GEBEDSGENEZINGEN

 waarbij voorwerpen uit het lichaam komen

Bij genezingen waarbij voorwerpen (in genoemd geval spelden, naalden, insecten of kikkers) uit het lichaam te voorschijn komen, valt in eerste instantie te denken aan sjamanisme en spiritisme.
Bij sjamanen zijn dit soort zaken terug te vinden; zo bijvoorbeeld bij psychische chirurgen.
Psychische chirurgen zijn paranormaal begaafd, gaan in trance en scheiden met de blote hand fysiek van etherisch (het laatste is een occult begrip) lichaam. De bekendste psychische chirurgen komen uit Brazilië (zie het voorbeeld van Arigo, ‘Van kwaal tot erger’, pag.243-245) en de Filippijnen. Tijdens de ingreep laten de genezers zich ‘helpen’ door ‘overleden medici of een team van overleden deskundigen’ (lees: demonen). Zij hebben regelmatig succes (zie ‘Geneeswijzen in Nederland’, P. van Dijk, 8e druk, pag.395). Over ernstige geestelijke gevolgen (occulte belastingen) wordt door de genezers niet gerept.

Filippijnse psychische chirurgen halen geregeld allerlei voorwerpen uit hun patiënt, variërend van stukjes zilverpapier tot munten, een kippenpoot of andere vreemde voorwerpen. Natuurlijk is er sprake van bedrog als ‘ziek weefsel, verwijderd bij de operatie’ bij nader onderzoek niets anders blijkt te zijn dan ordinair weefsel van kippen, varkens, honden en andere dieren. Bij de zogenaamd verwijderde vreemde voorwerpen wordt ingespeeld op het animistisch geloof, dat boze geesten deze voorwerpen in het lichaam gestopt hebben.
Bij profeet T.B. Joshua van de Church of all Nations te Lagos zijn er video-opnames en getuigenverklaringen van uitgebraakte ‘ziekten, zoals bloed, gesteente, schelpen, grote wormen, levende insecten’ (pag.26 van ‘Dossier T.B. Joshua’; in dit boek wordt verder uiteengezet, dat deze profeet
1) vals is,
2) een sjamaan is, die opereert in de naam van Jezus).

De enige beschrijving van voorwerpen die uit het lichaam komen, is die van een aantal ex-satanisten die radicaal voor Christus kiezen, maar in wier lichaam volgens de arts R. Brown zich een tijdbom bevindt, mochten zij ooit de band met satan willen verbreken. Het gaat om ‘injectors’, kleine stalen buisjes met giftige inhoud, bij hun initiatie in hun lichaam ingebracht; bij intensief gebed tot de Here Jezus is het vaker gebeurd, aldus Brown, dat deze injectors door de huid heen naar buiten kwamen (R. Brown schrijft hierover in haar boek boek ‘A vessel of honor in the Master’s service’).
Genezingen waarbij allerlei voorwerpen of dieren uit het lichaam komen, kunnen dus zonder meer geschaard worden onder de noemer: sjamanisme en spiritisme.

Nergens wordt in de Bijbel ook maar een voorbeeld gevonden van een genezing van God, waarbij voorwerpen of dieren uit het lichaam van een zieke of demonisch gebonden persoon tevoorschijn komen. Bijbelse genezingen laten zich kenmerken door gebed, al dan niet begeleid door zalving met olie (oudsten) en handoplegging. God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis (1 Joh. 1:5). Zie ook 2 Kor. 6:14-16, Deut. 18:10.

Het is een ernstige dwaling dit soort zaken onder de christelijke noemer te proberen te brengen. Iemand die beweert een ‘gave’ op dit gebied te hebben of ‘goddelijke volmacht’ is een misleider, want hier is geen sprake van een gave van de Heilige Geest, maar een occulte gave van toverij.
Niet voor niets is de scherpste waarschuwing van de Here Jezus aangaande deze laatste tijd (vlak voor zijn wederkomst): ‘Ziet toe, dat niemand u verleide!’ (Mattheüs 24:4).

R. van der Ven, november 2005