Verklaar moslims de vrede – (kritische) recensie


Bij haar actie tegen het vijandbeeld jegens moslims maakt de schrijfster geen verschil tussen individuele moslims en de leer van de islam. Bovendien roept een uitgesproken vijandbeeld op tegen de joden en Israël. Recensie door drs. J van Barneveld in De Oogst, jan. 2003

De Australische Christine Mallouhi is getrouwd met de Syrische ‘moslim-volgeling-van-Jezus’ Mazhar Mallouhi. Het echtpaar heeft jarenlang in diverse Arabische landen gewoond, onder en met moslims geleefd. De echtgenote van Yasser Arafat, Souha Arafat, behoort tot haar vriendenkring.

Er zijn goede dingen te zeggen over haar boek. Zij stelt belangrijke zaken aan de orde: om moslims met het Evangelie te bereiken, moet eerst het eeuwenoude vijandsbeeld, dat o.a. door de kruistochten is ontstaan, worden afgebroken. Afkraken van de koran en van Mohammed werkt niets uit. Net als Franciscus van Assisi moeten we de moslims met de vrede en in de liefde Christus tegemoet treden. Die vier of vijf hoofdstukken over Franciscus en zijn ontmoeting met kalief Kaalim zijn zeer interessant.

Verder worden moslimgebruiken, zoals vasten, gebed, ramadan, de geloofsbelijdenis, jihad en de pelgrimsreis positief tegen het geloof van de schrijfster aangelegd en ook uitgelegd. In dit boek maken we kennis met een groot aantal vriendelijke, vredelievende, en zeer gelovige moslims.

De wijze waarop het bedreigende en momenteel bijna alomtegenwoordige moslimterrorisme als een randverschijnsel gebagatelliseerd wordt, komt op mij niet overtuigend over, maar is blijkbaar nodig om het vijandsbeeld af te vlakken. Als het ons maar niet in slaap sust!

Een predikant schreef mij over dit boek: “Het is een afschuwelijk, antisemitisch boek in een kleed van ‘christelijke liefde’, een boek dat veel kwaad kan doen.” Waarom deze felle kritiek? Het gaat voornamelijk om hoofdstuk vier, ‘Het Palestijnse probleem’. Dit hoofdstuk had overgeschreven kunnen zijn uit anti-Israël pamfletten van het Palestijnse ministerie van propaganda. Geschiedvervalsing, leugenverhalen, een felle anti-Joodse toonzetting, kortom de Palestijnse visie op het conflict vindt u in dit anti-Israël schotschrift. In het licht van de doelstellingen van het boek is dit hoofdstuk niet eens functioneel. Het had gewoon weggelaten kunnen worden. Afgezien van een paar anti-Israël sneren in andere hoofdstukken zou het boek niet eens zo slecht zijn. Nu wordt de ‘vrede aan de moslims’ verklaard door een oorlogsverklaring aan Israël en aan het joodse volk.
Om een vijandsbeeld tegen de moslims op te heffen moet blijkbaar een vijandsbeeld tegen de joden, dus antisemitisme worden opgewekt. Een zoet Arabisch-christelijk gebak met een giftige kern.

Waarom geven twee goede uitgeverijen, die toch beter moeten weten en de schijfster hadden kunnen adviseren hoofdstuk vier weg te laten, het boek uit? Vanwaar de aanbevelingen van de broeders Herman Takken en Anne van der Bijl? Zij kennen de Bijbel voldoende om te weten dat dergelijk anti-Israël gif niets bijdraagt aan het bereiken van onze moslimmedemens maar alleen maar ellende en narigheid brengt. Dit te moeten schrijven is voor mij een verdrietige plicht.