Jakob, de derde aartsvader

De geschiedenis van Jakob begint in Genesis 25 en loopt door tot Genesis 50. Dat is bijna de helft van het boek Genesis.

Jakob, de derde aartsvader (dl 1)

De geschiedenis van Jakob begint in Genesis 25 en loopt door tot Genesis 50. Dat is bijna de helft van het boek Genesis. Met Jakob begint Israël, want dat is de naam die hij later krijgt. Abraham, Isaäk en Jakob vormen samen de drie aartsvaders van Israël.
De twaalf zonen van Jakob vormen met hun nakomelingen de twaalf stammen van Israël. Zij zijn de twaalf stamvaders.

Esau was Jakobs oudere tweelingbroer. Hij verkocht zijn eerstgeboorterecht aan Jakob om een schotel linzen. Jakob bedroog zijn vader en pakte Esau de zegen af.
Later werd Jakob door zijn oom Laban bedrogen, die hem eerst Lea en later Rachel als vrouw schonk. Bij zijn terugkeer naar Kanaän ontmoet hij een Man die met hem worstelt, de engel van God, die hem bij zijn heup aanraakt. Voortaan zal Jakob blijvend mank lopen en steunen op een stok.
Maar daar wordt hij ook gezegend en krijgt een nieuwe naam: Israël, dat betekent: God strijdt. De plaats waar dit gebeurde heet Pnuel of Pniël, wat betekent: Gods aangezicht.