Giessen, januari 2013

‘Ontdek het Leven’ nieuwe godsdienstmethode voor vmbo

Onder deze veelzeggende titel brengt het samenwerkingsverband van vereniging Bijbel & Onderwijs, drukkerij en uitgeverij WoodyDesign en Het Onderwijsbedrijf een nieuwe vmbo godsdienstmethode uit. De lesboeken voor leerjaar 1 en 2 zijn in februari 2013 beschikbaar. De lesboeken voor leerjaar 3 en 4 komen later uit.

 

Godsdienst is een schitterend vak met interessante en boeiende lessen, uitdagende gesprekken en diepgaande stof tot nadenken voor iedere leerling. Vanuit die beleving is ‘Ontdek het Leven’ ontwikkeld en in de praktijk getest en bijgeschaafd. “We hebben steeds gezocht naar de combinatie van eenvoudig taalgebruik, stevige inhoudelijke lesstof en leuke afwisselende opdrachten” vertelt Siegfried Woudstra, schrijver en uitgever van de methode. De schrijvers van de methode gaan uit van de Bijbel als Gods Woord en Jezus Christus als het Leven. Deze methode geeft leerlingen de ruimte om hun eigen gedachten en mening te vormen, want het is immers hun ontdekkingstocht. “De leerlingen worden door de inhoud en opbouw van de methode uitgedaagd om na te denken over hun eigen leven, hun leven met de Here God en met de mensen om hen heen” vult medeschrijver Lars Doorduijn aan. “We zijn ervan overtuigd dat een vmbo-leerling behoefte heeft om diepgaand na te denken en met elkaar te praten over de dingen die ertoe doen in het leven”, aldus het bestuur van Bijbel & Onderwijs.

Complete methode
Voor ieder leerjaar verschijnt een les- en werkboek in één. Naast de opdrachten tijdens de les, zijn er geïntegreerde huiswerkopdrachten, samenvattingsopdrachten en afsluitende vragen na elke module. Bij ieder leerjaar is het mogelijk een aparte docentenhandleiding aan te schaffen. Hierin staan didactische tips, achtergrondinformatie, alle antwoorden van de opdrachten en extra stof voor differentiatie. Ook is de handleiding voorzien van een cd-rom met een powerpoint per hoofdstuk, extra materiaal, proefwerken en repetities.

“Het bestuur van vereniging Bijbel & Onderwijs is verheugd over het verschijnen van de methode,” volgens een bestuurlijk bericht, “een echte bijdrage aan het christelijk onderwijs!”

Op de websites www.ontdekhetleven.nl en bijbelenonderwijs.nl is meer informatie over de methode te vinden en een presentexemplaar te bestellen, met daarin een overzicht van de volledige methode, twee hoofdstukken uit de leerjaren 1 en 2 en voorbeelden uit de docentenhandleiding.


Terug naar het overzicht

 

godsdienstmethode Ontdek het Leven

 

Een interview met de auteurs van deze nieuwe methode voor het vmbo: Siegfried Woudstra en Lars Doorduijn. De methode wordt in samenwerking met B&O uitgegeven.

Hoe zijn jullie ertoe gekomen om in deze tijd een godsdienstmethode te schrijven voor het vmbo?

Siegfried begint te vertellen: “Er kwamen drie factoren bij elkaar. Ik ken B&O al een tijdje en ook de methode “Bijbel in de Basis”. Een mooie methode, alleen merkte ik wel dat deze voor de vmbo-school waar ik godsdienst gaf, minder geschikt was. Daarbij had ik zelf één en ander aan lesmateriaal ontwikkeld en uit het werkveld kwam steeds vaker de vraag naar een modernere, maar wel een duidelijk Bijbelse methode. Toen de vraag vanuit B&O kwam om een nieuwe vmbo-methode te ontwikkelen, zijn Lars en ik aan het (her)schrijven gegaan.”

 

Wat is de betrokkenheid van B&O hierbij?

Siegfried vervolgt: “Vanuit het veld hebben verschillende docenten, die tevens betrokken zijn bij B&O, kritisch gekeken naar deze methode. Als auteurs hebben we heldere verbeterpunten meegekregen en ook doorgevoerd. De expertise van B&O, mijn ervaring uit het veld en de heldere didactiek van het Het Onderwijsbedrijf gaf een bijzondere basis. De goede samenwerking met B&O heeft geresulteerd in deze nieuwe methode “Ontdek het Leven.”

 

Hoe verhoudt deze methode zich met de Bijbel en de leefwereld van de vmbo-leerling?

“De methode Ontdek het Leven bestaat uit een doorgaand lesplan voor vier leerjaren,” vertelt Lars, “door de hele methode heen, trekken we vanuit de Bijbel lijnen naar het heden. Vanuit de praktijk hebben we gezien, dat steeds meer leerlingen niet weten hoe bijvoorbeeld het jodendom, christendom en de Bijbel zijn ontstaan. Ook hebben leerlingen  het steeds vaker nodig te leren hoe zij de Bijbel moeten lezen. Daarom besteden we hier in het boek van leerjaar 1 aandacht aan.” Siegfried vult aan: “Leerjaar 2 gaat over het Oude Testament en het ontstaan van het volk Israël en hoe vanuit dit nageslacht de Verlosser van de wereld, Jezus Christus, geboren werd. Leerjaar 3 gaat over het Nieuwe Testament en in het bijzonder over God de Vader, de Here Jezus, het werk van de Heilige Geest en het ontstaan van de kerk met onder andere de zendingsreizen van Paulus. Leerjaar 4 is een praktisch jaar, waar de leerlingen vooral zelf aan de slag gaan rondom Bijbelse thema’s, ethiek en religieuze stromingen. Leerlingen hebben hier in hun vervolgopleiding en hun latere werkomgeving veel aan.”

 

Kunt u voorbeelden noemen hoe deze methode zich onderscheidt van andere vmbo-godsdienstmethodes?

Lars noemt enkele voorbeelden: “De methode is een leerboek en werkboek in één. Gaandeweg wordt het boek steeds meer het persoonlijke boek van de leerling. Er staan leuke en gevarieerde verwerkingsopdrachten in. Ook hebben we ervoor gekozen om de huiswerkopdrachten te integreren in het boek. Uit de praktijk merken we, dat leerlingen het leuk vinden om de boeken te bewaren. Alle boeken zijn in kleur uitgevoerd met schitterende foto’s en illustraties.”

 

Is er ondersteuning voor de godsdienstdocent van deze methode?

“Jazeker. We hebben een aparte docentenhandleiding erbij ontwikkeld,” aldus Lars. “Hierin staan de opdrachten met de bijbehorende antwoorden, achtergrondinformatie, didactische tips en extra differentiatieopdrachten voor leerlingen die een hoger niveau binnen de klas hebben. Daarnaast wordt er standaard een cd-rom meegeleverd. Hierop staat een powerpoint met antwoorden van het leerlingenboek en voorbeelden van proefwerken en repetities. De docent staat met deze methode goed voorbereid voor de klas.”

 

Hoe kan deze godsdienstmethode een bijdrage leveren aan de identiteit van de christelijke school?

Ontdek het Leven is een godsdienstmethode die uitgaat van de Bijbel als Gods Woord en Jezus Christus als Verlosser van de mensen die in Hem geloven,” antwoordt Siegfried. “Daarom is deze methode vanuit Bijbels en christelijk oogpunt geschreven en levert mede een bijdrage aan de christelijke identiteit van de school.”

 

Meer informatie op www.ontdekhetleven.nl en bijbelenonderwijs.nl.

 

Lars Doorduijn komt uit het onderwijs en heeft Het Onderwijsbedrijf opgericht waarbij hij trainingen geeft voor pabo, basis- en middelbare scholen over het thema ‘Orde en duidelijkheid in de klas’.

 

Siegfried Woudstra is 10 jaar docent godsdienst geweest bij het vmbo, is Bijbelleraar en auteur van diverse boeken.   

 

 

Giessen, 27 maart 2014

De Kanjertraining serieus onder vuur genomen

De Kanjertraining, ogenschijnlijk een van de meest succesvolle sociale vaardigheidstrainingen, die ook zegt pesten aan te pakken, is uiterst nauwgezet en kritisch onder vuur genomen door drs. J.G. Hoekstra in het door hem geschreven boek ‘Soep van Keistenen – De Kanjertraining op de korrel!’
De bekende onderwijspsycholoog 
drs. Bob van der Meer stelt in het voorwoord van het boek vast, dat de auteur zeer consciëntieus te werk is gegaan, zijn oordeel vernietigend is en van de methode nagenoeg niets heel blijft.

Het boek uit, aan de hand van feitenmateriaal, gerede twijfel over de wetenschappelijke waarde, effectiviteit en pedagogische en didactische kwaliteit van de training. In het bijzonder wordt de toepasbaarheid van de training binnen een christelijke setting ter discussie gesteld. In het verlengde van dit laatste is een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan de poging van het Instituut voor Kanjertrainingen om binnen de christelijke geloofsgemeenschap, via kinder- en jeugdwerk, voet aan de grond te krijgen onder de noemer ‘Kanjers in de kerk’.

Op basis van het gedane onderzoek vraagt de schrijver zich af of de ontwikkelaar van de training, Gerard Weide, de training niet zelf – in een in de Volkskrant opgenomen interview (Volkskrant 20-04-10) – juist typeerde: ‘En zo had ik per ongeluk, in no time, een scherpe training in elkaar gedraaid’.

De juistheid van het besluit van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap om de training aan te bevelen en scholen die de training willen invoeren zelfs door middel van subsidie financieel tegemoet te komen, wordt vanuit het genoemde onderzoek betwijfeld. De Kanjertraining voldoet bijvoorbeeld alles behalve aan de door de Wet Actief Burgerschap en Sociale Integratie gestelde en in duidelijke kerndoelen uitgewerkte, eisen.

Vervolgens wordt de beslissing van het Nederlands Jeugd Instituut om de training als effectief te erkennen en op te nemen in de databank Effectieve Jeugdinterventies niet alleen bevraagd, maar wordt ook de onafhankelijkheid van dit Instituut in deze zaak ter discussie gesteld.

Pijnlijk zijn de voorbeelden die de kwalijke pedagogisch didactische kwaliteit van de training onderstrepen. Hierbij valt met name de negatieve opstelling binnen de training op ten opzichte van een gepeste, in de training weergegeven als konijn met gele pet en onder meer omschreven als ‘nobo’, terwijl de pester in bescherming wordt genomen.

In het slothoofdstuk wordt de vraag geopperd of scholen en individuele leerkrachten, op basis van wat in het boek aan de orde is gekomen, krachtens artikel 23 van de grondwet, deze training mogen weigeren te geven.
Het boek ‘Soep van Keistenen – De Kanjertraining op de korrel!’ is verkrijgbaar voor € 7,95 via:

bijbelenonderwijs.nl.

 

Boek, 80 blz., € 7,95, zie webshop.

 Een boek over de achtergronden van de sociale vaardigheidstraining, de Kanjertraining. De auteur, drs. J.G.Hoekstra, is nauwgezet te werk gegaan en heeft onder meer de onderwijspsycholoog, drs. B. van der Meer,  directeur van het Europees Expertisiecentrum voor Veiligheid, mee laten lezen. De laatstgenoemde heeft ook het Voorwoord geschreven. Eveneens is de directeur van Stichting Veilig Onderwijs geraadpleegd. Het is een nauwgezette studie,  omdat het welzijn van het kind in ’t geding is. Naast het nagaan van doelstelling en achtergrond is er ook een hoofdstuk over de Kanjertraining in de kerk.

Achtereenvolgens ziet u een overzicht van de hoofdstukken, een gedeelte uit het Voorwoord, een deel uit de Inleiding en de tekst op de achterkant van de cover.

Hoofdstuk 1
Decor

1.1       De overheid in actie

1.2       Kerndoelen

1.3       Bomen en bos

Hoofdstuk 2
De Kanjertraining

2.1       Oorsprong, doel en achtergronden

2.2       De wetenschappelijke merites

2.3       Kanttekeningen

2.3.1    Het NJI/OCW

Hoofdstuk 3
Op de korrel

3.1       De training op de korrel

3.2       Versus het christen-zijn

Hoofdstuk 4
Kanjers in de kerk

4.1       Kanjers (of christenen) in de kerk

Hoofdstuk 5
Tot slot

5.1       Conclusies – Wie pakt de handschoen op?

Voorwoord 
In het voorliggende boek wordt de Kanjermethode door drs. Hoekstra onder de loep genomen, onder andere op haar oorsprong, wetenschappelijke waarde, effectiviteit, didactische kwaliteit, maar bovenal en in het bijzonder, ook op haar toepasbaarheid binnen een christelijke setting.

De auteur heeft dit zeer consciëntieus gedaan. Zijn oordeel is vernietigend. Van de methode blijft nagenoeg niets heel. En dan te bedenken, zoals reeds is gezegd, dat het ministerie van OCW deze methode zó goed beoordeelde dat het voor de invoering ervan geld fourneerde en dat een door het Nederlands Jeugd Instituut samengestelde commissie van wijzen de methode goedkeurde.
Als men dit leest en men hoort de staatssecretaris – en in zijn kielzog de Kinderombudsman – zeggen dat hij aan het Nederlands Jeugd Instituut de opdracht heeft gegeven om criteria voor een goede antipestmethode vast te stellen, dan heeft de auteur van dit boek niet alleen prachtig werk geleverd, maar er ook voor gezorgd dat protestants-christelijke scholen, op grond van artikel 23, in ieder geval de Kanjermethode, niet alleen mogen, maar ook moeten, weigeren.

Tot slot. Voor een goede aanpak van pesten is geen methode, maar zijn een duidelijke – al dan niet evangelische – opdracht, gezond verstand, een goed beleidsplan en concrete producten nodig. Als bij de aanpak ervan dan ook nog alle geledingen hetzelfde doel, de veiligheid van elke leerling, delen, kunnen we een veel belangrijker probleem gaan aanpakken, namelijk het verschijnsel dat in iedere groep van dertig leerlingen, gemiddeld genomen, vier tot vijf leerlingen verworpen worden. Deze leerlingen zijn significant eenzaam, significant depressief en hebben een significant lager zelfbeeld dan de andere leerlingen. Als we dat beseffen, worden veel antipestmethoden tamelijk zinloos. Aan de auteur van dit boek het compliment niet alleen de zinloosheid, maar ook de gevaren van de Kanjertraining aangetoond te hebben.

Inleiding
Hoewel op politiek terrein, helaas te vaak niet meer als middel voor campagne, aandacht is en wordt gevraagd voor normen en waarden, zijn het vooral de toenemende individualisering en de afnemende onderlinge betrokkenheid alsook de sterke groei van de allochtone bevolkingsgroep en een daarmee samenhangende problematiek geweest, die tot in de politiek om handelen en ingrijpen hebben gevraagd. Een en ander werd versterkt door de zojuist genoemde tragische voorvallen van wan- en pestgedrag. Dit leidde er toe dat sinds 1 februari 2006 in ons land alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs verplicht zijn invulling te geven aan de Wet Actief Burgerschap en Sociale Integratie. Sinds 1 oktober 2006 houdt de inspectie toezicht op de naleving van deze wettelijke opdracht. In het licht van deze ontwikkelingen maken veel scholen inmiddels gebruik van een of andere sociale vaardigheidstraining (afgekort SoVatraining) die dient te voldoen aan de door de overheid in het kader van de genoemde wet gestelde eisen en waarbij tegelijk verondersteld dan wel gehoopt wordt, dat zij handvatten bieden in de aanpak van met name het veelvoorkomende probleem van pesten op school naast de beoogde sociale vaardigheid.

Een van deze SoVatrainingen is de zogeheten Kanjertraining. Het is deze training die in dit boek onder de loep wordt genomen qua oorsprong, wetenschappelijke waarde, effectiviteit, pedagogische en didactische kwaliteit ervan, maar bovenal en in het bijzonder ook op haar toepasbaarheid binnen een christelijke setting. Tegelijk wordt kritisch gekeken naar de vraag of de training de door de overheid gestelde kerndoelen raakt en wordt tevens de motivatie van aanbeveling door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) en het ministerie van Onderwijs cultuur en wetenschappen (OCW) gewogen.

Tekst achterkant cover
Soep van Keistenen

Onder deze titel wordt de, inmiddels tot op kerkelijk erf doorgedrongen, Kanjertraining als één van de zoveelste SoVatrainingen zorgvuldig kritisch tegen het licht gehouden. Is deze training de aanbeveling van het ministerie van OCW waard en is de goedkeuring door het NJI wel zuiver en terecht? Voldoet de training aan de Wet Actief Burgerschap en Sociale Integratie en de daarbij uitdrukkelijk aangegeven kerndoelen? Wanneer de
laatste vraag negatief beantwoord moet worden, voldoet de school die de keuze voor deze training heeft gemaakt dan nog wel aan de door en bij de genoemde wet gestelde eisen en kerndoelen? Is de controle hier van de zijde van de Onderwijsinspectie wel deugdelijk? Heeft de training een wetenschappelijk draagvlak of gaat het daarbij om stutwerk achteraf? Is de training serieus een proefschrift waard? Zijn de onder de noemer ‘wetenschappelijk’ aangevoerde achtergronden consistent en als zodanig in de door het Instituut van Kanjertrainingen zelf als wetenschappelijk betitelde publicaties terug te vinden? Zijn de bedoelde achtergronden vervolgens voor de christen acceptabel? Hoe te staan tegenover de kerkelijke gemeenschap die de training in haar kinderwerk implementeert? Is de training pedagogisch- didactisch verdedigbaar? Tal van vragen die de auteur geordend en afgewogen aan de orde stelt en de lezer onherroepelijk voor de vraag stelt: Hoe serieus is een training waarvan de ontwikkelaar zegt: ”En zo had ik per ongeluk, in no time, een scherpe training in elkaar gedraaid’.
Kortom, wordt er in de training een bord soep voorgeschoteld gemaakt van keistenen?

Drs. J.G. Hoekstra studeerde theologie en was achtereenvolgens werkzaam als predikant/voorganger van verschillende kerkelijke gemeentes en als docent Godsdienst. Van zijn hand zijn intussen een aantal boeken verschenen.

 

 

Het boek heeft een gedrukte en er komt een e-book versie. Zie verder de webshop. 

 

 

 

 

Het verschijnsel BDE
Toen in de jaren zestig van de vorige eeuw er krachtige middelen voor reanimatie kwamen, is het aantal ‘bijna-doodervaringen’(BDE) sterk toegenomen. Er verschijnen publicaties over en getuigenissen van mensen die het meegemaakt hebben. Hoe kan men van uit Bijbels oogpunt dit nieuwe onderwerp bezien?

Positief
Het onderzoek van BDE’s wijst op een geestelijke dimensie buiten ons stoffelijke en psychische lichaam. De Bijbel toont de mens ook als een complex wezen met drie aspecten:

1. een tijdelijk stoffelijk lichaam,

2. een ziel met het intellectuele & emotionele en

3. een geest.

Waarschuwing

  1. Wees nuchter en gebruik je verstand (1Petr 1:12). Men kan vanuit BDE  geen conclusies trekken voor de toestand in de echte de dood. In de natuurwetenschap heet dat ‘extrapoleren buiten het meetgebied’.
  2. Luister naar de waarschuwing van Paulus. (2Kor 12:1-4) En ik weet van die persoon, of het in het lichaam of buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het, dat hij weggevoerd werd naar het paradijs en onuitsprekelijke woorden gehoord heeft, die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken.
  1. De Bijbel waarschuwt voor de geestelijke wereld en de toestand na de dood. Vanuit de onstoffelijke dimensie wordt de mens beïnvloed ten goede of ten kwade. Vanuit de Bijbel horen we de vraag te stellen bij BDE’s : is het goed en kan ik daarop ingaan, of is het niet goed en kan ik me er beter afzijdig van houden.
  • Het tweede gebod waarschuwt er voor geen beeld te vormen van de onzichtbare wereld. (Ex 20:4)
  • De BDE’s nemen angst voor de dood weg of men nu wel of niet in Jezus Christus gelooft. De Here Jezus waarschuwt juist voor wat er na de dood zal zijn. (zie bijv. Luc 12:4) En roept op om in Hem te geloven. (Joh 3:15,16,36)
  • BDE’s blijken waarzeggende eigenschap te hebben. De Bijbel waarschuwt daar herhaaldelijk voor. (bv. Deut 18:10)

Toetst alles en behoudt het goede. (1 Thess 5:21)
Uit het onderzoek van de bijna-doodervaringen blijkt dat er buiten zijn lichaam en ziel de mens toch bewust kan zijn van iets. Daar getuigt de Bijbel ook van:

– Ziel en lichaam zijn niet te scheiden. Ps 119:25: ‘Mijn ziel kleeft aan het stof (ons DNA)’

– Ziel en geest zijn wel te scheiden. Hebr 4:12:  ‘Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten.’

Zoals merg in de gewrichten nauw in elkaar verstrengeld zijn, zo zijn ziel en geest nauw met elkaar verstrengeld. Uit onszelf zijn we niet in staat te onderscheiden wat vanuit de onzichtbare wereld in onze gedachten komt of wat onze eigen gevoelens en gedachten zijn.

Alleen het Woord van God ( de Bijbel) kan ons dat duidelijk maken.

 

 

   

 

 

Bij Bijbel & Onderwijs is een boekje over de bijna-dood-ervaringen verkrijgbaar. Zie de webshop.  

Intelligent design  (intelligent ontwerp) houdt in dat bepaalde kenmerken van het heelal en organismen het best kunnen worden verklaard als het werk van een intelligent “ontwerp”.

Onherleidbare complexiteit
Het kernbegrip binnen ID (intelligent ontwerp) is:  ‘Onherleidbare Complexiteit’. Daarvan is sprake als in een systeem verschillende onderdelen allemaal gelijktijdig aanwezig moeten zijn om het te laten functioneren. Er wordt in de natuur complexiteit gevonden die niet door toeval in kleine stapjes ontstaan kan zijn. De kans op het ontstaan van onherleidbaar complexe systemen is niet heel klein, maar nul. Het is onmogelijk. Met kleine, willekeurige stapjes kunnen uiteindelijk de hoogste bergtoppen bereikt worden, maar zo kom je nooit op de maan.

De ID-beweging distantieert zich nadrukkelijk van het creationisme en claimt dat het zich strikt beperkt tot de natuurwetenschappelijke methode van herhaalbare waarnemingen en logische redeneren, zonder religieuze uitgangspunten. De verdienste van ID is een heldere beschrijving en beoordeling van de ontwikkelingen in de evolutietheorie, die ernstig tekortschiet als wetenschappelijke theorie en als verklarend principe. Het ontwikkelde alternatief is de hypothese van ontwerp op basis van Onherleidbare Complexiteit. ID bouwt aan een theorie die kan aangeven waar de grens ligt tussen complex en onherleidbaar complex. Dat blijkt een lastige klus.

Geen ontwerp zonder ontwerper
ID toont aan dat toeval geen onherleidbare complexiteit kan verklaren. Daarmee wordt tegelijk het fundament van de evolutieleer aangetast. Het enige alternatief voor blind toeval is een Intelligente Ontwerper.

De Bijbel stelt:
In Jezus Christus zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare ……; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. (Col 1: 16)
Het geloof nu is de zekerheid der dingen die men hoopt en het bewijs der dingen die men niet ziet.

Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare. (Hebr 11: 1 en 3)

De Bijbel waarschuwt:
Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart. (Rom 1:20,21)

 

Beste evolutionisten,

Aan alles merk ik dat jullie in elk opzicht buitengewoon ontzag hebben voor de historische wetenschap, want toen ik de publicaties en leerboeken las en de voorwerpen, die u vereert, in de musea en dierentuinen aanschouwde, heb ik ook een prachtig beeld gevonden met het opschrift “Lucie”, voorloper van de mens. Ik kan uitleggen waar jullie dan, zonder het te beseffen, veel ontzag voor hebben en ijverig naar zoeken.
De God, die de wereld gemaakt heeft met alles wat daarin is, woont niet in stoffelijke breinen van mensen, integendeel Hij zelf is het die aan allen het leven heeft gegeven. Hij heeft alle mensen laten voortkomen uit één mens, die door Hem was gemaakt, en Hij verspreidde hen over de aarde. Hij zorgde ervoor dat de mensen zouden zoeken naar antwoorden over hun oorsprong en het doel van het bestaan om op die manier te ontdekken dat Hij bestaat.
God is niet ver bij ons vandaan, want in Hem leven, bewegen en zijn wij. Wij zijn uit God voortgekomen en moeten niet denken dat wij Hem kunnen begrijpen. God is niet te vangen in de denkbeelden van de mens.
Hij verdraagt de mensen geduldig, maar roept iedereen op om niet langer voor zichzelf te leven, maar voor Hem. Want Hij heeft een dag vastgesteld, waarop Hij rechtvaardig over alle mensen zal oordelen, en Hij zal dit doen door een Man die Hij daarvoor heeft aangewezen. Om iedereen te garanderen dat Hij Zijn woord zal houden, heeft Hij die Man uit de dood laten opstaan. Deze Man, van wie de naam Jezus Christus is, heeft duidelijk laten zien en uitgelegd dat God Geest is, en dat niemand in staat is Hem te begrijpen of geloven tenzij die persoon de Geest van God ontvangt. Alleen met een nieuwe Geest zal de persoon God leren kennen.
(naar Hand 17:22-34)

Beste christenen die geloven dat de evolutieleer samen kan met de Bijbel,
Indien nu Gods Woord zegt dat door de zonde van de ene geschapen mens Adam, de dood in de wereld kwam, hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er al miljoenen jaren dood was, eer er een mens op aarde was?
Indien God miljoenen jaren lang dood en verderf geschapen heeft om de huidige mens te laten ontstaan, als voorlopige stadium van ontwikkeling, wat is dan het doel van de komst van Christus en wat is nut van jullie ‘christelijk geloof’?
Want de Bijbel leert dat de dood er is door één mens, en ook de opstanding der doden door één mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. (naar 1Kor 15:21)

                                                                dr. W.Hoek, chemicus en volgeling van Jezus Christus

 

Antisemitisme rukt op in Nederland

Sinds enkele dagen ben ik persoonlijk betrokken bij het zeer grote leed, aangedaan aan drie Joodse jongemannen, die in de nacht van de jaarwisseling zeer ernstig mishandeld zijn door ongeveer 15 tot 20 mannen van islamitische afkomst. Een van de Joodse mannen is de zoon van de familie die ik persoonlijk zeer goed ken. Op 6 januari heb ik twee van de drie ontmoet. Zij kwamen op mij ernstig getraumatiseerd over. Een van hen was ook lichamelijk gewond, evenals de derde persoon die er niet bij was.

Een samenvatting.

Hengelo, 1 januari 2014, 5.00 ’s ochtends.

Na het vieren van oud en nieuw zag een van de drie jongemannen een eethuis met een grote Davidster – geflankeerd door twee duiven – op de gevel en de naam Shalom. Gesterkt in het Joodse karakter van het eethuis[1] sprak een van hen op een rustige manier in het Hebreeuws met een werknemer van de zaak, die evenwel in het Arabisch antwoordde. Toen de Joodse man aan de eigenaar vroeg of het wel een Joods eethuis was, vroeg deze waarom ze dat wilden weten. Op hun antwoord dat ze Joods waren en vooral nadat een van hen een Davidster liet zien, sloeg de vlam in de pan bij de eigenaar. Hij schreeuwde: “Eruit!” Daarna leek alles tegelijk te gebeuren. Een uitsmijter, de baas en enkele anderen begonnen in het wilde weg te schoppen en te slaan, waarbij een van de drie een behoorlijke hoofdwond opliep, doordat hij bewerkt werd met een kapotte fles. Eenmaal buiten wierp een uitzinnige groep van zo’n 15 tot 20 islamitische mannen zich op de twee overblijvende vrienden: ‘We wisten niet waar ze vandaan kwamen.’ Voortdurend werden ze op de grond getrokken en getrapt en geslagen waar het maar mogelijk was. Uiteindelijk werden de jongens een doodlopende steeg ingedreven en daar werd in het wilde weg op hun ingetrapt. Er werd naar hen gegooid met flessen en fietsen. Door het ingrijpen van enkele uitsmijters van andere cafés kwam een einde aan deze nachtmerrie, die op het punt stond verkeerd af te lopen. Alles bij elkaar had deze nachtmerrie zo’n 7 minuten geduurd. De beide jonge mannen verklaarden: ‘We waren omsingeld… ze wilden ons dood schoppen…’

‘We waren doodsbang… er was een moment dat we dachten: het komt niet meer goed…’ ‘Vanaf het moment dat we binnen aangevallen werden, was ik alleen maar bezig om in leven te blijven.’ ‘Ze waren niet van plan om te stoppen… we werden met een ongelofelijke haat en genadeloos geslagen.’ ‘Er kwam maar geen eind aan!’ ‘Het deed heel veel pijn!’ ‘Het is een Godswonder dat we nog leven!’ Ongeveer een halve minuut later was er politie… Kwamen zij naar de slachtoffers?

Nee, ze onderhielden zich uitgebreid met de aanvallers, gaven hun de kans hun (leugen…)verhaal te doen. En pakten toen zonder enige vorm van proces of wederhoor de jongeman op die de Davidster had getoond, die behoorlijk gewond was aan zijn hoofd, duizelig was en bijna niet kon lopen en vervoerden hem per politieauto naar een cel. En wel: op verdenking van mishandeling ‘terwijl ik geen enkele klap heb uitgedeeld of uit heb kunnen delen.’ Op zijn vraag: ‘Mag ik een dokter?’ kreeg hij als antwoord: ‘Daar moet je wel voor betalen…’ Verder werd er niet naar hem omgekeken. Toen zijn vriend, op wie ook ingeslagen was, aan een agent vroeg of hij ook zijn verhaal mocht vertellen, omdat de groep van 15 tot  20 uitgebreid de kans kreeg hun zegje te doen, kreeg hij als antwoord dat hij een afspraak moest maken.

Zijn verhaal mocht hij niet kwijt. Pas op 6 januari 2014 kon hij aangifte doen. Intussen hebben de twee aangifte gedaan van zeer ernstige mishandeling, discriminatie, extreem antisemitisme en poging tot doodslag! De Joodse organisaties CIDI, NIW en de PVV gaan aan de bel trekken. Maar: vanuit christelijke hoek blijft het (zeer teleurstellend) stil.

In wat voor maatschappij leven we? Joodse mensen kunnen niet meer veilig uitkomen voor wie zij zijn, durven geen keppeltje te dragen op straat. In maart 2012 werden een Joodse rabbijn en drie Joodse kinderen in Frankrijk vermoord. Is deze vlammende haat, ook in Nederland, een voorteken van oplaaiend antisemitisme op het niveau van 70 jaar geleden? Een tijd die we toch nooit meer terug willen? En is het zo dat islamitische landgenoten in Nederland de dienst gaan uitmaken en eigen recht (sharia?) toepassen op Joodse landgenoten? Moet het zover komen dat Joodse landgenoten zich niet meer veilig voelen en gaan uitwijken naar andere landen? Naar Israël? Hebben christenen niet een megagrote schuld tegenover de Joden vanaf de tijd van de vroege kerk (o.a. de vervangingstheologie)? [2] Een – op uitzonderingen na – schuldig stilzwijgen tijdens de systematische Jodenmoord in de shoah? Wordt het niet hoog tijd dat christenen hun antisemitisme gaan belijden en zich daadwerkelijk inzetten voor onze oudste broer?

Antisemitisme neemt hand over hand toe.

Steeds meer landen laten Israël vallen. In de media wordt hard meegedaan om Israël zwart te maken. Bij voorbaat is Israël de gebeten hond en gaan Hamas, Hezbollah en de Palestijnse autoriteit over het algemeen vrijuit. Israël is de ‘bezetter’, maar over de ontelbare raketaanvallen door terroristen als Hamas en Hezbollah wordt niet gesproken. Israël is voor een toenemend aantal mensen de boze genius, die aangepakt moet worden. Het mes moet erin! Boycotacties in Nederland alom: in juli 2013 supermarkten als Hoogvliet, Jumbo, Aldi en HEMA en nu ook al waterbedrijf Vitens, Ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en PGGM.

De politiek en vele Nederlanders lijken blind.

Waarom wil Israël niet geheel verdwijnen uit de Westbank (“Judenrein”)? Omdat Israël de werkelijke agenda van Hamas én de Palestijnse Autoriteit kent: Israël moet van de kaart en één groot Palestina daarvoor in de plaats. En wat zal Israël wachten als het zou vluchten naar het Westen? Een forse antisemitische ontvangst!

Wanneer worden we wakker?

De God van Abraham, Isaäk en Jakob zegt: ‘Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken” (Genesis 12:3).

 

Ruud van der Ven

 


[1] Zo ook de menukaart met broodjes Haifa, Jeruzalem en Tel Aviv!

[2] Zie het bijzonder aangrijpende boek Bloed aan onze handen. De tragische geschiedenis van de Kerk en het Joodse volk, Michael Brown.

Wat is goed onderwijs?

Inleiding

Er heerst soms felheid in de discussie over de evolutieleer. Het gevaar bestaat dat men daardoor het doel en de innerlijke drijfveren uit het oog verliest. Het ‘digitale tijdperk’ biedt ieder de mogelijkheid gegevens te kiezen die passen in het eigen standpunt, terwijl men zich niet bewust is van de basis van die gegevens en de geestelijke dimensie in het eigen inzicht. We helpen onze jeugd door hen daarop te wijzen en hen te leren beoordelen en zelfstandig een keuze bepalen. De volgende leerdoelen kunnen daarbij nuttig zijn.

1. Leren onderscheiden: de evolutieleer is een historische wetenschap.

Kenmerk van natuurwetenschappelijk onderzoek is de herhaalbaarheid in het heden, onafhankelijk van de uitvoerder. Van de resultaten maakt iedereen dagelijks gebruik.

Figuur 1 Resultaten van natuurwetenschappelijk onderzoek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De evolutieleer gaat over het ontstaan en ontwikkelen van leven in het verleden en is dus een historische wetenschap. De geschiedenisleraar zal uit kunnen leggen dat geschiedschrijving “standplaatsgebonden en doelgericht” is. Dat wil zeggen, dat men vanuit de huidige positie naar iets dat in het verleden gebeurd is, kijkt en schrijft daarover met een bepaald doel.

Eenzelfde gebeurtenis staat in de geschiedenisboeken van verschillende landen dan ook verschillend beschreven. Denk dan aan bijvoorbeeld de kruistochten, de koloniale tijd enz. De belangrijke vraag is dus vanuit welk standpunt wil men de geschiedenis van het ontstaan van de mens beschrijven? En daarbij hoort wat het doel van die beschrijving is is?

Figuur 2 Twee standpunten van waaruit men naar de oorsprong in het verleden kijkt.

 2. Kennis van de verwarring over het begrip evolutie

Men kan onderscheid maken tussen micro-evolutie en macro-evolutie. Een voorbeeld van micro-evolutie is het bestaan van de verschillende hondenrassen, die door gericht fokken ontstaan zijn. Macro-evolutie is de evolutie van een vis tot landdier, respectievelijk vogel.

Voor problemen als ziekenhuisinfecties, genetische modificatie, biodiversiteit etc. is kennis van macro-evolutie irrelevant. Waar het immers bij deze voorbeelden om gaat, is het ophelderen van de oorzaken van de problemen, ontwikkeling van technieken, ontrafelen van werkingsmechanismen en handhaven van de huidige biodiversiteit. Hierbij kan kennis van de mechanismen van micro-evolutie wel van nut zijn, maar speelt macro-evolutie geen rol.

Figuur 3 Illustratie ter verduidelijking van de termen ‘micro-evolutie’ en ‘macro-evolutie’.

 3. Leren exact logisch denken; enkele voorbeelden

3.1 Let op onbetrouwbare extrapolatie.

Bij de ondersteuning van de evolutieleer vanuit verschillende vakgebieden trekt men soms onbewust conclusies over iets in het verleden uit waarnemingen in het heden. Dit heet in de scheikunde en natuurkunde: extrapolatie buiten het meetgebied. In de wiskunde zal men zeggen dat de randvoorwaarden ontbreken.

Een eenvoudig voorbeeld:  kan men uit de waarnemingen om 11.00. en 11.30 uur met zekerheid concluderen waar de auto om 10.30 uur was?

Figuur 4  Extrapoleren buiten het meetgebied is niet betrouwbaar.

3.2. Leer het verschil zien tussen feit en interpretatie.

We gaan uit van een feit:  verspreid liggende fossiele botten.

Dan volgt de interpretatie: de botten worden gerangschikt en geconcludeerd wordt dat ze afkomstig zijn van een uitgestorven overgang tussen aap en mens. Een kritische vraag die daarbij gesteld kan worden is of de harige “Lucy” zintuiglijk wordt waargenomen of instrumenteel gemeten kan worden? Of hangt dit af van de gedachten die men daarover heeft?

Figuur 5  Waargenomen feit en een mogelijke interpretatie .

3.3. Verklaringen kritisch beoordelen op fysische realiteit

In een leerboek staat de volgende stelling:Grand Canyon werd gedurende miljoenen jaren uitgeslepen in gesteente.”

Er is een fysische wetmatigheid: water kan niet gelijktijdig meanderen (een slingerende beweging maken) en vast materiaal doorsnijden.

Figuur 6 De Grand Canyon

Dan een uitzending via schooltv.nl: Ongeveer 200 miljoen jaar geleden zag Nederland er heel anders uit. Het gebied was toen bedekt door zee. Geen open zee, maar een ondiepe randzee gevuld met zout water. Het was hier erg warm en droog. Daardoor verdampte het water en bleef er steeds zout achter. Dat werd een harde laag steenzout.

Weer is er een fysieke werkelijkheid: de zoutlaag bestaat uit puur NaCl (keukenzout). Er zitten geen fossielen van zeedieren in, dus geen vissen, schelpen, algen en dergelijke. Dat is toch onbegrijpelijk? [ Voor meer verschillende soorten bewijsvoering zie: http://www.evolutie.biz/Bewijsvoering/Bewijsvoering.pdf ]

4. Leren nadenken over de consequenties van een overtuiging

Speciaal voor bèta-leerlingen met een technisch rechtlijnig denkend brein kan het verhelderend werken erop te wijzen dat de bril waardoor we naar het verleden kijken onze innerlijke overtuiging/zekerheid of ons geloof is. Die ‘bril’ heeft ook invloed op de visie die men heeft op normen en waarden. [zie http://bijbelenonder.wpengine.com/evolutie-nee/evolutie-feiten-gevolgen-voor-normen-en-waarden-brochure/ ].

Figuur 7 De visie op normen en waarden wordt bepaald door innerlijke overtuiging/geloof.

Een gevolgtrekking is: het innerlijke onzichtbare (onstoffelijke) geloof is herkenbaar aan de uitwerking/de daden/het streven.

De ‘evolutieleer’ is maar één van de symptomen van niet-Bijbels-denken en wordt in feite gevoed door het begeren en de geldzucht. Journalisten, dierentuinen, musea enz  brengen wat ‘men’ begeert en wetenschappers dienen onderzoeksprogramma’s in waar geld voor beschikbaar komt. ( zie http://www.dewegwijzer.net/econweb.html )

Voor christenen (de naam werd oorspronkelijke naam gegeven aan volgelingen van Christus), gaat het ten diepste om het geloof in Jezus Christus. Hij is de Zoon van God en deze God is Geest (Joh 4:23). Jezus werd mens en liet zien hoe God is. Jezus is het vleesgeworden Woord, (het zichtbaar geworden Woord van God). Door in Hem te geloven zien we meer dan degenen die geloven in wat andere mensen zeggen (die onder invloed van een andere geest overtuigd zijn). Dan zien we achter de zichtbare wonderbaarlijke wereld de Auteur, de Schepper.

5. Conclusie

Een aspect van het onderwijs is het leren zelfstandig te denken. Speciaal in het digitale tijdperk met een overmaat aan gegevens is het belangrijk dat leerlingen kritisch logisch leren denken.

Vanuit dat oogpunt is het verstandig het onderwijs in de evolutieleer te benutten om duidelijk te maken dat mensen feiten verschillend kunnen waarnemen en interpreteren, doordat ze onbewust vooringenomen zijn. Met dat doel heeft dr. Bliss het boekje ‘Twee modellen EVOLUTIE SCHEPPING’ geschreven (zie de webshop van http://bijbelenonder.wpengine.com/webshop/ en wordt door stichting ‘De oude wereld’ lesmateriaal ontwikkeld. (zie  http://www.oude-wereld.nl/  )

 

Dr. W.Hoek

Alternatief balanceren in de gezondheidszorg
Een vrouw komt op de pijnpoli in verband met chronische hoofdpijnklachten. Naast een gesprek met de anesthesist heeft ze ook een gesprek met de psychiater van het pijnteam. Deze zegt al snel: ‘Mevrouw, we hebben een goede therapie: aandachtstraining.’ Een onschuldig klinkende naam. Zou ze het niet eens kunnen proberen? Een verpleegkundige maakt bewegingen met haar handen over een bijkomende patiënt in de verkoeverkamer. Ze zegt ook goede resultaten te hebben bij huilbaby’s en onrustige demente bejaarden. Haar afdelingshoofd vindt het goed dat ze dit doet. Het betekent namelijk een rustige nachtdienst, ook voor haar collega’s en de artsen die minder vaak opgeroepen hoeven te worden. Geregeld gebeurt het zelfs, dat een patiënt na de behandeling in slaap valt en geen slaap- of pijnmedicatie voor die nacht nodig heeft. De verpleegkundige noemt de methode waar ze een diploma voor gehaald heeft therapeutic touch ofwel TT.

Bij de laatste zaalronde voor de nacht komt ze bij een man, die zegt erg op te zien tegen de operatie de volgende dag. Als ze hem een behandeling aanbiedt, vraagt hij bezorgd of ‘het toch niet verkeerd is’ voor hem als christen. De verpleegkundige stelt hem gerust met de woorden dat het gaat om neutrale overal om ons heen aanwezige energie en dat het geen enkel negatief effect heeft op het geloofsleven. De man laat de behandeling toe en merkt op dat hij er rustiger van wordt. Het helpt.
Alternatief balanceren: wat kan wel en wat kan niet voor een christen? Het is belangrijk daarover na te denken, want de ziekenhuizen lijken niet langer afwijzend te staan tegenover allerlei alternatieve behandelwijzen. 

Andere ziekenhuizen 
In een artikel in het ND (sept. 2007) met als kop ‘Oosters denken in ziekenhuizen’ wordt vermeld, dat er steeds meer ruimte is voor integratieve geneeskunde, dat gedefinieerd wordt als een samengaan van reguliere geneeskunde met veilige en werkzame alternatieve of complementaire (= aanvullende) geneeskunde. ‘Alternatieve geneeswijzen als healing en reiki veroveren terrein, naast rustgevend bedoelde zaken als yogacursussen en aromaverneveling. De grens tussen reguliere en alternatieve geneeswijzen vervaagt. Het Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam loopt in deze trend voorop. En zo gebruikt de kinderafdeling van Slotervaart naast aromatherapie ter ontspanning visualisatieoefeningen, yoga en massage,’ aldus het artikel. Ook verdiepten drie kinderartsen zich in hypnose.

Uit mijn enquêteonderzoek in ziekenhuizen blijkt dat ‘zachtere zorg’ thans in de helft van de Nederlandse ziekenhuizen is ingevoerd. De meest succesvolle formule voor een ziekenhuis in de 21e eeuw lijkt te zijn: optimale zorg + helende omgeving + zachte zorg. Deze formule wordt teruggevonden bij de zgn. Planetree-ziekenhuizen. De aanvulling van ‘zachtere zorg’ komt bij het Flevoziekenhuis in Almere neer op de aanbieding van acupunctuur, massage en meditatie.

‘Zachte zorg’: mindfulness 
Een vorm van ‘zachte zorg’ die in sneltreinvaart het terrein van de gezondheidszorg en van het bedrijfsleven verovert, is mindfulness. Mindfulness wordt onder de onschuldige naam ‘aandachtstraining’ gepresenteerd en door steeds meer christelijke hulpverleners als psychologen en psychiaters aangeprezen en toegepast.
De methode is in 1979 ontwikkeld door de Amerikaanse moleculair bioloog Jon Kabat-Zinn als effectief middel in de strijd tegen stress en met stress verbonden ziekten. Vanaf 1992 is door Kabat-Zinn samen met drie hoogleraren psychologie de aandachtgerichte cognitieve therapie ontwikkeld als methode tegen terugkerende depressies en is erkend als wetenschappelijk werkzame therapie. Door steeds meer psychologen en psychiaters, ook in de academische ziekenhuizen, is de methode omarmd in de strijd tegen depressies.
Maar waar komt deze methode vandaan? Kabat-Zinn, zelf fervent beoefenaar van boeddhistische meditatie, legt uit dat mindfulness westers boeddhisme genoemd kan worden, omdat de ballast van religieuze tradities en rituelen ontbreekt. Meditatie ‘zonder Boeddha’ dus.
Geen wierookstokjes, geen Boeddhabeeld, maar een rustige zaal met patiënten die concentratieoefeningen doen onder leiding van psychologen die zich gespecialiseerd hebben in mindfulness. Terecht rijst dan de vraag wat er tegen zo’n ‘neutrale’ techniek zou kunnen zijn, die met succes ingezet wordt in de strijd tegen pijn, stress en depressie bij de westerse (overstresste) mens?
Niet alleen patiënten hebben er baat bij, maar inmiddels hebben ook veel artsen en andere hulpverleners, die immers gebukt gaan onder een stressvolle baan, de weg gevonden naar mindfulnesscursussen.

Mindfulness zou geheel ontdaan zijn van Boeddha. 
In het boek Alternatief balanceren in de gezondheidszorg wordt uiteengezet dat niets minder waar is: bij mindfulness gaat het wel degelijk om boeddhisme, maar dan in westers gewaad gehuld.

1. Zo geeft Kabat-Zinn in een persoonlijk interview toe, dat het bij mindfulness gaat om boeddhisme en dat het een van zijn diepste verlangens is de geneeskunde te transformeren in mindful-geneeskunde. In zijn trainingsprogramma van 8 weken wordt eraan gewerkt, dat mindfulness een tweede natuur wordt. Dagelijks dient namelijk drie kwartier tot een uur gemediteerd te worden, ook na het stoppen met het trainingsprogramma. Doel is: transformatie, verandering van de persoon.

2. De belangrijkste pijlers van het trainingsprogramma zijn: niet oordelen, geduld, eindeloos beginnen, vertrouwen, niet streven, acceptatie en loslaten. Mindfulness dient het gehele leven te doortrekken en zichtbaar te worden in de ontwikkeling van eigenschappen als vriendelijkheid en hulpvaardigheid, kalmte, mildheid in je oordeel over jezelf, je inzetten voor het welzijn van mensen, dieren en de natuur, gelijkmoedigheid, edelmoedigheid, vrijwillige eenvoud, volledig mens worden, het pad van beoefening gaan, een verandering van denken, inkeer en niet kwetsen. Op het oog lijkt het te gaan om met het christendom overeenkomende deugden, tot je dieper gaat kijken. Dan blijkt dat met niet oordelen en geduld bedoeld wordt: elk moment laten zijn zoals het is, zonder er een etiket met ‘goed’ of ‘slecht’ op te plakken. Om zover te komen is het nodig denken en voelen te ontledigen.
Ontledigen van denken staat volkomen haaks op de Bijbelse opdracht om de Here, onze God, lief te hebben met geheel ons verstand (Matt 22:37), hervormd te worden door de vernieuwing van ons denken (Rom 12:2) en verjongd te worden door de geest van ons denken (Ef 4:23). Door de meditatie wordt het verstand uitgeschakeld en ontstaat een opening voor de gevallen geestelijke wereld, zoals die van Boeddha (de geestelijke wapenrusting uit Ef 6:10-20). Nooit schakelt de Heilige Geest ons verstand uit, maar juist in (om de Here, onze God, lief te hebben).
En wat te denken van het beoefenen van mindful niet-oordelen en geduld? Het gevolg is in plaats van bewogenheid apathie, onverschilligheid tegenover datgene wat men observeert. Het ging door mij heen: in hoeverre is het denkbeeldig dat iemand die veel mediteert stoïcijns, apathisch, zou kunnen toekijken naar een moord die vlak voor zijn of haar ogen gebeurt, zonder te oordelen, om niet in de stress te schieten?

3. Mindfulness biedt een andere weg, een andere waarheid en een ander leven.
Onder de westerse, wetenschappelijke dekmantel van mindfulness gaat niets anders dan een oosterse meditatie schuil en hoe je het ook wendt of keert: alle oosterse meditatietechnieken zijn heilstechniek en heilsweg ‘van beneden naar boven’. Het doel van de oosterse meditatie is het opgaan van het individuele (= het Zelf = Atman (Sanskriet voor ademtocht, ziel)) in het ‘Al’ (= de ‘wereldgeest’ = de ‘goddelijke wereldziel’ = Brahman).
Dit opgaan is de echte verlossing/bevrijding en heet: moksja. Bij deze zelfverlossing streeft men naar een opheffing van de individualiteit en gaat het in wezen om zelfvergoddelijking.
Het evangelie van mindfulness brengt geluk en ontspanning door ontlediging van gedachten en gevoelens. Echte resultaten worden evenwel slechts verkregen door trouwe overgave, ofwel een leven vol mindfulness (een mindful leven).
Dagelijks een uur mediteren. De dag beginnen, stille tijd met mindfulness. Problemen en stress tegemoet treden met: mindfulness
Jezus’ woorden ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’ verdwijnen op de achtergrond door een mindful leven dat zelf voorziet in het schenken van rust en het wegnemen van zorg en bekommernis. Kabat-Zinns heilsweg nodigt zelfs uit mindful (met aandacht) afscheid te nemen van het leven: leren boeddhistisch = meditatief te sterven  (stervenskunst). Hoe gruwelijk is het dat Satan de laatste kans van een mens om nog gered te kunnen worden voor de eeuwigheid (door het evangelie, dat een kracht Gods is voor een ieder die gelooft, Rom. 1:16) ook nog wil afpakken. Mensen ‘behulpzaam’ willen zijn om meditatief rustig te sterven, maar dan zonder Christus. Mindfulness is een heilsrover met een ander evangelie, een andere Jezus en een andere geest (2 Kor 11:4). Kabat-Zinn noemt mindfulness zonder omhaal van woorden ‘een levensbehoefte, een reddingslijn’ en merkt met stelligheid op, dat als we bereid zijn ook maar heel even te mediteren, we op ieder moment in contact kunnen komen met het tijdloze en ‘daaruit, en daaruit alleen, komt alle heil voort’. Met andere woorden is mindfulness dé ultieme heilsweg…

Ontmaskering en gevolgen
Mensen die met mindfulness aan de gang gaan, ondergaan een proces van transformatie, verandering, waarin het wereld-, mens- en Godsbeeld heel sluipend verandert in oosterse richting. De blikrichting wordt bij mindfulness heel subtiel afgeleid van Christus naar de eigen goddelijke kern. Door oefening, lees meditatie, kunnen liefde en vriendelijkheid gegenereerd worden. Deze liefde kan gericht worden op jezelf, op anderen (ook op overledenen…) maar ook op de geschonden aarde (moeder Aarde). Het gevolg van al dit uitreiken is, dat we zelf groeien en veranderen, waardoor we de wereld veranderen. De Dalai Lama zegt: ‘Mijn religie is vriendelijkheid.’
Kabat-Zinn spreekt van een nieuwe ziens- en zijnswijze, waarin beoefening van aandacht eenvoudig ‘het steeds opnieuw ontdekken van de draad die alles met alles verbindt’ is, verwoord in de ene term verbondenheid: verbondenheid met het universum, het AL, de tijdloosheid achter geboorte en dood, verzoening met de dingen zoals ze zijn, waardoor we heelheid en eenheid ervaren. Hier is definitief een andere geest aan het roer gekomen.
Aangeland in de (‘goddelijke’) kern is het bewustzijn ontwaakt/doorgebroken, dat alles één (en goddelijk) is. Mensen worden op deze wijze (al mediterend) rijp gemaakt voor de nieuwe wereldorde onder leiding van de antichrist (het beest uit de zee) en zijn geestelijke adviseur de ene wereldleraar (het beest uit de aarde, de valse profeet), die aan wil sturen op de éénwereld-religie (Openbaring 13), beide allerminst vol van de Heilige Geest, maar daarentegen van de geest van de afgrond. Op dit niveau aangeland is er geen absolute waarheid meer, hebben alle religies een weg die alle leiden tot het volmaakt gelukzalige goede (de hemel op aarde).

Samenvattend 
Het edele achtvoudige pad is het boeddhistische pad naar verlichting. Een dergelijk pad of een dergelijke verlichting heeft een christen niet nodig. Jezus zei: ‘Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij’ en ‘Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.’
Ons uitgangspunt als christen dient te zijn ‘Toets alles en behoudt het goede!’ Er zijn zeker ook veilige en goede vormen van ‘zachte zorg’, waar we met dank gebruik van kunnen maken, zoals (kruidengeneeskundige) aromaverneveling, massagetherapie (tenzij de therapeut vanuit oosterse achtergronden werkt), bepaalde kruiden, vitaminen en mineralen. Maar er zijn ook vormen van ‘zachte zorg’ waar we beter verre van kunnen blijven.

Drs. Ruud van der Ven, arts en auteur van ‘Niemand anders dan Jezus alleen’, ‘Van kwaal tot erger’ en in 2011 zal ‘Alternatief balanceren in de gezondheidszorg’ verschijnen.