Hypnose op velerlei gebied
Steeds vaker worden ook christenen op allerlei gebieden met hypnosepraktijken geconfronteerd:bij psychologen en bij de psycho- of hypnosetherapie, in volkshogescholen, in allerlei zelfhulpgroepen, bij computer- en videospelletjes, bij cursussen rondom zwangerschap en geboorte, bij medische zorg op school, in de medische voor- en nazorg, bij management en verkoop, op tv en bij de tandarts, bij benoemings- en bekwaamheidstesten, in het basis- en hoger onderwijs en zelfs in christelijke gemeenten. Daarom moeten we indringende vragen stellen: Wat is hypnose? Is hypnose een onschuldige psychotechniek of een quasireligieuze of misschien een occulte bezigheid, die het lichamelijke en geestelijke welzijn beïnvloeden kan?

Een boek over hypnose van dr. Franzke: 140 blz., € 12,80
1. Wat is hypnose?
Onder hypnose moet verstaan worden: alle technieken en situaties die tot een toestand van “trance” (kunnen) leiden. Trance is een bijzondere bewustzijnstoestand, waarbij de wil en het verstand verregaand uitgeschakeld zijn, de waarneming beperkt is, “innerlijke beelden” voor het geestelijk oog ontstaan en bovennatuurlijke fenomenen mogelijk zijn.
2. En hoe gaat dat?
In de regel dienen de deelnemers een rustige, iets donkergemaakte ruimte op te zoeken en een bepaalde lichaamshouding aan te nemen. Er wordt soms zachte trance bevorderende achtergrondmuziek gespeeld. Tenslotte moeten de deelnemers een serie aanwijzingen beluisteren en opvolgen om de trance op gang te brengen. (zgn. suggesties). Maar voor alles moeten ze:
-het zich aangenaam maken,
-de ogen dicht doen,
-zich ontspannen (ontspanningsoefeningen),
-de spieren ontspannen,
-alles loslaten, de gedachten laten komen en laten gaan (yoga),
-op de ademhaling letten,
-bijzondere ademoefeningen doen,
-hun aandacht op een enkel “punt” richten (beperken, fixeren, concentreren, centreren, verzamelen, focussen), bijvoorbeeld op een pendel, een vinger, een pen, een munt enz.,
– iets naar boven kijken, eventueel naar een bepaald voorwerp,
-denken aan iets moois en deze situatie opnieuw beleven met alle vijf zintuigen,
-zich voorstellen naar een andere plaats, in een andere wereld of tijd te reizen,
-“innerlijke beelden” voor het geestelijke oog waarnemen of eenvoudigweg “laten komen”.
Bovendien zijn er een massa andere hypnosetechnieken, bijvoorbeeld bij NLP (= Neuro Linguistisch Programmeren): de inbeddingstechnieken, woorden , die ten doel hebben iemand in trance te brengen, in teksten , in het bijzonder door sprookjes in te bouwen. De confusietechnieken door bijvoorbeeld onlogische zinsconstructies, die de geest moeten verwarren. De spiegeltechnieken, waarmee we gespiegeld of geïmiteerd moeten worden.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen ook de volgende praktijken een hypnotisch karakter hebben:
-acupunctuur
-voortdurend zwijgen
-associatietechnieken
-automatisch schrijven
-ayurveda, div. technieken
-bidden met de rozenkrans, van de mala of subha
-bidden en zingen “in tongen”(charismatisch)
-biofeedback-handelingen
-brainstormen
-bungeejumpen en aanverwante activiteiten
-clustering
-voortdurende stress
-“Trust Fall”
-drugs, shocks, horror, angsten
-extreem vasten (voorzichtig bij het “therapeutisch vasten”)
-extreem gedrag
-extreme sporten
-buitengewoon schreeuwen en ruziemaken, excessieve woedeuitingen
– familieopstellingen volgens Hellinger
-innerlijke teams (F.Schulz von Thun )
-isolatietank (samadhi tank)
-joggen, walken ( over een kritieke drempel gaan)
-koudeprikkels (Kneipp)
-lichamelijke en geestelijke uitputtingstoestanden
-creatief schrijven
-korte filmfragmenten in muziekvideo’s
-laserprojecties in de disco
-marathonloop
-massagetechnieken
-meditatie, yoga, tai chi, tchi gong en aanverwante praktijken
-mind-mappingtechnieken
-muziekstijlen (meditatie- en ontspanningsmuziek, diverse klassieke, hip-hop en technomu ziek, natuurklanken en sfeermuziek, enz.
-power-aerobic en aanverwante praktijken
-psychotherapieën, div. technieken
-prikkels door overmatige informatie
-sensory deprivation
-rollenspelen (div) en aanverwante identificatietechnieken (familieopstellingen)
-sauna en zweethut (inipi)
-slaap- en voedselonthouding
-sociale isolatie
-speltherapieën voor kinderen div.
-dagdroomtechnieken
-geheugentrainingstechnieken
-overlevingstrainingtechnieken, div.
-wierook, rookstaafjes, geuren en aromastoffen in lampen, in badwater
-wellness- en fitnesstraining, div. praktijken
Alle activiteiten kunnen uiteindelijk tot een toestand van trance leiden, waarbij men zich volledig op een enkel “punt” of gedachte moet concentreren. Daartoe behoren schaken en aanverwante spellen. Spelletjes met de Game Boy, met Playstation en met de computer, waarbij zonder onderbreking op een punt gestaard moet worden (autoracen, Moorhuhn, e.v.a). Daarbij horen diverse tests die onder grote tijdsdruk gedaan moeten worden. (bekwaamheidstesten en tests bij arbeidsbureaus ), het tekenen van “liggende achten” of het klimmen op klimwanden en het kisten stapelen, het balanceren op koorden, (door volle concentratie op het touw, op de vinger, op het evenwichtspunt). Activiteiten die iemand duizelig kunnen maken en ook in trance brengen en/of je geest in verwarring brengen (achtbaan of carrousel), maar ook het beluisteren /lezen van confuse teksten. Maar bovendien drugs en andere hallucinerende middelen en op een bepaalde wijze bereide theesoorten.
3. Wat moet je daar nu allemaal mee ?
Volgens de heersende opvatting is hypnose een universeel wonderprogramma. Met hypnose is, naar men beweert, bijna alles mogelijk. Hypnose wordt als wetenschappelijk erkende ontspannings- , therapie- en genezingsmethode beschouwd.
Naar het schijnt kan hypnose ontspanning bewerken, lichamelijke en geestelijke ziekten genezen of zelfs voorkomen. Naar het schijnt kan hypnose de persoonlijkheid in bepaalde levensomstandigheden positief beïnvloeden , de persoonlijkheid versterken, prestatieverhogend werken en helpen bij het leren. In werkelijkheid is hypnose echter geheel iets anders.
a. Bij hypnose wordt de aanpak bepaald door technieken die trance in gang moeten zetten. Strikt genomen is hypnose een “ trance- en doorway-” techniek. Ze leiden naar een toestand van trance, die de deur naar andere, onzichtbare werelden en machten opent. De psychologie en de hypnoseliteratuur noemen ze de wereld van het onbewuste of onderbewustzijn. Veelvuldig wordt van het “hogere zelf”, of van zogenaamde “delen” of “deelpersoonlijkheden” gesproken die, zo wordt verondersteld, diep in onze ziel huizen.
Het is interessant dat het onbewuste of het onderbewuste dezelfde eigenschappen heeft, die de Bijbel aan God toeschrijft. Het onbewuste of het onderbewustzijn lijkt almachtig, alwetend, wijs en edel, hulpvaardig en goed te zijn. Je kunt op het onbewuste of het onderbewustzijn vertrouwen. Het is (een) je vriend, helper en raadgever.
b. In werkelijkheid bestaat hypnose uit technieken van astralprojectie. Zoals de hypnoseliteratuur duidelijk maakt , kan hypnose de inleiding tot buitenlichamelijke zielenreizen zijn. In een toestand van trance kan de gehypnotiseerde zijn lichaam verlaten en naar een andere, onzichtbare wereld reizen.
c. In werkelijkheid is hypnose een techniek van (spirituele) transcommunicatie. In een trancetoestand zou de gehypnotiseerde met onzichtbare werelden en machten communiceren. Klaarblijkelijk kunnen toestanden van trance een soort “innerlijk beeldscherm” activeren waarop “innerlijke beelden”, zoals op een projectiewand in een bioscoop, geprojecteerd kunnen worden. Daarbij kan de gehypnotiseerde als zender en ontvanger functioneren. Naar behoefte kan hij dan in zijn trancetoestand “innerlijke beelden” zenden of ontvangen. Voor het innerlijke of geestelijke oog speelt zich dan een soort film af. Meestal onthult deze film een schijnbaar ”verborgen weten”: over het nu, over het verleden of zelfs over de toekomst. In sommige gevallen geeft hij zogenaamde inzichten in traumatische belevenissen uit de vroege kindertijd. (geliefd motief: sexueel misbruik, mishandeling) , in veronderstelde geboortetrauma’s of zelfs in traumatische belevenissen in “vroegere levens” (geliefd motief: heksenverbranding op de brandstapel). In andere gevallen wordt zelfs “een blik in de hemel” toegestaan (zgn. bijna- doodervaring). In deze samenhang moeten we de alles beslissende vraag stellen: Wie maakt en start nu eigenlijk de film? Uit wetenschappelijk oogpunt is het het onbewuste of het onderbewustzijn. Maar uit Bijbels standpunt zijn het de machten van de duisternis. Vanuit Bijbels standpunt is hypnose een techniek van communicatie met verschillende machten van de duisternis. Volgens de Bijbel kan de gehypnotiseerde in een toestand van trance zich richten op de machten van de duisternis met hulp van suggesties en visualiseren ( innerlijke beelden).
Aan de andere kant kunnen de machten van de duisternis aan de gehypnotiseerde en/of hypnosetherapeut mededelingen doen met behulp van
“innerlijke stemmen”,
“innerlijke beelden”,
vinger- of handbewegingen,
inspiratie door bepaalde gedachten, dit met behulp van pendel of “automatisch schrijven”. In dit geval heeft de gehypnotiseerde de functie van een medium (pendelen/ spiritisme) .
In een toestand van trance spreekt een transcendente macht uit de mond van een gehypnotiseerde, maar nooit het onbewuste of het onderbewustzijn , zoals psychologen en psychotherapeuten ons willen doen geloven.
e. In werkelijkheid bestaat hypnose uit magisch-therapeutische praktijken. Zij moeten persoonlijkheid, gewoonten en gedrag geheel veranderen en weliswaar alleen met behulp van suggesties en visualisering.
f. Hypnose maakt gebruik van magisch-medische praktijken. Ogenschijnlijk kan hypnose een groot aantal ziekten genezen, verlichten of helpen vermijden met behulp van ontspanning en met behulp van suggesties en visualisering.
g. In werkelijkheid bestaat hypnose uit paranormale praktijken. Hypnose kan bovennatuurlijke verschijnselen en krachten oproepen. In een toestand van trance is de gehypnotiseerde veelal onaantastbaar en pijnongevoelig. (op vurige kolen lopen, operaties bijv.), ze kunnen niet geleerde talen spreken en/of verstaan, ze kunnen lichaamsdelen of ook het hele lichaam laten verstijven en ze hebben een buitengewoon goed geheugen.
4. Wat moet ik ervan denken ?
a. Hypnose is niet ongevaarlijk. Ze kan het lichamelijke en geestelijke welzijn beïnvloeden. Ze kan de geest verwarren en tot geestesziekten leiden. Dat bewijst ons de meestal warrig gestructureerde hypnoseliteratuur, op indrukwekkende wijze.
b. Hypnose bestaat uit pseudoreligieuze en magische praktijken. Hypnose werkt meestal met dezelfde technieken , zoals heksen, magiërs, yogi’s en sjamanen: met rituelen, lichaamshoudingen, ontspannings- en ademhalingstechnieken, concentratie- en oogtechnieken en bovendien met suggesties (bezweringsformules) en visualisering. Hypnose richt zich tot een bovennatuurlijke supermacht of superkracht, (misleidend het onbewuste of het onderbewustzijn genoemd), waaraan persoonlijke en pseudoreligeuze eigenschappen toegeschreven worden.
c. Hypnose is in directe tegenspraak met het Woord van God en met het christelijk geloof. Uit Bijbels standpunt opent hypnose de deur naar het rijk en naar de machten van de duisternis en opent ze niet de deur “naar binnen” of naar het onbewuste of het onderbewustzijn. Hypnose verandert de gehypnotiseerde in een medium, respectievelijk in een mediale persoonlijkheid, die door onzichtbare machten geïnspireerd en geleid wordt. Vanuit Bijbels standpunt mobiliseert en gebruikt hypnose de bovennatuurlijke krachten van demonische machten en niet “de innerlijke krachten” of “innerlijke bronnen”, zoals de literatuur beweert. Daarbij wordt een onbekende supermacht of superkracht opgeroepen (meestal het onbewuste of het onderbewustzijn genoemd.), met persoonlijke en pseudoreligieuze eigenschappen. Dat is afgodendienst!
d. Hypnose gaat tegen recht en wet in, als de betrokkene zonder uitvoerige uitleg en zonder uitdrukkelijke toestemming, waarbij gebruik gemaakt wordt van de afhankelijke relatie waarin iemand is, gedwongen wordt zoiets te moeten ondergaan, zoals in scholen.
Hypnose gaat lijnrecht in tegen het hypnoseverbod, hypnose gaat lijnrecht in tegen het therapieverbod en het staat lijnrecht tegenover het grondrecht van vrijheid van geloofs-, gewetensvrijheid en vrijheid van religie.
e. Vanuit deze achtergrond is hypnose in het onderwijs een moreel verwerpelijke en niet rechtsgeldige vorm van religieuze indoctrinatie en een antichristelijke zendingsdrang.
5. Hoe kan ik mij beschermen?
Laat je nooit hypnotiseren! Dat is het beste! Het probleem is echter , dat ons steeds minder meegedeeld wordt dat we gehypnotiseerd moeten worden. Daarom is het nodig dat u en uw kinderen de bovengenoemde hypnosepraktijken kennen en ze in voorkomende gevallen strikt weigeren. In veel beroepen waarin veel concentratie gevraagd wordt, is voorzichtigheid geboden. Onder omstandigheden zou je een beroep moeten opgeven of oppassen, dat de gedachten voortdurend heen en weer gaan, voor zover dat mogelijk is.
In tegenstelling tot de voortdurend herhaalde opmerkingen in de hypnoseliteratuur, behoort het rijden in een auto daar in de regel niet toe. Je moet je weliswaar op het verkeer concentreren, maar toch kun je tijdens een rit aan vele andere dingen denken. Je oplettendheid is er, maar niet alleen voor het autorijden. Bij het interactieve autoracespel is de concentratie wel volledig.
Zoals uitgelegd zou hypnose aan de deelnemer op vele en verschillende manieren een onzichtbare vriend en helper geven. Bekeerde christenen hebben geen andere onzichtbare vriend en helper nodig . Ze hebben al een onzichtbare Helper: JEZUS CHRISTUS! HIJ alleen is almachtig, alwetend, wijs en hulpvaardig en goed. We kunnen tot Hem spreken door het gebed en HIJ spreekt alleen tot ons door de Bijbel, het Woord van God en niet door het zogenaamde onderbewustzijn met zijn ”innerlijke stemmen”, “innerlijke beelden” of door vinger- of hand- of pendelbewegingen.
Ook wanneer de hypnoseliteratuur uit verstandelijke motieven steeds het tegendeel beweert: Hypnose is een vorm van magie! Hypnose is gevaarlijk! Hypnose gebruikt bovennatuurlijke krachten. Hypnose kan tegen iemands wil en zelfs zonder dat iemand er zich van bewust is, gebruikt worden!
Daarom juist dient u de aan het begin genoemde technieken te kennen en te vermijden.
Prof. dr. R.Franzke
Moslimbroederschap: de spil van het moslimfundamentalisme
Toen Hassan Al-Banna samen met zijn broer Gamal en vijf jeugdvrienden in 1928 een anti-westerse organisatie startte, zal hij zich nooit beseft hebben dat dit groepje moslims aan de basis zou staan van een wereldwijd netwerk dat nu nog elke dag van zich laat horen. De invloed van de moslimbroederschap op de geschiedenis van de laatste eeuw is groot en zal de komende jaren niet minder worden. Terreurorganisaties Hamas, Hezbollah en Al Qaida zijn allen voortgekomen uit deze beweging. De grote geheimzinnigheid die de moslimbroederschap met zich meedraagt is, met op de achtergrond de ontwikkelingen in Egypte en Syrië, de moeite waard eens nader te bekijken.
Broederschap tijdelijk aan de macht
Het lijkt er op dat het vandaag de dag over en uit is met de moslimbroederschap in Egypte. Mohamed Morsi Isa al-Ayyat, de laatste president van het land, werd na een regeringsperiode van slechts één jaar afgezet. Deze moslimbroeder was de eerste democratisch gekozen regeringsleider na een periode van dictators, koningen en bezetters. Hij moest de verpersoonlijking worden van de moslimbroederschap in Egypte, dat zich vele jaren niet met de politiek had mogen bemoeien. De regeringen onder Moebarak, Nasser en Sadat lieten niet toe dat de broeders een eigen partij begonnen. Toch kon Morsi niet zorgen voor stabiliteit in het land na de Egyptische revolutie van 2011 waarbij Moebarak het veld moest ruimen. Miljoenen demonstranten gingen de straat op om te protesteren tegen de president, omdat ze het toerisme en de economie zagen slinken en Morsi te veel macht naar zich toe zagen trekken. Door deze politieke afgang zijn de broederschap en haar activiteiten sinds september verboden. Niets nieuws voor deze organisatie, die in haar bestaan het merendeel van de tijd ondergronds heeft gefungeerd.
De tegenbeweging van al-Banna
Ook de oprichter van de broederschap, Hassan al-Banna lukte het niet om in zijn tijd politiek actief te worden. Toen hij zijn organisatie in 1939 naar Cairo verhuisde, groeide deze enorm en restte hem ook niets anders dan er een politieke partij van te maken. Al-Banna stelde zich twee keer verkiesbaar met de slogan ‘de zuivere koran en de hadith (islamitische overleveringen) gericht op de moderne maatschappij’. Beide keren lukte het hem niet om voet aan de grond te krijgen bij de verkiezingen. Naar eigen zeggen door omkoping en verkiezingsfraude.
Al-Banna was bij de oprichting van de moslimbroederschap leraar Arabisch in de plaats Ismailiya, dat op dat moment de hoofdstad was van de door de Britten bestuurde Suezkanaalzone. De onderwijzer kwam in opstand en wilde een tegenbeweging vormen van orthodoxe moslims ten opzichte van de verwestersing van Egypte. Want ondanks dat het land in 1922 een onafhankelijk koninkrijk was geworden onder Koning Foead, werd het nog steeds bestuurd door een regering die aangesteld was door Groot-Brittannië dat het land toen al veertig jaar in zijn greep had.
Radicaler en groter
De moslimbroederschap sprong in op het groeiende nationalisme, dat zich verzette tegen deze overheersers en probeerde het volk terug te brengen naar de sharia (islamitische wet). Vanwege zijn charisma slaagde deze intelligente al-Banna erin om zijn organisatie binnen korte tijd te laten groeien tot een grote beweging met een fanatieke aanhang. Hij versterkte dit door liefdadigheidswerk, onderwijs en informatievoorzieningen. Dit trok voornamelijk de lagere en middenklasse en ook kenden de Ikkhwanu (broeders) ook veel Westers gevormde intellectuelen.
Om het seculiere karakter van Egypte om te vormen in een staat die zich houdt aan de sharia opereerde de broederschap eerst nog geweldloos. Maar toen de politieke aspiraties de kop werden ingedrukt, radicaliseerde ze. Al-Banna riep in de jaren ’30 op tot de gewapende strijd :
“Islam is de universele waarheid en moslims hebben geen andere loyaliteit dan aan de islam. Het doel van de jihad is de banier van de islam te verheffen. De zonen van de islamitische natie moeten hun bloed en leven geven voor hun vaderland, totdat dit de hele wereld omvat. Deelname aan jihad is een plicht voor gelovigen. Het gaat om het afslachten van de ongelovigen, het plunderen van hun rijkdommen, de vernietiging van hun heiligdommen en het kapot slaan van hun afgoden”
en
“Het is een verplichting voor ons om de strijd te beginnen, nadat we een uitnodiging tot bekering hebben gegeven, zelfs al vechten ze niet tegen ons”.
Groeiende vijandschap met regering
Deze radicalisering resulteerde in veel aanslagen op Britse doelen, vooral in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. In 1947-1948 richtte de woede zich ook op de Joodse bedrijven in Cairo. Dit had alles te maken met de terugkeer van Joden naar hun thuisland en de onafhankelijkheidsoorlog die Israël voerde met de Arabische landen er omheen. Toen in mei 1948 de Britten zich terugtrokken uit het mandaatgebied Palestina en Israël werd opgericht vielen zes Arabische landen, waaronder ruim 10.000 Egyptische soldaten, de nieuwe staat binnen. Deze Egyptische troepenmacht bestond voor een groot deel uit moslimbroeders die zich vrijwillig aangemeld hadden om te strijden tegen de ‘Israëlische kolonisten’. Toen ze grote verliezen leden, kwam de Egyptische regering hen niet te hulp onder druk van de Britse bestuurders. De relatie tussen de broeders en de regering verslechterde hierdoor.
Eind 1948 werd de moslimbroederschap beschuldigd van het beramen van een complot om de regering omver te werpen. Toenmalig premier Noqrashi Pasha verbande al-Banna naar het armere en achtergebleven zuiden van Egypte. Dit kostte de premier zijn leven, want hij werd in het ministeriegebouw vermoord door een lid van de broederschap. Al-Banna haastte zich nog te zeggen dat de daders ‘geen broeders, noch moslims’ waren. Hij beseft dat hij de grip op de radicale tak van zijn organisatie, de zogenaamde al-jihaz al-sirri (geheim apparaat) verloren had. Op 12 februari 1949 wordt hij zelf vermoord op de markt door geheime agenten. Sommigen zijn echter van mening dat de moordenaar gezocht moet worden binnen de moslimbroederschap zelf, in verband met het verliezen van de oorlog tegen de joden.
Zwarte zaterdag in 1952
Er breekt na de dood van al-Banna een gewelddadige en onrustige periode uit in Egypte. Na aanslagen en vergeldingsacties over en weer tussen Egyptenaren en Britten, breekt een volksopstand uit. Het volk staat op en belaagt de ambassade, plundert huizen en steekt ze in brand. Vooral eigendommen van buitenlanders en Joden moeten het ontgelden. Ze worden gevolgd en sommigen gelyncht. Vijftig mensen worden gedood, waaronder acht Engelsen en 200 mensen raken gewond. Maar liefst 750 gebouwen worden in de as gelegd, waaronder de Barclays Bank, bioscopen, nachtclubs, bars en de consulaten van Zweden en Libanon. Koning Faroek ontslaat hierop de regering en kondigt de staat van beleg af. Een avondklok wordt ingesteld en militairen zijn vrij te schieten op demonstranten en overtreders. Deze situatie lijkt veel op die van het land vanaf 2011 tot heden. Een half jaar na de onlusten treedt ook de koning af onder dwang en na omsingeling van zijn paleis. Met het aftreden van koning Faroek verdwijnt ook de Britse overheersing van het land.
Nasser ontbindt broederschap
De coup wordt gepleegd door de ‘vrije officieren’. Deze militaire groep krijgt de steun van de broederschap en staat onder leiding van luitenant-kolonel Gamal Abdel Nasser. Anderhalf jaar later, in 1954, eisen de broeders meer macht voor het steunen van de staatsgreep. Nasser is hier niet van gediend en reageert door de noodtoestand uit te roepen en arresteert 318 leiders van de broederschap wegens samenzwering tegen de regering. Een moslimbroeder pleegt een mislukte moordaanslag op Nasser, maar die overleeft de aanslag en ontbindt de broederschap. Vandaag de dag zien we dit verschijnsel terugkomen. Ook nu worden de leiders van de moslimbroederschap opgepakt en is de organisatie verboden. De vervolging van de moslimbroeders in 1954 zorgt voor een keerpunt in haar geschiedenis. Na jarenlang te zijn gedoogd door de verschillende regeringen, worden ze nu massaal opgepakt. Velen vluchtten naar Arabische landen, zoals Irak en Saoedi-Arabië die hen gewillig asiel verlenen.
De fundamentalistische ideeën van Qutb
Een belangrijke ideoloog van de Egyptische moslimbroederschap die weigert te vluchten in die jaren is Said Qutb. Na een studie in Amerika in de jaren ‘40 had hij zich aangesloten bij de broederschap. Nasser zag in Qutb een gevaar voor zijn autoriteit en gooide hem in 1954 in de gevangenis. De schrijver schreef in hechtenis verschillende boeken die als standaardwerk worden gezien over de islam. In deze geschriften haalt hij flink uit naar Joden en christenen:
“In de moderne geschiedenis hebben de Joden iedere calamiteit die de moslimgemeenschap overkwam veroorzaakt. Zij geven actieve steun aan iedere poging om de moderne islamitische revival te onderdrukken en breiden hun protectie uit tot ieder regime dat die revival onderdrukt. De andere mensen van eerdere openbaringen, de christenen, zijn niet minder vijandig.”
De terroristenleiders Osama bin Laden en Ayman al-Zawahiri werden sterk beïnvloed door zijn ideeën, toen ze les kregen van Qutb’s broer Mohammed. Die vluchtte in 1965 naar Saoedi-Arabië, toen Nasser de broeders ervan beschuldigde weer een aanslag op hem te willen plegen. Said weigerde bij die arrestatiegolf wederom te vertrekken en werd vastgezet. Een jaar later werd hij opgehangen.
Hij stierf, maar zijn gedachtegoed bleef leven en was voeding voor veel moslimfundamentalisten. In zijn boek Ma’alim fi’l Tariq roept hij onder andere op tot een jihad, die door hem wordt geïnterpreteerd als een gewapende strijd. Navolgers vermoordden de Egyptische president Anwar Sadat in 1981. Voor de Egyptische moslimbroederschap is het werk van Qutb zeer invloedrijk. Een deel hangt de radicale koers van hem aan, maar de meerderheid kiest voor niet-gewelddadig verzet. Belangrijkste meningsverschil is de Qutbs-gedachte dat slechte heersers afvalligen zijn en dus gedood mogen worden. Toch is zijn invloed nog altijd zeer sterk voelbaar in verschillende islamitische bewegingen.
De broederschap in Europa
De moslimbroederschap heeft zich ondertussen wereldwijd verspreid. Een belangrijke broeder, Said Ramadan, zwager van Hassan al-Banna stichtte verschillende islamitische centra in Zwitserland, Groot-Brittannië, München en Oostenrijk. Van daaruit openden ze weer kantoren in de rest van Europese landen. Overal waar de broederschap zich vestigt, lijkt ze de dialoog te zoeken met het Westen. Een Franse schrijver, Sylvain Besson ontdekte echter dat er een ander doel nagestreeft wordt. In zijn boek La conquete de l’occident. Le projet secret des islamistes (De verovering van het Westen. Het geheime project van de islamisten) publiceert hij een document dat in 2001 gevonden is in een villa van Youssef Nada, een bankdirecteur van Egyptische komaf die banden heeft met de broederschap. Dit document, genaamd ‘Het project’, beschrijft de internationale strategie van de moslimbroederschap om het islamitische geloof over de hele wereld te vestigen.
In haar boek Eurabië schrijft de in Egypte geboren Bat Ye’or over de groeiende invloed van de islam in Europa:
“De islamitische opvattingen worden uiteengezet door een groot aantal hedendaagse spirituele leiders, onder wie islamisten als de Egyptische Hassan al-Banna, de oprichter van de moslimbroederschap in de jaren twintig, Said Qutb, een belangrijke theoreticus van de moslimbroederschap…Europa ontkent de oorsprong van de islamitische woede door deze toe te schrijven aan omstandigheden als ‘armoede’, ‘onderontwikkeling’, ‘vernedering’ of ‘frustratie’, waarvoor Europa en Israël verantwoordelijk zijn en die zouden verdwijnen wanneer ‘het onrecht’ verdwijnt. Op agressief gedrag reageert Europa onderdanig.”
Nederland en de cartoonrellen
In Nederland wordt de moslimbroederschap door de AIVD aangemerkt als radicale en orthodoxe islamitische beweging die in potentie een bedreiging kan vormen voor de Nederlandse democratische rechtsorde. Het gaat volgens een jaarverslag uit 2010 slechts om enkele tientallen aanhangers die ‘streven naar her-islamisering van de moslimgemeenschap’. Minister Donner schrijft in een kamerbrief in 2011 dat hij de weerstand van de Nederlandse samenleving zodanig hoog inschat dat het onwaarschijnlijk is dat, eventueel verhulde, doelstellingen van de beweging in Nederland gerealiseerd kunnen worden.
De moslimbroederschap streeft de laatste tijd weer naar meer politieke macht in Egypte. Iets dat ze bij haar ontstaan ook al eens probeerde, maar net als toen lukte het niet om haar doelstellingen te integreren in de politiek. Ze zijn weer veroordeeld tot het ondergrondse. De meeste leden in Egypte en andere landen zullen niet uitkomen voor hun banden met de broederschap en niet openlijk de doelstellingen onderschrijven, maar het gedachtegoed leeft voort en steekt zo nu en dan stevig de kop op. Zoals bij de cartoonrellen, toen de moslimbroeders hun kans schoon zagen georganiseerd het vuur verspreidde en binnen korte tijd bijna de gehele moslimwereld veranderde in een agressieve, wraakzuchtige massa.
Verlossing en verzoening
Gelukkig hoeven we niet bang te zijn, omdat we lezen in de Bijbel dat God de regie vast in handen heeft. Hij heeft geen geheime agenda en zijn plannen staan duidelijk in zijn Woord. Daarin staat dat de God van de Bijbel, de God van Israël, de vijanden van de Here Jezus zal maken als een voetbank voor zijn voeten (Hebr 10:13) en de vijanden van Israël zal oordelen vanwege zijn volk en zijn erfdeel Israël (Joel 3:2). Voordat dat gebeurt mogen we bidden dat velen deze rechtvaardige God en liefdevolle Vader mogen leren kennen als hun Verlosser. Ook voor alle moslims die haat en geweld hebben gebruikt.
Tass Saada, een voormalig PLO-sluipschutter en terrorist, leerde de God van de Bijbel kennen. Hij schrijft in de conclusie van zijn biografie:
“Hij (Jezus) kan harten reinigen van haat en vooroordelen. Dat geldt voor de harten van Palestijnen, Joden, Jordaniërs, Saoedi’s, Egyptenaren, Irakezen en alle andere harten…Hij is het tegengif van wantrouwen, bitterheid en wrok. Hij is degene die een Arabier, als ik, ervan overtuigde dat de Joden niet mijn vijanden zijn, maar neven en nichten, als nageslacht van Abraham. Dat plaatst het onderwerp in een heel ander licht. Geen wonder dat de oude profeet Jesaja Hem zevenhonderd jaar eerder ‘Vredevorst’ noemde.”
[i] Al-Banna, Hassan (1978). On Jihad, five tracts of Hassan al-Banna. Vert. Charles Wendell. California (USA):University of California press
[ii] Qutb, Said (2003). In the shade of the Qur’an. Vert. Adil Salahi. Leicester UK: Islamic foundation and Islamonline
[iii] Ye’or, Bat (2007). Eurabië: De geheime banden tussen Europa en de Arabische wereld. Amsterdam:Meulenhoff
[iv] Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (April 2011). Jaarverslag 2010. Den Haag:AIVD
[v] Donner, J.P.H. (2011). Kamerbrief Moslimbroederschap:conclusies Moslimbroederschap in Nederland. Den Haag
[vi] Saada, Tass & Merrill, Dean (2010). Arafat was mijn held. Hoornaar:Gideon
Hassan Al-Banna
http://2.bp.blogspot.com/-UP7esislAPo/T-eNkcR3TrI/AAAAAAAAHfE/wTKKHjVX_Us/s1600/Hassan+al+Banna.png
Said Qutb
http://media.npr.org/programs/atc/features/2003/may/greeley/qutb-3ba53ac828c332845fe2767a9f74e674fc53e77f-s6-c30.jpg
Aanhangers van Morsi
http://gdb.voanews.com/596E7C5F-C3A1-42DC-BD15-4E0106F78945_mw1024_n_s.jpg
De moslimbroederschap (deel 2)
Tactiek moslimbroederschap
Door de grondwet uit te buiten eist men en eist men en eist men. Men wil de rechtstaat met eigen wetten infiltreren en ten val brengen. Hier heeft men gedeeltelijk al belangrijke doelen bereikt met behulp van politiek, de media en de rechtbanken. Politieke, religieuze en culturele invloeden van het Westen wijst de MB fel af, maar niet de wetenschappelijke en technische kennis, die men zonder meer overneemt. Sinds zijn bestaan is de islam een roofzuchtige religie, die door de hele geschiedenis heen het bezit en de prestaties van de volken, die werden onderworpen, zich heeft toegeëigend. Daarbij is het hen niet gelukt om dat verder te ontwikkelen, wat anderen geproduceerd hadden. Integendeel, na enige generaties trad er een stilstand op, een gevolg van de aanbevolen, hernieuwde oriëntering naar de islamitische begintijd. Creatief waren de anderen. Er zijn vandaag de dag nauwelijks Nobelprijswinnaars uit het islamitische gebied.
Onder het pseudoniem Mark A. Gabriel doet de voormalige professor voor islamitsche geschiedenis aan de Al-Azhar universiteit in Cairo, die de islam heeft verlaten en nu als christen in de USA woont, verslag over de gedachtewereld van de radicale moslims. Over zijn toenmalige leraar Abdel Rahman, die aan dezelfde universiteit studeerde, schrijft hij: ‘Op een dag gaf hij ons als studenten de gelegenheid vragen te stellen. Ik stond op en vroeg hem iets, wat mij al langere tijd bezighield: ‘Waarom onderwijst u ons zo veel over de jihad? Hoe is het met de verzen in de Koran, die over vrede, liefde en vergeving spreken?’ Meteen liep zijn gezicht rood aan. Ik zag dat hij toornig was, maar ik zag ook dat hij zich er toe dwong om zijn boosheid te beheersen. ‘Mijn broeder’, zei hij, ‘er is een hoofdstuk in de Koran, dat de ‘oorlogsbuit’ heet. Er bestaat geen hoofdstuk, dat ‘vrede’ heet. De jihad en het doden zijn het belangrijkste in de islam, als men dat eruit haalt, dan onthoofdt men de islam’. Abdel Rahman was de geestelijke machthebber van de eerste bomaanslag op het World Trade Center in New York in 1993. Hij zit in de USA een levenslange gevangenisstraf uit. Mark A. Gabriel vertelt ook hoe mensen voor Abdel Rahman en soortgelijke groeperingen nieuwe leden voor hun radicale ideologie rekruteren. Hij schrijft hoe, na een gebed in de studentenmoskee van de Al-Azhar universiteit, de leider van zo’n groep opstond en voor de aanwezigen de bewering naar voren bracht, dat er in de buurt een geheime christelijke groepering was, die moslimstudentes dwong om met christelijke mannen te slapen om hen van de islam af te brengen. Als geëlektrificeerd zouden de studenten vol verontwaardiging wraak hebben gezworen. Zo opgehitst, zouden ze de woningen van de vermeende christenen hebben afgebrand. In de middag keerde de studentenhorde weer naar het wooncentrum terug, maar ze wilden niets eten. Ze vernietigden 3.500 maaltijden en verdreven de bedienden uit het gebouw. Daarna vergrendelden ze de deuren, renden kwaad in het gebouw heen en weer en riepen: ’Allahu akbar!’ (Allah is groter). De toestand kwam pas weer tot rust, nadat de minister van Binnenlandse Zaken gekomen was en verklaard had dat er helemaal geen geheime christelijke groep bestond, die studentes zou verleiden. Als mens uit het Westen, vooral als christen, vraagt men zich natuurlijk af hoe het komt dat studenten zo kritiekloos en goedgelovig zulke duistere en verwarde beweringen accepteren. Uit het oogpunt van de Bijbel zijn hier goddeloze machten aan het werk. Zo ziet Mark A Gabriel het ook, die als gewezen moslim zich inzet voor de verbreiding van het evangelie onder moslims.
5) Conclusies
Uit de uiteenzettingen is ondubbelzinnig te zien, dat het ideologische gedachtegoed van de MB niet overeenkomt met de democratische opvattingen van de westerse landen, die op de principes van een rechtstaat zijn gebaseerd en natuurlijk niet op het christelijke geloof. We hebben hier met een totalitaire, democratie-vijandige, antichristelijke en anti-Joodse radicale beweging te maken, die in de 21e eeuw de weg terug naar de 7e eeuw erdoor wil krijgen. Men kan ze met recht als groene nazi’s aanduiden.
Dictatuur versus democratie
Volgens een enquête van het Amerikaanse opinieonderzoekinstituut ‘PEW Research Center’ van december 2010 verlangt 59% van de Egyptenaren naar een strenge islamitische staat, 85% wil de doodstraf voor ieder mens die de islam verlaat. De MB zet zich voor deze doelen in. Ze zijn naast andere een belangrijke groepering, die dit ook in alle Arabische landen erdoor wil krijgen. Wordt de MB bij de macht betrokken en daar kan men van uitgaan, dan weet men waar het naar toe gaat. Handig weet de MB door sociale en liefdadige activiteiten welwillendheid in de islamitische landen te kweken. En ook door de haat tegen Israël, dat absoluut vernietigd moet worden. Zo palmt men de hoofden en harten van de mensen in.
In onze media heerst ten aanzien van het gewelddadige oproer in de Arabische wereld tegen de, tot nu toe heersende dictators een lichtvaardige, door niets te rechtvaardigen euforie. Men denkt terug aan de val van het IJzeren Gordijn 20 jaar geleden en de daarop volgende democratisering van Oost-Europa. Maar dat is hier anders. Er zijn in de Arabische landen geen geestelijke voorwaarden voor een democratisering in de betekenis die wij eraan geven. De islam staat dat in de weg. Hoe moet er in een cultuur, waar de mens niet Gods evenbeeld is, dat is een uniek waardebezit, maar een slaaf van Allah is, hoe zal een mens, die slechts gehoorzaamheid heeft geleerd, hoe zal er in een cultuur, die theocratisch georiënteerd is, opeens het bewustzijn voor democratische waarden onstaan? Een verlichting zoals in de westerse wereld is er in het gebied van de islam nooit geweest. Typerend was altijd de dictatuur. Ook Turkije is geen democratie. Het experiment van Kemal Ataturk, die de islam een ‘absurde Godsleer’ noemde en met geweld toenadering zocht met het Westen en zijn waarden. Dat experiment van Kemal Ataturk wordt onder de AKP van Erdogan langzaam maar zeker weer teruggedraaid. Het is een weg terug naar het islamitische verleden.
Europa op z’n retour
Geen enkele westerse regering heeft de plotselinge omwentelingen in de Arabische wereld in het begin van 2011 voorzien. De moslimbroeders zullen de toestand voor zich weten te benutten. De beginnende vluchtelingenstroom over de Middellandse Zee naar Italië kan nu de inleiding naar de volgende dramatische ontwikkelingen zijn. De bevolkingsexplosie ten zuiden van de Middellandse Zee komt naar Europa toe, dat in een crisis van betekenis zit en grote schulden heeft. En dat na 40 jaar van afname van de bevolking, demografisch weggekwijnd en vergrijsd is. De ca. 8 miljoenen door abortus gedode kinderen, alleen al in Duitsland, ontbreken. In deze leemte komt nu een volksverhuizing op gang van jonge moslims, waardoor Europa pijlsnel geïslamiseerd wordt. Een Godsoordeel voor het eertijds christelijke continent ontstaat. Het is te vrezen, dat bij ons de islam met zijn waarden zich versterkt. Toenemende eisen zullen niet op zich laten wachten. Bovendien krijgt de islam hier nog daadkrachtige ondersteuning van partijen, in het bijzonder van kerken, die niet moe worden om dat te benadrukken, dat Allah identiek is met de God van de Bijbel, een theologisch onhoudbare bewering. Ook doet men moeite om alle, slechts denkbare overeenkomsten tussen christendom en islam erbij te halen en dienovereenkomstig te interpreteren. Kritiek schuwt men, daar men het als islamofoob (= islam afwijzend) ziet en dat zou als vijandig voor buitenlanders uitgelegd kunnen worden. Bijna beschaamd beklemtoont men weliswaar, dat in de islam Jezus als Zoon van God afgewezen wordt, maar daardoor neemt het aantal van de schijnbare overeenkomsten duidelijk af. Maatschappelijk is de integratie van de moslims toch overwegend mislukt. Zij houden vast aan hun traditie en vormen naast elkaar bestaande samenlevingen.
Bij een verdere versterking van de islam in de Arabische landen zijn op de eerste plaats de daar wonenden christenen in gevaar, hoewel ook zij, zoals Egypte, met hun moslimlandgenoten tegen Mubarak gedemonstreerd hebben. Toen in 1908 de gehate sultan Abdulhamid II. door de jonge Turken steeds meer van zijn macht werd beroofd, kwam het toen ook tot spontane verbroedering tussen moslim-Turken en Armeense christenen. Slechts 7 jaar later vielen de Armeniërs ten prooi aan de eerste volkerenmoord van de 20e eeuw in Turkije. Dat christenen na de val van een dictator in een islamitisch land niet veilig zijn voor vervolging, toont met schrikwekkende duidelijkheid het voorbeeld van Irak aan. De despoot Saddam Hoessein is ter dood gebracht, maar de christenen in Irak hebben, vanwege de represailles, in een massa-exodus Irak voor de helft al verlaten, ofschoon er nog Amerikaanse troepen in het land zijn. Overigens is de sjaria de grondslag van de staatswetten van het nieuwe Irak. Men krijgt de indruk dat voor het Westen de christenen van de Oriënt niet zo belangrijk zijn. De hoofdzaak is dat het Suezkanaal openblijft en dat de olie verder vloeit……
Na de christenen loopt ook Israël gevaar, het enige democratische ‘eiland’ midden in de islamitische wereld. Op 18 februari 2011 riep, de al genoemde Yusuf al-Qaradawi op het Tahrirplein in Cairo honderdduizenden op, om Israël te vernietigen. De voornaamste media bij ons vermeldden alleen maar dat hij kritiek heeft geuit op Israël. Een gemene bagatellisering, maar jammer genoeg niet ongebruikelijk voor onze media. Klaarblijkelijk wil men de islamitische wereld niet irriteren. Men kijkt liever een andere kant op en informeert nooit correct naar de eigen bevolking. De regeringen in het Westen schijnen tevreden te zijn, omdat de nieuwe militaire machthebbers in Cairo een mondelinge toezegging gegeven hebben om het vredesverdrag met Israël aan te houden. Geldt die toezegging ook morgen nog?
Waar komt het op aan?
Maar niet alleen de christenen van de islamitische landen en Israël zijn in gevaar, maar het hele Westen wordt in zijn identiteit bedreigd. Het gevaar is uiteindelijk niet door militaire middelen of economische ondersteuning van de Arabische landen in te dammen, niet door dialogen, zoals de kerken praktiseren of door islamconferenties, zoals die op staatsniveau in Duitsland worden gehouden, maar slechts door een herbezinning op onze eigen culturele wortels, waartoe het geloof in de Heer Jezus Christus als integraal bestanddeel behoort. De kerken zouden er goed aan doen om tot bekering op te roepen, tot een ommekeer naar de drie-enige God, want wat Europa is geworden, is het onder het kruis van Christus geworden waarvan de islam een diepe afschuw heeft. Dit is het werkelijk, adequate tegenwicht t.o.v. de antichristelijke islam.
Daarbij komt nog de christelijke zending onder moslims. De zendingsopdracht van de Here Jezus geldt ook voor hen, voor wie Hij ook gestorven is en voor wie Hij ook de enige Verlosser is. Te weinig wordt zending waargenomen, door de grote kerken al helemaal niet. Het zijn voornamelijk evangelische zendingsgenootschappen, die deze opdracht plaatsvervangend voor de christenheid in het Westen overnemen.
Mark A. Gabriel vertelt over zijn tijd als moslim in Egypte, dat ook daar niet één enkele christen het ooit heeft geprobeerd om hem van de Here Jezus Christus en zijn eigen geloof te vertellen. De enige uitzondering was een apothekeres geweest, die hem een Bijbel te lezen gegeven had. Ter verontschuldiging van de daar levende christenen kan worden gezegd, dat ze voortdurend met grote druk moeten rekenen, als zij zending bedrijven. Dat is in de westelijke landen (nog) niet het geval. Maar dat de volgelingen van de Here Jezus wegens hun geloof vervolgd worden, heeft de Here Jezus duidelijk aangekondigd. Het hele deel V van zijn boek wijdt Mark A. Gabriel aan de vraag, hoe men moslims het evangelie zou kunnen brengen. Als een voormalige moslim is hij daarin bevoegd, daarom wordt zijn gemakkelijk te lezen boek als lectuur aanbevolen. Men vindt het in de literatuurverwijzingen.
Literatuurverwijzingen
1) Koran, vertaald door Max Henning
Reclam Nr. 4206, Stuttgart 1991
2) Die Ideologie der Muslimbruderschaft,
Verfassungsschutz des Landes NRW,
Mei 2006
3) Mark A. Gabriel
Islam und Terrorismus
Gräfelfing, 2004, Resch-Verlag
4) Günther Lachmann
Tödliche Toleranz
München 2007
5) Udo Ulfkotte
Die Muslimbruderschaft: Allahs grüne Nazis
www. info kopp-verlag.de/hintergruende/enthuellungen/
udo-ulfkotte-muslimbruderschaft-allahs-gruene-nazis.html
Eberhard Kleina
Bron: DER SCHMALE WEG Nr. 1 /2013
De moslimbroederschap (deel 1)
Regelmatig is de islamitische organisatie, de moslimbroederschap, in het nieuws. De onlusten in Egypte geven daar een voorbeeld van. Wat is dat voor een organisatie? Wat is haar doelstelling? Op internet is veel te vinden. De auteur van onderstaand artikel vat het kort samen:
De moslimbroederschap wil de gehele wereld islamiseren en Israël vernietigen.
Artikel wordt het in tweeën gedeeld.
De moslimbroederschap (deel 1)
1) Inleiding
gehele wereld uitgebreid. De MB is een radicale en totalitaire organisatie, strak georganiseerd en de ideologische oorsprong van bijna alle islamitische terreurgroepen. Haar oorspronkelijke doel is het om regeringen in islamitische landen omver te werpen, die gezien worden als niet-
De moslimbroederschap (MB) behoort tot de oudste en meest invloedrijke islamitisch-fundamentalistische beweging. Deze is ontstaan in Egypte, waardoor we de sterkste invloed aantreffen in de landen van het Nabije Oosten en in Noord-Afrika, maar heeft haar invloed inmiddels over de
islamitisch, d.w.z. “ongelovig”, omdat ze met het “ongelovige” Westen samenwerken. Het gaat in wezen om de heroprichting van het “kalifaat”, de islamitische staatsvorm waarin geen scheiding mogelijk is tussen staat en godsdienst, maar waarin de islamitische wetgeving, de sjaria, wordt gehandhaafd, die gelijktijdig de staatswetgeving is. Omdat de vrijheidlievende westerse democratie hiermee in botsing komt, moet deze ook, volgens de ideologie van de MB, worden vernietigd. In bijv. Duitsland worden de leden van de MB door de veiligheidsdienst in de gaten gehouden. Sinds de val van de Egyptische dictator Mubarak, op 11-2-2011 en bovendien sinds de explosieve omwentelingen in de Arabische wereld, lijkt – in de ogen van de westerse media – de MB niet meer dan een normaal, politiek religieuze oppositiegroep, die met het verwachte democratiseringsproces van de Arabische staten verbonden is. Dat is een rampzalige misvatting, zoals men nu langzamerhand inziet! Een nadere beschouwing van de MB is daarom aan te raden.
2) De ideologische erfenis van de MB
De MB is diepgeworteld in de geschiedenis en in het geloof van de islam. Dat tonen de volgende voorbeelden aan:
* Mohammed, de grondlegger van de islam, heeft in Medina een islamitische godsstaat opgericht met de sjaria als officiële grondwet. In ongeveer 60 oorlogen (djihad) heeft hij zijn nieuwe politieke religie in een bloedige strijd aan polytheïsten, Joden en christenen, die hij als “ongelovig” zag, opgedrongen. Het doden van “ongelovigen” en tegenstanders is volgens de Koran die als eeuwig en voor alle mensen wettig woord van Allah geldt, toegestaan en zelfs geboden! “Voorwaar Allah heeft van de gelovigen hun levens en bezittingen gekocht, omdat er voor hen het paradijs is. Zij strijden op de weg van Allah, zodat zij doden en gedood worden” (soera 9,111).
Naast Mohammed worden in het artikel ook organisaties genoemd die het gedachtegoed van de MB gevormd hebben: de Karijiten uit de 7e eeuw, de Assasinen uit de 11e eeuw en de Wahabiten in Saoedi-Arabië.
3) Het programma van de MB
De huidige MB verenigt in haar principes geschiedenis en geloof. Haar basisregel luidt:
“De profeet is onze leider. De Koran is onze wet, de djihad is onze weg. Het sterven op de weg van Allah is ons hoogste doel.”
Op hun internetsite formuleert de MB haar principes:
Om kort te gaan kan men het aldus formuleren: de islam is de oplossing voor alles en is een richtsnoer voor alle politieke, economische, wetenschappelijke ,culturele en sociale aangelegenheden, in het individuele en in het maatschappelijke leven. De islam heeft voor al deze dingen een leidraad, die gehanteerd dient te worden. Een heroriëntering op de religie, met het oog op de westelijke invloeden is nodig, nauwkeuriger gezegd, op de begintijd van de islam, die de “gouden tijd” genoemd wordt, maar die er overigens – historisch gezien – nooit is geweest. Het is een fictie, die men echter als een vaststaand feit beschouwt. Men wil de geschiedenis terugdraaien en een mono-culturele islamitische samenleving scheppen. Desondanks dromen de mensen in ons land van een multiculturele samenleving met de islam.
Gesticht werd de MB in 1928 in Egypte door Hassan al-Banna. Deze al-Banna kreeg een intensieve religieuze opvoeding in de islam die hem motiveerde om zich tegen de “ongelovige” westelijke koloniale machten Engeland, Frankrijk en Italië en hun ondermijnende invloed voor de islam, zo meende hij, te verzetten.
Begin van de 50er-jaren van de vorige eeuw sloot Sayyid Qutb zich bij de MB aan. Hij werd hun belangrijkste ideoloog waarbij hij veel van zijn denkbeelden van de Pakistan al-Maududi overgenomen heeft. Qutb werd in 1906 in Egypte geboren en daar in 1966 onder president Nasser door ophanging terechtgesteld. Hij had een hoge plaats binnen het ministerie van onderwijs. In 1948 zond men hem naar de Ver. Staten om daar het onderwijssysteem te bestuderen. Het verblijf in de V.S was voor hem een culturele shock. Zijn oordeel: “De Amerikaanse waarden …. bereiken niet de maat van een menselijk wezen.”
Zoals in de Koran en in de Hadith is aangegeven (bij wijze van voorbeeld soera 4,46ff; 5,82 en op talrijke andere plaatsen) vindt men ook bij Qutb een uitgesproken vorm van anti-Judaïsme, hevige Jodenhaat, zoals in zijn publicatie ”Onze strijd tegen het Jodendom”. Als gevolg van een dergelijke Jodenhaat, verwondert het niet, dat Hitler en zijn boek “Mein Kampf”, groot aanzien geniet bij de MB als ook in de gehele islamitische wereld. Al-Banna had al persoonlijk contact met Hitler. Naast “Mein Kampf” is het vergelijkbare anti-Joodse en haatzaaiende boek “Protocollen van de wijzen van Zion”, dat vandaag de dag overal in de islamitische landen vrij in de boekhandels te verkrijgen is, invloedrijk.
Qutb werd de grondlegger van de moderne djihad en hij behoorde tot de oppositie van de Egyptische regering. Van zijn meer dan zeven boeken werd het boek “Wegwijzer” hem noodlottig. Hij werd diverse malen gevangen gezet en op grond van het boek ter dood veroordeeld. Zijn stelling was: “De godloze maatschappij dient te worden vernietigd om op haar ruïnes de islamitische staat op te richten……” Alleen de sjaria zou de wet voor de staat zijn, daar in de veronderstelde begintijd van de islam, de religieuze en de rijkswet ook een eenheid vormden. “Wij moeten vernietigen wat niet strookt met de ware islam” en “de terugkeer tot het rijk van Allah kan uitsluitend d.m.v. macht en zwaard verwezenlijkt worden.” Qutbs visie was, dat de wereldomvattende islamitische maatschappij, de islamisering van de gehele wereld zoals al in de Koran vastgelegd is. “En bevecht hen, totdat er geen fitna meer is en de godsdienst geheel voor Allah is” (soera 8,39). Door zijn als “martelaarsdood” uitgelegde terechtstelling werd hij voor zijn aanhangers de grote held.
Twee maal probeerden ze om president Nasser te doden (1954 en 1965), wat echter mislukte. De Egyptische regering reageerde genadeloos. Tijdens de zuiveringsacties werden duizenden leden van de MB gearresteerd en gemarteld. Velen werden zonder vorm van proces omgebracht.
Tot het ideologische programma van de MB behoren beperkingen van de individuele mensenrechten, zoals door Mohammed voorgeschreven: religieus andersgelovigen wordt slechts de status van dhimmies toegekend. Dat betekent,
Daar, volgens de Koran, de vrouwen onder de mannen staan, is er geen gelijkstelling van geslachten. Het dragen van een sluier door de vrouwen is een vanzelfsprekendheid. Mannen mogen hun vrouwen bij ongehoorzaamheid tuchtigen (soera 4, 34). Polygamie (= veelwijverij) is mogelijk zoals in de Koran (soera 4,3) is vastgelegd.
Aangezien democratie een door mensen bedachte staatsvorm is en de wettigheid van mensen afhankelijk is, wordt ze gezien als een belediging van Allah, die de enige heerschappij toekomt. Weliswaar zijn er stemmen die van een “Islamitische democratie” spreken, maar daarmee is echter geen democratie in westerse zin bedoeld, zoals ook geldt voor de “Islamitische mensenrechten” (overeenkomstig de “Verklaring van de mensenrechten in de islam” in Caïro”, uit 1990), vastgesteld door de lidstaten van de islamitische conferentie, naar ons begrip, niet echte mensenrechten zijn, omdat ze onderworpen zijn aan de sjaria, het recht van Allah. Dat houdt in: waar het recht van Allah in strijd is met de algemene mensenrechten (het mensenrechtencharta) Allahs recht geldt. “Apostasie”, de geloofsafval van de islam, kan bestraft worden met de dood, zoals Mohammed het al in een Hadith heeft vastgelegd, volgens Buhari.
Volgens al-Banna is elke moslim verplicht om de djihad te volgen. Daarmee wordt de volledige inzet voor de zaak van Allah bedoeld. Dat houdt in: Allahs geboden te houden en een voorbeeldig leven als moslim te leiden, ook de verplichting om de invloed van de islam in de maatschappij te vergroten, zoals het bouwen van nieuwe moskeeën in “Dar-al-harb (= Huis van oorlog, landen, waar de islam nog in de minderheid is) of door de inzet voor de islamisering van het dagelijkse leven (zoals halal-spijzen in kantines, afwijzen van het gemengde zwemonderricht aan jongens en meisjes op school enz. enz.) het gewapend optreden tegen de ongelovigen. Voor wat betreft de omvang van het gewelddadig optreden zijn de meningen weliswaar niet onverdeeld, tenminste naar buiten toe. De aanslagen van de 11e september 2001 worden veroordeeld. Daarachter kan echter ook slechts de religieuze praktijk van de takiya zitten (soera 16, 106 e.a.) d.w.z. de verhulling van de werkelijke mening tegenover de “ongelovigen”, met andere woorden, voorliegen in het belang van de zaak van Allah……
4) Activiteiten van de MB en afgesplitste groepen
Dat de MB sociale en charitatieve activiteiten ontplooit, wordt in de media slechts zelden vermeld. Men verzorgt privéscholen, jeugdcentra, weeshuizen, klinieken en programma’s tegen alcohol, drugs en gokken. Voor noodlijdenden zijn er levensmiddelen voor billijke prijzen. Deze betrokkenheid levert veel sympathie op en daarmee verzekert men zich van een toenemende invloed op de bevolking.
De activiteiten beperken zich nu niet slechts tot “ongelovige” islamitische regeringen, de vijanden van de islam moeten wereldwijd worden aangevallen, het westen, met name de USA en Israël, maar ook de Europese landen, Rusland en andere. De strijd moet nu in het land van de vijand worden gevoerd. Op 7 augustus 1988 werden de ambassades van de USA in Kenia en Tanzania aangevallen (200 doden), op 26-2-1993 volgde een eerste aanval op het World Trade Center in New York (6 doden), op 11-9-2001 de tweede aanval (3000 doden), op 11-4-2002 werd het eiland Djerba in Tunesië getroffen (21 doden), op 12-10-202 het eiland Bali (202 doden), op 11-3-2004 Madrid (191 doden), op 1-9-2004 Beslan in Noord-Ossetië (330 doden), op 7-7-2005 Londen (50 doden). Deze lijst gaat helaas tot nu door. Gelukkig konden talrijke aanslagen door de veiligheidsdiensten van veel landen verijdeld worden.
Binnen de Europese landen bestaat een wijdvertakt netwerk van de MB. Het overkoepelend orgaan is de “Federatie van islamitische organisaties” en heeft haar zetel in Leicester, Engeland. Een andere belangrijke organisatie is de “Europese Fatwa-raad” in Dublin. De leider van de Fatwa-raad is Yusuf al-Qaradawi, een haatprediker, die in zijn veelgelezen boek “Wat is toegestaan en wat is verboden binnen de islam” geheel de zevende eeuwse houding voorstaat die zich sterk verzet tegen het huidige denken. Ook is hij voorstander van de doodstraf voor afvalligen van de islam.
Aangezien anti-semitisme in bijv. Duitsland strafbaar is, wordt dienovereenkomstig islamvijandigheid door de MB als een crimineel delict gezien. Zo wil men iedere kritiek op de islam strafbaar stellen. De eisen gaan echter nog verder. Men wil evenals christenen en Joden op het docententeam van de desbetreffende faculteiten duidelijk invloed uitoefenen, het godsdienstonderwijs op de scholen – evenals christenen en Joden – voor moslims door eigen leerkrachten kunnen verzorgen. Evenals christenen en Joden invloed op de inrichting van de publieke omroep hebben en wil – zoals in Groot-Brittannië – sjariarechtbanken die in handen van moslims zijn, wil de MB die civiel en vooral familierechterlijke conflicten naar islamitisch recht kunnen beoordelen.
Eberhard Kleina
Het artikel is bewerkt.
De gebruikte koranvertaling: De edele koran, 3e druk, 2000
Het artikel heeft gestaan in Der schmale Weg, 1/2013
I Op de deelsite Huis van islam van de site bijbelenonderwijs.nl worden dergelijke begrippen uitgelegd.
II Zie de site van Bijbel & Onderwijs; bijbelenonderwijs.nl.
Het huidige denken
Bijbels geloof versus postmodern denken
Tegenwoordig gebruiken de “postmoderne” leiders en personen die de vaardigheid en de kennis beheersen om mensen te laten doen wat ze willen dit woord (zie titel) om veranderingen in te voeren of te rechtvaardigen, die kerken over de hele wereld nadelig beïnvloeden. Als we de gevolgen niet kennen, kunnen we de uitwerking van de hedendaagse grote veranderingen op sociaal gebied ook niet goed begrijpen.
Onderstaand diagram beschrijft de belangrijkste postmoderne obstakels voor overwinnend geloof. Het laat de nieuwe betekenissen zien die worden gegeven aan Bijbelse termen en het geeft Bijbelteksten weer die verheldering geven voor de verwarring die wordt veroorzaakt door het postmoderne denken. Kennis van deze waarheden zal het geweten van u en van uw kind versterken en helpen om de waarheid te verankeren.
Merk op dat de postmoderne punten hieronder vergeleken worden met het Bijbels denken en niet met het “moderne denken.” Het laatste omvat doorgaans de “progressieve” humanistische filosofieën van de 19e en 20e eeuw en niet de Bijbelse waarheid.
Postmodern denken
Bijbels geloof
Begrip
Hoe toegepast?
Maar Jezus zegt:
Persoonlijke relaties
Streven om mensen meer dan God.
“Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn.” Gal 1:10
– met God. “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft.” Joh 14:21
Tolerantie
– waarvoor God gewaarschuwd
heeft om te vermijden.
Verboden zaken zijn nu toegestaan.
“Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein.” Marcus 7:20-23
[“Wees afkerig van het kwade, gehecht aan het goede.” Rom 12:9]
Waarheid & Schriftwoord
– subjectief, altijd aan
verandering onderhevig,
gedefinieerd door de groep – met weinig of geen Bijbels inzicht. Ontkenning
van absolute en objectieve waarheid.
“Ik ben de weg en de waarheid en het leven…” Joh 14:6
[“Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Laat u niet medeslepen door allerlei vreemde leringen… “ Heb 13:8-9]
Pluralisme
Alle religies leiden naar dezelfde plaats en zijn geldige wegen tot verlossing.
“Niemand komt tot de Vader dan door Mij.” Joh 14:6
“Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke.” Joh 6:44
Autoriteit
-afwijzen van traditionele autoriteiten.
Volgen van subjectieve gevoelens en
overeenstemmend met de groep.
“Want Ik ben van de hemel nedergedaald, niet om mijn wil te doen, maar de wil van Hem, die Mij gezonden heeft.” Joh 6:38
“Vader, indien Gij wilt, neem deze beker van Mij weg; doch niet mijn wil, maar de uwe geschiede! “ Lucas 22:42
Geloof en toekomstbeeld
Is gebaseerd op gevoelens,
verbeelding, mystiek en in overeenstemming met de groep.
Gebaseerd op Gods Woord:
“En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven…” Joh 17:20
[“Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zijn, tot alle goed werk volkomen toegerust.” 2 Tim 3:16-17]
Spiritualiteit
Zoeken naar geestelijke kracht, steun, kennis of welbevinden – of eenheid met een hoger bewustzijn of een onkenbare universele macht of geest.
“Doch wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen…” I Joh 5:20
“Ziet toe, dat gij u niet laat verleiden. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben het, en: De tijd is nabij. Gaat hen niet achterna.” Lucas 21:8
Pluralisme en multicul-turalisme
Alle religies zijn gelijk en goed. Mensen die dit niet aarden, worden als fanaten of extremisten gezien.
“Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.” Ex 20:3
“Gij zult geen andere goden achternalopen, van de goden der volken rondom u, want de Here, uw God, is een naijverig God in uw midden; opdat de toorn van de Here, uw God, niet tegen u ontbrande en Hij u van de aardbodem verdelge.” Deut 6:14-15
“…indien gij de Here, uw God, te enen male vergeet en andere goden achterna loopt, hen dient en u voor hen nederbuigt – ik betuig heden tegen u, dat gij voorzeker zult omkomen.” Deut 8:19
Voortdurende verandering
Eist voortdurende innerlijke aanpassing aan culturele veranderingen.
“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld…” Rom 12:2
“Pilatus oordeelde het geraden de schare haar zin te geven en hij liet hun daarom Barabbas los en gaf Jezus, na Hem gegeseld te hebben, over om gekruisigd te worden.” Marcus 15:15
“Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld.” Joh 15:19
”Maar toetst alles en behoudt het goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad.
En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en
lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele
onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen.”
1 Thess 5:21-24
Bron: crossroad.to
vertaling: mevr. I.Matzken
Halloween, mij niet gezien
Halloween, mij niet gezien
Halloween: onschuldige folklore of herleving van Keltisch heidendom? Oude symbolen en rituelen kunnen een sfeer oproepen van angst en geweld, tenzij deze wordt geneutraliseerd. Met adviezen aan ouders en leraren en verwijzing naar andere websites.
Inhoud folder:
* “Wat kan een pompoen ons nu doen?”
* Symbolen die iets ‘betekenen’
* De Keltische kalender en andere gebruiken
* Adviezen
* Rodiek de Frank
Inleiding
Het wordt in ons land een bekend beeld: kinderen lopen op de 1e november met een pompoen met daarin een brandende kaars en dragen daarbij een masker. Halloween! In landen als de Verenigde Staten is dit een jaarlijks terugkerend feest. Is dit een onschuldige folklore? Moet je er iets achter zoeken? Of is het een ‘ritueel’ en hoe is dat ontstaan?
“Zij verwekten Hem tot naijver door vreemde goden, met gruwelen krenkten zij Hem;
zij offerden aan boze geesten, die geen goden zijn, aan goden die zij niet hebben gekend,
nieuwe goden, die kort tevoren opgekomen waren, voor welke uw vaderen niet gehuiverd hadden.”(Deut 32:16-17)
“Wat kan een pompoen ons nu doen?”
Nee, een pompoen zal u niets doen! Het is een gewone vrucht, ook als die helemaal is uitgehold en er lichtjes in branden. Maar lach niet te vroeg, want de pompoenen van Halloween staan voor iets heel anders. De verlichte, doorschijnende pompoen (de Engelsen spreken van ‘Jack-O-Lantern’, Jaap-met-de-Lamp) is het symbool van een dolende ziel. Vroeger holden bijgelovige mensen pompoenen of knolrapen uit en plaatsten er kaarsen in. Zij deden dat om de boze geesten van hun huizen weg te jagen. Een andere bron vermeldt: de verlichte pompoen of doodskop diende als een signaal om aan te geven dat de bewoners van deze boerderij of dit huis sympathiek stonden tegenover de satanisten, zodat de terreur van de nacht (Halloween) eraan voorbij ging. Opvallend is wat de newage-vorser John Ankerberg schrijft. Hij wijst op de Ierse legende van ‘Ierse Jack’, die gaat als volgt:
Er was eens een gierige dronkaard, genaamd Jack, die de duivel uitdaagde om in een appelboom te klimmen. Toen deze in de boom zat, kerfde Jack snel het teken van het kruis in de stam, zodat de duivel nooit meer naar beneden kon komen. Daarop liet Jack de duivel zweren dat deze nooit zijn ziel zou opeisen, wat hij met tegenzin deed. Uiteindelijk stierf Jack, maar bij de hemelpoort werd hij weggestuurd vanwege zijn dronkenschap en egoïsme. Daarna kwam hij bij de duivel terecht, die zich aan zijn belofte hield. Nu Jack nergens meer heen kon, was hij veroordeeld om alsmaar op aarde te dolen. Toen hij de hel achter zich liet, at hij toevallig een knolraap en de duivel wierp hem een brandende kool achterna. Jack deed de kool in de knolraap om voortaan als ‘Jaap-met-de-lamp’ voor altijd rusteloos over de aarde te zwerven.
“Dat is nieuw voor mij,” zullen velen nu zeggen, “maar is dit nu een reden om niet meer met Halloween mee te doen? Het is toch maar een symbool, en een pompoen is maar een gewone vrucht!” Hiermee komen we tot de kern van de zaak, namelijk dat symbolen iets anders duiden of ‘betekenen’ en daarmee dan ook die betekenis oproepen. Natuurlijk doen wij niet doen aan symboolbestrijding, maar wel aan symboolontmaskering. Wij zijn geen Don Guichottes die tegen windmolens vechten! Dat deden ook Gods profeten niet, wanneer zij profeteerden tegen de altaren van de Asjera’s en deAbaäls op hoogten van Israël.
Symbolen die iets ‘betekenen’
Tijdens de Golfoorlog was het Amerikaanse vliegtuigen verboden over Mekka te vliegen, omdat anders de ‘schaduw van het kruis’ op de heilige stad zou vallen. Enkele jaren geleden werd op verzoek van één ouder besloten om het kruisbeeld te verwijderen van de openbare scholen in Beieren. Aanhangers van new age hebben het kruis omgebouwd tot het gebroken of vertrapte kruis. Hitler gebruikte de swastika (hakenkruis) als Arisch teken in zijn campagne voor ‘etnische zuivering van alle minderwaardige rassen’ Zouden al deze niet-christenen begrijpen, dat het kruis het symbool is van het offer dat Jezus Christus bracht om de zonde en schuld van de mensen weg te doen? Aan dat kruis heeft Hij de overheden en machten ontwapend en Zijn victorie over hen uitgeroepen (Col 2:14-15). Daarom kan Paulus ook roemen in het kruis van de Here Jezus Christus, “door wie de wereld mij gekruisigd is en ik aan de wereld” (Gal 6:14).
Nu is de vraag: “Roepen symbolen de werkelijkheid op?”Met andere woorden, kunnen alle symbolen van Halloween, zoals dodenmaskers, doodskoppen, vampiers, weerwolven, gnomen, dwergen, heksen met punthoeden, zwarte katten op de schouder, spookbeelden, duivelsgestalten, enz. kinderen in aanraking brengen met de wereld van de boze?
Het antwoord is: “Ja, tenzij deze worden geneutraliseerd”. Wij zullen dit op drie manieren toelichten: vanuit de Bijbel, vanuit het denken van Carl G. Jung en vanuit de praktijk die wij allen kennen.
In Exodus 23:13 houdt Mozes de Israëlieten voor om “de naam van andere goden niet te noemen; hij zal uit uw mond niet gehoord worden.” Halloween doet de Keltische goden voor een nieuwe generatie herleven, zoals Samhain (de vorst van het dodenrijk) en Brigid (moeder der natuur, naar wie zowel de Britten als de Bretons zijn genoemd). Alle optochten, vuren op de heuvels, verkleedpartijen en dodenherdenking zijn symbolische handelingen gericht op het oproepen van de doden, het vertroosten van de dolenden en het bezweren van het dodenrijk, zaken die de Bijbel nadrukkelijk verbiedt.
Volgens Jung stelt het symbool het resultaat voor van de samenwerking tussen het menselijk bewustzijn en het (collectieve) onbewuste, het terrein van de archetypen (Herinneringen, Dromen, Gedachten, pag. 288). Jungs voornaamste symbool is de mandala, “die zich spontaan aan de verbeelding aanbiedt om de tegenstellingen, hun strijd en hun verzoening in ons uit te beelden.” In de Bijbel betekent ‘verzoening’ echter het wegnemen van de schuld door middel van een offer; in het heidendom staat het voor het ontkennen van tegenstellingen en biedt het de toegang tot de geestenwereld.
Tenslotte blijkt de kracht van het symbool uit onze afkeer wanneer (Joodse) graven besmeurd worden met hakenkruisen. Toen in de bekende film ‘The Sound of Music’ in Salzburg de hakenkruisvlag werd gehesen, was dat voor de familie Von Trapp het signaal: wegwezen, want hiermee werd de periode van nazi-dictatuur ingeluid. Zouden wij dan onze kinderen blootstellen aan al die symbolen van het rijk der duisternis en zo zijn macht over deze generatie helpen versterken? De vraag stellen is haar beantwoorden.
De Keltische kalender en andere gebruiken
Halloween brengt het oude Keltische wereldbeeld weer terug in onze kalender en onze agenda’s. De naam ‘halloween’ is een verbastering van All Hallow’s Eve of Allerheiligen, een mislukte poging (volgens de r.-k. Encyclopedie) om de Keltische voorouderverering op 1 november te kerstenen. De oude naam is ‘Oidhche Shamna’, de Wake van Samhain (spreek uit: So-wein), Dit brengt ons op de oude Keltische (maar ook Nordische en Saksische) jaarcyclus, die bepaald wordt door het achtvoudige zonnerad:
31 okt. Samhain
21 sept. Mabon 21 dec. winterzonnewende
1 aug. Lammas 1 febr. Imbolic
21 juni zomer- 21 maart Ostara-zonnewende
30 april Beltane
In een recente nieuwsbrief schrijft dr. John MacArthur over kinderen die zich verkleden als heksen, geesten of kabouters. Hij vindt het ondenkbaar, als christen-ouders toestaan of zelfs aanmoedigen dat hun kinderen zich met zulke duivelse machten bekleden, al is het maar ‘voor de grap’ of ‘als uiting van folklore’. Volgens hem geven zij daarmee aan dat zij de geestelijke strijd, waarover Paulus spreekt in Efeziërs 6:10, helemaal niet serieus nemen, want:
Op de avond van 31 oktober droegen de druïden (Keltische priesters) alle mensen op hun haardvuur te doven. Dan legden zij nieuwjaarsvuren aan van (heilige) eikentakken en daarin verbrandden zij (delen van) de oogst, maar ook dieren en mensen, als offer voor hun goden en godinnen (vandaar de Engelse naam bonfire of bonefire, vuur van beenderen).
Tijdens dit duivelse ritueel waren de mensen bekleed met koppen en huiden van dieren en deden aan waarzeggerij en wichelarij. Zij sprongen over de vlammen, dansten en zongen, allemaal om de boze geesten weg te jagen. Samhain zou dan die geesten in dezelfde nacht naar iedereen sturen die niet, zoals zijzelf, als boze geesten waren verkleed.
Ook het gebruik om met Halloween vrijgevig te zijn (Engels:Trick or Treat) heeft een heidense oorsprong. Stel dat je was vergeten om je te verkleden, dan kon je alsnog de geesten ontlopen door een schaal met vruchten klaar te zetten om de ronddolende geesten voedsel en onderdak te geven. Je mocht dan hopen dat de demon daar genoegen mee nam(trick), anders zou zijn vloek je treffen om onheil over je huis te brengen (treat). Een voormalige heks die Christus leerde kennen, legt dit gebruik zó uit:
Met Trick or Treat wordt een oud gebruik der Druïden in ere hersteld. Hoewel het snoepgoed in plaats is gekomen van de vroegere mensenoffers, is het nog steeds een gebaar naar de boze geesten. Volgens de traditie mag je degenen die niets geven, beetnemen. Maar pas op: wie met Halloween snoepjes uitdeelt, brengt in feite een offer aan de afgoden en komt in contact met boze geesten! (zie ook 1 Cor 10:20)
Adviezen
Christen-ouders en – leraren zijn in de eerste plaats geroepen om hun kinderen ‘goede gaven te geven’. Een folder als deze biedt geen ruimte voor een pedagogische verhandeling en daarom geven wij hieronder enkele praktische trefwoorden voor onderwijs en opvoeding naar Gods Woord:
De vreze des Heren is het begin van kennis en wijsheid.
Elk kind is een unieke schepping: dat wekt creativiteit en verwondering.
In het gezin leert het kind waarachtigheid en ervaart het geborgenheid.
In de relaties met ouderen krijgt het kind begrip voor gezag en leert het discipline.
Op school ontvangt de leerling ethische én esthetische vorming.
Van jongsaf wordt onderscheiding, waakzaamheid en weerbaarheid bijgebracht.
Een christenkind heeft begrip voor de zin en het doel van het leven.
Er is vergeving voor ieders feilen en falen, geplaatst in het perspectief van de hoop.
Het behoeft geen betoog dat bijna al deze begrippen door Halloween met de voeten worden getreden. Maar om dit aan kinderen te kunnen leggen, is het noodzakelijk dat opvoeders eerst op de hoogte zijn van de belangrijkste Bijbelse begrippen, vandaar dat wij u de volgende adviezen geven:
Leg kinderen de achtergronden uit van Halloween en creëer een ‘afstand’ met de zaken die zo sterk op hen afkomen, zoals dat vroeger gebeurde met sprookjes en folklore en vooral door na te gaan wat de Bijbel over deze praktijken zegt.
Maak de achtergronden van Halloween duidelijk aan elke instantie waardoor het gedachtegoed van Halloween naar ons toekomt, zoals de school en de supermarkt.
Als kinderen met maskers aan de deur komen, geef ze dan geen snoepgoed, maar deze folder om die aan hun ouders te geven en met hen te bespreken.
Tenslotte, als u merkt dat uw kinderen alleen komen te staan, omdat iedereen met Halloween meedoet, biedt hun dan een verantwoord alternatief, zoals enkele goede kinderboeken of bespreek met hen het verhaal over Rodiek de Frank en laat ze het als toneelstuk opvoeren!
Rodiek de Frank
Niet iedereen weet dat de vroegste evangelisten niet uit het Zuiden kwamen, maar uit het Westen. Lang voordat Willibrord en Bonifacius de leer der kerk naar de Lage Landen brachten, hadden de Kelten hier al het zaad van het Evangelie geplant.
Daarom is het goed om ook deze kant van het Keltendom te belichten: volgelingen van Jezus Christus die het zendingsbevel serieus namen waardoor heidendom en bijgeloof verdwenen als schaduwen voor de zon!
Rodiek woonde in een gebied dat nu Vlaanderen heet. Als jonge Frank had hij al belangrijke vergaderingen bijgewoond, zoals die keer toen de legers van de koning der Franken waren gekomen met het bevel dat de heidense gebruiken moesten worden veranderd. Veel veranderde er echter niet en de meeste gebruiken kregen alleen een andere naam.
Nu waren er geruchten dat er mensen van over de zee naar de Lage Landen waren gekomen. Hadden die wapens bij zich, en zouden zij zich moeten verdedigen? Besloten werd om Rodiek er als verkenner op af te sturen.
De ontmoeting met de Kelten verliep anders dan hij had gedacht. Toen hij op een morgen wakker werd, stonden twee jonge mannen naar hem te kijken. Rodiek greep meteen naar zijn wapen, maar dat was niet nodig. “Hallo, wij zijn Angus en Marco. Wie ben je en waar kom je vandaan? Kom mee, dan kun je ons dorp bekijken!”
In het kamp van de Kelten keek Rodiek zijn ogen uit. Overal heerste grote bedrijvigheid. Ieder had zijn taak en scheen dat ook heel gewoon te vinden. De huizen waren heel anders dan die van de Franken en ze hadden voorwerpen die Rodiek niet kende. In het midden van het dorp was een kapel gebouwd en daarom heen lagen de lokalen voor de school. “Een school, wat is dat?” vroeg Rodiek. “Bewaren jullie daar je wapens?”
Marco en Angus begonnen te lachen: “Onze wapens zijn heel anders dan die van jullie. Het zijn de wapens van de geest. Wij leren de mensen Gods woord te lezen. Dan leren ze God kennen en begrijpen hoe wij Hem kunnen dienen, want in dat Boek heeft Hij zich aan de mensen bekend gemaakt. Wij hebben Bijbels in onze eigen taal en willen graag dat de Franken ook het Woord van God kunnen lezen. Het zal je hele leven veranderen. Niet van buitenaf omdat de koning beveelt dat iedereen een gedoopte christen moet zijn. Jezus Christus wil Heiland en Heer zijn: van de Kelten en ook van de Franken. Wanneer je Hem echt leert kennen, verandert je leven van binnenuit.”
Vlak voor volle maan was Rodiek terug in zijn eigen dorp. De Kelten hadden geschenken meegegeven. Nuttige voorwerpen, die voor de Franken nieuw waren, maar ook dingen van kunst die alleen gemaakt waren om mooi te zijn. En… een paar kolommen tekst uit het Boek van God, die hij op de school uit het hoofd had geleerd. Het had hem een vreemd blij gevoel gegeven en hij kon haast niet wachten tot het donker werd.
Toen het vuur eenmaal brandde en de maan vol aan de hemel stond, gaf de leider een teken dat Rodiek met zijn verhaal kon beginnen. Ze konden maar moeilijk geloven dat de vreemde mannen niet kwamen om hen te veroveren, maar om hen te vertellen van de God van hemel en aarde. Een oude man, Magieck de Wiccan, wilde er niets van weten. “Geloof ze maar niet, mannen, allemaal leugens,” riep hij. “Die Kelten zijn net als alle andere vreemdelingen die ons tot hun slaven willen maken. Alleen doen zij het veel slimmer.”
Met die woorden bracht hij sommigen aan het twijfelen, maar toen begon Rodiek de woorden op te zeggen die op de bladen van het boek stonden. Doodstil werd het rond het vuur en de woorden van Jezus drongen diep door in hun hart.
Uit:De Bijbel in de Basis, deel 4B APOSTELEN, uitg. NijghVersluys, Baarn
Enkele aanbevolen websites:
Zeer informatief (Engels) is www.logosresourcepages.org/idx_halloween
Op deze pages kunt u veel meer informatie lezen, zoals over de relatie tussen Druïden met Nimrod en met de Baäl-goden, die de Israëlieten deden struikelen.
Zie ook de website van Christian Research Institute www.equip.org. Zoek bij ‘Search’ en vul in ‘Halloween’ voor twee belangwekkende artikelen.
Voor een Engelse folder zie www.christian-teachers.org. Klik ‘ACT Briefings’ en u vindt de tekst van de Hallowe’en folder.
Hypnose
Hypnose op velerlei gebied
Steeds vaker worden ook christenen op allerlei gebieden met hypnosepraktijken geconfronteerd:bij psychologen en bij de psycho- of hypnosetherapie, in volkshogescholen, in allerlei zelfhulpgroepen, bij computer- en videospelletjes, bij cursussen rondom zwangerschap en geboorte, bij medische zorg op school, in de medische voor- en nazorg, bij management en verkoop, op tv en bij de tandarts, bij benoemings- en bekwaamheidstesten, in het basis- en hoger onderwijs en zelfs in christelijke gemeenten. Daarom moeten we indringende vragen stellen: Wat is hypnose? Is hypnose een onschuldige psychotechniek of een quasireligieuze of misschien een occulte bezigheid, die het lichamelijke en geestelijke welzijn beïnvloeden kan?
Een boek over hypnose van dr. Franzke: 140 blz., € 12,80
1. Wat is hypnose?
Onder hypnose moet verstaan worden: alle technieken en situaties die tot een toestand van “trance” (kunnen) leiden. Trance is een bijzondere bewustzijnstoestand, waarbij de wil en het verstand verregaand uitgeschakeld zijn, de waarneming beperkt is, “innerlijke beelden” voor het geestelijk oog ontstaan en bovennatuurlijke fenomenen mogelijk zijn.
2. En hoe gaat dat?
In de regel dienen de deelnemers een rustige, iets donkergemaakte ruimte op te zoeken en een bepaalde lichaamshouding aan te nemen. Er wordt soms zachte trance bevorderende achtergrondmuziek gespeeld. Tenslotte moeten de deelnemers een serie aanwijzingen beluisteren en opvolgen om de trance op gang te brengen. (zgn. suggesties). Maar voor alles moeten ze:
-het zich aangenaam maken,
-de ogen dicht doen,
-zich ontspannen (ontspanningsoefeningen),
-de spieren ontspannen,
-alles loslaten, de gedachten laten komen en laten gaan (yoga),
-op de ademhaling letten,
-bijzondere ademoefeningen doen,
-hun aandacht op een enkel “punt” richten (beperken, fixeren, concentreren, centreren, verzamelen, focussen), bijvoorbeeld op een pendel, een vinger, een pen, een munt enz.,
– iets naar boven kijken, eventueel naar een bepaald voorwerp,
-denken aan iets moois en deze situatie opnieuw beleven met alle vijf zintuigen,
-zich voorstellen naar een andere plaats, in een andere wereld of tijd te reizen,
-“innerlijke beelden” voor het geestelijke oog waarnemen of eenvoudigweg “laten komen”.
Bovendien zijn er een massa andere hypnosetechnieken, bijvoorbeeld bij NLP (= Neuro Linguistisch Programmeren): de inbeddingstechnieken, woorden , die ten doel hebben iemand in trance te brengen, in teksten , in het bijzonder door sprookjes in te bouwen. De confusietechnieken door bijvoorbeeld onlogische zinsconstructies, die de geest moeten verwarren. De spiegeltechnieken, waarmee we gespiegeld of geïmiteerd moeten worden.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen ook de volgende praktijken een hypnotisch karakter hebben:
-acupunctuur
-voortdurend zwijgen
-associatietechnieken
-automatisch schrijven
-ayurveda, div. technieken
-bidden met de rozenkrans, van de mala of subha
-bidden en zingen “in tongen”(charismatisch)
-biofeedback-handelingen
-brainstormen
-bungeejumpen en aanverwante activiteiten
-clustering
-voortdurende stress
-“Trust Fall”
-drugs, shocks, horror, angsten
-extreem vasten (voorzichtig bij het “therapeutisch vasten”)
-extreem gedrag
-extreme sporten
-buitengewoon schreeuwen en ruziemaken, excessieve woedeuitingen
– familieopstellingen volgens Hellinger
-innerlijke teams (F.Schulz von Thun )
-isolatietank (samadhi tank)
-joggen, walken ( over een kritieke drempel gaan)
-koudeprikkels (Kneipp)
-lichamelijke en geestelijke uitputtingstoestanden
-creatief schrijven
-korte filmfragmenten in muziekvideo’s
-laserprojecties in de disco
-marathonloop
-massagetechnieken
-meditatie, yoga, tai chi, tchi gong en aanverwante praktijken
-mind-mappingtechnieken
-muziekstijlen (meditatie- en ontspanningsmuziek, diverse klassieke, hip-hop en technomu ziek, natuurklanken en sfeermuziek, enz.
-power-aerobic en aanverwante praktijken
-psychotherapieën, div. technieken
-prikkels door overmatige informatie
-sensory deprivation
-rollenspelen (div) en aanverwante identificatietechnieken (familieopstellingen)
-sauna en zweethut (inipi)
-slaap- en voedselonthouding
-sociale isolatie
-speltherapieën voor kinderen div.
-dagdroomtechnieken
-geheugentrainingstechnieken
-overlevingstrainingtechnieken, div.
-wierook, rookstaafjes, geuren en aromastoffen in lampen, in badwater
-wellness- en fitnesstraining, div. praktijken
Alle activiteiten kunnen uiteindelijk tot een toestand van trance leiden, waarbij men zich volledig op een enkel “punt” of gedachte moet concentreren. Daartoe behoren schaken en aanverwante spellen. Spelletjes met de Game Boy, met Playstation en met de computer, waarbij zonder onderbreking op een punt gestaard moet worden (autoracen, Moorhuhn, e.v.a). Daarbij horen diverse tests die onder grote tijdsdruk gedaan moeten worden. (bekwaamheidstesten en tests bij arbeidsbureaus ), het tekenen van “liggende achten” of het klimmen op klimwanden en het kisten stapelen, het balanceren op koorden, (door volle concentratie op het touw, op de vinger, op het evenwichtspunt). Activiteiten die iemand duizelig kunnen maken en ook in trance brengen en/of je geest in verwarring brengen (achtbaan of carrousel), maar ook het beluisteren /lezen van confuse teksten. Maar bovendien drugs en andere hallucinerende middelen en op een bepaalde wijze bereide theesoorten.
3. Wat moet je daar nu allemaal mee ?
Volgens de heersende opvatting is hypnose een universeel wonderprogramma. Met hypnose is, naar men beweert, bijna alles mogelijk. Hypnose wordt als wetenschappelijk erkende ontspannings- , therapie- en genezingsmethode beschouwd.
Naar het schijnt kan hypnose ontspanning bewerken, lichamelijke en geestelijke ziekten genezen of zelfs voorkomen. Naar het schijnt kan hypnose de persoonlijkheid in bepaalde levensomstandigheden positief beïnvloeden , de persoonlijkheid versterken, prestatieverhogend werken en helpen bij het leren. In werkelijkheid is hypnose echter geheel iets anders.
a. Bij hypnose wordt de aanpak bepaald door technieken die trance in gang moeten zetten. Strikt genomen is hypnose een “ trance- en doorway-” techniek. Ze leiden naar een toestand van trance, die de deur naar andere, onzichtbare werelden en machten opent. De psychologie en de hypnoseliteratuur noemen ze de wereld van het onbewuste of onderbewustzijn. Veelvuldig wordt van het “hogere zelf”, of van zogenaamde “delen” of “deelpersoonlijkheden” gesproken die, zo wordt verondersteld, diep in onze ziel huizen.
Het is interessant dat het onbewuste of het onderbewuste dezelfde eigenschappen heeft, die de Bijbel aan God toeschrijft. Het onbewuste of het onderbewustzijn lijkt almachtig, alwetend, wijs en edel, hulpvaardig en goed te zijn. Je kunt op het onbewuste of het onderbewustzijn vertrouwen. Het is (een) je vriend, helper en raadgever.
b. In werkelijkheid bestaat hypnose uit technieken van astralprojectie. Zoals de hypnoseliteratuur duidelijk maakt , kan hypnose de inleiding tot buitenlichamelijke zielenreizen zijn. In een toestand van trance kan de gehypnotiseerde zijn lichaam verlaten en naar een andere, onzichtbare wereld reizen.
c. In werkelijkheid is hypnose een techniek van (spirituele) transcommunicatie. In een trancetoestand zou de gehypnotiseerde met onzichtbare werelden en machten communiceren. Klaarblijkelijk kunnen toestanden van trance een soort “innerlijk beeldscherm” activeren waarop “innerlijke beelden”, zoals op een projectiewand in een bioscoop, geprojecteerd kunnen worden. Daarbij kan de gehypnotiseerde als zender en ontvanger functioneren. Naar behoefte kan hij dan in zijn trancetoestand “innerlijke beelden” zenden of ontvangen. Voor het innerlijke of geestelijke oog speelt zich dan een soort film af. Meestal onthult deze film een schijnbaar ”verborgen weten”: over het nu, over het verleden of zelfs over de toekomst. In sommige gevallen geeft hij zogenaamde inzichten in traumatische belevenissen uit de vroege kindertijd. (geliefd motief: sexueel misbruik, mishandeling) , in veronderstelde geboortetrauma’s of zelfs in traumatische belevenissen in “vroegere levens” (geliefd motief: heksenverbranding op de brandstapel). In andere gevallen wordt zelfs “een blik in de hemel” toegestaan (zgn. bijna- doodervaring). In deze samenhang moeten we de alles beslissende vraag stellen: Wie maakt en start nu eigenlijk de film? Uit wetenschappelijk oogpunt is het het onbewuste of het onderbewustzijn. Maar uit Bijbels standpunt zijn het de machten van de duisternis. Vanuit Bijbels standpunt is hypnose een techniek van communicatie met verschillende machten van de duisternis. Volgens de Bijbel kan de gehypnotiseerde in een toestand van trance zich richten op de machten van de duisternis met hulp van suggesties en visualiseren ( innerlijke beelden).
Aan de andere kant kunnen de machten van de duisternis aan de gehypnotiseerde en/of hypnosetherapeut mededelingen doen met behulp van
“innerlijke stemmen”,
“innerlijke beelden”,
vinger- of handbewegingen,
inspiratie door bepaalde gedachten, dit met behulp van pendel of “automatisch schrijven”. In dit geval heeft de gehypnotiseerde de functie van een medium (pendelen/ spiritisme) .
In een toestand van trance spreekt een transcendente macht uit de mond van een gehypnotiseerde, maar nooit het onbewuste of het onderbewustzijn , zoals psychologen en psychotherapeuten ons willen doen geloven.
e. In werkelijkheid bestaat hypnose uit magisch-therapeutische praktijken. Zij moeten persoonlijkheid, gewoonten en gedrag geheel veranderen en weliswaar alleen met behulp van suggesties en visualisering.
f. Hypnose maakt gebruik van magisch-medische praktijken. Ogenschijnlijk kan hypnose een groot aantal ziekten genezen, verlichten of helpen vermijden met behulp van ontspanning en met behulp van suggesties en visualisering.
g. In werkelijkheid bestaat hypnose uit paranormale praktijken. Hypnose kan bovennatuurlijke verschijnselen en krachten oproepen. In een toestand van trance is de gehypnotiseerde veelal onaantastbaar en pijnongevoelig. (op vurige kolen lopen, operaties bijv.), ze kunnen niet geleerde talen spreken en/of verstaan, ze kunnen lichaamsdelen of ook het hele lichaam laten verstijven en ze hebben een buitengewoon goed geheugen.
4. Wat moet ik ervan denken ?
a. Hypnose is niet ongevaarlijk. Ze kan het lichamelijke en geestelijke welzijn beïnvloeden. Ze kan de geest verwarren en tot geestesziekten leiden. Dat bewijst ons de meestal warrig gestructureerde hypnoseliteratuur, op indrukwekkende wijze.
b. Hypnose bestaat uit pseudoreligieuze en magische praktijken. Hypnose werkt meestal met dezelfde technieken , zoals heksen, magiërs, yogi’s en sjamanen: met rituelen, lichaamshoudingen, ontspannings- en ademhalingstechnieken, concentratie- en oogtechnieken en bovendien met suggesties (bezweringsformules) en visualisering. Hypnose richt zich tot een bovennatuurlijke supermacht of superkracht, (misleidend het onbewuste of het onderbewustzijn genoemd), waaraan persoonlijke en pseudoreligeuze eigenschappen toegeschreven worden.
c. Hypnose is in directe tegenspraak met het Woord van God en met het christelijk geloof. Uit Bijbels standpunt opent hypnose de deur naar het rijk en naar de machten van de duisternis en opent ze niet de deur “naar binnen” of naar het onbewuste of het onderbewustzijn. Hypnose verandert de gehypnotiseerde in een medium, respectievelijk in een mediale persoonlijkheid, die door onzichtbare machten geïnspireerd en geleid wordt. Vanuit Bijbels standpunt mobiliseert en gebruikt hypnose de bovennatuurlijke krachten van demonische machten en niet “de innerlijke krachten” of “innerlijke bronnen”, zoals de literatuur beweert. Daarbij wordt een onbekende supermacht of superkracht opgeroepen (meestal het onbewuste of het onderbewustzijn genoemd.), met persoonlijke en pseudoreligieuze eigenschappen. Dat is afgodendienst!
d. Hypnose gaat tegen recht en wet in, als de betrokkene zonder uitvoerige uitleg en zonder uitdrukkelijke toestemming, waarbij gebruik gemaakt wordt van de afhankelijke relatie waarin iemand is, gedwongen wordt zoiets te moeten ondergaan, zoals in scholen.
Hypnose gaat lijnrecht in tegen het hypnoseverbod, hypnose gaat lijnrecht in tegen het therapieverbod en het staat lijnrecht tegenover het grondrecht van vrijheid van geloofs-, gewetensvrijheid en vrijheid van religie.
e. Vanuit deze achtergrond is hypnose in het onderwijs een moreel verwerpelijke en niet rechtsgeldige vorm van religieuze indoctrinatie en een antichristelijke zendingsdrang.
5. Hoe kan ik mij beschermen?
Laat je nooit hypnotiseren! Dat is het beste! Het probleem is echter , dat ons steeds minder meegedeeld wordt dat we gehypnotiseerd moeten worden. Daarom is het nodig dat u en uw kinderen de bovengenoemde hypnosepraktijken kennen en ze in voorkomende gevallen strikt weigeren. In veel beroepen waarin veel concentratie gevraagd wordt, is voorzichtigheid geboden. Onder omstandigheden zou je een beroep moeten opgeven of oppassen, dat de gedachten voortdurend heen en weer gaan, voor zover dat mogelijk is.
In tegenstelling tot de voortdurend herhaalde opmerkingen in de hypnoseliteratuur, behoort het rijden in een auto daar in de regel niet toe. Je moet je weliswaar op het verkeer concentreren, maar toch kun je tijdens een rit aan vele andere dingen denken. Je oplettendheid is er, maar niet alleen voor het autorijden. Bij het interactieve autoracespel is de concentratie wel volledig.
Zoals uitgelegd zou hypnose aan de deelnemer op vele en verschillende manieren een onzichtbare vriend en helper geven. Bekeerde christenen hebben geen andere onzichtbare vriend en helper nodig . Ze hebben al een onzichtbare Helper: JEZUS CHRISTUS! HIJ alleen is almachtig, alwetend, wijs en hulpvaardig en goed. We kunnen tot Hem spreken door het gebed en HIJ spreekt alleen tot ons door de Bijbel, het Woord van God en niet door het zogenaamde onderbewustzijn met zijn ”innerlijke stemmen”, “innerlijke beelden” of door vinger- of hand- of pendelbewegingen.
Ook wanneer de hypnoseliteratuur uit verstandelijke motieven steeds het tegendeel beweert: Hypnose is een vorm van magie! Hypnose is gevaarlijk! Hypnose gebruikt bovennatuurlijke krachten. Hypnose kan tegen iemands wil en zelfs zonder dat iemand er zich van bewust is, gebruikt worden!
Daarom juist dient u de aan het begin genoemde technieken te kennen en te vermijden.
Prof. dr. R.Franzke
De Kanjertraining – een geschenk ‘van boven’ of een product ‘van beneden’?
De Kanjertraining – een geschenk ‘van boven’ of een product ‘van beneden’?
Er steekt meer achter.
In de Handleiding Kanjertraining Basisonderwijs, gevat in een uiterst dikke multomap, schrijft Weide (ontwikkelaar van de – kostbare1 – Kanjertraining) in het eerste onderdeel, dat als titel heeft Uitgangspunten van de Kanjertraining, in paragraaf 10 onder de kop Theoretische achtergronden dat de training niet is ‘gebaseerd op een specifiek theoretisch model uit de literatuur’. Hij vervolgt met: ‘Toch doen we een poging de kanjertraining in kaart te brengen en doen dat aan de hand van … vijf modellen’. De dan door hem genoemde modellen wil ik zo dadelijk allereerst kort onder de loep nemen.2 Vooraf wil ik u echter deelgenoot maken van enkele door Weide geuite saillante opmerkingen in een telefonische reactie van hem naar aanleiding van de publicatie op de site van Bijbels perspectief3 met een uitgebreidere versie van de door mij voor Bijbel & Onderwijs gehouden lezing over de Kanjertraining.4 Zo gaf Weide namelijk iets voor mij opmerkelijks en vermeldenswaardigs aan: de Kanjertraining was te beschouwen als ‘van boven’, want Weide had zich door ‘het hogere’ geleid gevoeld. Om onder meer deze reden was hij dan ook ‘diep teleurgesteld’ over de inhoud van de publicatie. Hij gebruikte zelfs het begrip ‘pijn’, sprak over ‘afbranden’ en bezigde het begrip ‘oordelen’.
De gehouden lezing en de uitgebreidere gepubliceerde versie daarvan, en al evenmin dit artikel, hebben ‘oordelen’, ‘afbranden’ of een niet serieus nemen van intenties op het oog. Hoewel ik heb aangegeven als christen niet uit de voeten te kunnen met dergelijke abstracte beschrijvingen als ‘van boven’ en ‘het hogere’, maar graag concreet spreek over de drie-enige God, raakt(e) een en ander mij wel. Het mogelijk christenzijn van Weide is en wordt door mij niet betwijfeld en het spreken van Weide over ‘van boven’ en ‘het hogere’ vraagt dan ook absoluut aandacht. Het ging en gaat mij om een objectief beoordelen van de training op basis van het verzoek van B&O.
Waar blijft de noodzakelijke onderbouwing?
Het eerste wat mij in mijn onderzoek opviel (en opvalt5), is het gebrek aan wetenschappelijke verantwoording6. Een bewijs daarvan is bijvoorbeeld de aangehaalde’ intro’ in paragraaf 10. Een verantwoording wordt bij een en ander niet gegeven en is evenmin elders te vinden. Bovendien krijgt men bij onderzoek van bijvoorbeeld de vijf genoemde modellen de idee dat het verwijt van de schoolpsycholoog Bob van der Meer, dat Weide7 ten aanzien van onder meer de kanjerregels plagiaat pleegt, ook hier – tenminste deels – geldt. Wat zijn de ideeën van Weide zelf en, wat is door hem, in iets andere bewoordingen, waarom overgenomen?8 En ten aanzien van de vijf genoemde modellen: waarom deze keuzes?9 Doet Weide recht aan het inhoudelijke ervan?10 Een dergelijke aanpak onderstreept het flodderige van de methode, terwijl het taalgebruik in diverse onderdelen/publicaties horend bij de training populistisch genoemd moet worden en dat soms op het banale en onethische af – iets wat haaks staat op het doel: training in sociale vaardigheden. In een op verzoek van B&O te verschijnen brochure zal op onder andere deze en nog ander zaken nader worden ingegaan11. Kijken we nu naar (vanwege ruimtegebrek) enkele van de genoemde modellen en we betrekken daarbij de saillant genoemde uitspraken van Weide en doen dat vanuit de titel boven het artikel.
De achtergrond is humanistisch.
Toen ik Weide aansprak op zijn gebruik van ‘van boven’ en ‘het hogere’ en concreet vroeg waar dit zichtbaar werd binnen de training qua uitgangspunt en/of inhoud, was zijn reactie: ‘We zijn geen instituut voor evangelisatie’. In hoeverre is de Kanjertraining dan (nog) als een soort geschenk ‘van boven’ te beschouwen? Immers, de drie-enige God werkt nooit los van zijn Woord wat in dit geval concreet als logisch gevolg zou moeten hebben dat, zelfs al is de laatste reactie van Weide rechtmatig, het uitgangspunt of de referentiekaders bij en van de Kanjertraining tenminste niet in strijd zullen mogen zijn met het Woord van God.Of toch wel? Onderstreept het ongefundeerde aanhaken van Weide bij de door hem genoemde modellen niet de vaststelling zoals gedaan in de lezing: de training staat in principe haaks op het Woord van God? Wel, het ‘van boven’ en de geclaimde invloed van ‘het hogere’ zal inderdaad in het geheel niet blijken uit de gekozen modellen, echter wel het tegendeel.
Geen van de genoemde modellen geven namelijk ruimte aan of getuigen van ‘van boven’ en ‘het hogere’. Het humanistische model met het centrale thema van zelfverwerkelijking staat daar zelfs volkomen haaks op12 en voor God is geen enkele ruimte en al evenmin voor het gezag van zijn Woord. Als het bijvoorbeeld gaat om ‘schuld’, dan moet die altijd buiten de mens worden gezocht13, wat betekent dat de mens niet op ‘het zondaar zijn’ kan worden aangesproken. Het door Weide genoemde ecologisch model beschouwt probleemgedrag als ‘het gevolg van een verstoord ecosysteem’14. Van der Ploeg geeft aan dat men daarmee namelijk bedoelt ‘aan te geven dat het vooral om de interacties tussen het individu en omgeving gaat binnen een bepaald systeem’. Er is een soort psychologische acupunctuur nodig om het ecologisch evenwicht te herstellen15. Ook in dit model geen ruimte voor God en opnieuw ligt de oorzaak van de problemen elders.
Als één na laatste model noemt Weide het stressmodel. Zijn omschrijven lijkt een ‘verschuilen’ achter Van der Ploeg zonder uit- of toelichten. Ook binnen dit model geen plaats voor God en weer moet de oorzaak van problemen buiten het individu worden gezocht – bijv. de omgeving stelt te hoge eisen. Tot slot noemt Weide het psychosynthetisch model16 en hij schrijft: ‘Psychosynthese is te beschouwen als een transpersoonlijke psychotherapie.’ Hier dienen voor de christen de alarmbellen sowieso te gaan rinkelen! Dit model wordt gezien als horend tot de transpersoonlijke psychologie17 die zich zondermeer kenmerkt door een oosterse, esoterische ondertoon, holistisch van karakter is en past onder de noemer new age. ‘De psychosynthese van Assagioli is een transformatieproces, waarbij in de mens de macht van het ego naar het hogere Zelf verschuift’18. Het hogere zelf is ‘de bron van alle scheppende inspiratie’, vgl. de boeddha-natuur, goddelijke kern en de goddelijke vonk etc. Ofwel, het venijn zit wat de modellen aangaat bij Weide in de staart. Dit alles heeft niets van doen met ‘van boven’ maar juist wel met de tegenpool daarvan. Dat maakt dat met betrekking tot de Kanjertraining gesproken moet worden over een product afkomstig ‘van beneden’ (lees: van de duisternis). Een product waarvan een zich christelijk noemende school (en zeker ook de christelijke gemeente) zich beter kan distantiëren. En dan nog, is wat de Kanjertraining betreft, u de helft niet aangezegd.
drs. J.G. Hoekstra
1. De training en de daarbij behorende materialen zijn uiterst prijzig te noemen.
2. Op het eerste door Weide genoemde model, het psychodynamische model, wordt in dit artikel niet ingegaan omdat onduidelijk is welke keuze(s) Weide hier maakt/waar hij in deze voor staat. Het betreffende model kent namelijk meerdere stromingen. Bepaalde onderdelen van dit model zou je, ondanks de diversiteit in stromingen, concreet strijdig kunnen noemen met de Kanjerideologie. De grondgedachten van het model als zodanig gaan terug op Freud en dat betekent sowieso een clash met het christelijk geloof. Het model wordt wel in noot 10 in een daar voor zich sprekende context genoemd.
3. http://www.bijbels-perspectief.nl
4 Opgemerkt mag hierbij worden dat alle in deze publicatie/lezing genoemde personen en instanties uit fatsoensoverwegingen van de vermelding van hun naam/instantie op de hoogte zijn gebracht.
5 Het onderzoek van de training is namelijk nog niet volledig afgerond.
6 Er wordt, aantoonbaar, druk ‘gewerkt’ om het geheel achteraf wetenschappelijk te valideren en dat op een allerminst objectieve en professionele wijze – de uitdrukking ‘de slager keurt het eigen vlees’ is hier zeker toepasbaar. Zelfs de publicaties van drs. Vliek, die nota bene werkt aan een promotie op dit onderwerp, zijn niet sterk en overtuigend te noemen. Daarenboven/derhalve mag de vraag gesteld worden of een op dit onderwerp promoveren wetenschappelijk te verantwoorden is.
7 Onder meer Bob van der Meer, die als expert mag worden gerekend als het gaat om de aanpak van de pestproblematiek, uit vanuit zijn vakgebied niet mis te verstane kritiek op de Kanjermethode. Wat betreft het verwijt van plagiaat geeft hij op de site Pesten.net een uitgebreide verantwoording – http://www.bobvandermeer.info/. Tegelijk attendeert hij ook nog eens op een foutief interpreteren van geplagieerde regels door Weide.
8 Weide noemt tussen haakjes bij het eerste door hem genoemde model verwijzend Van der Ploeg (met als jaartal 1996). Wie kennis neemt van deze bron (J. v.d. Ploeg, Gedragsproblemen, Lemniscaat b.v., Rotterdam 1997 – hoofdstuk 4.2) zal bij lezing veel ‘overeenkomsten’ vinden.
9 Van der Ploeg behandelt in het genoemde hoofdstuk 4.2 vier van de vijf door Weide genoemde modellen + het gedragsmodel en het cognitieve model. De keuze van Weide in plaats daarvan voor (alleen) het psychosynthetische model krijgt geen toelichting. Zoals aangegeven, zondermeer ontbreekt elke toelichting.
10 Om in deze één model te noemen, het psychodynamische model. In Liesbeth Eurelings-Boentekoe, Jurrijn en Wim Snellen (red.), Handboek persoonlijkheidspathologie, Bohn, Stafleu, Van Loghum, Houten 2009 (hfdst. 11 (11.1.1 (p.201) pp 201-218)) wordt aangegeven: ‘Het psychodynamische gedachtegoed bestaat uit een rijk palet aan diverse stromingen’. Daarbij wordt onder andere gewezen op het gegeven dat ‘De Jonghe (Kort en krachtig, de Jonghe, F. Benecke NI, Amsterdam 2005) zelfs zes ‘deeltheorieën’ [noemt] binnen de psychoanalytische traditie: de drifttheorie, de ego-psychologie, de objectrelatietheorie, de zelfpsychologie, de hechtingstheorie en de primaireliefdetheorie’. Waar staat Weide voor, naar welke stroming/theorie neigt hij?
11 Zo zal in de brochure bijvoorbeeld aandacht geschonken worden aan een aantal door Van der Meer genoemde onethische zaken in voorbeelden, oefeningen etc., alsook aan het stigmatiseren door de training en het daarbij wel degelijk oordelen door Weide als het gaat om het pestslachtoffer.
12 Van der Ploeg stelt: ‘…zelfverwerkelijking vormt een belangrijk centraal thema in het humanistische model.’ (J. v.d. Ploeg 1997, p. 65). Vgl. als het gaat om Maslow en Rogers e.a. ook J.G. Hoekstra, De Focustherapie, Ik of… Christus, Johannes Multimedia, 2012 – hoofdstuk 2.1 p. 26 e.v. Het boek is als ebook gratis te downloaden via de site van de uitgever via: http://www.johannes-multimedia.nl/product_info.php/products_id/7446.
13 Het binnen de Kanjertraining niet willen spreken over dader en slachtoffer past bij dit model, echter, binnen de Kanjertraining blijkt het slachtoffer (konijn, gele pet) wel degelijk de klos – wat heet! Op dit punt wordt in de brochure nader ingegaan.
14 Vgl. J. v.d. Ploeg 1997, p.67 e.v.
15 Met deze beschrijving wil ik zeker geen positieve waardering geven aan de occulte geneeswijze acupunctuur. Het gaat slechts om een schertsend duiden.
16 Ontwikkeld door Roberto Assagioli, een Italiaans psychiater die dit model zelf omschreef als eerder een leermodel dan een therapiemodel.
17 In dit bestek gaat het te ver om deze stroming binnen de psychologie uit te werken. In de brochure zal daaraan alle nodige aandacht geschonken worden. Voor een inhoudelijke beschrijving wijs ik graag naar het in noot 11 genoemde boek De Focustherapie, Ik of… Christus, hoofdstuk 2.2 pagina 31 e.v.
18 Vgl. o.a. http://theorderoftime.org/ned/leden/harry/index.php/Site/RobertoAssagioli. Weide zegt: ‘Het systeem… probeert een verband te leggen tussen enerzijds de ziel en de theologie, anderzijds de persoonlijkheid en de psychologie. Uitgangspunten: Ken uzelf, wees meester over uzelf, vorm uzelf tot een nieuwe persoonlijkheid’ en ‘De ziel is de context, de “onbewogen beweger”, de persoonlijkheid is dynamisch…’.
Bijbel of Koran/De vraag naar de waarheid
door Els Nannen
Een boek dat in juni 2010 is uitgekomen. Op de achterzijde staat:
In Duitsland wordt al jaren tegen nieuwbouw van moskeeën geprotesteerd. In het referendum van november 2009 in Zwitserland werd nieuwbouw van minaretten door de bevolking afgewezen. Erdogan, nu premier van Turkije, noemde enkele jaren geleden in Keulen minaretten ‘bajonetten van de islam’. Velen maken zich zorgen, ook over de lichaamsbedekking (zgn. hoofddoekje) van de moslima’s. Zijn de zorgen overbodig of reëel? Zou een ‘Abrahamitische oecumene’ een optie zijn of een evangelieverkondiging, aangepast aan de islam?
In dit boek worden vooral diverse leringen van deze antitrinitarische, antichristelijke, antisemitische en tevens politieke religie puntsgewijs en gedocumenteerd besproken. Zendelingen die in islamitische landen werken en de Arabische taal beheersen, hebben deskundige informatie verstrekt. De bronnen van de islam, zoals Koran, sharia, Hadith en soenna, komen aan de orde. Bovenal worden de namen van de islamitische Allah en ‘Isa taalkundig geanalyseerd en inhoudelijk met de Bijbelse God en Jezus Christus vergeleken.
Inhoudsopgave
Woord vooraf
Inleiding
Het Arabische woord islam
Het Arabische woord Allah en zijn geestelijke betekenis
I De islam – de enige postchristelijke wereldreligie
II De islam – een antitrinitarische wereldreligie
Het Godsbeeld van de Koran
2.1 De Allah van de Koran – een andere god
2.2. De Heilige Geest volgens de Koran – een geschapen geest van deze Allah
III De islam – een antichristelijke wereldreligie
3.1. Mohammed en christenen in zijn omgeving
3.2. Jezus Christus, de Here – ‘geen andere Naam gegeven’ (Hnd 4:12)
3.3. De ‘Isa in de Islam – de Koraanse Jezus (2 Kor 1:4)
3.4. ‘Isa in Koranvertalingen
IV De islam – een uitgesproken antisemitische wereldreligie
Islamitisch rechtsgevoel
V De islam – een wetsreligie
De vijf verplichtingen – pijlers van de islam
VI De islam – een politieke wereldreligie
6.1. Moskee en moskeebezoek
6.2. De minaret – slechts een decoratieve toren?
6.3. Djihad en quital
6.4. ‘Uitverkoren’ tot de gewapende strijd voor Allah en de Islam
6.5. Religieuze basis van gewapende strijd tegen ‘ongelovigen’
6.6. Hindernissen voor integratie in een Westerse, democratische cultuur
VII De islam – een vrouwonvriendelijke wereldreligie
7.1. Het huwelijk in de islam
7.2. Polygamie, concubinaat en genothuwelijk
7.3. Lichaamsbedekking van de moslima in Koran en sharia
VIII Informatiebronnen van moslims
8.1. Koran en sharia
8.2. Hadith en soenna
8.3. De volksislam
8.4. Schriftislam contra volksislam
8.5. Wahhabieten
8.6. Sjiieten en soennieten
8.7. Takyia: verhullen en verheimelijken
8.8. ‘Rechtbanken’ in kerken?
IX Arabieren en de islam
9.1. Ismaël en de islam
9.2. Abraham – vader van de moslims?
9.3. Interreligieuze gebedsbijeenkomsten voor de vrede?
X Openbaring van Jahweh óf openbaring van Allah
Nawoord
Contextualisering – aanpassing van het evangelie aan de islam
Achtergronden van de evangelicale aanpassingsmethode
Doel van deze aanpassingsmethode
Gevolgen van deze aanpassingsmethode
Database van enkele artikelen
Data Base van gedocumenteerde publicaties over de islam
Moslimbroederschap: de spil van het moslimfundamentalisme.
Hans-Peter Raddatz
Hamburger Abendblatt, 2002 Verklaar moslims de vrede
Christine Mallouhi
Omstreden boek dat geen onderscheid maakt tussen moslims en islam en voorts een vijandbeeld oproept jegens de joden en Israel.
Literarische Fiktionen und politische Wunschbilder erschweren einen ehrlichen Dialog – Debatte
Hans-Peter Raddatz
Christen und Muslime im ‘Dialog’, Jochem Boelsche
Der Spiegel, Dez. 2001
Een Srilankees Christen wijst christenen de weg tot getuigen – geen pluralisme en multireligie
Acht getuigenissen van moslims uit diverse landen die tot Christus gekomen zijn
Islamitische en westerse waarden
Islamitische en Westerse waarden:
Vullen ze elkaar aan . . . of sluiten ze elkaar uit?
1. Eind januari 2004 is het rapport verschenen van de commissie-Blok ‘Bruggen bouwen’ – over 30 jaar integratiebeleid in Nederland. In dit rapport, maar nog meer in de reacties hierop door de Kamerfracties en de pers, wordt onderscheid gemaakt tussen geslaagde integratie en niet-geslaagde integratie. De Nederlandse samenleving kent veel voorbeelden van geslaagde integratie: Portugese joden, Franse Hugenoten, Chinezen, Molukkers, Surinamers enz. Maar met mensen afkomstig uit moslimlanden die de wetten van de islam blijven volgen, blijkt de integratie zeer moeizaam te verlopen, aldus het rapport.
2. Het rapport noemt een aantal factoren op die echte integratie moeilijk of onmogelijk maken, zoals het handhaven van de eigen – op moslimwaarden en sjaria-ethiek – gebaseerde cultuur. Voorbeelden hiervan zijn de sterke controle van naties als Turkije en Marokko, de dubbele nationaliteit (met zelfs de mogelijkheid om in vreemde krijgsdienst te moeten treden), het zoeken van een partner in het land van herkomst, de positie van de vrouw, de eerwraak en andere daden die in de Westerse cultuur als ‘crimineel gedrag’ worden beschouwd.
3. Direct na het verschijnen werden door de politiek twee belangrijke bezwaren tegen het rapport worden ingebracht:
Uiteraard mag het tweede punt niet aan de commissie worden verweten, omdat dit de taak is van de politiek en van het openbaar bestuur. Voor iedere eventuele maatregel dient voorts een breed maatschappelijk draagvlak te bestaan, waarbij ook de moslimminderheid tegen zichzelf (d.w.z. haar eigen denksysteem) beschermd moet worden. Het is de bedoeling van deze folder om aan de gewenste duidelijkheid bij te dragen. Hierbij zullen de begrippen ‘waarden’ en ‘ethiek’ door elkaar worden gebruikt.
4. De islamitische ethiek is gefocust op de volgende passage uit de Koran: “Het is geen deugd, dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft en die van zijn vermogen geeft uit liefde voor Hem aan de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven en die het gebed onderhoudt en de zakaat betaalt. Verder in degenen die hun belofte nakomen, wanneer zij een belofte doen en de geduldigen in armoede, in kwellingen en in oorlogstijd. Dezen zijn het die bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn de vromen.” (Soera 2:177). Hierbij vallen al direct twee zaken op:
5. Onze Europese (Westerse) culturen dragen het stempel van een joods-christelijk en humanistisch erfgoed, waar beide elkaar aanvullen en zonodig een eenzijdige interpretatie ervan (door de Kerk of de politiek) corrigeren. Tegenwoordig is men in onze Westerse landen geneigd te zwijgen over het joods-christelijke erfgoed (bijvoorbeeld in het ontwerp voor een Europese Grondwet of het recente rapport van de WRR over ‘waarden en normen’) en zich te beperken tot humanistische waarden die voortkomen uit de Renaissance en Verlichting. Daarmee doen wij echter onszelf tekort en zijn wij onvoldoende opgewassen tegen de uitdagingen waarmee de islam ons confronteert.
6. Het onderstaande is een poging om de waarden die voortkomen uit de Renaissance en de Verlichting in schema te brengen:
D. Waarden van de Westerse democratieën:
7. deze zgn. Verlichtingswaarden worden ook genoemd door het rapport dat de Wetenschap-pelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in dec. 2003 heeft uitgebracht. Hiermee hebben wij reeds een uitgangspunt verkregen waaraan de islamitische waarden kunnen worden getoetst. Terecht is door Kamerleden en redacties opgemerkt dat dit niet voldoende is, en wel om de volgende redenen:
8. Een wezenlijk onderzoek en debat over islamitische waarden in een Westerse samenleving is niet mogelijk wanneer men hier niet de religieuze factoren bij betrekt. Al is het christendom voor velen een gepasseerd station, de islam dwingt ons tot bezinning op religieuze factoren, zoals het bestaan van God, het begrip ‘openbaring’ en een leven na dit leven. Of men het nu wil erkennen of niet, het is een feit dat de bronnen van onze gemeenschappelijke Europese cultuur (mede) zijn verankerd in de joods-christelijke ethiek. Zonder deze bronnen is het niet eens mogelijk om de grote producten uit onze cultuur, zoals de schilderkunst, de muziek en de literatuur, op hun waarde te schatten.
9. De joods-christelijke ethiek is onder meer afgeleid uit de Tien geboden uit het Oude Testament en de Bergrede uit het Nieuwe Testament. Deze ethiek geldt deze niet alleen binnen het jodendom en het christendom, want de joods-christelijke ethiek is van universele waarde en zijn de grondslag voor elke beschaving. In het Nieuwe Testament wordt deze ethiek samengevat met de woorden: “Alles nu wat gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo; want dit is de wet en de profeten,” Aldus luidt de zogenaamde Gulden regel, die in ons spraakgebruik echter in negatieve termen is verwoord.
10. Nu zullen de moslims dat ook zeggen van de islamitische ethiek, die is gebaseerd op uitspraken in de hadieth en gecodeerde wetten in de sjaria. Het grote verschil met de judeo-christelijke ethiek is echter dat islamitische ethiek onlosmakelijk verbonden is met de islam als religie; in hun ogen zijn seculaire moslimstaten als Algerije, Turkije en Egypte afvallig, met alle dynamiek die dit met zich meebrengt. Judeo-christelijke ethiek geldt juist wèl universeel, ook voor seculier-democratische staten. )
11. De joods-christelijke ethiek gaat uit van de volgende trits:
Gerechtigheid; Barmhartigheid; Waarheid
Op grond hiervan kunnen wij onderscheid maken tussen drie groepen van kernwaarden:
A. Alle mensen behoren tot de familie der mensheid:
Wijsheid
Naastenliefde
Betrouwbaarheid
B. Alle mensen zijn rentmeester van Gods schepping:
Gehoorzaamheid
Verantwoordelijkheid
Waakzaamhei
C. Sociale verbanden tussen mensen onderling:
Ontplooiing
Herkansing
Onderscheidingsvermogen
12. Op zoek naar een islamitische ethiek troffen we op de moslimwebsite www.harunyahya.com onder meer ‘The True Islamic Morals’ en ‘Righteous Deeds.’ Hierop komen begrippen voor als ‘barmhartigheid, tolerantie en vrede’. Die klinken goed in Westerse oren en wekken de verwachting dat het mogelijk is te komen tot ‘gemeenschappelijke ethische waarden en normen’. Dit kan echter niet worden afgeleid uit de hierin vermelde soera, en al evenmin uit de “gezegende geschiedenis van het eeuwenlang durende Ottomaanse rijk”. Wij moeten namelijk bedenken dat zulke woorden alleen gelden voor moslims en niet voor ‘ongelovigen’ (kafirs). De islam maakt namelijk nadrukkelijk onderscheid tussen de moslims en alle andere mensen, die blijkens Soera 5:60 gelden als (de afstammelingen van) ‘apen’ (de joden); ‘zwijnen’ (de christenen) of ‘demonen’ (de overigen of ‘heidenen’) )
13. Een praktische consequentie ervan is de volgende. Hoewel ook de moslimlanden in 1948 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens hebben getekend (maar niet geratificeerd) hebben zij deze naderhand vervangen door hun eigen Universele Islamitische Verklaring van Mensenrechten uit Cairo (1981). Daarin worden alle nationale wetten der volken (en alle internationale afspraken) ondergeschikt gesteld aan de sjaria, die zich primair richt op de Oemma Islamia, de wereldwijde moslimgemeenschap. Zoals de hadieth (= mededeling) het leven van de individuele moslim richt op de profeet, zo geeft de sjaria (de weg) gedetailleerde instructies voor de moslimsamenleving als Dar al-Islam (Huis of Staat van de islam). Daarin is geen ruimte voor enige scheiding van staat en moskee; landen zoals Turkije waar dit wel zo is, worden beschouwd als onorthodox en afvallig!
14. Op grond van een nauwkeurig bestuderen van zowel de moslimgeschriften als hun geschiedenis kunnen wij nu de bovengenoemde schema’s van Westerse ethiek gaan invullen voor de islamitische ethiek. Volgens Westerse maatstaven gaat de islamitische ethiek uit van een dubbele moraal:
15. Dit leidt tot de volgende schema’s voor moslimethiek, zoals die voor buitenstaanders worden toegepast en/of begrepen worden:
A’ Alle mensen die behoren tot Oemma Islam
Eerwraak als rechtspleging
Vrouwen gelden als bezit
B’ Zolang nog niet de hele wereld Dar al-Islam is
Drievoudige jihad: inspanning; strijd met woorden en daden
Alles doen om sjirk (heiligschennis) te voorkomen
C’ Sociale verbanden tussen mensen onderling:
De universele Dar al-Islam
Hudna: bedrieglijk verbond
D’ Moslim interpretatie van democratie:
16. In de geschiedenis van Europa is telkens weer gebleken wat een verschillende inhoud aan belangrijke basisbegrippen wordt gegeven. Wij noemen hiervan drie voorbeelden
a. Recht en gerechtigheid.
De oorspronkelijke betekenis hiervan is ‘evenwicht bepalen resp. herstellen.’ Het hangt er nu maar van af wat men onder ‘evenwicht’ verstaat en hetzelfde kan men zeggen over wat men moet doen wanneer het evenwicht is verbroken.
Joden en christenen verstaan daaronder de heilzame wetten van God die een samenleving leefbaar maken. Na het breken ervan volgt vergelding (in 1972 geschrapt uit het Wetboek van Strafrecht) en rehabilitatie.
Humanisten leggen de nadruk op gelijke kansen voor iedereen, maar verschillen van mening over de functie van de overheid. Na het breken van wetten geld vooral tolerantie en eventueel maatschappijvernieuwing.
Moslims zien ‘gerechtigheid’ vooral als de ‘eerbalans’ van individuen, families/clans tot aan de Oemma Islam toe: de wereldwijze gemeenschap van moslims . Na het breken ervan volgen acties als eerwraak, vanaf het doden van een te Westers meisje tot aan ‘nine-eleven’ toe.
b. Vrijheid, met name vrijheid van godsdienst en gewetensvrijheid. Ook dat wordt verschillend geïnterpreteerd:
Joden en christenen hanteren het begrip ‘vrijheid in gebondenheid’, d.w.z. er is vrijheid van godsdienst en ideologie en vrijheid van meningsuiting, maar die vrijheid wordt beperkt wanneer die andere burgers zou aantasten door (oproepen tot) haat en tot moord.
Humanisten zien vrijheid als (bijna) het hoogste goed met zo min mogelijk beperkingen.. Zij zien het belang niet in van godsdienst en voor hen zijn dan ook alle godsdiensten gelijk. Momenteel wordt het Westen zelfs door moslimgeleerden gewaarschuwd tegen het misbruik maken van de vrijheid van godsdienst!
Overeenkomstig de Koran, zien moslims de godsdienstvrijheid uitsluitend vanuit het standpunt van de islam. Volgens hen heeft Saoedi-Arabië dan ook een hoge mate van godsdienstvrijheid en is die in het Westen maar matig. Het bekende vers uit Soera 2 “Er is geen dwang in de godsdienst” geldt dan ook alleen jegens hen die moslim willen worden, maar beslist niet jegens degenen die de islam willen verlaten.
c. Democratie
In Westerse landen worden de moslimminderheden steeds sterker bepaald bij hun eigen sjaria-wetgeving. Dat begint meestal met hun interne (familie-)zaken die raken aan het publieke domein. De vraag is op welke wijze deze geheel verschillende stelsels op elkaar zijn af te stemmen, indien dat al mogelijk zou zijn.
Voor de moslims is het kalifaat het uitgangspunt voor democratie, dat is de vertegenwoordiging van Allah’s regering op aarde. Elke gemeenschap die voldoet aan de eisen van towhid (zich buigen voor Allah) en risala (aanvaarden van de Koran en hadieth) valt hieronder. Dit komt erop neer heel het leven wordt gesteld onder de sjaria. Zie www.jamaat.org/islam/HumanRightsPolitical.html
De conclusie is dat in de Westerse democratie de overheid zich richt naar de wil van het volk, terwijl bij de moslim-democratie zowel de overheid als het volk zich richt op de wil van Allah. Maar dan wordt het slechts een woordenspel: waarom niet eenvoudig stellen dat de islam geen democratie erkent en spreken van Allahcratie?
17. Soms spreken moslims Westerse mensen aan op schoonklinkende ethische waarden zoals gerechtigheid, barmhartigheid, zuiverheid. Wat moeten wij daar, in het licht van het voorgaande nu van denken?
18. Nu kan ook de vraag beantwoord worden: zijn islamitische waarden en Westerse waarden met elkaar verenigbaar? Bij het formuleren van het antwoord dienen wij te letten op de twee belangrijkste moslimdeugden:
Onze conclusie biedt de duidelijkheid die het voornoemde rapport ontbeerde: onder ogen zien dat islamitische waarden onverenigbaar zijn met Westerse waarden. De geschiedenis leert dat dit op den duur tot onomkeerbare conflicten zal leiden.
19. Tenslotte de vraag welke maatregelen worden aanbevolen. Evenals de Commissie-Blok, kunnen wij daar niet op vooruit lopen. Wel willen we de ernst benadrukken van de situaties die ontstaan wanneer moslims – in een land, in een provincie, in een stad – de macht in handen krijgen of zelfs wanneer zij ergens een ‘kritische minderheid’ gaan vormen. In dat geval hebben de niet moslims de keus tussen drie, mogelijk vier, mogelijkheden (tenminste, als hen die keus wordt gelaten):
a. worden geliquideerd;
b. zich bekeren tot de islam, resp. als nieuwe vrouw toegevoegd worden aan een moslim;
c. het land/gebied verlaten (meestal alleen in een vroeg stadium, met achterlating van alle bezit);
d. als dhimmie in het land/de stad verblijven, en op allerlei wijzen als tweederangsburger vernederd worden en een speciale beschermbelasting opbrengen, die kan oplopen tot 80%.
Zo werd de islam door de eeuwen heen verbreid en zal daar zeker niet mee stoppen, gebruik makend van de zwakheden en besluiteloosheid van de Westerse democratieën en met alle middelen die hen ten dienste staan.
20. Westerse christenen en democraten zullen er terecht voor terugdeinzen om dezelfde methoden te gebruiken, maar het kan geen uitstel velen dat de samenleving zich tijdig gaat bezinnen op de te nemen maatregelen. Demografisch gezien zullen onze grote steden al binnen 10 jaar, en onze landen als geheel hoogstens 10 jaar later, met deze radicale islamisering te maken krijgen.