thuisonderwijs

In Nederland wordt thuisonderwijs gegeven door ouders die vrijgesteld zijn van de verplichting om hun kind in te schrijven bij een school of instelling (artikel 5 van de Leerplichtwet).

THUISONDERWIJS

In Nederland wordt thuisonderwijs gegeven door ouders die vrijgesteld zijn van de verplichting om hun kind in te schrijven bij een school of instelling (artikel 5 van de Leerplichtwet). Eén van de gronden voor vrijstelling is een richtingsbezwaar bij de ouders (artikel 5b van de Leerplichtwet). Ik wil een korte schets geven van de geschiedenis van dit onderwijs in Nederland. Ik ga niet uitgebreid in op de juridische kant van de zaak, in de literatuursuggesties vindt u meer informatie over de juridische aspecten.

Wat is thuisonderwijs?

Thuisonderwijs is een onderwijsvorm waarbij de ouders of verzorgers zorgdragen voor de ononderbroken ontwikkeling van hun kind(eren). In veel landen is thuisonderwijs een legitieme en succesvolle methode om kinderen tot geestelijke en intellectuele bloei te laten komen en hun de vaardigheden te leren die zij voor hun verdere leven nodig hebben. In de Angelsaksische landen wordt thuisonderwijs al meer dan een kwart eeuw op grote schaal gepraktiseerd. In de Verenigde Staten worden ruim een miljoen kinderen (in de leeftijd van 4-18 jaar) thuis onderwezen, in Canada 1 à 2 % van de leerplichtige kinderen en in Groot-Brittannië naar schatting 70.000 kinderen. Wereldwijd gaat het om enkele miljoenen kinderen in de leeftijd van ca. 4 tot ca. 22 jaar.

Krijgt een kind thuisonderwijs, dan wordt het onderwezen door de eigen ouders of (in het verleden vaak door) een huisleraar en soms door een combinatie van beiden (denk aan de Wereldschool). Twee voorbeelden: Groen van Prinsterer kreeg huisonderwijs van een huisleraar, vaak samen met enkele andere jongens; dr. Abraham Kuyper kreeg  tot zijn twaalfde jaar thuisonderwijs van zijn ouders en bezocht daarna een gymnasium. Dr. Abraham Kuyper werd uiteindelijk minister-president en richtte onder meer een krant en een universiteit op. Als u kijkt naar deze grote mannen uit de Nederlandse geschiedenis, ziet u twee feiten geïllustreerd.

In de eerste plaats ziet u dat (t)huisonderwijs in Nederland géén nieuw verschijnsel is. Het is níet overgewaaid uit Amerika, maar werd in Nederland reeds vóór de komst van de Leerplichtwet gepraktiseerd. In de tweede plaats ziet u, dat het níet waar is dat thuisonderwijs de ontwikkeling van een kind in de weg staat en de maatschappelijke kansen van kinderen nihileert, een bezwaar dat nogal eens wordt geopperd door mensen die niet bekend zijn met de didactische aspecten en de academische perspectieven van thuisonderwijs.

Geen nieuw verschijnsel

Ik wil ingaan op het eerste punt, omdat het essentieel is in het begrijpen van thuisonderwijs en de huidige status daarvan. In 1900 kreeg Nederland haar eerste Leerplichtwet. Ouders kregen het wettelijk recht op vrijstelling wegens een gevoeld richtingsbezwaar. De schoolopziener moest nagaan of zij hun kind(eren) thuishielden wegens een bezwaar tegen het onderwijs (geoorloofd) of bijvoorbeeld om te helpen op de boerderij of om te werken (ongeoorloofd) (Sperling, 2005). Als een kind al op school zat, konden ouders alsnog een richtingsbezwaar indienen, omdat ‘de mogelijkheid niet is uitgesloten dat bij de ouders het gemoedsbezwaar is opgekomen, terwijl het kind school ging’’ (citaat uit de notulen van de Tweede Kamer, 1899).

Tevens werd -geheel los van een richtingsbezwaar- geregeld dat ‘ouders (…) vrijgesteld waren’  van de plicht tot inschrijving ‘zoolang zij de kinderen voldoende lager huisonderwijs doen genieten (…)’ (artikel 4.2, Leerplichtwet 1900). Thuisonderwijs was in de eerste Leerplichtwet (1900) een wettelijke mogelijkheid om aan de leerplicht te voldoen.

Een inperking van de oorspronkelijke bedoeling

In 1969 is de huidige leerplichtwet aangenomen. In het ontwerp van deze wet werd bovengenoemd punt als vrijstellingsgrond gehandhaafd in artikel 5a: ouders waren vrijgesteld van de plicht tot inschrijving ‘indien zij het kind voldoende huisonderwijs geven of laten geven’. Door een amendement van de PvdA werd dit lid uit artikel 5 geschrapt; volgens de indieners van het amendement, omdat huisonderwijs niet in het belang van het kind en, naar hun zeggen, uit de tijd was. Eén en ander werd níet door de indieners onderbouwd; de rapporten van de Onderwijsinspectie spraken de veronderstelling van de heren indieners tegen, er was nooit enige aanleiding tot zorg geweest in alle gevallen van thuisonderwijs die geïnspecteerd waren, aldus toenmalig staatssecretaris van Onderwijs J.H. Grosheide (ARP). Grosheide wilde niet instemmen met het amendement.

Na 1969 werden de mogelijkheden voor ouders ook via de jurisprudentie beperkt. Onder de huidige (interpretatie van de) wetgeving bestaat er voor ouders uitsluitend een mogelijk tot richtingsbezwaar. Er is geen wettelijke mogelijkheid om het onderwijs van uw kind(eren) zelf ter hand te nemen, als u als ouders ‘slechts’ of in hoofdzaak bezwaar hebt tegen de inrichting van het onderwijs (bijv. pedagogische bezwaren).

Gevolgen

Deze juridische situatie schaadt het belang van kinderen die het adaptief onderwijs hard nodig hebben, waaronder hoogbegaafde kinderen. Is de school niet in staat adaptief onderwijs te geven, dan staat u als ouder met de rug tegen de muur. Op grond van de huidige interpretatie van artikel 5b is een inrichtingsbezwaar (een bezwaar tegen de op school gehanteerde werkwijze) geen grond voor vrijstelling van de leerplicht en heeft u geen mogelijkheden om uw kind(eren) uit een situatie te halen die schadelijk is voor zijn of haar ontwikkeling. Dit is een onwenselijke situatie, die het gezag van ouders en hun mogelijkheden om datgene te doen dat in het belang van hun kind nodig is, nodeloos inperkt, in het bijzonder in situaties waar een school of onderwijsinstelling niet in staat blijkt het kind het noodzakelijke te bieden. Er zijn enkele ouders in Nederland die in overleg met de gemeentelijke leerplichtambtenaar tot een gedoogregeling zijn gekomen, hetzij ter bevordering van de geestelijke en lichamelijke gezondheid van hun kind, hetzij omdat scholen zelf aangaven dat zij hun kind niet verder konden of wilden begeleiden.

Ontplooiing van de kinderen

Hierboven werd reeds aangegeven dat thuisonderwijs de ontwikkeling van een kind niet schaadt (zie voor literatuurverwijzingen de laatste paragraaf). Uit allerlei onderzoeken blijkt dat thuisonderwijs zich richt op de emotionele en verstandelijke ontwikkeling en op het ontwikkelen van creativiteit, het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Juist de flexibiliteit van thuisonderwijs, de mate waarin de kinderen midden in de échte samenleving staan en de ruimte die er is om de talenten en interesses van het kind bij de vormgeving van het programma in gedachten te houden, staan borg voor een leerweg die goed past bij het kind. Hierdoor wordt de leerervaring prettig en dit vergroot de leeropbrengst. Kinderen vinden leren (weer) leuk en uitdagend. Ze zijn (weer) nieuwsgierig en nemen (weer) initiatief.

Vele vormen

Thuisonderwijs kan vele vormen aannemen. Enkele noemen we hier. Sommige ouders kiezen ervoor om hun kind het héle leertraject zélf te laten sturen. Zij bieden leerstof pas aan, als het kind er interesse in toont. Hun uitgangspunt is dat de mens van nature goed is en dat een kind om die reden vanzelf zal vragen om hetgeen hij of zij nodig heeft. Andere ouders kiezen ervoor om te werken met bestaande, al dan niet Nederlandse methoden en willen zo een doorgaande ontwikkelingslijn voor hun kind garanderen. Zij bieden leerstof actief aan als het kind daar cognitief en motorisch aan toe is en wachten niet tot het kind er zelf om vraagt.

Weer andere ouders kiezen ervoor om een veel breder onderwijspakket aan te bieden dan in Nederland gebruikelijk, bijvoorbeeld aangevuld met educatieve reizen, cursussen en een diversiteit aan maatschappelijke ervaringen (maaltijdrijden voor ouderen, meehelpen in de kerk, congressen en conferenties bijwonen of helpen organiseren, etc.). Zij zoeken voor elk leergebied datgene op, dat het beste bij hun kind, hun gezinscultuur en het onderwerp past, zij zijn de zogenaamde eclectici. Ook zij bieden leerstof en leerervaringen actief aan. Ze buiten de mogelijkheden van thuisonderwijs als didactische werkvorm uit. Zij leggen de lat hoger dan ‘slechts’ een startkwalificatie, ze willen hun kind opleiden tot een breed ontwikkelde volwassene die zijn positie in gezin, kerk en maatschappij kan innemen.

Verder zijn er ouders die een volledig curriculum inkopen en dat doorwerken met hun kinderen (vergelijkbaar met de werkwijze van een correspondentiecursus).

Er zijn ouders die een bepaalde methode volgen (bijvoorbeeld Charlotte Mason) en daar hun eigen materialen bij verzamelen.

Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind(eren) zo vroeg mogelijk Engels te leren, zodat zij probleemloos gebruik kunnen maken van de vele methoden die wereldwijd voor handen zijn. De oriëntatie op methoden en lesmaterialen vindt veelal via internet plaats. Het is bijvoorbeeld mogelijk om boeken in te zien via internetboekhandels. Ook voorzien veel uitgevers (in het Engelse taalgebied) in voorbeeldonderwijsplannen.

De stelling is gerechtvaardigd dat het thuisonderwijs even verscheiden is als de ouders en kinderen die er mee bezig zijn. Er zijn zeer veel mogelijkheden om thuisonderwijs vorm te geven. Er zijn ook allerlei mogelijkheden om diploma’s of certificaten te verwerven die de doorstroom naar hoger onderwijs mogelijk maken. Dit artikel laat een uitgebreide bespreking hiervan niet toe, u kunt hierover meer lezen op bijvoorbeeld GlobalLearningStrategies.org.

Ondersteuning

Mailinglijsten en ondersteuningsgroepen zijn een uitgelezen mogelijkheid voor thuisonderwijzers om ervaringen uit te wisselen, zowel nationaal als internationaal. Nederland heeft een christelijke mailinglijst voor ouders die thuisonderwijs geven of zich hierop oriënteren (dat is: overwegen binnen twee jaar met thuisonderwijs te starten): http://groups.yahoo.com/group/Jozua24v15/

Literatuurverwijzingen

Wilt u meer lezen over thuisonderwijs, dan kan ik u de volgende bronnen aanraden:

· brochure Thuisonderwijs: http://www.homeschooling.nl/brochurethuisonderwijs.pdf

· artikelen mr. Joke Sperling: www.thuisonderwijs.net/artikelen/index.html

Titels:

Vrijstelling van de Leerplichtwet op grond van richtingsbezwaren (‘05)

Jurisprudentie rond vrijstelling op grond van richtingsbedenkingen (‘06)

Thuisonderwijs in Vlaanderen: een voorbeeld voor Nederland (’04)

Thuisonderwijs in Nederland: een buitenbeentje in Europa (’05)

Het geven van thuisonderwijs is vrij. TO en art. 23 lid 2 Grondwet (’07)

· artikelen dr. H. Blok: www.thuisonderwijs.net/artikelen/index.html

Titels:

De effectiviteit van thuisonderwijs, een overzicht van onderzoeksresultaten (2002)

Is school echt zo belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling? (2004)

· dr. B. Ray: www.hslda.org/research/ray2003/HomeschoolingGrowsUp.pdf

Homeschooling grows up (2003).

Een onderzoek naar o.m. de maatschappelijke betrokkenheid van volwassenen die als kind thuisonderwijs kregen.

 

E.J. Stelma-de Jong

 

Dit artikel is ten dele gebaseerd op de brochure ‘Thuisonderwijs’ waaraan, naast de schrijfster van dit artikel, mevrouw drs. E. Stouten heeft meegewerkt.