Antroposofie
Antroposofie (Grieks: anthroopos – mens; sophia – wijsheid) |
Bijbelse duiding en weerlegging |
Leer van Dr. Rudolf Steiner (Oostenrijk, 1861-1925) sterk beïnvloed door het werk van Goethe. Steiner was paranormaal begaafd en had als zodanig toegang tot de Akasha-kroniek. In deze geesteswetenschappelijke benadering heeft naast oosterse begrippen als karma en reïncarnatie, ook het zgn. Christusbewustzijn een belangrijke plaats. De leer is terug te vinden in de Waldorf pedagogiek, de antroposofische geneeskunde en in de biologisch-dynamische landbouw. Hierbij staat de verbondenheid met de aarde en het goddelijk wezen van de natuur centraal. Zo begint men op de Vrije scholen elke dag met de spreuk “Ik schouw diep in de ziel, waar de mens de geest een woning geeft.” Hulpmiddelen bij deze ‘goddelijke ontplooiing’ zijn onder meer euritmie, mandala’s en lemniscaten. |
In deze leer bevindt niet God, maar de mens zich in het middelpunt en gaat het om wat de innerlijke mens kan weten. De mens en de wereld zijn door God geschapen, maar zij zijn zelf niet goddelijk. De Vader en de Zoon komen woning maken in de gelovige als tempel van de Heilige Geest, maar dat is niet iets waarbij de mens ‘technieken’ moet gebruiken die door ‘hogere entiteiten’ zijn ingegeven (waarop Steiner de uitwerking van zijn leer baseert). |