Opvoeden in de eindtijd

Beste ouders en leerkrachten,

Over opvoeden zijn al vele goede bijdragen geschreven; zo veel dat je wel een goede reden moet hebben om daar nog een bijdrage aan toe te voegen. Ik ben ervan overtuigd dat die goede reden er is en voel me daarin ook gesteund door de Bijbel. Het vorm geven van een christelijke opvoeding in de tijd waarin wij leven – een tijd die we naar mijn mening mogen omschrijven als ‘eindtijd’ – vraagt meer dan ooit om een goede doordenking van de dingen die gedaan moeten worden te midden van het krachtenveld waarin wij leven en waarin ook onze kinderen opgroeien. ‘En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken. Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedig, lasteraars, hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed, zonder liefde voor het goede, verraders, roekeloos, verwaand, meer liefhebbers van zingenot dan liefhebbers van God. Zij hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend. Keer u ook van hen af’ (2 Tim 3:1-5 HSV).

Kenmerken van de eindtijd

Opvoeden – en de christelijke opvoeding des te meer – is altijd al verbonden geweest met het corrigeren van ongewenst gedrag. Dat hoeft ons niet te verbazen als we ons realiseren hoe diep de zonde heeft ingegrepen in het leven van de mens (Rom3:1-18). Zonder opvoeding zouden de gevolgen hiervan nog veel duidelijker zichtbaar worden. In de eindtijd – de tijd die direct vooraf gaat aan de wederkomst van Christus – is het echter niet alleen de zondige aard van de mens – en ook bij onze lieve kinderen – die ons parten speelt (Rom 8:7), maar daarbij ook een enorme tegenkracht vanuit de pijlkoker van de boze. Deze tegenkracht heeft een aantal duidelijke kenmerken: het is een wereldwijde manifestatie van opstand tegen God, die niet alleen zichtbaar wordt in ‘de wereld’, maar juist ook in de kerk. De gevolgen ervan zijn niet alleen zichtbaar in het intermenselijke contact (horizontaal), maar ook in de relatie tot God (verticaal). Voor het niet mee (willen) gaan in deze beweging zal wereldwijd in toenemende mate een ‘prijs’ betaald moeten worden door hen die trouw willen blijven aan God en Zijn Woord. We hebben hier te maken met een totaalgeest, een georganiseerde beweging waardoor de mensheid een bepaalde richting opgeduwd wordt. Het negatieve gedrag dat we bij onze kinderen kunnen waarnemen is zeker niet alleen het gevolg van mogelijke stoornissen, weggezakte regels of wat vergeetachtigheid. Het is mede het gevolg van de krachten waarmee we in de eindtijd geconfronteerd worden. Juist op dat laatste wil ik in dit artikel inzoomen.

Negatief gedrag is niet alleen het gevolg van stoornissen, weggezakte regels of wat vergeetachtigheid. Het is mede het gevolg van de krachten waarmee we in de eindtijd geconfronteerd worden. Het leggen van een verband tussen de eindtijd en opvoeding roept misschien direct al vragen op. De naderende wederkomst van de Christus wordt door veel christenen voornamelijk gekoppeld aan de belangrijke vraag ‘of je wel behouden bent’. Dit is ook een accent wat in de Bijbel gelegd wordt. Zonder iets af te doen van de noodzaak van ons eeuwige behoud, wil ik in deze bijdrage de aandacht vragen voor andere aspecten die eveneens onlosmakelijk verbonden zijn met de komst van Christus en wat daar aan vooraf gaat. Ook die zaken verdienen onze aandacht met betrekking tot het behoud van onze kinderen. Het zijn factoren die de werking van het evangelie willen belemmeren en het is daarom belangrijk dat we weten hoe we hierop moeten reageren.

Ik wil hieronder twee zaken uitwerken die kenmerkend zijn voor de tijd waarin wij leven: de toenemende wetteloosheid en de opmars van het occultisme. Wat is het effect hiervan op onze kinderen en hoe kunnen we als opvoeders ons handelen hierop afstemmen?

Wetteloosheid

‘Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerheidt, totdat hij uit het midden verdwenen is. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst’ (2Thess 2:7-8 HSV).

De apostel Paulus spreekt hier over de komst van de wetteloze (SV: ‘ongerechtige’), vlak voor de wederkomst van Christus. Ik wil dit artikel niet gebruiken om de komst van deze wetteloze aan de hand van de Bijbel verder te duiden, maar wil juist de vinger leggen op de periode die hieraan vooraf zal gaan: een periode waarin het geheimenis van de wetteloosheid (SV: ‘ongerechtigheid’) werkzaam is. De wetteloosheid die eens zichtbaar zal worden in gestalte van de wetteloze, zal daarvoor al werkzaam zijn onder de mensen, met als kenmerken onder andere het opstaan tegen God (vers 3-4) en het geleid worden door ongerechtigheid (vers 10). Ik meen, dat wij deze uitingen van wetteloosheid in toenemende mate kunnen waarnemen om ons heen, zowel in de kerk als buiten de kerk, in alle leeftijdslagen. Het is nu nog een ‘geheimenis’, wat erop wijst dat het doel van deze ontwikkeling voor alsnog voor velen verborgen blijft, tot op het moment dat de satan veel openlijker dan tot nog toe het geval was, zijn aanval op Gods koninkrijk zal inzetten. De zonde heeft vanaf de zondeval al enorm diep ingegrepen in de mensheid en het overige wat geschapen is, maar we hebben blijkbaar de hoogste trap van zonde en verval nog niet bereikt.

De appel valt niet ver van de boom

De wetteloosheid is overal om ons heen aanwezig. Wie herkent niet de geest van ‘Ik doe wat ik wil’ die om zich heen grijpt. We willen niet meer gecorrigeerd worden. Niet door mensen en niet door God en Zijn Woord. Zowel kleine als grote mensen willen zich niet meer de wet voor laten schrijven. We worden massaal opgeroepen om onszelf te laten gelden en jezelf niet te laten gezeggen door wat of wie dan ook. De liefde (= het op de ander gericht zijn) verkilt (Matth 24:12) en we gaan steeds meer voor het waarmaken en waarborgen van onze persoonlijke belangen. Helaas zien we dit alles niet alleen plaats vinden bij onze kinderen, maar ook bij volwassenen, de opvoeders. Misschien is de waarheid zelfs pijnlijker: het begint bij de volwassenen en werkt door naar de kinderen. Hoe kun je verwachten dat een kind ontzag heeft voor het gezag op school als de meester de verkeersregels aan zijn laars lapt of als het volwassenen respectloze opmerkingen hoort maken over de overheid of over de werkgevers? Hoe kunnen we van het kind verwachten dat het geen eigen rechter speelt als het pa en ma ruzie hoort maken met andere volwassenen? Als dit in ons leven anders is, dan is dat louter en alleen te danken aan Gods genade, waardoor door het werk van rechtvaardiging en heiligmaking onze wil verbroken wordt en we Gods wil steeds meer zullen lief krijgen. Het kennen van God heeft namelijk een levensveranderende invloed op ons gedrag naar elkaar toe (Gal 5:22; 1Joh 4:21).

Gehoorzaamheid

‘Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is juist. Eer je vader en moeder (dat is het eerste gebod met een belofte), opdat het je goed gaat en je lang leeft op de aarde. En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heere’ (Ef 6:1-4 HSV).

We kunnen deze toenemende wetteloosheid niet tegenhouden. Het is immers een gegeven wat kenmerkend is voor de ‘eindtijd’. De Heere laat het zo gebeuren, als opmaat naar Zijn komst (2Thess 2:11-12; Op 22:11-12). Een aangrijpende gedachte! We kunnen er als opvoeders wel iets tegenover zetten. Uit de aanwijzingen van Paulus voor de opvoeding (Ef 6:1-4 en Kol.3 20) wordt duidelijk dat opvoeding en geloofsopvoeding naadloos met elkaar verbonden zijn. Het hoofddoel van de opvoeding is dat het kind in een rechte verhouding zal komen te staan ten opzichte van God. ‘Voedt hen op in de onderwijzing en terechtwijzing van de Heere.’ Er is onmiskenbaar een verband tussen ‘horizontale’ en ‘verticale’ (on)gehoorzaamheid. Het kind wat zijn opvoeders niet leert gehoorzamen, zal logischerwijs ook niet leren wat de gehoorzaamheid aan God inhoudt. Het kind wat zijn opvoeders niet leert gehoorzamen, zal logischerwijs ook niet leren wat de gehoorzaamheid aan God inhoudt. Laten we er dus mee doorgaan om onze kinderen te leren hoe ze met gezag moeten omgaan; ten opzichte van ouders, leerkrachten, overheid, gezagsdragers in de gemeente en volwassenen in het algemeen. Gehoorzaamheid is zo langzamerhand een ‘vies woord’ geworden, maar ik wil u oproepen om dat gegeven te negeren en liefdevol en vastberaden de kinderen te leren hoe belangrijk gehoorzaamheid is en welke zegen daar – nog steeds – van uit gaat (Deut4:40).

Voorbeeldfunctie

De Bijbel leert ons hoe belangrijk de voorbeeldfunctie is van de opvoeders. Ten aanzien van het gezin geldt dat de gezagsrelatie tussen ouder en kind ook weer steunt op de gezagsrelatie tussen man en vrouw (Ef 5:22-33) en dat de man en de vrouw afzonderlijk hierin weer onder Gods gezag staan. Als ouders hierin niet gehoorzaam kunnen zijn aan de Heere, zullen ze elkaar ook niet kunnen eren en erkennen op de plek die God hen heeft toebedeeld en zal vervolgens ook weer de natuurlijke basis ontbreken voor ouderlijk gezag. De kans is aanwezig dat dit patroon zich zal herhalen in het leven van kinderen en kleinkinderen. Het principe hierachter geldt naar mijn mening ook voor alle andere gezagsrelaties (Rom 13:1). Gehoorzaamheid aan Heere is de bron van waaruit de overige gezagsrelaties hun vorm moeten krijgen en waaraan ze ook hun bestaansrecht ontlenen. Laten we als volwassenen ook hierin de balans durven opmaken, onze zonden aan God en aan elkaar belijden en de Heere vragen om ons te leren hoe we een goed voorbeeld kunnen zijn voor onze kinderen.

Het occulte dichtbij

‘En weet dit dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken…’ (2Tim 3:1 HSV). De neiging om de zonde te verkiezen boven dat wat God wil, komt allereerst voort uit ons vlees (Rom 8:7). Als mens staan we in principe tégenover God (Ps 14:2-3). Daarbíj hebben we te maken een grote input van buitenaf, door de mensen met wie we omgaan, door de informatie die we tot ons nemen. Het is nog steeds waar dat je besmet raakt met dat wat steeds in je nabijheid komt. De Bijbel legt daarnaast echter de vinger bij een heel specifieke vorm van negatieve beïnvloeding waar we in de laatste dagen mee te maken krijgen. Het grondwoord voor de ‘zware’ tijden in de laatste dagen is ‘chalepos’, wat ons wijst op het demonische gehalte van die zware dagen. Ook hiervan kunnen we niet anders zeggen dan dit om ons heen steeds meer zichtbaar wordt. Misschien denkt u bij het woord ‘demonisch’ aan demonen, tovenaars en heksen en bent u blij dat u en uw kinderen daar niets mee te maken hebben. Het nare is echter dat het occulte zich steeds meer presenteert op een ‘vriendelijke manier’. Het heeft zich weten te ontworstelen aan de taboesfeer (denk bijvoorbeeld aan reclames voor paranormaalbeurzen in dagbladen en op straat) en we komen het op vele manieren tegen, ook in de kinderwereld (Halloween). Het effect van deze infiltratie van boze machten is te vergelijken met snoep waarin steeds een kleine hoeveelheid gif verstopt wordt. Iedere keer dat je ervan eet, neemt de schade toe, maar die is zo miniem, dat je het niet door hebt wat het uiteindelijke dodelijke gevolg zal zijn.

Van realisme naar magie

Ik zal wat concreter worden over de demonische invloeden die we in onze samenleving en ook in de kinderwereld tegenkomen. Onze kinderen krijgen hiermee niet alleen te maken via bijvoorbeeld popmuziek, waarin niet zelden de tactieken van de satan verheerlijkt worden, maar ook via een verschuivende tendens in games en films. Ik doel hier niet alleen de inhoud, die regelmatig op gespannen voet staat met Gods geboden, maar ook een verschuiving van realisme naar magie. Het aanbod van media, boeken en ook speelgoed waarin magie een rol speelt, is enorm.

  • De kinderboekenweek van 2005 stond in het teken van magie. Kijk eens rond in een openbare bibliotheek en zie hoeveel kinderboeken er in de categorie magie, tovenarij en hekserij vallen.

  • Als je tegenwoordig een krat Duplo koopt, kun je daar naast koetjes en kippen ook een draakje aantreffen. Alsof het belangrijk is dat kleine kinderen weten hoe draken er uit zien… Ook spoken en heksen komen veelvuldig voor in de speelgoedwereld.

  • Een aantal jaren geleden kwamen veel kinderen via chipszakjes in het bezit van Pokémonkaartjes, die onmiskenbaar verwijzen naar een magische wereld vol geweld.

  • In Disneyfilms maken jonge kinderen al kennis met onoverwinnelijke superhelden die alles kunnen en daarvoor allerlei magische handelingen uitvoeren. Denk aan de populaire Mega Mindy, die je te hulp kan komen in elke situatie en over onuitputtelijke krachten bezit.

  • TV-programma’s waarin tovenaars, magnetiseurs en waarzeggers optreden, behoren tegenwoordig tot de categorie amusement. Denk aan de hypnose-show van Jan Smit. Drie van mijn leerlingen blijken vorig jaar ook afleveringen te hebben gezien van de shows van tovenaar Uri Geller. ‘Ja mees, het was wel een beetje eng…maar ook wel gaaf om te zien.’

  • Jeugdseries op tv, zoals Harry Potter en Huis Anubis, trekken miljoenen kijkers. Veel jonge mensen worden geboeid (in dubbel opzicht) door de paranormale elementen in dergelijke films.

Ontwikkelingen binnen het onderwijs

Laten we ook niet de invloeden van het newage-denken vergeten, die in steeds meer landen hun grip krijgen op het onderwijs. Op veel scholen in de VS en ook in sommige van onze buurlanden is al de opmars van occulte invloeden en wetteloosheid zichtbaar in pedagogiek, religieus onderwijs en de seksuele moraal. Bij trainingen op het gebied van leertechnieken, gedragscursussen en persoonlijke ontwikkeling komen we steeds meer invloeden vanuit een spiritueel denkkader tegen. Er wordt een groot accent gelegd op het zelfgenezende vermogen van de mens. Mandala’s (afkomstig uit hindoeïsme en boeddhisme) kom je tegenwoordig als teken- of kleuropdrachten tegen op de basisschool. ‘De kinderen worden er zo rustig van…’ Deze onderwijs- en gedragsvernieuwing wordt aangestuurd door politieke en pedagogische denktanks die het als doel zien om eenheid te scheppen in het denken (bijv. evolutiedenken, gelijke mogelijkheden m/v, acceptatie van div. samenlevingsvormen). Een belangrijk middel daarvoor is het kunnen uitoefenen van controle. Het onderwijs leent zich hier prima voor, omdat de overheid de criteria bepaalt waaraan het onderwijs moet voldoen. Mensen die de Bijbel trouw willen blijven in onderwijs en opvoeding, moeten zich voorbereiden op de consequenties die dit zal gaan krijgen, ook in ons land. In Duitsland hebben onlangs een aantal christenvaders een korte celstraf uitgezeten, omdat ze niet wilden dat hun kinderen op school lessen bijwoonden waarin een on-Bijbelse seksuele moraal werd gepropageerd… Ouders, weet u echt wat er op de school van uw kind gebeurt? Leraren, omarm niet zomaar alles wat als ‘vernieuwing’ wordt aangeboden. Toets alles, niet alleen aan het (vermeende) resultaat, maar vooral aan de Schrift.

Dwalingen in de kerk

De wereld raakt in toenemende mate in de ban van het occulte. Maar het gaat ook de kerk niet voorbij. Ook daar zien we de laatste jaren dat steeds meer mensen enthousiast raken voor de boodschap van bepaalde charismatische leiders, die allerlei wonderen en tekenen doen, maar niet een evenwichtige Bijbelse boodschap brengen. Dat er ook andere – demonische – bronnen kunnen zijn voor het verrichten van tekenen en wonderen, dat vergeten we veel te gauw (Mk 13:22). Voor het welzijn van ons lichaam zijn we bereid om ver te gaan. Als iets maar werkt dan is het voor velen acceptabel en wordt er niet verder gekeken naar de achtergrond van een behandelwijze. Toets alles, niet alleen aan het (vermeende) resultaat, maar vooral aan de Schrift. De machten van het occulte zijn dichtbij gekomen, als in een snoepverpakking. De georganiseerde beweging hiervan valt niet te ontkennen. En wat is het doel van dit alles? Niets anders dan dat de satan zo de weg baant voor de komst van de wetteloze, wiens optreden zal gekenmerkt worden door krachten, tekenen, wonderen van de leugen en verleiding tot ongerechtigheid (2Thess 2:9-10). Hordes mensen zullen het normaal gaan vinden als dergelijke krachten zich openlijk zullen manifesteren. De wereld wordt ervoor klaar gemaakt en het blijkt maar weer eens dat de satan het gezegde ‘Wie de jeugd heeft, die heeft de toekomst’ goed kent en praktiseert.

Het effect van occulte invloeden

Welk effect heeft deze kennismaking met magie en occulte machten nu al op onze kinderen?

  • Allereerst de vlucht in de fantasiewereld, omdat daar alles kan en het verslavende daarvan. Hoeveel kinderen vermaken zich niet urenlang met games (al dan niet via internet) waarin de magie het onmogelijke mogelijk maakt! Bedeesde kinderen worden opeens stoere helden die iedereen aankunnen. Welopgevoede kinderen schieten er met de knoppen in het wilde weg op los om maar zoveel mogelijk slachtoffers te maken.

  • Ik wil ook het verslavende effect van games noemen. Als je er als opvoeder geen paal en perk aan stelt, zijn de meeste kinderen niet in staat om zelfstandig te stoppen met gamen. Het kind loopt al op jonge leeftijd de kans om aan iets verslaafd te raken en zo wordt de weg gebaand voor allerhande verslavingen die de satan verder nog in de aanbieding heeft (drank, drugs, porno, geld, materialisme).

  • Er is een duidelijke relatie tussen bepaalde spelen en gedrag zichtbaar. Regelmatig zie je dat kinderen gedrag van gamehelden of filmhelden gaan nadoen in de praktijk. Bij het spelen met de Pokémonflippo’s werd heel goed zichtbaar dat de ruzie tussen de magische poppetjes op de flippo’s een doorwerking had op het gedrag van de spelers. Kinderen maken te pas en te onpas vechtgebaren, reageren snel aangebrand of agressief of belanden sneller in een vechtpartij. Opvallend vond ik ook het grote aantal woordenwisselingen die ontstonden tussen kinderen die met de flippo’s speelden in verhouding tot bij kinderen die aan het knikkeren zijn. Het leek een zelfde soort spel, maar het riep een heel andere sfeer op.

  • Kinderen die veel films kijken waarin magie en geweld een rol spelen en kinderen die veel games spelen, zijn naar mijn ervaring ook veel minder bereikbaar voor een opvoedkundig gesprek of iets wat je ze wilt vertellen, als ze achter de knoppen zitten. Ze reageren doorgaans (zeker als je ze uit hun activiteit haalt) heel afwezig of juist geprikkeld.

  • Onmiskenbaar is er ook een relatie tussen het zien van films en games waarin spoken en allerlei duistere machten (al dan niet zichtbaar) een rol spelen en angsten. Bij kinderen die ‘te veel gezien hebben’, kom je het regelmatig tegen dat ze last hebben van angsten of dat ze juist bang zijn voor dingen die in werkelijkheid niet bestaan.

Bescherming en toerusting

We kunnen deze opmars van demonische tendensen niet tegenhouden, maar we kunnen als opvoeders wel veel betekenen in het beschermen en toerusten van onze kinderen. Dat de media die je toelaat en het maken van keuzes over wat kinderen wel en niet mogen zien een belangrijke stap hierin is, hoef ik niet meer toe te lichten. Dat weten we goed genoeg. Juist op dit punt kunnen de keuzes van de opvoeder een groot verschil maken voor de dingen waarin de kinderen worden blootgesteld. Neem hierin dus uw verantwoordelijkheid. Ik pleit overigens niet alleen voor een grote terughoudendheid in het gebruik van moderne media etc, maar tegelijk ook voor een goede toerusting van onze kinderen om hiermee later zelfstandig te kunnen omgaan. Verdiep jezelf als opvoeder in wat er speelt en wat er aangeboden wordt en doe er je best voor om je bezwaren goed uit te leggen aan de kinderen, gestaafd met duidelijke bewijzen (soms dus bewust wèl iets laten zien?). Het argument ‘dat iets gewoon niet mag omdat pa en ma of wie dan ook dat vinden’ is een te magere wapening tegen deze media-aanval. Mijn ervaring is dat kinderen goede argumenten kunnen waarderen en vaak ook bereid zijn om ze over te nemen als ze merken dat je echt weet waarover je praat. En niet te vergeten is het ook belangrijk dat je de kinderen helpt om hun tijd op een betere manier te vullen. Het is zo gemakkelijk om te zeggen wat ze níet mogen doen. Begin ermee om gewoon tijd met de kinderen door te brengen, in plaats van ze bijvoorbeeld maar weer lekker achter het scherm te zetten omdat je handen vrij wilt hebben. Dan volgen de creatieve ideeën vaak vanzelf.

Ontkenning

Het baart me overigens wel zorgen, dat ik ook bij christenen regelmatig een zekere ontkenning tegenkom van de gevaren van het occulte. We willen enerzijds niet dat onze kinderen zich er mee in laten, maar lachen anderzijds om de effecten die het kan hebben op een mensenleven. Daarin geloofden alleen onze bijgelovige voorouders… Hoe vaak ik niet christenen heb horen zeggen dat het leugens zijn dat er bij glaasje draaien iets gebeurt en dat je niet zo moeilijk moet doen over die pokémonflippo’s. Het valt allemaal wel mee… Ik hoop u hierboven overtuigd te hebben dat dit niet zo is. Ik herinner mezelf nog goed het gesprek met een tiener die me vertelde, dat ze niet meer kon bidden, nadat ze gehoor had gegeven aan een uitnodiging van Jomanda op de radio om je hand op de knop te leggen als je haar krachten wilde ontvangen. Ze wilde wel eens proberen of dat echt werkte… Het doorbreken van de grens met de verkeerde machten heeft een desastreus effect op levens, bovenop de impact die de zonde standaard al heeft. Het is een gruwel voor de Heere en Hij heeft het daarom uitdrukkelijk verboden (Deut 18:10-14). Neem de gevaren van het occulte dus uiterst serieus! Steek niet als een struisvogel ‘uw kop in het zand’, alsof uw kinderen niet worden blootgesteld aan deze gevaren, omdat ze bij uw gezin horen en op een christelijke school zitten. Rondom de puberteit is de invloed van informele opvoeders (leeftijdsgenoten, media, samenleving) al even groot als die van formele opvoeders (gezin, gemeente, school). Het doorbreken van de grens met de verkeerde machten heeft een desastreus effect op levens, bovenop de impact die de zonde standaard al heeft.

Een geestelijke strijd met geestelijke wapens

Dat u van al deze informatie niet blij wordt, begrijp ik best. We kunnen er echter niet omheen om elkaar te wijzen op de gevaren die er zijn, juist omdat het lijkt alsof veel opvoeders en kinderen zich er helemaal niet van bewust zijn. We zouden elkaar tekort doen, als we daarnaast ook niet zouden wijzen op een Macht die veel groter is dan welke macht dan ook (Matth 28:18). Occulte machten kunnen alleen verbroken en weerstaan worden door de macht van Christus. Hij rekende af met de macht van de boze (Kol 1:13) en alleen bij Hem is ook het medicijn verkrijgbaar wat sterker is dan welke boze macht dan ook: wedergeboorte. Wie met Hem is gestorven en opgestaan in een nieuw leven, die is niet meer in de macht (onder de automatische heerschappij) van de zonde en de machten daarachter (Rom 6:2-14).

Pastoraat

Als we bij onze kinderen constateren, dat ze in aanraking zijn gekomen met deze machten, via games, via films of wat dan ook, dan moet het belijden van deze gang van zaken en het vragen om verbreking en reiniging van deze machten ook een specifiek onderdeel worden van onze gebeden voor en met onze kinderen (1Joh 1:9). Laten we niet vergeten, dat er in een geestelijke strijd ook geestelijke wapens nodig zijn. Alleen door de kracht van Christus is er een bekering van deze heilloze weg mogelijk en kunnen de rust en de gehoorzaamheid terugkeren. Alleen door die zelfde kracht kunnen we ook weerstaan (Ef 6:10-18). Naast het bieden van bescherming en toerusting, moeten we onszelf daarom ook bewust zijn van de pastorale rol die we voor onze kinderen kunnen innemen. Laten we de dingen die hun kinderhart willen veroveren steeds weer in de nabijheid van Christus en Zijn Woord brengen.

Aanvullende factoren

De toenemende wetteloosheid en de opmars van het occultisme zijn de twee belangrijkste negatieve invloeden op het gedrag en het welbevinden van onze kinderen in de eindtijd. Er zijn echter meer kenmerken van deze tijd te noemen die hun invloed laten gelden en waar we in de opvoeding mee te maken hebben.

  • Afbrokkelend gezinsleven door drukte, afnemend gezag, huwelijksproblemen, echtscheiding. Dit heeft een enorme impact op de ontwikkeling van de kinderen en hun gedrag. Een breuk in het gezin blijkt niet zelden een repeterende breuk te zijn. Kinderen die een goed voorbeeld gekregen hebben, zijn in principe ook beter in staat om dat voorbeeld later door te geven.

  • Afnemend gezag van de Bijbel, niet alleen ten opzichte van het belijden, maar ook doordat de Bijbel een steeds kleinere plaats krijgt in ons leven. De Bijbel krijgt steeds meer een aanvullende of corrigerende rol, maar zij verdient een leidende rol te hebben in dat wat we aan de kinderen willen doorgeven en onderwijzen. En goed voorbeeld hiervan vind ik het ontbreken van de Bijbelse basis in veel materialen voor gedragsopvoeding. De materialen geven de boodschap af, dat het ons met de juiste training wel zal lukken om prettige kinderen te krijgen.

  • We leven te midden van een genotscultuur. Alles moet snel beschikbaar zijn en het moet vooral goed voelen. Ook de seksualisering van de samenleving is een ontwikkeling die hieronder valt. Iedereen moet ongeremd genot kunnen beleven. Taboes worden doorbroken. Opvoeders met duidelijke regels passen uiteraard niet in dit plaatje.

  • We herkennen allen de verleiding om massagedrag te vertonen. Je hoort erbij als je dit of dat ook hebt. We moeten echter leren om niet in te gaan op het voortdurende appel op ons gevoel, maar ‘nee’ leren zeggen. Zeker ook voor christenen is het nu de tijd om jezelf stapje voor stapje voor te bereiden op de tijd dat ook hier in Nederland het geloof meer zal gaan kosten. De Bijbel helpt ons niet alleen om de kenmerken van deze tijd te herkennen, maar rust ons ook toe om er iets tegenover te zetten.

Van signaleren naar toerusten

Met deze zaken krijgen onze kinderen direct en indirect te maken. We kunnen rustig stellen, dat de tijd waarin we leven niet de makkelijkste tijd is om kinderen in groot te brengen en op te voeden. Wellicht shockeert het u als u het op u in laat werken. Je doet zo je best om een goede opvoeder te zijn en zou dat dan niet genoeg zijn? Wie zijn wij om stand te kunnen houden tegen zo’n wereldwijde aanval van de boze op onze kinderen? Wat staat ons en onze kinderen nog te wachten? Juist de Bijbel helpt ons (op vele plaatsen) om de kenmerken van deze tijd te herkennen. De Heere God vertelt ons eerlijk hoe het er voor staat met deze tijd, maar juist omdat Hij dat doet hoeft dit artikel ook niet te eindigen met slechts het benoemen van kenmerken. De Heere wil ons door deze kennis toerusten om ook in deze tijd de juiste keuzes te maken bij het opvoeden. Hij wil ons bemoedigen met de wetenschap ‘dat het Hem nooit uit de hand glipt’. De tekenen van de eindtijd zijn, hoe schokkend ook, feitelijk de geboorteweeën die vooraf gaan aan de komst van Christus. Zijn wederkomst zal het definitieve einde betekenen voor de duivel en al zijn machten en eeuwige volmaakte vreugde voor allen die behouden zijn. Die behoudenis, daar is het ons om te doen, voor onszelf en voor de kinderen. Dit gegeven wil ik voor ogen houden bij het vervolg van dit artikel.

Een doelgerichte aanpak is nodig

Iedere opvoeder die zijn of haar taak serieus neemt, zal – al dan niet planmatig – bezig zijn met het zorgen voor een goede opvoeding. We omgeven de kinderen en leerlingen met liefde en corrigeren hen duidelijk en respectvol. We stellen haalbare regels en helpen de kinderen om ze in praktijk te brengen. We motiveren hen en doen er ons best voor om zelf het goede voorbeeld te geven. De vraag die zich echter opdringt is deze: Is dat wat we al doen genoeg? Ik wil met deze vraag niet de opvoeders ontmoedigen die zich iedere dag weer naar hun beste kunnen inzetten voor de opvoeding van de kinderen, maar ik doel op het volgende. Wat stellen we tegenover de aanval die in de eindtijd op onze kinderen afkomt? Het is niet alleen belangrijk dat we reageren op de symptomen die we waarnemen, maar dat we – indien mogelijk – iets tegenover de aanval zetten waarmee we te maken hebben en die al zo vroeg mogelijk de proberen de pas af te snijden.

Waarom zouden we de kennis die we nu hebben daarvoor niet gebruiken? Voor de bestrijding van de opwarming van de aarde en voor griepepidemieën komen we massaal in actie en worden kosten nog moeite gespaard om het tij te keren. Hoe reageren we echter op deze epidemie van wetteloosheid en demonie die om zich heen grijpt? Onze stevige statuten en identiteitsverklaringen garanderen geen immuniteit tegen deze aanval. We kunnen zelfs stellen, dat hoe dichter we bij de waarheid willen leven, hoe meer de boze zal proberen om ‘binnen te komen’ in ons leven en in het leven van de kinderen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd. Het zal duidelijk zijn dat dit alles om een passende reactie vraagt. In aansluiting op dingen die al genoemd zijn, wil ik zes zaken benadrukken.

Inprenten

Gods Woord leert ons, dat opvoeden alles te maken heeft met inprenten (Deut 6:7). Keer op keer houd je de kinderen voor wat de juiste weg is. Het zal niemand ontgaan dat deze werkwijze steeds minder past bij de opvoedingspraktijk van deze tijd. We leren de kinderen tegenwoordig hoe ze slim kunnen samenwerken. Daar is met het oog op het vervolgonderwijs en een werksituatie daarna niets mis mee, maar deze werkwijze sluit tegelijk ook prima aan bij de tendens dat we onze eigen koers uit willen stippelen en ons zeker niet meer willen laten gezeggen door anderen. Gods Woord plaatst de opvoeder voor de taak om het kind dingen in te prenten en vraagt van het kind dat het luistert en gehoorzaamt. We zijn eraan gewend geraakt om bij de opvoeding allerlei tactieken toe te passen, zoals belonen, variëren, praten (soms heeft het meer weg van onderhandelen…). Met de juiste dosering kunnen dit goede hulpmiddelen zijn, maar het inprenten, het stellen en handhaven van normen moet de hoofdlijn blijven. Houd de kinderen dus ‘bij de les’. Niet alleen hun vorming tot verantwoordelijke burgers hangt er vanaf, maar ook hun geestelijke welzijn. Opvoeding en geloofsopvoeding liggen immers in elkaars verlengde (Ef 6:1-4). Het kind wat niet leert gehoorzamen, zal daar ook tegen aan lopen in het gehoorzamen van de Heere. Het kind moet alle ruimte krijgen om de mogelijkheden te ontwikkelen die de Schepper er in gelegd heeft, maar voor de wil geldt dat ze juist beteugeld moet worden.

  • Laten we het niet opeens over een andere boeg gaan gooien, omdat de tijden veranderen.

  • Laten we ons niets aantrekken van de mening dat het inprenten gelijk zou staan aan het onderdrukken van kinderen. De Bijbel geeft – hoe kan het ook anders – aan het inprenten geen negatieve lading. Het is een positief proces, waarin de opvoeder en het kind met elkaar oplopen en waarvan we ook mogen geloven, dat de Heere er Zijn zegen aan geeft. Uiteraard moet liefde voor het kind de basis zijn waar vanuit de opvoeder handelt.

Het uitoefenen van gezag zonder liefde kan verworden tot onderdrukking. Laten wij daarom steeds weer bidden om liefde, die God – de Bron van liefde – ons kan en wil schenken. Liefde wil het beste voor het kind, maar het is evenzeer waar dat je het beste vaak niet bereikt via de weg van de minste weerstand. Het kind moet alle ruimte krijgen om de mogelijkheden te ontwikkelen die de Schepper er in gelegd heeft, maar voor de wil geldt dat ze juist beteugeld moet worden.

Voorleven

Het voorleven van kinderen in de leefwijze die je ook van hen verlangt is een ultieme uiting van het Bijbelse ‘inprenten’. Inprenten is ‘een prent zijn’, een plaatje zijn. Inprenten is meer dan praten. De Bijbel onderstreept het belang en de kracht van de voorbeeldfunctie van de opvoeders (Deut 6:5-6). Dat is niet alleen zo bij de geloofsopvoeding, maar ook bij het begeleiden van kinderen naar de volwassenheid toe. Houden wij ons dezelfde gedragscodes die we onze kinderen voorhouden? Onze daden kunnen onze woorden versterken, maar helaas ook afbreken. Allereerst is het hierom van belang, dat wij als opvoeders de Heere mogen kennen als onze Redder en dat we ons zullen scharen onder Zijn heerschappij. Dan leren we het geheim van gehoorzaamheid kennen en kunnen we ook een levende getuige zijn. Heel specifiek is tegenwoordig de voorbeeldfunctie nodig van de gezagsrelatie tussen man en vrouw. Steeds meer kinderen moeten de zegen van een vader die in zijn handelen op Christus lijkt en een moeder die in haar handelen op de gemeente lijkt, missen (Ef 5:22-33). Dat kan grote gevolgen hebben voor hoe het kind zelf ontwikkelt tot man, vrouw of opvoeder, maar ook voor hoe het omgaat met ouders en andere opvoeders die het ontmoet, bijvoorbeeld op school. Het is een taak voor ons als opvoeders om het onderlinge respect in ere te houden, als een afgeleide van de gezagsrelatie tussen man en vrouw en elkaar te steunen in de rol waarvoor we zijn bestemd.

Laat de Bijbel ons handelen en onderwijs doortrekken

De tijden veranderen, maar de Bijbel moet voor ons haar gezag blijven houden, ook al zul je daar in toenemende mate om uitgelachen en wellicht later ook vervolgd worden. De Bijbel beschrijft ons niet alleen de weg naar de zaligheid, maar is ook relevant voor andere zaken van dit leven en voor het onderwijs. Op veel terreinen lijkt de boze de regie te voeren. Denk bijvoorbeeld aan hoe diep het evolutie denken is doorgedrongen in wetenschap en onderwijs en aan de on-Bijbelse elementen die we tegenkomen in media en leerboeken. Wij moeten ons hierdoor echter niet laten lamleggen. Durf het Woord van God voluit te betrekken bij de praktijk van opvoeding en onderwijs. Er worden ons in de Bijbel zoveel levenslessen en achtergrond materiaal voor diverse kennis gebieden aangereikt! We mogen en kunnen met de Bijbel in de hand verder gaan dan alleen het corrigeren van verkeerde denkbeelden (bijvoorbeeld als het gaat over evolutie of over relaties). De Bijbel verdient een leidende rol in ons handelen, onze lessen en materialen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de materialen over opvoeding en natuuronderwijs die ontwikkeld zijn voor christelijke homeschooling in de VS. Besef wat voor getuigenis van deze werkwijze uitgaat naar kinderen toe. Ze ervaren in jouw manier van werken dat Gods Woord een levende realiteit is en zullen die ervaring nooit vergeten.

Voorlichten

Het is onze Bijbelse taak om alles te toetsen en het goede te behouden (1Thess 5:21) en er dienen zich vragen genoeg aan om te onderzoeken. Wat is er aan de hand om ons heen? Wat zegt de Bijbel hier eventueel over? Welk effect heeft iets (ook op de lange termijn) op de kinderen? Het toetsen moet beginnen bij de opvoeders. Probeer op de hoogte te zijn van de zaken waar de kinderen mee in aanraking komen, zowel in huiselijke sfeer als op school. Accepteer niet zomaar iedere oplossing die er wordt aangedragen of iedere nieuwe strategie die op de markt komt. We bevinden ons niet op neutraal terrein, maar op het terrein waar satan (nog steeds) de ‘overste van deze wereld’ en de ‘god van deze eeuw’ is (Joh 16:11; 2Kor 4:4). Hij heeft zowel het voorkomen van een ‘brullende leeuw’ als van een ‘engel van het licht’ (1Petr 5:8; 2Kor 11:14). De opmars van de magie in de kinderwereld laat overduidelijk het laatste zien. Weet waar je over praat als je in het gezin of op school dingen bespreekbaar wilt maken. Benoem je zorgen eerlijk. Probeer goede argumenten te hebben. Durf kinderen te begrenzen waar het moet en handhaaf die grenzen ook. Een kind wat niet leert om ‘nee’ te krijgen en ‘nee’ te zeggen, mist de nodige toerusting om straks ‘recht voor God en recht voor mensen te kunnen staan’. Sta vooral ook naast de kinderen en bied verantwoorde alternatieven, die het samen-gevoel versterken. Bekering is de enige solide en zekere basis voor gedragsverandering. Het leven vanuit Christus is de enige bron voor levensheiliging.

Bekering is de basis

Het kind wat zijn opvoeders niet leert gehoorzamen, zal logischerwijs ook niet leren wat de gehoorzaamheid aan God inhoudt. Maar ook het omgekeerde is waar: een kind wat niet de gehoorzaamheid aan Christus kent, zal logischerwijs ook niet bereid zijn om gehoorzaam te zijn aan de opvoeders. Anders gezegd: bekering is de enige solide en zekere voor gedragsverandering. Het leven vanuit Christus is de enige bron voor levensheiliging (Rom 6-8). Als het nieuwe leven in ons aanwezig is, zal dat altijd zichtbaar worden in ons leven. Het nieuwe leven vanuit God heeft een levensveranderende invloed op ons gedrag naar elkaar toe. We willen graag kinderen zien met de eigenschappen die in Gal 5:22 genoemd worden, maar die levenshouding is niets anders dan de vrucht van de Heilige Geest, die in de mens komt wonen bij de wedergeboorte (2Kor 5:17). De kracht van de Geest is als enige in staat om het kwade in ons te beteugelen (Rom 8:11; Gal 5:16-26). Dat is bij kinderen niet anders dan bij volwassenen. Ik wil er daarom voor pleiten om deze waarheden niet alleen te betrekken op alles wat met het geloof en het eeuwige heil te maken heeft, maar ook op bijvoorbeeld de opvoeding. We kunnen niet-wedergeboren kinderen niet door training en begeleiding mensen laten worden die gehoorzaam zijn en gericht op de ander. Dat kan alleen God. Is dit doemdenken? Zet dit de opvoeders buiten spel? Is dit een ontmoediging voor alle opvoeders die zich 100% inzetten voor de opvoeding? Nee! Ik wil hiermee niets afdoen van de waarde van goede begeleiding bij stoornissen op zich en de inzet die er door de opvoeders geleverd wordt. Het is een zegen als kinderen omgeven worden door mensen die het goede met hen voor hebben en hen willen begeleiden naar de volwassenheid. Dit kader is niet alleen pedagogisch gezien een noodzakelijke groeivoorwaarde, maar ook de Heere wil deze inzet zegenen (Ps 78:1-7; Ef 6:1-4).

Opvoeders die zelf ook ‘opgevoed’ worden door de Heere, vertegenwoordigen Hem op aarde en mogen zo een instrument worden waardoor Hij de kinderen wil vormen. Wat ik wel wil benadrukken is, dat er een Kracht beschikbaar is die veel verder gaat dan onze inspanningen en die verandering kan brengen in situaties waarin de moed ons naar de schoenen zinkt: de innerlijke kracht van Gods Geest. Voor de Heere is geen opvoedings- of gedragsprobleem te groot. Dat geldt ook voor kinderen met een stoornis of een opvoedingsprobleem. Een diagnose kan ons een verklaring geven van het gedrag, maar geeft Bijbels gezien niet de grens aan van dat wat met deze kinderen bereikt kan worden. Acceptatie van deze kinderen, zoals ze zijn, is belangrijk, maar nog belangrijker is het dat we met de kinderen de weg zullen gaan waarin God hen kan laten worden hoe Hij het bedoeld heeft. Geen ding is voor God onmogelijk (Luk 1:37), ook al doet Hij niet alles wat Hij kan en worden moeilijke situaties ons niet bespaard. Een hart waarin Gods Geest woont en werkt kunnen we de kinderen echter niet geven, ook al zouden we dat nog zo graag willen.

Moeten we dit gegeven dan maar compenseren door de training en begeleiding nog verder op te schroeven en nog meer te investeren in allerlei methodieken? Ik stel voor om dit te blijven doen, maar om tevens het volgende zeker niet na te laten: de dingen met en voor onze kinderen doen waarvan we weten dat de Heere daar Zijn zegen aan geeft. Bekering is niet maakbaar, maar de Heere wil Zijn zegen geven op het uitgaan van Zijn Woord en de gebeden. Laten we dit gegeven doorvertalen naar de praktijk. Zoals gezegd: laat de Bijbel je onderwijs en je handelen doortrekken; niet alleen rondom de maaltijden, op zondag en op school bij de Bijbelles, maar de hele dag door. Maak geregeld tijd vrij om de kinderen in het gebed voor de Heere te brengen.

  • Bid met ouders en andere opvoeders voor de kinderen en voor specifieke situaties. Sluit momenten van overleg bijvoorbeeld met gebed af.
  • Bid om herstel, maar ook om draagkracht en volharding. Laat niet na om ook met de kinderen zelf te bidden. Een gesprek over gedrag of over een moeilijke situatie waarin het kind verkeert, wordt compleet als je deze dingen ook bij de Heere brengt. Kinderen vinden dit doorgaans heel normaal. De eventuele verlegenheid om dit te doen zit vaak aan de kant van de opvoeders. Als je het niet gewend bent om mèt of vóor kinderen te bidden, ga dat dan vanaf nu anders doen. Laat deze taak niet liggen. Vraag de Heere om je hierbij te helpen. Je bewijst het kind er een grote dienst mee als je alle dingen wat betreft de opvoeding steeds weer brengt voor de troon van de Schepper, die Zijn schepselen als geen ander kent.

  • Bid met ouders en andere opvoeders voor de kinderen en voor specifieke situaties. Laat niet na om ook met de kinderen zelf te bidden…

Volhouden

We hebben gezien dat de opvoeding – zeker in de eindtijd – plaats vindt binnen een krachtenveld waarin we duidelijke keuzes moeten maken, wil het kind niet steeds verder van God en Zijn Woord wegglijden. We hebben gezien dat de voorbeeldfunctie van de opvoeder heel belangrijk is. We hebben gezien, dat opvoeding vraagt om een goede doordenking van wat je doet en dat het je volle inzet vraagt. Het is begrijpelijk dat het lezen van dit alles een vermoeiende uitwerking op je heeft. Je doet al zo veel en nu moet je nog meer gaan doen. En wie zijn wij tegenover de boze? Ik wil dit artikel daarom afronden met een bemoediging. Als dan de opvoeding zo veel weg heeft van een strijd, dan is de opdracht dus dat we deze strijd moeten aangaan en dat we vooral ook moeten doorgaan. In een strijd gaat het ergens over; er is een doel wat bevochten moet worden. Je ziet vaak niet direct het resultaat van wat je doet, maar je weet dat je door moet gaan. We ontkomen er als opvoeders in déze tijd niet aan om deze strijd aan te gaan. Het is een strijd om het behoud van onszelf en onze kinderen. Dit alles moet zo gebeuren. De Heere beschrijft het zelf in Zijn Woord. Daarmee laat Hij tegelijk zien dat Hij nog steeds alle macht heeft in de hemel en op aarde (Matth 28:18). Hij kent onze situatie en wil ons ervoor toerusten, door de kracht van Zijn Geest, elke dag opnieuw. Ik wens je toe dat Hij je Leidsman zal zijn.

Bastin Romijn,

maart 2010