Prehistorie deel 1

Ieder volk kent zijn eigen prehistorie, dat is de tijd die voorafgaat aan de (geschreven) geschiedenis.

Prehistorie (dl 1)

Ieder volk kent zijn eigen prehistorie, dat is de tijd die voorafgaat aan de (geschreven) geschiedenis. Voor Nederland is het eind van de prehistorie slechts tweeduizend jaar geleden. Toen pas begonnen de mensen vast te leggen wat zij zelf hadden meegemaakt. Voor de Grieken en de Romeinen ligt dat punt verder in het verleden, omdat hun (geschreven) geschiedenis veel vroeger begon.

Over de tijd die ligt vóór de zondvloed tasten alle volken in het duister. Dat komt doordat er bij de volken alleen (geschreven) geschiedenis van na de zondvloed bekend is. De tijd daarvoor wordt de voortijd genoemd.
Over die tijd is bijna niets bekend, alleen wat Noach hierover heeft doorgegeven en in de Bijbel bewaard is gebleven. De meeste mensen moeten het doen met de mythen, sagen en legenden die bij allerlei volken bestaan over die `oertijd’.

De Bijbel geeft ons informatie over de vroegste tijd. Zij spreekt van toledots, dat betekent: geschiedverslagen. In Genesis 5 lezen we (in de Hebreeuwse grondtekst) de toledot van alle geslachten, van Adam tot Noach, en in hoofdstuk 6 lezen we de toledot van de zondvloed. Hierdoor kennen wij dus de menselijke geschiedenis vanaf het begin!