Tatoeages en piercings – een onschadelijke jeugdmode?

Naar schatting zijn er al meer dan drie miljoen Duitsers getatoeëerd. Een stijgende trend. De symbolen variëren duizendvoudig, van slangen, elfen, doodskoppen tot rozen. Deze tatoeages (of tatoeëring) zijn vooral populair bij jongeren. Zo schrijft een dagblad onder de kop ‘Afbeeldingen die onder je huid kruipen’: „Fans van de bodycultus zoeken voor de ultieme kick, naar nieuwe uitdagingen in de 2000 tattoo-studio’s. Wat je leuk vindt, is toegestaan: bodypainting, neusringen, metaalpiercing  op alle delen van het lichaam.”

Tegelijkertijd worden steeds meer bizarre vormen aangeboden, waarvan sommige ook pijnlijk zijn. Een nieuwe trend is “branden”, waarbij de “slachtoffers” veel moeten doorstaan, als  een tot 1000 graden verhit stempel tegen hun huid drukt. Voor nog hardere types is er de “tatoeage tuckering”, waarbij metalen clips in de huid worden geklikt. Conclusie: Wat vroeger als straf, vernedering, misvorming of het merken van slaven werd gezien of beoefend, wordt nu als “cool” beschouwd en  het wordt steeds populairder. Zo schrijft weer een seculier blad over het onderwerp piercing: een ring door de neus, de navel of in het genitale gebied is “in”.

Ook naar ringen in de oren van jonge mannen is er steeds meer vraag. Het is intussen snel een tienermode geworden. Het wordt twijfelachtig, als ook personen die met de Bijbel rekening houden zich op deze manier “uiten“; vooral gezien tegen de achtergrond dat de eerste mannen, die met zulke “sieraden” in hun oren verschenen, homoseksuelen waren in de jaren zestig. Het was destijds hun identificatie-teken. Natuurlijk denken de gelovige tieners daar niet over na en heeft het deze betekenis niet meer. Maar kan men de wortel van een ontwikkeling volledig negeren?

Ringen in het oor en ook in de neus van de Israëlitische vrouw golden echter volgens de Bijbel als sieraad (Ez 16:12) en, vooral de neusring, als symbool van de onderwerping van de vrouw aan het gezag van de man of een ander (Genesis 24:47). De Bijbel gebruikt dit beeld dan ook elders als symbool voor oordeel, in dit geval over het leger van Assyrië.  Omdat u tegen Mij tekeer bent gegaan, en uw hoogmoed is opgeklommen tot in Mijn oren – zal Ik Mijn haak in uw neus slaan … (2 Koningen 19:28; Jes 37:29).

Ten tijde van het Oude Testament kreeg een slaaf die bij zijn meester wilde blijven, een priem door zijn oor als teken van zijn vrijwillige onderwerping, Zo zal hij hem voor eeuwig dienen. (Exodus 21: 6 en Deuteronomium 15, 17).

Kan hier een parallel, geen dogmatische verklaring,  worden overwogen? Is dit mogelijk een kenteken dat je jezelf als slaaf, bewust of onbewust, aan iemand anders ter beschikking hebt gesteld? De Bijbel spreekt over het feit dat er een onzichtbare slavenhouder is die mensen door zonde aan zich bindt en noemt hem de “de god van deze eeuw” (Johannes 8:34 en 2 Kor 4: 4).

Insiders noemen de jaren negentig het decennium van de homoseksuelen. Misschien zullen toekomstige kerkhistorici ons decennium datgene  noemen waarin het (westerse) christendom zich het snelst heeft aangepast aan de tijdsgeest.

Tatoeage was vroeger het kenmerk van de demi- en onderwereld en werd vooral gezien bij strafgevangenen. Deze praktijken waren afkomstig van inheemse volkeren die, voornamelijk om religieuze en culturele redenen, zichzelf zulke huidveranderingen toebrachten.

In Gods Woord zijn kerven of snijden in de huid, tot op zekere hoogte de voorlopers van de geavanceerde technieken en praktijken van vandaag, uitdrukkelijk verboden (Leviticus 19:28; 21: 5). U bent kinderen van de HEERE, uw God. U mag uw lichaam vanwege een dode niet kerven of een kale plek maken tussen uw ogen (Deuteronomium 14: 1).

Dergelijke handelingen werden in de heidense wereld gewoonlijk beoefend in verband met rouw om een ​​overledene. De waarschuwingen in de Schrift zijn niet zonder reden, hoewel de Bijbel geen diepere verklaring geeft voor dat verbod. De commentatoren op deze mozaïsche passages zijn echter tamelijk unaniem in hun interpretatie. De Wycliff Bible Commentary zegt over het gebod in Leviticus 19:28: “Het verbood elke opzettelijke misvorming van de persoon. Zowel de incisies (= sneden in het lichaam) als de lichaamstatoeages werden door de heidenen gepraktiseerd.” (Wycliff Bible Commentary, S.101).

Een andere commentator schrijft over dezelfde passage in de Bijbel: „De praktijk van insnijdingen in het gezicht, armen en benen als uiting van verdriet was universeel onder de heidenen verbreid. Het werd gezien als een teken van respect voor de dode, maar ook als een verzoeningsoffer voor de goden die over de dood heersten. De Joden hadden deze gebruiken in Egypte geleerd en liepen gevaar daarin terug te vallen (Jer 16:6; 47:5). Tatoeages waren ook geassocieerd met de naam van demonen en waren een permanent teken van afval of rebellie. ”

Of zulke scherpe uitspraken gedaan kunnen worden, kan ik niet beoordelen. Maar het moet tot nadenken stemmen, dat de tattooboom hand in hand gaat met het opbloeien van heidense, esoterische stromingen. Het is daarom opmerkelijk dat de Bijbel over deze praktijk spreekt  in verband met het oordeel van God over het volk (Jer 41:5; 48:37). Daarom moeten christenen zich onthouden van elke vorm van tatoeage. Een informatieblad over hetzelfde onderwerp schrijft: “Voorgangers weten te  melden dat mensen met tatoeages die Christus vinden altijd ‘instinctief’ het gevoel hebben dat hun huidafbeeldingen niet passen bij hun nieuwe status als kinderen van God.”

In verband met Deuteronomium 14: 1 schrijft dezelfde commentator: “Hoewel deze daden op zichzelf onschuldig kunnen lijken, waren ze geassocieerd met praktijken en overtuigingen die tegen God waren.”

Insnijdingen in de huid om de religieuze vervoering te vergroten, beschrijft 1 Koningen 18:28. Dit vers vertelt hoe de Baälpriesters rond hun altaar dansten en hun lichamen kerfden, totdat ze bloedden en in extase kwamen. The Wycliff Bible Commentary  merkt bij de techniek van het bereiken van een spirituele “verheerlijking” door middel van dans op: “Zelfs vandaag de dag zijn dergelijke praktijken niet onbekend bij bepaalde dansende derwisjen” (idem, p. 333).

Menig ‘christelijk’ festival of jeugdbijeenkomst herinnert, wat in ieder geval de lichaamsbewegingen betreft, op een verrassende manier aan een dergelijke optreden van Baäl-priesters, waarbij men volgens oeroude heidense methoden probeert een veranderde bewustzijnstoestand te creëren. De bedwelmende gelukzaligheid die hiermee samenhangt, wordt gezien als een werking van de Heilige Geest, omdat, zo wordt beweerd, “het een christelijk concert was dat men bijwoonde”. Bij de  waarschuwing van Paulus in 1Cor 10:7 vermeldt de Bijbel o.a.  hoe de mensen “spelen”. Het werkwoord ‘paizo’ dat in het Grieks wordt gebruikt, betekent letterlijk ‘zich gedragen als een kind’ en kan worden vertaald als ‘springen, huppelen, dansen’.

Nog een angstaanjagende gedachte dringt zich op. In hoofdstuk 13 van het boek Openbaring staat de beroemde profetie, hoe aan het eind der tijden uiteindelijk iedereen het getal van het afgoddelijke dier moet accepteren. Er komt dus een soort ‘globale tatoeage’ of  ‘massapiercing’ of hoe ook de etikettering van mensen uitgevoerd wordt. Volgens de huidige stand van ontwikkeling heeft men de indruk, dat deze generatie steeds minder bang is voor zo’n  “brandmerk “.

Uit: Der schmale Weg Nr. 3 / 2017, auteur Alexander Seibel