Yoga, juk met de wereldziel

Samenvatting: Yoga (van de sanskriet-wortel ‘yuj’ of juk, verbinding/inspanning/ eenwording) is een geestesrichting in het hindoeïsme, boeddhisme en tantrisme die zich richt op de mystieke verbinding van de menselijke ziel met de goddelijke ziel. Een beoordeling vanuit de Bijbel.

►Uitleg begrip

Yoga (van de sanskriet wortel ‘yuj’ of juk, verbinding/inspanning/eenwording) is een geestesrichting in het hindoeïsme, boeddhisme en tantrisme, die zich richt op de mystieke verbinding van de menselijke ziel met de goddelijke ziel, van het Ik of Zelf (atman) met het Absolute (brahman). Door middel van lichaamshoudingen, ademhalingsoefeningen, beheersing der zinnen, concentratie en meditatie, wordt een discipline geoefend. Hiermee wordt een toestand van Trance opgewekt waarin de mens leert om zijn ‘astrale lichaam’ te kennen en gebruiken. Hiermee kan hij met ‘hogere werkelijkheden’ in relatie treden om de illusie van onze menselijke dimensies te overstijgen en de Enige Ware Werkelijkheid te zoeken. Yoga staat ook ten dienste van de holistisch gezonde leefwijze.

►Er zijn vele soorten yoga bekend, waarvan we noemen:

  1. Hatha-yoga: de lichamelijke yoga, voor velen de eerste kennismaking, waarbij men leert het lichaam te beheersen als juk van de geest die daarmee tot ‘ontplooiïng’ kan komen, dat wil zeggen boven zichzelf kan uitstijgen tot de geestenwereld.
    ‘Hatha’ is sanskriet voor mannelijk/vrouwelijk. In het Chinees  is het yin/yang en in het  Tibetaans is het yab-yum (Grieks: androgyn!).
  2. Prana-yoga: de yoga van de ademhaling; hierbij gaat het niet om het beheersen van de eigen ademhaling (dat is slechts het begin), maar om het in harmonie zijn met de in de kosmos aanwezige prana of levensadem (“het ademt in mij”).
    ‘Prana’ is een hindoe-term voor ‘levensenergie’ uit het animisme (zie aldaar) en deze kan via ademtechniek worden ervaren en benut.
  3. Jnana-yoga: de yoga van de kennis ofwel het juk van kennis uit Gen. 3:5: een gnostisch of ‘direct’ kennen in intuïtief aanschouwen van de machten en krachten in de kosmos, met als hoogste vorm de trance-kennis of sawadhi.
    ‘Jnana’ is kennen van binnenuit, bewust worden van wat in de mens leeft, zie ook bij Gnostiek op de site.
  4. Karma-yoga: de yoga van de daad, waarmee men zijn ‘werkensaldo’ in positieve richting brengt, een soort van hindoe-aflaat dus: het is de yoga van de gewone man, die via ‘werkheiligheid’ de verlichte staat hoopt te bereiken/bevorderen.
    ‘Karma’ is te zien als iets positief, een saldo van goed en kwaad, maar in een latere fase, de Bhakti, dient Karma geheel te verdwijnen.
  5. Bhakti-yoga:  de yoga van de toewijding, de liefdevolle overgave, namelijk aan Krisjna. Hiermee tracht men alle begeerte te overwinnen, vanuit je eigen kracht; Jezus wordt hierbij gezien als een grote yogi, bijvoorbeeld in de lijdensdevotie. De Bhaktivedanta zijn de geschriften die mensen inwijden in deze ‘kosmische liefde’, waarbij nauwelijks sprake is van het belijden van schuld.
  6. Raja-yoga: de yoga van de ‘koninklijke weg’ die de echte yogi’s bereiken en waarbij de bovenstaande yoga-soorten worden beoefend om tot zelfrealisatie te komen. Deze zelfrealisatie wordt bereikt in de zogenaamde samadhi of yoga-trance.
    ‘Raja’ stamt af van ‘roi’( = koning) en houdt dus in dat de mens zijn eigen god-zijn ontdekt en ‘realiseert’ of bewust maakt.
  7. Mantra-yoga: de yoga van de aanroep of shanti (vrede), bijvoorbeeld in Transcendente meditatie; hierbij wordt de naam van een halfgod of demon aangeroepen: ter bescherming (als talisman) of om dingen te vergeten.Mantra’s worden gebruikt als zegen- of vloekspreuk, bijvoorbeeld in het Tibetaans boeddhisme of als dreunzang of chanting, bijvoorbeeld bij Hare Krisjna.
  8. Tantra-yoga: de yoga van de (zwarte of witte) magie, waarbij de realiteit wordt ontkend en teruggebracht tot illusie en de fantasie-droom wordt tot realiteit. Het is de hindoe-vorm van ‘geleide fantasie’ en ‘visualisatie’ ‘Tantra’ betekent ‘weefsel’ en geeft de beoefenaar een ‘etherische geleider’ waarmee de grenzen tussen werkelijkheid en denkwereld worden doorbroken.
  9. Shakti-yoga: de yoga van de zegen, die de goeroe om zich heen verspreidt en daarmee zijn volgelingen en toehoorders brengt onder zijn bekoring, waardoor zij open staan voor diens lering in een toestand van meditatie.
    ‘Shakti’ betekent kracht en is de naam van een godin, de metgezel van Sjiva, de verwoester, zoals Astarte de wederhelft is van Baäl.

►Hoe staat de Bijbel tegenover yoga-methoden?
Het begrip ‘juk’ komt in de Bijbel meestal in overdrachtelijke zin voor, namelijk onder het juk doorgaan, onderworpen zijn aan onderdrukkende machten. Dit zijn de vijanden van Israël, die God dikwijls gebruikt om Zijn volk te tuchtigen, bijvoorbeeld ‘het juk van de koning van Babel.’ In de betekenis van koppelen van goden komt het begrip in de Schrift voor als de list van Bileam, die het volk Israël koppelde aan Baäl-Peor (Hosea 9:10, Openbaring 2:14).Jezus Christus nodigt de mensen om te komen onder Zijn juk, dat zacht is; het is het beeld van twee ossen die samen ploegen en een rechte vore trekken. Zijn boodschap is:

Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want mijn juk is zacht en mijn last is licht”
(Mattheüs 11:28-30).

De Schrift kent geen ‘universele geest’ waarin het goddelijke en het menselijke samenvloeien. Als het gaat om ‘versmelten van geesten’ kan het niet anders zijn dan dat gezocht wordt naar het koppelen van de menselijke ziel aan een afgod, wat uitdrukkelijk verboden is, bijvoorbeeld in Leviticus 19:4 en Jesaja 2. De mens kan zijn individualiteit niet verliezen, want ieder mens zal persoonlijk in het gericht komen te staan voor zijn Maker. Zo denken veel christenen dat ze yoga kunnen ontdoen van de religieuze oorsprong en het alsnog kunnen beoefenen als zijnde een onschuldige vorm van gymnastiek. Maar volgens de goeroes en de yogi zelf behoort yoga tot het wezen van het hindoeïsme, juist al de eerste fase, die zuiver lichamelijk is, conditioneert de mens voor de omgang met demonen. Op deze wijze wordt zijn ziel ten nauwste verbonden met een demon (Hebreeuws: hij die aankleeft), die hem bindt en brengt tot daden die hijzelf niet wil, zoals wordt beschreven in Mattheüs 17:5.

De hindoe-yogi geeft ook aan Jezus Christus een plaats: Hij wordt beschouwd als een grote yogi die al de yoga-vormen beheerste en daarmee God-in-zich realiseerde en dus ‘God werd’:

  1. als hatha-yogi beheerste Hij zijn lichaam en kon Hij veertig dagen vasten in de woestijn;
  2. als prana-yogi beheerste Hij zijn adem en kon Hij beschikken over de ‘ruach’ of Geest van God;
  3. als jnana-yogi kende Hij God (als Vader) en bereikte Hij de eenheid van Vader, Zoon en Geest;
  4. als karma-yogi deed Hij de werken Gods en kon Hij zeggen: “Ik doe altijd wat God behaagt”;
  5. als bhakti-yogi was Hij de belichaming van de liefde tegenover God en van Gods ‘transformerende liefde’ jegens de wereld;
  6. als raja-yogi is Hij gekomen tot de god-realisatie en de zelfverwerkelijking, en met de Bergrede leerde Hij dit geheim aan zijn discipelen;
  7. als mantra-yogi gebruikte Hij spreuken, zoals Talitha koemi, waardoor Zijn wil de natuur overwon;
  8. als tantra-yogi stond Hij boven de realiteit van het leven en maakte Hij Zich immuun voor spot en hoon;
  9. als shakti-yogi ‘zegende’ Hij zijn discipelen en rustte Hij hen op bovennatuurlijke wijze toe met Zijn ‘sjalom’.

►Een duidelijke afwijzing

Deze lasterlijke taal wordt steeds meer ingevoerd, waardoor mensen de Bijbel gaan lezen door een hindoe-bril en gaan uitleggen en toepassen vanuit een yogi-denken. Vandaar dat wij des te meer de Bijbelse leer aangaande de Christus dienen te kennen en Schrift met Schrift moeten uitleggen, niet Schrift met Veda, van Gods Geest vervuld moeten zijn en niet van prana, enzovoort.