Kanaän deel 3

Het land Kanaän was genoemd naar de zoon van Cham, de zoon van Noach. Hij was de stamvader van zeven volken die het land bewoonden, Gen 10:15-19. Vanwege de gruwelen die zij deden, heeft God hen gestraft en dat gebeurde toen onder de Israëlieten onder Jozua de Jordaan overstaken en de schrik des HEREN op hen viel.

Kanaän (dl. 3)

Het land Kanaän was genoemd naar de zoon van Cham, de zoon van Noach. Hij was de stamvader van zeven volken die het land bewoonden, Gen. 10:15-19. Vanwege de gruwelen die zij deden, heeft God hen gestraft en dat gebeurde toen onder de Israëlieten onder Jozua de Jordaan overstaken en de schrik des HEREN op hen viel.

De vijf koningen van het Zuiden sloten zich aaneen om Jozua en zijn legers tegen de houden, maar zij werden allen verslagen. Toen de dag de kort duurde om de veldslag te winnen, mocht Jozua van God om een wonder vragen: “Zon sta stil boven Gibeon; maan, blijf stilstaan boven het dal van Ajalon!” De Bijbel vermeldt dat een dag lang de zon bleef stilstaan aan de hemel (zie Jozua 11:4).

Daarna vielen de koningen van het noorden hen met een gezamenlijk leger aan, maar ook zij werden verslagen zodat Jozua hun steden kon innemen. De stad Hazor, het centrum van het verzet, werd tot de grond toe afgebrand.
Alles bij elkaar heeft de strijd zeven jaar geduurd. Toen kon het beloofde land onder de stammen van Israël worden verdeeld.