Mensbeeld en opvoeding (3)
Tenslotte is hoofdstuk 4 uit de brochure Mensbeeld en opvoeding van de pedagoog Winkelhake aan de orde.
Inhoud
1. Voed het hart van uw kind op
2. Het goede kinderhart: een sprookje met belangrijke gevolgen
3. De Bijbelse diagnose: de aangeboren hartafwijking
4. Het Bijbelse antwoord: Wat het kinderhart nodig heeft.
5. Aanbevolen literatuur
Vragen vanuit het hart (3)
Hoe ons mensbeeld de opvoeding beïnvloedt.
4 Het Bijbelse antwoord: Wat het kinderhart nodig heeft.
De eerder gestelde diagnose is onaangenaam en pijnlijk voor iedereen die van zijn kind houdt. U en ik, we willen ons kind positief bekijken. We wensen dat ze geen aangeboren hartafwijking zouden hebben. Als het echter zo zou zijn dat de beste hartspecialist van het land u zou vertellen dat uw kind een hartprobleem heeft, dan zou u hem geloven. U zou hem vragen welke therapie uw kind zou kunnen helpen. En u zou, als het nodig zou zijn, huis en haard verkopen om deze therapie te betalen.
De diagnose die we eerder stelden, kreeg u echter niet van een dokter (die als mens ook fouten maakt), maar van de levende God Zelf: de Schepper en Onderhouder van alle dingen (Kolossenzen 1:16-17), de Architect en Vader van alle mensen. Geen enkele diagnose in deze wereld zou zo’n autoriteit moeten hebben als die van Hem!
Hij laat u met deze diagnose echter niet alleen; Hij geeft er een omvangrijke en heilzame therapie bij. Ze kost geen geld, alleen maar tijd, moeite en veel gebed. Ook als u zelf het kinderhart niet genezen kunt (en dat is de realiteit), kunt u het toch voorbereiden voor de noodzakelijke behandeling (Johannes 3:1-7).
Als u van uw kind houdt (en daar twijfelen we niet aan), dan zult u bij een hartkwaal alles doen om uw kind te helpen. U zult ongetwijfeld de aanbevelingen van de bekwaamste en meest wijze artsen aannemen en alles doen wat nodig is. Voor een therapie zult u bereid zijn eventuele gewoontes te veranderen en oude zienswijzen te herzien om uw mogelijkheden zo goed mogelijk in te zetten.
De Bijbelse behandeling
God zelf vat in een vers de diagnose en de heilzame tegenmaatregel samen:
‘Zit er dwaasheid in het hart van een jongeman gebonden, de stok van de vermaning zal die ver daarvan houden’ (Spreuken 22:15). De dwaasheid waar hierover gesproken wordt, is de goddeloosheid, de zonde in het koppige hart. De ‘stok van de vermaning’ is geen abstract beeld maar staat voor een concrete en praktische correctie. Wat betekent dat? Het corrigeren van een kind is geen wraak of vergelding, geen uitlaatklep voor ouderlijke toorn! Integendeel, correctie betekent dat u, uit liefde voor uw kind, niet uw eigen gevoelens op de voorgrond stelt. Uit liefde voor het kind is het beter te doen wat op de lange termijn goed is dan te doen wat op de korte termijn beter lijkt. Dat vraagt veel zelfbeheersing (Efeze 6:4).
Het kind beleeft, zoals elk mens, plezier aan het zondigen. Hij houdt van de zonde, omdat die zonde precies dat is wat hij van nature graag doet. Het kwaad bevalt hem wel, als een schadelijke maar smakelijke suikerspin.
Het is onze opgave om het zondige handelen met onaangename gevolgen te verbinden. Het zondige snoepen moet een bittere nasmaak op gaan leveren. Het kind moet eraan wennen, dat de aantrekkelijke zonde zeer onaangename consequenties met zich meebrengt. De verbinding tussen zonde en onbehagen moet zich in het kind verankeren.
De Bijbel schrijft een korte en praktische correctie voor. Zij is het tegendeel van lange tirades, wekenlange huisarrest of andere sociale beperkingen. Ze is in omvang duidelijk begrensd en mag nooit verwonden. Het kind hoeft geen angst voor correctie te hebben, omdat hij er zeker van kan zijn dat een correctie niet gevaarlijk is. Hij moet echter wel beducht zijn voor de correctie, omdat ze weliswaar pijnloos is, maar wel tot een gevoel van onbehagen leidt. Hij zal de correctie zelfs op waarde weten te schatten, omdat het duidelijk maakt dat er iets fout was. Het kind zal correctie als rechtvaardig ervaren en begrijpen, omdat het grenzen en duidelijk maakt wie de baas is.
Ouders moeten als ze corrigeren nuchter en zakelijk zijn. Zowel woede als ook overdreven mildheid zijn niet goed: denk aan de toestand van het kinderhart! Een correctie heeft alleen zin als de motivatie achter de correctie echte liefde en de zorg om de verandering van het hart is.
Medicijn
Correctie is als een bitter medicijn: ze smaakt niet en het kind wil het niet. We geven dit medicijn toch, omdat het noodzakelijk is en helpt! Het oudere kind moet zelfs leren een correctie als belangrijk, juist en waardevol te zien. Als het kind dat doet, zal hij de correctie ook aannemen, hoewel hij misschien bitter smaakt. Werk eraan dat uw kind correctie accepteert! Een kind dat leert dit medicijn zonder dwang te accepteren, maakt grote stappen in het rijpingsproces richting de wijsheid (Spreuken 15:5).
Leiding en strijd
Kinderen hebben juiste leiding nodig, maar waarderen dat ook. Kinderen hebben behoefte aan de zekerheid dat volwassenen de leiding nemen. Ze willen van ons, volwassenen, leren wat goed en wat kwaad is. Ze letten erg goed op of wij consequent zijn en of we de maatstaven van goed en kwaad zelf ook serieus nemen. Kinderen hebben de meeste waardering voor volwassenen die consequent zijn, omdat ze die als betrouwbaar en daarmee als bron van ethische en sociale zekerheid zien. Ouders die regelmatig hun kinderen corrigeren en prijzen, staan garant voor stabiliteit en oriëntering. Geen aanhoudend schelden, geen onopgeloste conflicten meer. Dat zorgt ervoor, dat de kinderen minder stress ervaren, omdat ze zowel de verwachtingen als ook de consequenties kennen. Dat geeft zekerheid en schept vertrouwen.
Opvoeding is altijd een strijd: een strijd voor het kind en tegen zijn eigen wil en trots.
We laten het kind niet aan zichzelf over, dat zou liefdeloos zijn. We strijden om de verandering van zijn hart. Daarbij is elke machtsstrijd een gevecht. Als het kinderhart vraagt wie de baas is, moet u er voor zorgen dat het antwoord duidelijk wordt!
Koppigheid en trots gijzelen het kind en wij laten dat niet gebeuren! Wij onderhandelen namelijk niet met gijzelnemers! Het is belangrijk dat we de vraag wie de macht heeft duidelijk beantwoorden. Als we namelijk oppervlakkig blijven, scheppen we een koude oorlog. En zulke oorlogen zijn lang en pijnlijk, voor ons en in het bijzonder voor het kind.
Als het kind koppig is en zijn zin koste wat het kost wil doordrukken – met schreeuwen, discussies, manipulatie en een ‘psychologische oorlogsvoering – laat je dan niet meesleuren, maar reageer wel serieus. Ook als het om iets kleins gaat, heeft het kind dezelfde consequente houding en ernst van uw kant nodig als bij een meer dramatisch voorval.
Rebellie serieus nemen
Bewuste ongehoorzaamheid is een goede reden voor correctie. Ongehoorzaamheid is een fundamenteel probleem van de mensheid, omdat ongehoorzaamheid de scheiding met God heeft veroorzaakt (Genesis 3). Alle zonden zijn gebaseerd op ongehoorzaamheid en als eerste ongehoorzaamheid tegenover God. De Heere neemt dit thema zeer serieus: ‘Want opstandigheid is een zonde van waarzeggerij, en tegenstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat u het woord verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat u geen koning meer zult zijn’ (1 Samuel 15:23).
God stelt gehoorzaamheid daar radicaal tegenover: ‘Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen’ (1 Samuel 15:22).
Ook de ongehoorzaamheid van uw kind richt zich allereerst tegen God, omdat hij zich richt tegen mensen die God als autoriteit ingezet heeft: de ouders. Deze ongehoorzaamheid is de rebellie van het kinderhart tegen God en Zijn wetten. Daarom moet uw kind elke keer als het ongehoorzaam is, gecorrigeerd worden.
Als een kind iets nog niet kan, heeft het hulp en instructies nodig, geen straf.
Als een kind echter tot iets in staat is, maar het niet wil doen, dan moet het gecorrigeerd worden. Dat zegt Spreuken 22:15 ook, waar gesproken wordt van de “stok van de vermaning” die ver van het kind weggedaan wordt.
Als u niet zeker weet of de reactie van uw kind werkelijk ongehoorzaamheid is, vraag uzelf dan af of uw instructies gelijk, goedschiks en zonder weerstand uitgevoerd kunnen worden. Want dat is gehoorzaamheid. Al het andere – tegenstand, trots, discussies – vraagt om correctie van uw kant.
Het Griekse woord voor ‘gehoorzamen’ is ὑπακούω (hypakuo) en betekent zowel ‘luisteren naar’ als ook ‘antwoorden’. Als een kind luistert, dan luistert hij naar uw woorden. U zegt hem kort en duidelijk wat te doen valt en hij antwoordt met zijn directe reactie: hij rangschikt zich naar uw woorden. Dat moet jullie doel zijn.
Een kind dat er aan went (Spreuken 22:6) zich te rangschikken onder de belangrijkste menselijke autoriteit, zijn ouders, en hun woord meer macht geeft als zijn eigen wil, is goed opgevoed. Hij is erop voorbereid om zich ook voor de hoogste Autoriteit in het universum, de levende God en Zijn Woord, te buigen, evenals als tegen de oude Adam in zijn hart.
Gewenning heeft training nodig. Telkens weer moet geoefend, herinnerd, bevestigd, vermaand en gecorrigeerd worden. Dat kost veel tijd en consequentheid van u.
Om de ingestelde autoriteit – u – ook echt als autoriteit te erkennen, moet het kind u elke dag weer als zodanig kunnen zien. Als autoriteit moet u een voorbeeld zijn en de juiste richting wijzen. In plaats van discussies te voeren, geeft u leiding. Toon uzelf als een goede waarnemer die veel toewijding en interesse aan het kind heeft. Uw beoordelingen en keuzes zijn objectief en eerlijk (in plaats van gebaseerd op emoties), streng zelfs. Maar altijd goed bedoeld.
Autoriteit betekent hiërarchie, praktisch gezien heeft u dus een machtsfunctie. Uw handelen is echter te verklaren (voelbaar en ook met woorden uitgelegd) en liefdevol.
De dagelijkse vragen en problemen beziet u vanuit een grotere context. De lange termijn ontwikkelingen zijn uw hoogste prioriteit. En voor deze ontwikkelingen zet u zich in, doet u uw best en daarbij neemt u het onbehagen dat dat u en uw kind kan opleveren voor lief. Het kleine mens is voor u veel belangrijker dan gemakken en oppervlakkige harmonie. En dat vertelt u ook uw kind.
Ondanks alle fouten die u zult maken en ondanks alle weerstand, moet u het juiste doel voor ogen houden. Een autoriteit worden zoals God het bedoeld heeft. Elke dag een beetje meer.
Daar is bestendig gebed voor nodig en een groeiend vertrouwen op God; Hij zal u zegenen en leiden (Jozua 1:9) en ook corrigeren.
Echte liefde heeft gevolgen.
De hele therapie voor het kinderhart kan met één woord samengevat worden: liefde. Straf is niet het tegenovergestelde van liefde en ook niet een noodzakelijk kwaad. Ze is een vast bestanddeel van eerlijke liefde die God ons uitlegt.
De Bijbel leert ons dat kinderen kunnen zien dat ze door hun ouders onvoorwaardelijk aangenomen zijn, als ze gecorrigeerd worden en straf krijgen (Hebreeën 12:5-8). Kinderen die nooit straf krijgen, worden zelfs als ‘bastaards’ en als ongeliefd beschreven. Alleen diegene die bereid is om zijn kind alle leiding, correctie, vermaning en bemoediging te geven die het nodig heeft, toont hem de ware, Bijbelse ouderliefde. Liefde tot het kind betekent dat u het kind niet aan zijn eigen wil overlaat. U laat zijn natuurlijke hart niet de leiding overnemen.
U prijst uw kind als het naar u luistert. Jezus Zelf schikte zich onder de wil van Zijn ouders en was hun onderdanig, terwijl Hij zonder zonde was en zij zondaren.
Vertel uw kind over dit krachtige getuigenis van de Heiland en bemoedig uw kind als hij het voorbeeld van Jezus volgt.
Oefen met uw kind dat hij naar u luistert en dat hij er vrolijk van wordt om u een plezier te doen. De ervaring van positieve aandacht (geprezen worden) en het feit dat u uw verwachtingen uitspreekt, spelen daarin een grote rol. Dienen en ondergeschikt leven moeten de hoogste waarden van het kind worden.
Ook de taal beinvloedt dit proces. Probeer woorden als ‘gehoorzaam’ en ‘braaf’ met plezierige herinneringen en gedachtes te verbinden en begrippen als ‘ongehoorzaam’ en ‘eigenwijsheid’ met negativiteit.
Onvoorwaardelijke liefde
Het belangrijkste bij dit alles is dat u uw kind onvoorwaardelijke liefde laat zien.
Het kind moet doorhebben en weten dat uw liefde niet afhangt van zijn prestaties. ‘Christus is voor ons gestorven, toen we nog zondaars waren’ (Romeinen 5:8). En u zult uw kind liefhebben, al voor het u kan gehoorzamen. God heeft u de verantwoordelijkheid voor uw kind gegeven. Naar Zijn voorbeeld moet u handelen; de kleine zondaar liefhebben, in goede en in slechte tijden. Vooral in momenten dat hij fouten maakt, moet het kind uw liefde en toewijding ervaren.
U moet de verandering van zijn hart tot belangrijkste doel van uw hart maken, en daarbij liefhebben, geduldig zijn (1 Korinthe 13:4) en niet opgeven. U moet hem het goede en kwade leren onderscheiden, naar Gods maatstaven, elke dag. En zelf moet u, naar deze maatstaven, in theorie en praktijk en met woorden en daden, consequent handelen. Een kind moet geen oppervlakkige houding aangeleerd krijgen. De akker van het hart moet voorbereid worden op Gods zaad. De ouderlijke liefde, zoals de Bijbel het duidelijk beschrijft, is de enige ploeg die de bodem van het hart betrouwbaar kan bewerken.
Toch kunt ook u wat doen. Probeer het hart van uw kind goed te leren kennen. Daarvoor zult u vaak diep moeten graven, vaak ook onkruid met de wortel en al uit het hart moeten trekken en harde aarde altijd weer om moeten woelen. U haalt de stenen weg en draagt zorg voor eventuele vruchten. U kunt het hart van uw kind vredig en tevreden aan de Zaaier, de Bezitter van de akker, overgeven. Hij weet het best wat Hij kan doen met het hart.
Samengevat is dit het werkplan:
1. Controleer de akker hij is hard en onvruchtbaar.
2. Ploeg de akker, voed hem in liefde op en bereid hem voor.
3. Geef hem over aan de Zaaier vertrouw Hem al het andere toe.
5 Aanbevolen literatuur
Bestudeer Gods woord:
- Genesis 2+3; Exodus, 20:12; Deuteronomium 32:46; 1 Samuël 2:22-23+15:22-23; Hizkia 5:17; Spreuken 3:11; Spreuken 13:24; Spreuken 20:30; Spreuken 22:6+15; Spreuken 23:13; Spreuken 29:15; Lukas 2:51; Markus 9:37; Romeinen 1:8+2:10; Efeze 6:1-4; Kolossenzen 3:20-21; Hebreeën 12:5-11. En vele andere gedeelten in het Oude en Nieuwe Testament.
- Dallmayer, Heinrich: Biblische Kindererziehung. Posaunenruf, 2014.
- MacArthur, John: Das verlorene Gewissen. CLV, 2002.
- MacArthur, John: Kindererziehung – wir wollen es besser machen. CLV, 2003.
- Pearl, Michael & Debi: Keine größere Freude. European Missionary Press, 2005.
- Ryle, John Charles: Die Pflichten der Eltern. Betanien, 2013.
- Tripp, Tedd: Kinderherzen in Liebe anleiten. EBTCmedia, 2013. DVD und MP3.
David Wilhelm Winkelhake