Evangelie deel 2

Het woord `evangelie’ schrijf je in het Grieks als: eu aggelion (spreek uit ui-angelion). Het betekent: goede boodschap (of bericht).

Evangelie (dl 2)

Het woord `evangelie’ schrijf je in het Grieks als: eu aggelion (spreek uit ui-angelion). Het betekent: goede boodschap (of bericht).
Omdat de mensen ongehoorzaam waren geweest, waren zij uit het paradijs verdreven. Zij zijn God kwijt geraakt en zondaars geworden. Daarom is er voor ieder mens de regel gesteld: “En zoals het de mensen beschikt is eens te sterven en daarna het oordeel.”

Ieder mens weet dat Gods heiligheid en het kwaad van de mens nooit samen kunnen gaan. Maar dan komt God met een geweldig goede boodschap, het evangelie, naar de mensen toe. Hij zond zijn Zoon op aarde om de straf voor de zonde te dragen. Aan het kruis op Golgotha nam Hij onze plaats in. Door geloof in Jezus Christus is er bevrijding van Gods oordeel. De profeet Jesaja zegt: “Hij werd doorstoken en verbrijzeld om onze zonden. Hij werd zwaar gestraft zodat wij vrede konden hebben. Hij werd geslagen en daardoor werden wij genezen.”
Het Evangelie van Jezus Christus is alles wat de mens nodig heeft om zijn schuld te betalen. Iedereen kan die goede boodschap van God aannemen als een geschenk.Evangelisten (dl 2)

In het Nieuwe Testament zijn verschillende mensen aan het woord die vertellen wat zij met Jezus hebben meegemaakt. Als we hun verklaringen naast elkaar leggen, blijken zij elkaar goed aan te vullen. Iedere evangelist heeft op zijn manier een keuze gemaakt in de weergave van wat hij heeft gezien en gehoord.

De vier evangelisten zijn:
Mattheüs (‘Gave van God’). Hij was een tollenaar toen Jezus hem riep. Daarvóór heette hij Levi, de zoon van Alfeüs. Hij was één van Jezus’ twaalf leerlingen.
Markus (‘beschaafd’). Hij had ook nog een tweede naam, Johannes. Zijn moeder heette Maria, net als Jezus’ moeder. Zij woonde in Jeruzalem en was erg gastvrij.
Lukas was arts van beroep. Als enige schrijver van het Nieuwe Testament was hij geen Jood. Bij het schrijven ging hij als nauwgezet historicus te werk en schreef ook de Handelingen der Apostelen als een vervolg op zijn evangelie.
Johannes (‘God is genadig’) was de jongste van Jezus’ discipelen en heeft ook het langst geleefd. In zijn evangelie noemt hij zichzelf: de discipel die Jezus liefhad. Hij was visser van beroep net als zijn broer Jakobus. Zij behoorden beide tot de groep van twaalf leerlingen.