaagt. Griezelverhalen confronteren de lezer met angstaanjagende, duistere wezens en ongrijpbare, mysterieuze verschijnselen. Een kenmerk van dit genre is dat naarmate het lezerspubliek ouder wordt het realiteitsgehalte stijgt. Het laat bij de lezer een beklemmend gevoel achter: ‘‘Het zou wel eens echt kunnen gebeuren’’. De oorsprong van griezelverhalen is ontleend aan het genre ‘‘gothic novel’’. Dit genre staat voor het donkere, mysterieuze, bovennatuurlijke.
Kenmerken van het genre:
a) Griezelige personages: heksen, tovenaars, spoken, levende doden, afzichtelijk vervormde mensen, geraamtes en allerlei angstaanjagende dieren.
b) Beschrijving: veel beschrijvingen zijn gruwelijk en bloedstollend, de angst van de hoofdpersoon wordt zeer indringend beschreven.
c) (Hoofd)personen: de hoofdpersonen moeten vaak het kwaad of hun angst zien te overwinnen.
d) De ruimtes: huiveringwekkende ruimtes zoals donker bos, vervallen kloosters of kastelen, geheime kelders etc.
e) Nacht/donker: Veel speelt zich af in de duisternis, te middernacht en op bijzondere dagen  als vrijdag de dertiende of Walpursgisnacht.
Bekende en populaire voorbeelden in dit genre zijn Paul van Loon en R.L Stine (bekend van de Kippenvelserie)

Griezelhandboek
In 1993 verscheen het Griezelhandboek. Niet een leesboek, maar een handboek dat informatie verschaft over onder andere geesten en zombies. Dit bleek een dusdanig succes dat er ook andere handboeken zijn verschenen. Het gaat niet om lezen ter vermaak, maar boeken die ‘‘griezelfans’’ inleiden in de achtergronden en de kunst van het griezelen.
Met zijn Griezelhandboek heeft Paul van Loon een grote groep griezelfans ingeleid in de
achtergronden en de kunst van het griezelen. Maar een echte griezelfan is onverzadigbaar en wil steeds nieuwe informatie in zich opzuigen. Naast het Griezelhandboek en het Vampierhandboek zullen de komende 2 jaar nog drie handboeken verschijnen: over weerwolven; geesten, spoken, monsters, zombies en voodoo.  

Verder hangt er in veel basisscholen een poster voor de Dolfje Weerwolfje-club. De auteur is Paul van Loon.  Kinderen van de onderbouw kunnen lid worden van deze club. Je ontvangt dan onder andere twee keer per jaar een clubkrant, zes keer per jaar een tijdschrift en twaalf keer per jaar rond volle maan een geheime opdracht. Dit tijdschrift wordt uitgegeven door de uitgevers Zwijsen en Leopold. Ook worden er speciale Dolfje Weerwolfje dagen georganiseerd. Dit alles gebeurt natuurlijk in samenwerking met de auteur Paul van Loon zelf. Het ziet er onschuldig uit, want het is precies op het niveau van het kind, maar zo worden kinderen al  op jonge leeftijd ingeleid in dit genre.

Fantasy
J.R.R. Tolkien riep met de fantasiewereld een apart subgenre in het leven, de zogenaamde ‘‘Fantasy’’. Fantasy is inmiddels veel meer dan alleen een literair genre. Het is doorgedrongen in bijna alle vormen van artistieke expressie of het nu om verhalen, muziek of visuele kunst gaat.
Zo valt bijvoorbeeld het Trading Card Game ‘‘Magic the gathering’’ook onder het genre Fantasy. Het is een genre dat zich kenmerkt door het gebruik van fictieve verhalen, verzonnen wezens en imaginaire werelden. Bovendien spelen magie en andere bovennatuurlijke elementen veelal een belangrijke rol .
Fantasyboeken worden de laatste jaren ook steeds meer verfilmd. Een van de grootste recente successen in het genre is Harry Potter. Het genre Fantasy vindt men samen met het genre science fiction onder hetzelfde pictogram. Daardoor lijkt het dat er eigenlijk geen verschil zit tussen beide genres. Toch is dit verschil er wel.  Fantasy-verhalen lijken zich namelijk vaak af te spelen in een onbestemd en mythisch verleden, waarin “bovennatuurlijke” verschijnselen -of een daarmee samenhangende sfeer – alledaags lijken (zoals tovenarij) 
Hoewel de boeken zijn onderverdeeld in genres is de grens tussen bepaalde genres niet altijd scherp te trekken. Het boek ‘’Bloedsteen’’ van Monique van Zanten is ingedeeld bij Sprookjes, toch heeft het boek ook kenmerken die men vindt in het genre griezelen:
Er wriemelde iets in de modder naast zijn schoen.
Luuk sprong opzij.
Zora opende haar ogen.
Verstard staarden ze naar de kronkelende vingers.
Het was een hand, niet meer.
Langzaam kroop er een hand uit het moeras.
Hij was bij de pols afgehakt.(Bloedsteen, Monique van Zanten, 9+)

Opbouwende lijn
Een aandachtspunt dat samenhangt met de keuze van een boek uit een bepaald genre is of er sprake is van een opbouwende leeslijn. Het gaat er dan om dat het kind bewust vertrouwd wordt gemaakt met de kenmerken van het genre en dat daarin een opbouw zit, zodat het kind langzaamaan bekend raakt met het genre en de specifieke kenmerken die het genre typeert. Een goed voorbeeld hiervan is het genre Griezelen. In het boek ‘‘Leesbeesten en boekenfeesten’’ van J.Coillie noemt de auteur dit: ‘’groeien in griezelen’’.
De auteur van het boek verstaat daaronder dat veel (prenten-)boeken voor jonge kinderen over angsten en griezelen kunnen helpen om later overweg te kunnen met ‘’echte griezels’’ zoals spoken, geraamtes en enge monsters. Hebben de heksen, monsters en spoken in de boeken voor kleuters vaak een lief en grappig karakter, langzaamaan worden de karakters van de fantasiewezens meer uitgewerkt . De meeste kinderen van een jaar of negen zijn dan toe aan de echte griezelverhalen. Al eerder is vermeld dat hoe ouder het kind is, hoe realistischer de verhalen worden. In de boeken voor tieners treden er meer menselijke griezels op zoals mensen die veranderen in een weerwolf of vampier. Je zou kunnen zeggen, dat wat voor de kleine kinderen als eng en griezelig wordt aangeboden en wat onschuldig lijkt in de meeste ogen van volwassen, zoals bijvoorbeeld de Dolfje Weerwolfje-club die al eerder is genoemd en zich op jonge kinderen richt, ertoe kan bijdragen dat kinderen uiteindelijk klaar worden gemaakt voor de echte griezel en horror verhalen. Dat in iedere leeftijdscategorie een zogenaamd griezelboek te vinden is wat past bij de leeftijd en de ontwikkeling van het kind, ondersteunt deze constatering.

Thema / leeftijd
Een thema is wat anders dan een genre. Een boek kan een bepaald thema hebben zoals  pesten, vriendschap, liefde, echtscheiding of discriminatie. Het thema is niet per definitie gebonden aan het genre. Zo kan in een kinderboek uit het genre Fantasy het thema vriendschap centraal staan, maar ook in een historisch boek kan het thema vriendschap centraal staan. De vraag is of het thema geschikt is voor een bepaald kind. Hoewel in de meeste gevallen de leeftijd aan wordt gegeven wil dat nog niet zeggen dat het kind er aan toe is. Neem bijvoorbeeld het thema verkering, racisme of (drugs)verslaving.  Een kind moet wel aan een dergelijk thema toe zijn.  Daarnaast is het de vraag wat de achtergrond en de bedoeling van de schrijver is. Wat wil de schrijver over brengen op het kind  door middel van zijn of haar boek, wat is de boodschap?  Hoewel er veel meer thema’s in dit kader besproken zouden kunnen worden geef ik van de volgende drie thema’s een voorbeeld namelijk verliefd/seksualiteit, schepping, hiernamaals.

Verliefd / seksualiteit
Een veel gehoorde boodschap in boeken waarin seksualiteit centraal staat of terloops aan de orde komt is: je lichaam is van jou, jij bepaalt wie er aan zit en wat je ermee doet. In veel kinder- en jeugdboeken wordt er door middel van seksistisch taalgebruik ook op een laaghartige manier over seksualiteit gesproken. Woorden over seks zoals seksen of geil, worden door personages in het boek zonder enige kritiek in de mond genomen. Verder schijnt het in veel kinder- en jeugdboeken de gewoonte te zijn om geslachtsdelen te pas en te onpas te noemen. Neem het boek wild verliefd van Ditte Merle. Het is een informatief boek over hoe dieren ‘’het’’ met elkaar doen. Het woord piemel staat  op vrijwel iedere bladzijde .
Een informatief boek over seksualiteit bij mensen is het boek ‘’Ben jij ook op mij’’?  Van Saskia van der Doef.  Dit boek werd bekroond met de Kindeboekwinkelprijs. Dit boek zou geschikt zijn voor kinderen van 7 tot 11 jaar. Hieronder een kort fragment: Alle mensen genieten ervan om zichzelf op lekkere plekjes te kriebelen of te strelen. Dat is heel normaal. Kinderen en ook grote mensen doen dat bij hun eigen lichaam. Maar niet iedereen vindt dat normaal. Sommige mensen vinden het raar, of willen niet dat je jezelf kriebelt of streelt. Ze worden boos als je aan je piemel zit of met je hand tussen je benen komt. Soms zeggen ze zelfs dat het vies is. Raar eigenlijk, want het is heel gewoon. Het is jouw eigen lichaam. Het is niet vies of raar om aan je eigen lichaam te voelen.(blz.9)
Voor degene die moeite heeft om een dergelijk fragment aan zijn kinderen voor te lezen is het zeker niet aan te raden om de rest van het boek te lezen.  Het is opmerkelijk dat een boek over een dergelijk onderwerp  geschikt  blijkt te zijn voor iemand van zowel 7 als 11 jaar.  Dit terwijl er wel degelijk een verschil is tussen de (seksuele) ontwikkeling van een kind van 7 en 11 jaar oud. In het boek ‘’Ben jij ook op mij?’’ wordt onder andere ingegaan op wat seks eigenlijk is (en alles wat daarbij hoort). Men vindt een lijst met de betekenis van woorden die met seks te maken hebben. Allerlei verschillende benamingen voor geslachtsdelen worden uitgelegd, maar ook woorden als hoer, porno en nog meer woorden die ik hier liever niet wens te noemen. De illustraties ontbreken niet. Meisjes kunnen met behulp van een  tekening en een spiegel ontdekken hoe het er bij hun beneden uitziet. De boodschap wordt meegegeven dat seks niet raar of vies is, maar in de meeste gevallen vooral leuk en fijn. Kinderen kunnen dit boek uit de bibliotheek inkijken, lezen en meenemen.

Schepping
Schepping is een thema wat graag wordt verwerkt in kinderboeken. Zo ook in de afgelopen Kinderboekenweek waarin twee boeken met dit thema zijn bekroond. Het eerste boek is ‘’Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam’’ van Gerda Dendooven (zilveren griffel). Het boek is ronduit blasfemisch, stelt de Bond tegen het vloeken: ‘’van God wordt een karikatuur gemaakt en de auteur laat God vloeken’’ .
Drs A.W.M. Dujx geeft in een recensie het volgende weer: De oude engel Gabriel vindt dat ‘onze goede vader’ zijn scheppingswerk niet helemaal goed heeft gedaan, want alle dieren zijn zonder pels. Hij weet met enige moeite de Goede Vader te overreden om een dag naar de aarde te gaan om de dieren hun kenmerkende vacht en naam te geven. Schitterende, eigentijdse literaire bewerking van een oud volksverhaal. De Goede Vader wordt als een mopperige man neergezet, die snel op zijn teentjes is getrapt. 
Het boek is beslist spottend, inclusief de illustraties.  Daarnaast is er nog het  met Gouden Griffel bekroonde boek ‘’Voordat jij er was’’ van Daan Remmerts. In het boek gaat het erover hoe de wereld eruit zag voordat ‘’jij’’ er was en hoe alles werkelijk is begonnen. Op een gegeven moment ‘maakt’ de jij-figuur de wereld zoals hij dat wil. Al wordt dit op het laatst nog wel ter discussie gesteld – had je alles echt gemaakt of leek dat alleen maar zo? Deze parodie op het Scheppingsverhaal wordt als volgt gezien: Het is een prentenboek waarin  het Bijbelse scheppingsverhaal op een bijzondere manier wordt verteld, aldus de Volkskrant.

Hiernamaals
Een ander thema wat we terug kunnen vinden in kinderboeken is het hiernamaals. Neem als voorbeeld het boek van Tilly Klaassens ‘’Een hutje in de hemel’’.  In het verhaal gaat Fionneke met haar overleden oma op reis naar de hemel om te zien waar oma nu woont. Dat het kind contact kan hebben met haar oma wordt uitgelegd als een gave dat het kind zou hebben waardoor zij haar oma, in tegenstelling tot anderen, wel kan zien, horen en spreken. De ziel wordt uitgelegd als een wolkje dat door je lichaam wandelt en overal boodschappen heen stuurt. Als je slaapt komt je  wolkje in de hemel eten en uitrusten. Dit alles legt een engel uit aan een kind ook legt de engel uit dat iedereen een persoonlijke beschermengel heeft en dat je daarmee contact kunt hebben. Ook al zie je je beschermengel niet, hij kan je altijd horen. Elk verhaal bevat overigens een in te kleuren mandala.

Grof taalgebruik
Nu genres, de opbouwende lijn en thema’s zijn besproken wil ik nog stil staan bij het taalgebruik in boeken. Zoals in deel één al is vermeld staat er geen icoontje op het boek wat aangeeft of het grof taalgebruik bevat. Wat is grof taalgebruik precies en hoe uit zich dat in kinderboeken?
Ieder jaar voert de Bond tegen het vloeken een kinderboekenonderzoek uit naar verbaal geweld in boeken. Een leesteam maakt een juryrapport van de boeken die zij gelezen hebben. Uiteindelijk maakt de Bond tegen het vloeken een samenvatting van alle juryrapporten van het leesteam en in de vorm van een persbericht wordt dit op de website en in de media gepubliceerd .
De bond tegen het vloeken maakt in dit onderzoek onderscheid tussen:
Godslasterlijke vloeken (krachttermen waarin de namen van God of Jezus of de verdoemenis worden genoemd).
Bastaardvloeken (vloeken die vervormd zijn qua klinkers, medeklinkers).
Verwensingen (het toewensen van iets ergs aan iemand, ook allerlei verwijzingen naar ziekten).
Profaan taalgebruik*, scheldwoorden (schuttingtaal)

Verder zijn er nog grove woorden die niet direct ondergebracht kunnen worden in één van de overige categorieën, maar die toch door veel mensen als grof ervaren kunnen worden, bijvoorbeeld  ‘’ik sla je op je bek’’. Veel ouders hebben niet door dat er veel grof taalgebruik in kinderboeken voorkomt. Enkele boeken die in het juryrapport van 2010 hoog scoorden zijn onder andere: ‘’Elia strijdt voor vrijheid’’ van Christoper Paul Curtis,’’ Ik wil een naam van chocola, Querido’s poëziespektakel 2’’ onder redactie van Ted van Lieshout,’’Tiffany Dop’’ vanTjibbe Veldkamp, ‘’Ziek’’ van Gideon Samsom, maar ook het eerder genoemde boek ‘’Wild verliefd’’.
Aan de buitenkant is het moeilijk te zien of grof taalgebruik in het boek voorkomt. Neem het boek ‘’Elia strijd voor vrijheid’’ dit lijkt op het eerste gezicht een onschuldig kinderboek met een goede moraal. Het gaat over een jongen (Elia) die het eerste kind is dat in het dorp in vrijheid is geboren. Elia heeft zelf de slavernij dus niet meegemaakt, maar maakt nog wel dagelijks de gevolgen ervan mee. Wie de voorkant van het boek ziet en de achterkant leest zal niet snel vermoeden dat hier grof taalgebruik in voorkomt, vooral taalgebruik waarin gespot wordt met God zelf, hieronder enkele voorbeelden:
De Heer houdt van grapjes
bijzondere gave gekregen van Jezus
Linkshandigheid een bewijs van Satans macht
Gave van toverij of van de Heer
Een beunhaas van de Heer
De Heer zal haar niet met nog meer kinderen zegenen
Geluid dat de duivel zou maken als hij gevoel voor humor had
enzovoort

Nogmaals voor veel ouders, leerkrachten en kinderen zou een icoontje voor grof taalgebruik zeer wenselijk zijn.

De verslavende werking van kinderboekenseries
Er rest  nog één aandachtspunt en dat is wanneer een boek wordt uitgegeven als serie (dus dat er meerdere boeken volgen). Als dit het geval is zul je je af moeten vragen met wat voor soort boek je te maken hebt. Ronduit de helft van de kinderen op de basisschool leren namelijk al lezend personages kennen. Reed (1994) stelt: jonge lezers raken verslaafd, zij willen weten wat er gebeurd met de personages die hun vrienden zijn geworden (Schwartz en Hendricks 2000,p.610)
De bewondering voor personages uit een boek kan groot zijn bij kinderen. Uit onderzoek blijkt dat de helft of meer van de ondervraagde kinderen aangeeft te willen zijn of zo te worden als een personage in het boek.  Een populaire serie, bij met name jonge meiden is bijvoorbeeld de ‘’Hoe overleef ik….?- serie. Deze jeugdboekenserie is geschreven door Francine Oomen. Inmiddels zijn er veel producten om heen verschenen en er verschijnt ook een tijdschrift ‘’Hoe overleef ik…?’’ Deze  boekenserie gaat over het wel en wee van de pubers Rosa en Jonas en hun vrienden. In de boeken van Francine Oomen komt veel grof taalgebruik voor. Christenen zouden moeite met de boeken van Francine Oomen kunnen hebben, omdat haar opvattingen over verschillende zaken niet gebaseerd zijn op christelijke normen en waarden.  Denk hierbij aan zaken als:  seks voor het huwelijk , verschillende relaties aangaan, scheiding, homofilie, piercing zetten en de manier waarop er over ouders wordt gesproken (zo wordt hiervoor onder andere de term ‘’moeilijk opvoedbare ouders’’ gebruikt). Lezers van de boeken kunnen zich veelal goed identificeren met de hoofdpersonen en kijken goed hoe deze personages, die vaak hun vrienden zijn geworden omgaan met dezelfde zaken waar zij ook mee te maken hebben. Een lezer van deze boekenserie schreef:
Ook kwam er ieder jaar een nieuw boek uit waarin Rosa
een jaar ouder werd (als ik het me goed herinner). Ik groeide dus met haar mee. In het begin was ze iets ouder dan ik maar wel met dezelfde dingen bezig als ik.

Later, toen Hoe overleef ik (zonder) liefde? al een tijdje uit was heb ik daar eens in gekeken. Daarna dacht ik er veel in te kunnen herkennen. Ik heb dat boek toen geleend bij de bieb en had er veel aan. Later heb ik hem ook gekocht en de boeken die daarna kwamen heb ik ook gekocht en gelezen. Ik merkte dat, ondanks dat ik ouder ben, ik er toch nog veel van kan leren.
Dat de opeenvolgende delen van één bepaald boek dat goed is bevallen bij het kind, ook worden gelezen is niet altijd wenselijk. In de Hoe overleef ik…….?- serie worden kinderen meegenomen in een wereld waar kinderen, Rosa en Lisa vanuit totaal andere opvattingen dan de christelijke allerlei zaken benaderen. Behalve dat is er, zoals al eerder is genoemd ook sprake van grof taalgebruik in de boeken. Verder kan men als voorbeeld de boeken van Cate Tiernan nemen. De schrijfster Cate Tiernan is bekend om haar boekenserie over heksen en wicca.  De boeken zijn met name populair onder tienermeiden. In de boeken is de scheidslijn tussen goed en kwaad, witte en zwarte magie soms nauwelijks aanwezig.  Ook hier geldt veelal dat wie met deel één begint ook graag het volgende deel wil lezen.
Iemand gaf in het occultdigitaalmagazine het volgende aan over de reden waarom de boeken van Cate Tiernan zo populair zijn bij met name (tiener)meiden:
Vooral jonge mensen -in het bijzonder meisjes- voelen zich erg aangetrokken tot bijvoorbeeld wicca, omdat zij hierin hun eigen religie en levenswijze vinden. Het is immers algemeen bekend, dat jongeren ijverig op zoek zijn naar een eigen identiteit. Ten tweede is er de hoofdpersoon.  Ik denk dat veel lezers zich met Morgan (de hoofdpersoon) kunnen identificeren (lid van Occultforum in Occult digitaal Magazine, november 2005)
Wie de boeken van deze schrijfster leest wordt als het ware ingeleid in de wereld van wicca en heksen. Een lezer kreeg naar aanleiding van haar boeken dan ook vragen over hekserij. Zij stelde de onderstaande vragen op een heksenforum:
Hebben bloedheksen meer kracht dan gewone heksen?
Kun je met je energie vuur aansteken,zonder iets anders te gebruiken en kun je heksenvuur op iemand afschieten?
Aan iemands sterrenbeeld kun je zien wat voor element iemand is, maar als je bijv. vuur bent, kun je dan ook beter schouwen met vuur ofzo? En wat als je lucht bent?
Dat kinderen vragen krijgen naar aanleiding van het lezen van een dergelijk boek en deze vragen stellen aan heksen op een heksenforum, geeft dus aan dat de inhoud van dit boek iets heeft gedaan met het kind.  Het is een bekend gegeven dat als de kennismaking met een personage prettig verlopen is, de kans groot is dat ze daar uit zichzelf meer over gaan lezen  Dit verklaart het succes van boekenseries van bijvoorbeeld Harry Potter en de wicca/heksen series van Cate Tiernan en de Hoe overleef ik….?– serie van Francine Oomen.
Wat Harry Potter betreft is er door de Amerikaanse psycholoog Jeffrey Rudski samen met twee studenten zelfs een onderzoek ingesteld naar de verslavende werking van Harry Potter. Vierduizend fans deden mee.
Ze werden drie keer ondervraagd. Uit de antwoorden bleek dat 10% van de ondervraagden serieus verslavingsverschijnselen vertoonden en nog eens 20% op het randje daarvan zat.
De verslaving komt omdat de lezers zó verstrikt zijn geraakt in de tovenaarswereld van Harry en de avonturen en de andere karakters, dat ze niet meer zonder kunnen. De Harry Potter-verslaving is te vergelijken met een verslaving aan bijvoorbeeld sigaretten .Je vertoont dezelfde kenmerken nu de ‘drug’ niet meer voorhanden is: je hebt geen trek meer in eten, je bent lusteloos, je kunt niet goed kunnen slapen, je hebt geen zin om op te staan en je voelt je hele-maal niet lekker. Aldus Dr.Jeffrey Rudski. 

Evenals de schrijfster van Harry Potter heeft ook Cate Tiernan haar huiswerk wat betreft hekserij goed gedaan:
Uiteraard zit er het een en ander aan ‘Hollywood-hekserij’ in en heb ik wel eens een wenkbrauw opgetrokken bij het lezen van sommige passages. Maar wat geeft dat? Dit is fictie. En schrijfster Cate Tiernan geeft zeker veel wijze en juiste informatie en verliest de ware kern van hekserij geen enkele keer uit het oog. (lid van Occult Forum in Occult digitaal Magazine november 2005)

Tot slot
Lezen is leuk en kent vele voordelen die hier niet zullen worden ontkend. Zowel kinderen als volwassenen kunnen en mogen genieten van boeken en lezen mag zeker gestimuleerd worden. Toch kan men er niet om heen dat er helaas veel (kinder)boeken zijn die niet leerzaam en gezond zijn voor het kind, maar eerder schadelijk. Belangrijk is daarom te letten op welke  boodschap de auteur (ook al is dit met goede bedoelingen) wil doorgeven. Daarnaast of het gekozen boek past bij de leeftijd van het kind en het kind zelf. Het ene kind kan meer aan dan het andere kind en het ene kind is ook eerder aan informatie over een bepaald thema toe dan het andere kind. Een argument kan zijn dat het belangrijk is dat het kind ook met andere denkwijzen in aanraking komt. Dat is waar, maar dan behoort het startpunt wel Gods Woord te zijn. Van daaruit kun je andere zienswijzen bespreken zoals  evolutie, hiernamaals of andere geloven. Vanuit Gods Woord leren ze dan ook deze zienswijzen toetsen.  Om te kunnen onderscheiden en toetsen is  Bijbelkennis nodig en daarom is het verstandig een kind altijd onder begeleiding en toezicht van een volwassene boeken te laten kiezen, aangezien een Bijbelse basis en voldoende Bijbelkennis bij het kind nog ontbreekt. Het is de taak van zowel de leerkracht als de ouder dat het kind hierin begeleidt wordt. Alleen dan leren kinderen onderscheiden en zullen zij later als zij ouder zijn in staat zijn om zelfstandig  een keuze te maken welke boeken ‘’gezond’’zijn en welke zij afwijzen.

Mevr. A.Poelstra-Koster


Boekbesprekingen, Vampierhandboek, onder: beschrijving, www.boekbesprekingen.nl
Fantasy, wikipedia de vrije encyclopedie, www.wikipedia.org/wiki/fantasy

wikipedia
J.van Coillie, Leesbeesten en boekenfeesten, NBD Biblion, 2007, 193, 194

Bond tegen het vloeken, kinderboeken  juryrapport 2010
www.bondtegenvloeken.nl, actueel nieuwsberichten, Bond tegen het vloeken betreurt taalgebruik in genomineerde en bekroonde kinderboeken.
NBD|Biblion recensie
Bond tegen het vloeken, instructies voor het leesteam 2010
Saskia Tellegen en Jolanda Frankhuisen, Waarom is lezen plezierig?, Eburon Delft, 2002, 85
http://www.hoeoverleefik.nl/web/Artikelpagina/Een-nieuwe-serie.htm
Saskia Tellegen en Jolanda Frankhuisen, Waarom is lezen plezierig?, Eburon Delft, 2002, 117
Boeken, verslaafd aan Harry Potter, www.kidsweek.nl/artikel/176201