Oude Testament en seksualiteit

Hun ziel sterft in de jeugd, en hun leven met de aan ontucht gewijden.
Dit artikel geeft een beschouwing over seksualiteit en is uitsluitend gebaseerd op de Bijbel. De Bijbel is voor mij een normatief boek en allen die Gods stem daarin willen, horen, vinden de weg naar het Leven. Degene die in ongehoorzaamheid aan het Woord blijven, zullen sterven. We leven in een tijd waarin de ziel van onze jeugd al vroeg sterft vanwege ongehoorzaamheid aan Gods Woord. Iedere ouder heeft een enorme verantwoordelijkheid hierin. Laten we kijken wat de Bijbel over dit onderwerp zegt.

Het ontwerp: Van schepping tot de zondvloed
“Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis”, met als opdracht om vruchtbaar te zijn en te heersen over de schepping, lezen we in Genesis 1. In het volgende hoofdstuk lezen we, dat Eva uit Adam genomen werd en dat God haar bouwde, boetseerde, tot een vrouw en verwachtingsvol bij Adam bracht. Adam is vervuld van geluk. En dan staat er aan het eind van dit hoofdstuk: “En zij beiden waren naakt (Hebr. arom), de mens en zijn vrouw, maar zij schaamden zich voor elkander niet en de slang nu was het listigste (Hebr. arum= subtiel, sluw) van alle dieren van het veld die de Heere God gemaakt had.” Tegenover de volmaakte onschuld van de mens, levend in gemeenschap met God, staat de listige tegenstander met zijn verleidende woorden die aanzetten tot ongehoorzaamheid aan en onafhankelijkheid van God. Direct na de zondeval bemerkten Adam en Eva, dat zij naakt waren. Schaamte en verberging voor elkaar en voor God is het resultaat alsmede vergankelijkheid (uit stof tot stof). De onderlinge relatie is veranderd (begeerte en heersen) en er is vijandschap tussen het nageslacht van de slang en het nageslacht van de vrouw.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Adam_en_Eva

Na het tragische verhaal van Kaïn en Abel lezen we, dat Adam een zoon verwekte naar zijn gelijkenis, als zijn beeld, en hem Seth noemde. In de geslachtslijn van de Kaïnieten zien we moreel verval in het type Lamech met grootspraak over moord, geweld en polygamie. In de geslachtslijn van de Sethieten lezen we afhankelijkheid van de Heere, ze roepen Hem aan. Adam verwekte zoons en dochters en zag zeven generaties, waaronder Henoch, die met God wandelde, en Metusalech, die stierf in het jaar van de zondvloed. Zo hebben we 1656 jaar geschiedenis in een notendop. In Gen 6:2 lezen we, dat de zoons zagen, dat de dochters schoon waren en dat zij vrouwen namen wie zij maar verkozen. De keuze van de mens los van God om zich te laten leiden op basis van vleselijke lusten (‘hij is vlees’) doet God besluiten de levenslengte te begrenzen van altoos tot tijdelijk. Deze begrenzing was onvoldoende, omdat de overleggingen van het hart altijd, en alleen maar, slecht waren evenals hun daden, zodat de zondvloed uiteindelijk als een eindoordeel iedereen wegnam behalve het gezin van Noach.

Vraag: Welke rol speelt God vandaag in de totstandkoming van een Bijbels    huwelijk ?

Individuele uitwerking: van zondvloed tot uittocht
God sluit met Noach een nieuw verbond op basis van genade (Gen 6:8,18), een altaar en een regenboog en geeft opnieuw de opdracht tot vermenigvuldiging. Hij geeft daarbij aan, dat het hart van de mensen boos is van zijn jeugd aan. Merk op dat opnieuw één man en één vrouw het uitgangspunt is, net als overigens de reproductie-ratio man: vrouw ongeveer 1:1 is.

Na een dwaze daad ziet Cham de naaktheid van zijn vader en brengt een vloek over zichzelf die zich uit in onderworpenheid aan zijn broeders. Uit Cham komen de Kanaänieten, Filistijnen en Amorieten voort en worden de volgende steden gebouwd Babel, Ninevé, Sodom en Gomorra. Veel strijd zal er uit deze geslachtslijn komen met de nakomelingen van Sem, die zijn vaders naaktheid bedekte en die voorvader van Abraham was. Zien we hierin niet dat het ‘vlees’ strijd voert tegen de belofte, de genade, ja tegen God zelf?

We zien tevens dat de levensduur omlaag gaat en dat de leeftijd waarop nageslacht wordt verwerkt, daalt van ongeveer honderd naar dertig jaar. Noach ziet na de zondvloed zeven generaties en vlak na zijn dood wordt Abraham geboren[i].

En opeens lezen we in Gen 11:30: Sarah nu was onvruchtbaar! Dit is de eerste keer dat we lezen over onvruchtbaarheid, zelfs nog voor de roeping van Abraham. God heeft echter een plan. Er volgen nu een aantal verhalen over:

  • Hagar (Egyptische!) een relatie uit het vlees en uit ongeloof tegenover Sarai, een relatie onder de belofte en uit genade. Dit resulteert in strijd tussen Ismaël en Izaäk en Ismaël wordt met Hagar weggezonden. God beschermt het huwelijk en de schoot van Sarai tegen koning Abimelek door rechtstreekse interventie (Gen 20:3).
  • Gelijktijdig aan de belofte voor een zoon aan Abraham speelt de verwoesting van Sodom en Gomorra (Abraham had hen eerder bevrijd) waar de zonde zeer zwaar was (opdringerige homoseksualiteit).
  • Izaäk en Rebekka. Een relatie die onder leiding van God tot stand kwam: een beeld van Christus en zijn gemeente onder de dirigerende rol van de Parakleet (Trooster, Voorspraak).
  • Ezau die zich twee Kanaänitische vrouwen nam die een kwelling des geestes waren voor zijn ouders (Gen 26:35). Vanwege minachting mist hij de zegen en als Jakob gehoorzaam en gezegend op weg gaat om een vrouw te zoeken, niet uit de dochters van Kanaän, lezen we dat Ezau om zijn vader zeer te mishagen nog een vrouw neemt uit de dochters van Ismaël. Jakob laat zich door zijn ogen leiden en kiest Rachel, maar krijgt Lea erbij.

We zien in boven samengevatte verhalen en ook in de verhalen daarna principes naar voren komen:

  • Gods leiding en bescherming is essentieel voor een gelukkig huwelijk, maar van binnen strijdt het vlees daartegen.
  • Van buiten komen voortdurend aanvallen tegen gelukkige huwelijken en Gods plan (verkrachting van Dina is een ontering en Potifera wilde Jozef tot overspel verleiden).

Jozef en Potifera, Rijksmuseum Amsterdam

 

 

 

 

 

 

 

 

Vraag: Hoe kunnen we onze kinderen opvoeden om seksuele verleidingen te weerstaan?

Instructie voor het volk: Van de uittocht tot in het beloofde land
Instructies gaf God via Mozes voor zijn volk om vader en moeder te eren, de echt niet te breken en niet te begeren de vrouw van zijn naaste (Ex 20). De zondoffers en schuldoffers waren voor de Israëliet die onopzettelijk had gezondigd (Lev 4:1 en 5:14). Indien met voorbedachten rade, opzettelijk, werd gezondigd dan was er geen vergeving mogelijk (Num 15:22 ev). Er is een verschil tussen onreinheid (Lev 15) die voortkwam uit vloeiing of lozing waardoor men tijdelijk niet in gemeenschap met God mocht komen en overtreding van huwelijks- en kuisheidswetten in Lev 18.

De vraag of gemeenschap in het huwelijk thuis hoort, wordt duidelijk beantwoord in Deut 22:13-30. Er is daar sprake van een meisje, een ondertrouwd meisje of een vrouw. Er wordt gesproken over gemeenschap in het huis van de vader, in de stad of in het veld. De conclusie uit de gegeven voorbeelden is dat gemeenschap leidt tot een huwelijk en dat gemeenschap buiten het huwelijk, incl. ondertrouw, een schanddaad is met fatale straf. De praktijk was weerbarstiger en daarom wordt in Numeri 5 de wet op de jaloersheid gegeven waaruit ook blijkt dat maagdelijkheid de norm is.

De Bijbel is zeer duidelijk m.b.t. perversiteiten (Met perversie wordt in engere zin alle niet op de voortplanting gerichte seksuele gedragingen aangeduid[ii] ) en duidt dit aan als bloedschande, schandelijke ontucht of een gruwel. Zo worden in Lev 18 incest (v.6 ev.), homoseksualiteit (v.22) en bestialiteit (v.23) genoemd. Deze zonden kwamen veelvuldig voor onder de Kanaänieten waardoor het land verontreinigd werd en riep bij God om vergelding. De postmoderne mens noemt perversiteiten ‘veelvoorkomende variaties binnen het seksuele gedrag van de mens’ [iii]. De Bijbel stelt hier tegenover, dat de priester met een maagd moest trouwen. Geen weduwe, verstotene, onteerde of ontuchtige (Lev 21:13). Dit vanwege hun roeping, rol en als voorbeeld voor het volk.

Mozes gaf duidelijke instructies (Deut 7) in relatie tot de inwoners van Kanaän. Ze mochten met hen geen verbond sluiten of zich met hen verzwageren, maar moesten hen volkomen met de ban slaan. Dit vanwege hun afgoderij met tempelprostitutie en kinderoffers. Tijdens de tocht door de woestijn zien we, dat God Bileam verhindert het volk te vervloeken, maar dat Bileam daarna het volk tot hoererij verleidt (1Cor 10:8).

Vraag: Voeden wij onze jongens nog op dat als zij gemeenschap voor het huwelijk hebben dat zij het meisje onteren?

De praktijk tijdens de geschiedenis van het volk Israël: van uittocht tot Christus
Zowel tijdens de richters als de koningen van Israël komen we vele voorbeelden tegen waarin het geestelijk, moreel en seksueel verval naar voren komt. Ook zien we genade in de bekering van een prostitué uit Jericho die opgenomen wordt in het volk van Israël en in de geslachtslijn van onze Heere en Heiland. Ook Ruth, een Moäbitische weduwe (Bileam!), die tot in het tiende geslacht niet bij het volk mocht komen, vindt genade bij de God van Israël. Uw God is mijn God en uw volk is mijn volk. Met Boaz, de losser, komt ze in een huwelijk tot gezegend nageslacht. Daar tegenover zien we mensen als Simson (zijn ogen werden zijn val). Tijdens de laatste richter Samuël was het niet best gesteld met de seksuele moraal, omdat de zoons van de hogepriester, Eli, sliepen met de vrouwen die dienst deden in de tabernakel en zo het hele volk des Heren tot overtreding brachten (1Sam 2:24). De leiders gaan het volk voor in de trouwbreuk.

Na koning David zien we voortdurend, dat zowel de koning als het volk afgleden van God. In 1Kon 11 lezen we, dat Salomo vele vreemde vrouwen liefhad waarvan God gezegd had zich niet met hen in te laten, omdat zij het hart zouden meevoeren tot de afgoden. Zijn hart was niet volkomen toegewijd aan de Heere zoals zijn vader David. Hij maakte tempels voor Astarte (godin van vruchtbaarheid, tempelprostitutie), Milkom (kinderoffers) en op de Olijfberg (!) voor Kamos. Gelukkig brak koning Josia deze later weer af (2Kon 23) inclusief de verblijven van de aan ontucht gewijde mannen in het huis des HEREN.

In de allegorische interpretatie van het boek Hooglied lezen we over de liefde tussen God en zijn volk en tussen Christus en zijn gemeente. De Bijbel veracht het lichamelijke niet. Dezelfde interpretatie zien we in Psalm 45. De afval van Jeruzalem, Juda en Israël wordt met een afkerige, trouweloze echtgenote vergeleken o.a. in Ezechiël 16 en 23, Hosea 2 en Jeremia 2 en 3. Gelukkig strekt God zich  opnieuw uit naar zijn volk, Mijn Welgevallen en Gehuwde (Jes 62:4,5).

In de wijsheidsliteratuur Job, Spreuken en Prediker komen we instructie en vermaning tegen:

  • Geniet het leven met de vrouw die gij liefhebt al de dagen des ijdelen levens (Pred 9:9).
  • Waarschuwing tegen hoererij (Houd uw weg ver van haar), maar ook ‘verheug u over de vrouw uwer jeugd’ (Spr 5:8,17 ev).
  • Ik had met mijn ogen een verbond gesloten, hoe zou ik dan een maagd hebben aangezien (Job 31:1).

Ook na de ballingschap komt dezelfde problematiek weer terug. In Ezra 9 en 10 lezen we, dat het volk opnieuw relaties aangaat met de inwoners van het land. Het heilige zaad heeft zich vermengd, staat er. Zou de oude slang dan toch de overwinning opeisen? Is alles verloren?

Aan het eind van het Oude Testament in Mal 2:10 ev krijgen we een laatste waarschuwing tegen echtbreuk. God luistert niet meer en neemt het offer niet meer aan, omdat de Heere getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is. Niet een doet zo, die voldoende geest bezit, want wat zoekt die ene? Het zaad Gods. Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. Want Ik haat de echtscheiding, zegt de Heere.

Maleachi sluit af met een oproep om de wet en verordeningen van Mozes te gedenken. Prijs God dat er enigen waren die daaraan gehoor gaven, zodat Christus kon komen en het land niet met de ban werd getroffen. In het volgende magazine zal ik ingaan op seksualiteit vanuit het Nieuwe Testament.

Vraag: Als huwelijksrelaties een barometer zijn voor het geestelijk klimaat in een kerkelijke gemeente wat vraagt God dan vandaag van mij?

Bemoedigende verzen: Ps 119:9;  Pred 11:9; Pred 12:1; Jes 62:5; Zach 9:17

 

 

W. van der Meer

 

[i] http://www.christipedia.nl/Artikelen/C/Chronologie_-_van_Noach_tot_Abraham_

[ii] https://nl.wikipedia.org/wiki/Perversie

[iii]https://nl.wikipedia.org/wiki/Astarte