Kerndoelen godsdienstonderwijs

Tien geformuleerde kerndoelen voor het vak Godsdienstonderwijs, die ten grondslag liggen aan de godsdienstmethode De Bijbel in de Basis.


De Bijbel in de Basis
 gaat uit van de volgende kerndoelen:

Algemene doelstellingen:
1. De leerlingen krijgen kennis van de inhoud van de Bijbel en de grote lijn ervan; zij worden bekend met de hoofdinhoud van de belangrijkste bijbelboeken uit het Oude en Nieuwe Testament.
2. De leerlingen bouwen een bijbels begrippenkader op dat zij kunnen hanteren met betrekking tot vragen die verband houden met een christelijke levensstijl en wereldbeschouwing.

Vakoverstijgende doelen:
3. De leerlingen kunnen hun eigen levensstijl toetsen aan het begrippenkader dat zij hebben opgebouwd en op grond hiervan een standpunt bepalen inzake vraagstukken die henzelf rechtstreeks aangaan.
4. De leerlingen kunnen bijbelse criteria hanteren bij het beoordelen van een religieuze of levensbeschouwelijke tekst.
5. De leerlingen leren vanuit de Bijbel waarden en normen verwoorden en herkennen.

Eigen vakdoelen:
6. De leerlingen leren de twaalf bijbelse kernbegrippen refereren aan gedeelten uit Gods Woord, en leren deze in hun eigen taal uitleggen en toepassen op hun eigen leefwereld.
7. De leerlingen leren hoe de Joodse godsdienst en het Christendom zijn ontstaan. Zij kunnen de functie aangeven van de belangrijkste Joodse en Christelijke feesten in het Oude resp. Nieuwe Testament.
8. De leerlingen moeten het volgende praktisch kunnen hanteren:
– respect voor alle mensen, veraf en dichtbij, ongeacht hun ras, geslacht, godsdienst of etnische groep;
– het unieke van de Bijbelse openbaring en de Persoon van Jezus Christus.

Sociale en creatieve vakdoelen:
9. De leerlingen leren met elkaar overleggen, samenwerken en het samen uitvoeren van een opdracht op basis van argumenten, standpunten en mogelijkheden.
10. De leerlingen leren op creatieve wijze vorm te geven aan levensvragen vanuit een Bijbels referentiekader.

Kader van waarden en normen
De godsdienstmethode De Bijbel in de Basis maakt de leerling vertrouwd met de waarden en normen die aan de Bijbel zijn ontleend. Tegenwoordig spreekt men dikwijls zijn verlegenheid uit over de overdracht van waarden en normen. Dat komt omdat voor velen de Bijbel geen gezaghebbende plaats meer inneemt. Of ook wel omdat men niet inziet dat de boodschap van de Bijbel voor alle tijden en culturen grote waarde heeft. Dat gold voor de mensen uit de eerste eeuw, maar ook voor onze generatie die leeft in een andere tijd en cultuur. Volgens de apostel Paulus is de Bijbel bij uitstek geschikt:
– om mensen de weg te wijzen tot het heil in Christus,
– maar ook om mensen toe te rusten om volwaardig mens te zijn.

Voor het overdragen van waarden en normen in een multiculturele omgeving is de Bijbel bij uitstek geschikt. Een kwart van dit Boek, (namelijk het tweede gedeelte van het Nieuwe Testament, dat in onze methode behandeld wordt als deel 4 APOSTELEN), is immers zelf een voorbeeld van interculturele communicatie!
Bijbelse wereldbeschouwing
Vanuit deze bijbelse waarden en normen zijn de leerlingen in staat om een bijbels wereldbeeld op te bouwen. Op de lagere school hebben zij bij Wereldoriëntatie hierover vaak dingen geleerd waarbij de Bijbel nauwelijks een rol heeft gespeeld. Dat gebeurt ook op veel middelbare scholen, bijvoorbeeld bij Biologie, Nederlands, Geschiedenis, Natuurkunde, Economie en bij het nieuwe vak Verzorging.
Deze bijbellessen leggen de basis voor een wereldbeschouwing die uitgaat van de Bijbel. Dit omvat ook kennis van machten en geesten, perspectief op de toekomst, schepping of evolutie, nieuwe wereldorde (New Age).
Christelijke levensstijl
Dit alles hangt nauw samen met een bijbels wereldbeeld. Uiteraard is de Bijbel in de Basis als zodanig geen ethiek (veel scholen geven dat in de bovenbouw). Toch wordt in de lessen een grondslag gelegd voor een ethiek die uitgaat van de Bijbel. Soms gaan wij hier wat dieper op in, bijvoorbeeld via de spiegelverhalen of via bepaalde opdrachten.
Op die manier worden jonge tieners, juist in zo’n gevoelige periode, in staat gesteld om een christelijke levensstijl te ontwikkelen.