Dit begrip wordt door veel new agers graag en vaak gebruikt. Hiermee wordt de omwenteling op alle terreinen gekenschetst die door de nieuwe tijd mogelijk is geworden. Het begrip is afkomstig uit de techniek en wordt bij new ge toegepast op de verandering van mensen, hun denkpatronen en instellingen. Het proces kan beginnen, als men zijn eigen bewustzijn bekijkt, waarmee een nieuwe psychische structuur in werking wordt gesteld, die niet alleen betrekking heeft op ons bewustzijn, maar ook op onze hersenen en zelfs op ons lichaam!

De transformatie van een persoon of groep omvat vier fasen:

  1. instappen of beginpunt: een openheid om alle oude begrippen en voorstellingen tot wankelen te brengen; dit geldt met name de invoering van het ‘zachte, vrouwelijke principe’ dat kenmerkend is voor new age,
  2. verkennen of exploratie: uitvoering geven aan het voornemen om van oude schema ’s af te zien en deze los te laten; op dit niveau helpen leraren graag verder door middel van psycho-techniek, studie van geestelijke tradities, enzovoort,
  3. verinnerlijken of integratie: in deze periode begint men zich van alle leraren van buiten los te maken en zich in te stellen om de ‘leraar van binnen’ te gehoorzamen, in stille tijd, inkeer, contemplatie,
  4. verwezenlijken of samenzwering, in de zin van een volslagen wijzigen van paradigma’s, waarmee het ‘nieuwe bewustzijn’ wordt bevestigd en er nu naar streeft zich in de wereld te manifesteren. Bij deze vierde fase hoort ook een ‘missionaire’ visie om zoveel mogelijk mensen deelgenoot te maken van deze ’transformatie’.

Newagebegrippen zoals (wisseling van) paradigma en transformatie zijn eigenlijk karikaturen van bijbelse begrippen als bekering en wedergeboorte. Het newagedenken speelt in op het grote falen van het menselijk denken, dat zich heeft losgemaakt van God en zich, in de ijdelheid van mensenwaan, verzet tegen Gods Woord, dat immers Gods antwoord is op de problemen van de mens. New age en bijbels denken hebben met elkaar gemeen dat heel scherp wordt ingezien, dat de huidige samenleving, een ‘old age’, die bestaat uit ‘oude mensen’, nergens toe leidt en binnen korte tijd hopeloos zal vastlopen. Zowel new age als de Bijbel benadrukken de noodzaak van een radikale verandering. De een zoekt het heil bij de wereld der goden of demonen, de ander neemt de Schrift serieus en zoekt (en vindt) het heil bij God alleen. De Bijbel leert, dat wie in Christus is, een nieuwe schepping is, het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen. Dit is een belofte en een geschenk van Godswege, dat slechts met dank aanvaard kan worden en niet iets waarnaar gestreefd moet worden. Het nieuwe leven in Christus houdt een waarachtige hervorming in, zoals ook wordt geleerd in Romeinen 12:1-2. Deze ‘bijbelse transformatie’ is, net als de transformatie die new age predikt, viervoudig:

  • metanoia: anders denken, ‘onberouwelijke inkeer tot heil’ (2 Korintiërs 7: 10),
  • epistrophe: ommekeer, verandering van richting, overstappen (van de mens uit gezien) van de brede weg naar de smalle weg (Handelingen 3:19),
  • wedergeboorte, door het levende Woord van God, waardoor wij kinderen Gods worden genoemd en wij zijn het ook (1 Johannes 3:1),
  • volheid van de Heilige Geest, waardoor wij ook kunnen wandelen overeenkomstig onze hoge roeping (Efeziërs 4: 1-4) en gevolg geven aan de grote opdracht om ‘discipelen te maken uit alle volkeren’ (Mattheüs 28:19).

De weg van de Bijbel is dus veel grootser en veel reëler dan de weg die new age wijst. Voor veel mensen is de bijbelse weg volslagen onbekend, of synoniem met ‘niet ten volle leven’, behorend tot een tijd die definitief voorbij is, de ‘Vissen’! Daarom daagt new age ook de christenen uit om de bijbelse boodschap, die is van alle tijden, in onze tijd opnieuw te verwoorden, met name voor wat betreft de roeping en hoop van de mens en Gods plan met de volken en de aarde.

De uitdaging van new age
Christenen worden door new age op een geweldige wijze uitgedaagd. Het blijkt dat voor veel mensen de bijbelse, christelijke waarden zodanig zijn verweerd, dat men zonder moeite ‘overstapt’ naar occulte zaken en die goedpraat met de Bijbel in de hand. Voorbeelden hiervan zijn het ‘christelijke’ reïncarnatie-denken, het toenemende syncretisme en de dialoog met de wereldreligies, het opkomen van de natuurreligies in feminisme en ecologie, enzovoort. Het gevolg is, dat christenen dikwijls niet meer weten wat zij eigenlijk geloven en waarom. Dan gaan zij openstaan voor allerlei invloeden van new age in het christendom en worden daarmee tot ‘christenen voor het hindoeïsme’: van buiten zijn zij christenen, maar in feite zijn zij ‘een hindoe in het diepst van hun gedachten’. Bovendien heeft zo’n christendom ook geen wervende kracht of, wat erger is, zij missioneren buitenstaanders tot christenen, die allerlei occulte rituelen integreren in hun ‘dienen van God’, zoals gebedstherapie, vallen in de geest, Jezus-visualisaties, militante meditaties, enzovoort. Vandaar dat een aantal christenleiders een dringende oproep doen om de uitdaging van new age tegemoet te treden. Dr. J. Verkuyl riep in dit verband op een newagecongres uit: “Geen overspel en ook geen buitenspel, maar tegenspel!”

Dit vereist een goede christelijke training. Om de geest van new age te weerstaan is een grondige bijbelstudie eerste noodzaak, bijvoorbeeld van Romeinen 1 tot 8. Daarnaast zullen belangrijke christelijke leerstukken opnieuw moeten worden verwoord en onderwezen, zoals:

  • over God en de wereld, met name over de wijze, waarop God aanwezig is,
  • over Christus en Zijn heilswerk, in de gelovigen en voor de wereld,
  • over antropologie, de leer van de mens en zijn verhouding tot de machten,
  • over een theologie der godsdiensten: de verhouding tot andere religies,
  • over de onzichtbare wereld, de val van satan en zijn engelen/demomen,
  • over de bijbelse toekomstleer, het duiden van deze tijd en de hoop op de parousie van Christus,
  • over een gezonde apologetiek, die niet meer in de eerste plaats gericht is op de geseculariseerde, maar op de ‘gehindoeïseerde’ mens.

 

Het onderwijs is een heel belangrijk terrein waarop het newagedenken zich richt. Dit denken maakt in het onderwijs een grote voortgang, omdat men hoopt dat de nieuwe generatie gemakkelijker te winnen is voor het nieuwe denken dan de generatie die nog door het onderwijs tot ‘Vissen-denken’ is geprogrammeerd. Men redeneert dan, dat de moeite om de jongeren het Aquarius-denken bij te brengen in geen verhouding staat tot de moeite die het kost om een huidige generatie hiertoe te ‘bekeren’. Vanuit het perspectief van new age kan dit doel op twee manieren worden bereikt:

  1. door het oprichten van echte ‘newagescholen’, waar ‘integraal’ onderwijs wordt gegeven, dat ’transpersonele doeleinden’ dient,
  2. door de uitstraling van het newagedenken naar alle bestaande scholen.

Marilyn Ferguson is één van de weinige newageauteurs die zich in breed verband met het onderwijs heeft beziggehouden. Zij doet dit vanuit het bekende patroon, dat veel mensen herkennen en daarom graag als waarheid verwelkomen: ‘de mensheid is ziek, dodelijk ziek, als gevolg van het ‘Vissen-denken’. Zij noemt dit de ‘pedogene ziekte’, naar analogie van de ‘iatrogene ziekte’, een ziekte die door de arts/verpleging wordt veroorzaakt. In het onderwijs zou dan de leraar als exponent van het ‘old age onderwijs’, de leerlingen onkundig houden van de echte werkelijkheid, door hen te programmeren en te conditioneren op de zichtbare werkelijkheid, die slechts illusie en schijn zou zijn. Op analoge wijze redeneert zij en velen doen dit met haar, dat het onderwijs de mensheid ziek maakt, omdat de mensen daardoor leren denken

  • in delen in plaats van gehelen,
  • in tegenstellingen in plaats van samenstellingen,
  • in prestatie en concurrentie in plaats van relatienetwerken,
  • als individuen in plaats van transpersoneel.

Kinderen leren nog steeds voor de ‘oude wereld’, om dit later op pijnlijke wijze weer af te leren. Waarom leren zij niet gelijk voor de ‘nieuwe wereld’? Het denken van de onderwijzers, de structuren van de scholen, zitten vastgeroest aan de oude paradigma’s! Zij weten niet beter en zij kunnen niet beter en intussen lijden allen: leraren, leerlingen en samenleving, aan de tekortkomingen van ‘het systeem’, waardoor mens en mensheid niet toekomt aan de zelfverwerkelijking.

Newageonderwijs is gericht op het tot stand brengen van een ‘nieuwe mens’, een mens die zijn gehele bewustzijn ontwikkelt en zich daarmee volledig ontplooit. In dit denken is opvoeding en onderwijs dus het helpen van de kinderen door een proces van evolutie, waarin de mensen tot nu toe zijn blijven steken, een transformatie van de ‘oude mens’ naar de ‘nieuwe mens’. De ‘oude mens’ is de mens die behoort tot het tijdperk van de ‘Vissen’: hij denkt in termen van absoluten, van tegenstellingen en aangezien niet alle mensen dezelfde normen en waarden hanteren, leidt dit noodzakelijkerwijs tot breuken en verdeeldheid.

De ‘nieuwe mens’ behoort tot het tijdperk van ‘Waterman’: hij denkt in termen van relaties, van syntheses en hij voelt zich als een ‘zendeling’ om de achtergebleven ‘oude mensen’ te helpen het oude achter zich te laten en het nieuwe tijdperk in te treden.

De ‘nieuwe mens’ is dan ook de mens die in staat is gebruik te maken van al zijn bewustzijns-niveaus en daardoor voluit kan functioneren in het nieuwe tijdperk van ‘Aquarius’. Soms wordt deze nieuwe mens verbonden aan een utopisch idealisme. Carl Rogers noemt in zijn boek ‘Der neue Mensch’ een aantal punten op die deze nieuwe mens kenmerken:

  1. openheid, zonder bedenkingen, voor alles wat innerlijk of uiterlijk nieuw of ongewoon is,
  2. authenticiteit en afzien van elke vorm van ‘huichelarij’, die bestaande waarden nog als ‘vlag’ wil handhaven,
  3. sceptisch tegenover wetenschap en techniek, in plaats hiervan stelt men liever een ‘wetenskunst’ en mystiek,
  4. verlangen naar heelheid en integratie/’holisme’ van alles wat hier ‘in apartheid’ wordt gedaan of gehouden,
  5. ‘nabijheid’ van mensen, zonder fratsen en gebruikmakend van alle vormen van communicatie, vooral ook de non-verbale,
  6. procesbewustzijn, bereid om te veranderen en veranderd te worden telkens als dat nodig is,
  7. betrokkenheid in de zin van een niet-oordelende vorm van empathie,
  8. welhaast mystieke verbondenheid met de natuur en het aanvaarden van de consequenties hiervan in een simpele levensstijl,
  9. afwijzen van ‘bureaucratische instituties’ en van het naleven van regels,
  10. gerichtheid op de innerlijke autoriteit, afkeer van uiterlijke autoriteit,
  11. afstandelijk ten opzichte van materiële zaken, geld, beloning, statussymbolen,
  12. heimwee naar het spirituele, naar een zin en doel in het leven die uitstijgt boven het individu.

Om het onderwijs in het Aquarius-tijdperk goed te begrijpen, is het nodig om te rade te gaan bij de moderne ‘ontdekkingen’ over het functioneren van onze hersenen. Ook hier leidt de bio-fysica tot conclusies die alle culturen ter wereld reeds kenden: de Atheense filosoof, de Japanse zenmeester, de mysticus Meister Eckardt, zij kenden allen de waarde van het intuïtieve denken, dat dan kennelijk in het westerse denken verloren is gegaan! De nieuwe theorie van de linker- en rechterhersenhelften verklaart veel van het ’ten dele kennen’, dat catastrofaal voor de wereld dreigt te worden, bijvoorbeeld door milieurampen, onbestuurbaarheid, wapenwedloop, groepsegoïsme, enzovoort. Deze theorie komt op het volgende neer:

Met de linkerhersenhelft leren wij rationeel te denken, materie te ordenen, informatie op te bergen en waarschijnlijkheden te berekenen. Hierbij gebruiken wij ons analytische vermogen, waardoor de wetenschap en techniek een enorme vlucht hebben kunnen nemen. Tegelijkertijd heeft dit geleid tot allerlei neveneffecten, die als ongerijmd en paradoxaal worden ervaren en in feite de ‘zegeningen’ van de welvaartsontwikkeling teniet doen. Dit komt, zo stelt men dan, omdat men geen acht geslagen heeft op de functie van de rechterhersenhelft, die synthetisch van aard is en het geheel overziet; zij weet de zaken in een context te plaatsen en kent de betekenis der dingen intuïtief, niet beredeneerd. Doordat zij niet gebonden is aan zekerheden, is zij in hoge mate creatief, open voor het onverwachte en ongedachte, nooit afgesloten voor groei in nieuwe dimensies.

Als gezegd wordt dat ons onderwijs ‘hersenvijandig’ is, wordt bedoeld, dat de kinderen leren denken in een paradigma dat grotendeels de linkerhersenhelft ontwikkelt en hen daarmee afsluit voor het intuïtieve en creatieve denken van de rechterhersenhelft. Dat laatste is slechts voorbehouden aan de kunstenaars, de mystici, de melancholici van onze tijd, die wij ter afwisseling kunnen bewonderen, maar niet volgen. Tussen deze beide hersenhelften wordt als het ware een klassenstrijd gevoerd, waarbij de linkerhersenen, gesteund door de structuren van onze culturen, de rechterhersenen onderdrukken en uitbuiten, hen hoogstens enkele keren per jaar ‘uitlaten’ als wij een museum of concert bezoeken, of een religieuze samenkomst bijwonen.

Holistisch onderwijs richt zich dan ook op het functioneren en ontwikkelen van beide hersenhelften. In het begin roept dat geweldige spanning en weerstand op, want binnen een bepaalde onderwijsduur gaat het oefenen van het ene, het ‘onnutte rechterdeel’, altijd ten koste van het ‘nuttige linkerdeel’. Althans, zo meent men en ook dat zou een uiting zijn van ‘links-hersen denken’! Een tweede bron van spanning en weerstand zijn de belangen van de bestaande onderwijsmodellen. In haar boek ‘De Aquarius-samenzwering’ noemt Marilyn Ferguson een aantal uitgangspunten op, die zij stelt tegenover ‘het nieuwe paradigma’:

Uitgangspunten van het oude paradigma:

  • nadruk op de leerstof als eindprodukt,
  • structuren liggen vast in programma ‘s
  • leerlingen zijn in ‘hokjes’/klassen onderverdeeld,
  • prestatie staat primair als basis voor evaluatie,
  • nadruk ligt op de buitenwereld en het innerlijke moet zich aanpassen,
  • nadruk op analytisch/lineair denken (linkerhersenhelft); wie dat niet kan wordt verwezen naar ‘speciaal onderwijs’,
  • gaat uit van absolute waarden/normen, die dus voor alle mensen gelden,
  • vertrouwt primair op theoretische, abstracte ‘boekenkennis’,
  • onderwijs is proces van voorbereiding op deelneming aan de samenleving, grotendeels een zaak van ‘scholen’
  • leraar draagt kennis over, éénrichtingsverkeer.

Uitgangspunten van het nieuwe paradigma:

  • nadruk op het leren zelf als proces,
  • structuren zijn open en flexibel,
  • leerling maakt niet automatisch deel uit van een bepaalde (leeftijds)groep,
  • primair staat gevoel van eigenwaarde als aanzet voor prestatie,
  • innerlijke ervaring wordt beschouwd als context voor het leren,
  • ‘integraal onderwijs’ met aandacht voor beide hersenhelften, waaronder holistische/intuïtieve technieken,
  • richt zich op waarden/normen die de leerling voor zichzelf ontdekt en zinvol acht,
  • vult theoretische/abstracte kennis aan met experiment en ervaring, zowel binnen als buiten de school,
  • onderwijs als ‘permanente educatie’, als integratie met de samenleving, zijdelings in verband met scholen,
  • leraar is tevens leerling, leert van studenten, tweerichtingsverkeer.

Deze opsomming geeft een nogal eenzijdig en vertekend beeld. Aan de ene kant wordt een karikatuur gegeven van de bestaande situatie als het ‘oude onderwijsparadigma’, anderzijds worden alle ‘goede zaken’ als het nieuwe leerparadigma op het conto geboekt van new age! Veel hiervan vinden wij terug in de onderwijsvernieuwing, zij worden allang in de praktijk gebracht op de Vrije (antroposofische) scholen, maar ook het onderwijs naar bijbels model kent tal van aspecten die hier als ‘nieuw’ worden aangediend! Het echte newageonderwijs heeft echter enkele uitgangspunten die veel duidelijker naar voren moeten komen, omdat deze toch nog ‘verborgen’ zijn, De belangrijkste kenmerken zijn dan ook:

  1. het monistische/holistische wereldbeeld,
  2. toepassen van occulte/esoterische principes.

Een integrale opvoeding vindt plaats volgens de principes van yoga en richt zich op de vijf voornaamste activiteiten van het menselijk wezen:

  • lichamelijke opvoeding, waarbij het fysieke bewustzijn volledig wordt beheerst door methode, orde, discipline en werkwijze. Daarom omvat deze opvoeding, naast gymnastiek, ook de Hatha-yoga,
  • vitale opvoeding, gericht op de ontwikkeling en het gebruik van de zintuigen en vervolgens op het toenemend bewust worden en leren beheersen van het karakter om uiteindelijk tot de transformatie ervan te komen,
  • mentale opvoeding bereidt de mens op een hoger leven voor; hierbij worden de vermogens ontwikkeld tot concentratie, tot verruiming en tenslotte tot een volledige beheersing van de gedachten en volslagen onafhankelijkheid van elke invloed van buitenaf,
  • psychische opvoeding richt zich op het ware levensmotief, het ontdekken waarom wij hier op aarde bestaan en het toewijden van het individu aan zijn ‘eeuwig beginsel’ door het ontdekken van zijn eigen weg of dharma,
  • spirituele opvoeding heeft als eerste doel: een hogere verwerkelijking van de mens op aarde, waarbij alle egoïsme in het individu wordt afgeschaft.

Het tweede doel is de vlucht uit iedere aardse manifestatie en een terugkeer naar wat niet gemanifesteerd is: hierbij wordt de ego (het individu!) zelf afgeschaft.

Wezenlijk bij newageonderwijs is haar transpersonele karakter, dat gericht is op de transcendente vermogens van mensen. Het transpersonele onderwijs is te vergelijken met de holistische geneeskunde en dit maakt dit onderwijs, net als deze geneeskunde, geheel verschillend van al het bestaande:

“In het transpersonele onderwijs spoort men de leerling aan om alert en autonoom te zijn, een kritische instelling te hebben, alle hoeken en gaten van de bewuste ervaring te onderzoeken, te zoeken naar de zin der dingen, tot het uiterste te gaan en de grenzen en diepten van het eigen ik te bepalen.”

Dit onderwijs stelt dus het kind en zijn ervaring centraal, zoals ook het humanistisch denken dat doet. Het verschil is dat transpersoneel onderwijs uitgaat van een ‘hogere werkelijkheid’, die de zin en bestemming vormt van het individu. Transpersoneelonderwijs leert de kinderen zelf deze werkelijkheid te verkennen en hierin op te gaan. De zogenaamde objectieve werkelijkheid bestaat niet echt, maar wordt door iedereen subjectief beleefd; alles wat wij ‘objectief noemen, alle vaststaande waarden’ zijn slechts een illusie. Het christendom is een godsdienst die voor veel mensen een benadering gaf van de ‘hogere werkelijkheid’, maar die thans achterhaald is, omdat haar dogma’s de ‘subjectieve werkelijkheid’ van kerkvaders en theologen aan anderen opleggen! Die worden daarmee verhinderd om hun eigen dharma te vinden en vinden daardoor hun eigen weg of pad juist niet, vandaar dus alle frustraties en stress! In het harnas van Saul kan David Goliath nooit verslaan, hij moet vrij zijn om zijn eigen ‘pad’ te gaan.

De leerprocessen bij new age maken gebruik van geheel nieuwe vormen van leren: vormen die vroeger naar de fabels en sprookjes werden verwezen. ‘Leren’ is hierbij niet langer een proces van inspanning, van bewuste concentratie, maar juist een proces van ontspanning onder invloed van magische praktijken. Men kan zich hiervoor bewust openstellen en onder invloed van ‘de juiste leertechniek’ tot verbazingwekkende prestaties komen: men trekt dan als het ware ‘kennis’ of ‘succes’ naar zich toe. Angstwekkender is dat deze leerprocessen ook die mensen kunnen beïnvloeden, die niets met new age te maken (willen) hebben, eenvoudig doordat de aandacht op hen wordt gericht.

Hoe staat de Bijbel tegenover integraal onderwijs?

Het woord ‘onderwijs’ is op zichzelf heel bijbels, in die zin dat het een heel joodse oorsprong heeft. Het betekent namelijk ‘onder-wijzing’, de letterlijke vertaling van het Duitse ‘unter-Weisung’, dat wil dus zeggen het brengen van de wereld en al haar fenomenen onder de ‘duiding’ van God, het interpreteren van de wereld vanuit Zijn Woord. Het resultaat is een generatie mensen die ‘onderwezen’ zijn in de wijsheid en de kennis van God, wat alleen mogelijk is vanuit de ‘vreze des Heren’ (zie Job 28:28, Psalm 111:10, Spreuken 1:7 en 9:10). Beter dan het bestrijden van oude en nieuwe paradigma’s is het aangeven van een bijbels onderwijskundig denkkader (om het woord ‘bijbels paradigma’ te vermijden). Dan zal blijken dat new age eigenlijk een persiflage is van bijbels denken, bijvoorbeeld als het de nadruk legt op de ‘leraar van binnen’.

De term integraal onderwijs als zodanig is in de Bijbel onbekend, maar de Bijbel gaat er wel vanuit, omdat deze uitgaat van de totale mens! De bekendste passages over opvoeding en onderwijs zijn wel Deuteronomium 6, waar verstandelijk kennen, met het hart aanhangen en met de daad volbrengen nauw met elkaar samenhangen. Ditzelfde vinden wij ook in Paulus’ brief aan Timotheüs, waar “de heilige schriften wijs kunnen maken tot zaligheid, maar ook nuttig zijn om de onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust” (2 Timotheüs 3:15-17).

De Bijbel alleen is voldoende om een antwoord te geven op alle eenzijdigheid, waarin het onderwijs, gebaseerd op een gereduceerde mensvisie, geslachten lang kinderen heeft gevormd. Een studie van het onderwijs vanuit de Bijbel en van het mensbeeld waarvan men uitgaat, kan ook helpen om het valse te zien van de tegenstelling die door new agers wordt gesteld en om een bijbels normatieve pedagogiek te verwoorden, die uitgaat van het Hebreeuwse denken. Dit denken kent een eenheid van leer en leven, bijvoorbeeld bij de rabbi’s, die wezenlijk is voor de joods-christelijke traditie en tal van karikaturen kan wegnemen en voorkómen: in die zin is bijbels onderwijs ‘integraal onderwijs’.

 

Als introductie tot het ‘nieuwe denken dient een goed begrip van waar new age nu eigenlijk voor staat. Het kern begrip is ‘het tijdperk van Aquarius’, waarmee onontkoombaar een heel ander denken de wereld wordt ingebracht. Dat dit grote problemen meebrengt komt, omdat mensen als regel erg terugschrikken voor ingrijpende veranderingen, temeer waar het verleden en zijn waarden sterk in het emotionele leven verankerd ligt.

Daarom voorziet new age niet alleen in een nieuwe wereld (van schone schijn), maar ook in een weg om vanuit de ‘old age’ van ‘Pisces’ of ‘Vissen’ deze new age van ‘Aquarius’ of ‘Waterman’ binnen te gaan. Deze weg heet het ‘grensgebied van Aquarius’ en heeft als doel een wisseling van paradigma of verandering van denken.

Dit proces begint bij individuele mensen, die voorlopers of nalopers kunnen zijn. Altijd zal dit moeten resulteren in een ’transformatie’ van de maatschappij, die daarmee terugkeert naar een primitieve staat, ook wel genoemd de ‘herbetovering der wereld’. Veel van deze zaken zullen sympathiek bij de mensen overkomen, vooral als falen en feilen van onze huidige samenleving breed worden uitgemeten en wezenlijke oplossingen uitblijven. Achter dit alles staat een macht en een denken dat zal worden aangetoond en ontmaskerd.

New age wordt gebruikt om daarmee een nieuw tijdperk aan te duiden, dat volgens een astrologische duiding zou zijn ingegaan. Het interessante hierbij is dat meerdere vooraanstaande astrologen en esoterici (zij, die openstaan voor ‘boodschappen’ uit de ruimte) dit onafhankelijk van elkaar hebben berekend! De mensheid zou zich bevinden in de overgang van het ene tijdperk naar het andere. Het tijdperk dat thans is afgelopen, is het polariserende tijdperk van ‘Pisces of Vissen’. ‘Vissen’ is het symbool van het christendom, waarbij het ging om ‘absolute waarheidsvragen’ en in het baanbrekende newagewerk, ‘De Aquarius Samenzwering’, heeft nu juist dat denken de ontwikkeling van de mensheid ten zeerste geremd en de individuele mens beroofd van veel ‘ongeremde levensvreugde”.

Het tijdperk dat wij zijn ingetreden staat in het teken van de regenboog (soms wordt hierbij ook de piramide gebruikt): dit is het harmoniserende tijdperk van ‘Aquarius’ of ‘Waterman’. De ‘Waterman’ is het symbool van de universalistische religie uit het Verre Oosten. Deze beoogt de krachten van de mikrokosmos (het diepere bewustzijn van de mens) en van de makrokosmos (het heelal, de natuur) op elkaar te betrekken en zo mens en wereld ‘holistisch’ (in zijn geheel, heelzaam) te verbinden.

Deze new age is dus kosmisch en astrologisch bepaald. Anderzijds moet deze op aarde worden gerealiseerd tot een wereldregering, die wordt voorbereid en uitgevoerd door ‘de wereldhelpers en -hoeders’, volgens een blauwdruk die wel ‘Het Plan’ wordt genoemd. Er bestaat een wereldomspannend netwerk van individuele personen, cellen en grote ondernemingen die het religieus, politieke systeem voor zo’n wereldgemeenschap voorbereiden. Zij werken aan de verwezenlijking van een plan, dat voor velen nog verborgen is, maar dat reeds lang in kringen van geheime genootschappen wordt gekoesterd: een wereldregering die zowel ‘luciferisch’ (staande onder een occulte ‘lichtmacht’) als ‘pan religieus’ (alle religies omvattend) van aard zal zijn. Deze regering beoogt een beheersing van alle terreinen van de menselijke samenleving, die door haar worden overgenomen in naam van een ‘globale gerechtigheid’. Daarbij zal aan iedereen zijn persoonlijke vrijheid worden ontnomen, opdat eindelijk de toestand van universele harmonie bereikt zal worden.

De heilsvisie van de newagebeweging gaat op tweeërlei wijze in tegen het getuigenis van de Heilige Schrift:

  1. Zij vertrouwt zelf op de ontwikkelingskrachten van evolutionaire processen. De mens dient zich van deze krachten bewust te worden en deze zelf tot leven te wekken, zodat zijn ziel zelf de drijvende kracht van zijn verdere evolutie zal zijn. Dit proces zal uiteindelijk leiden tot het openbaar worden van de identiteit van het goddelijke en het menselijke. Het principe van de mens die zichzelf tot god ontwikkelt, vinden we terug in tal van oosterse en westerse sekten, maar het is al zo oud als het bedrog van de slang in de hof van Eden: “Gij zult zijn als God” (Gen. 3:5).
  2. Bovendien staat de utopie van een maatschappij van wereldvrede haaks op het bijbels eschatologische zicht op het einde van deze tegenwoordige tijd en de komst van het Godsrijk. Op grond van de zonde en het ongeloof zal de geschiedenis der mensheid namelijk niet uitmonden in de universele vrede, tenzij deze aarde zelf ingrijpend veranderd wordt. Veeleer zullen de diepgewortelde zelfzucht (Rom 7:18) en machtswellust telkens weer voeren tot nieuwe en vreselijke conflicten (Matt 24:6-7, Openb 6:4). Hiermee kondigt zich tegelijk het toekomstig strafgericht van God aan. Eerst met de wederkomst van Jezus Christus zal op een hernieuwde aarde het Rijk Gods, de toestand van vrede en gerechtigheid, openbaar worden (Op 20-22), waarnaar de mensheid sinds de uitdrijving uit het paradijs zo vurig heeft uitgezien.

Niettemin is de newagebeweging tegelijk een bevestiging van de bijbelse profetie over de eindtijd. Hier tekenen zich op treffende wijze reeds de contouren af van een totalitair stelsel van wereldeenheid, dat zich richt tegen God. In de waarschuwingen voor de komende antichrist heeft de Bijbel dit stelsel van wereldbeheersing reeds voorzegd (2 Thess 2:3-12, Op 17:17).

De eerste twee kernbegrippen van new age werden hiervoor reeds kort aangeduid. Het zijn de namen voor een tweetal astrologische tijdperken, die elkaar iedere 2100 jaar zouden opvolgen. Na zo’n tijdperk komt de aarde terecht in een stand, die haar plaatst in een ander beeld van de zogenaamde dierenriem. Omstreeks het begin van de jaartelling wijzigde dit beeld zich van de Ram (Aries) naar de Vissen (Pisces). Dit sterrenbeeld zou vele eeuwen lang op kosmische wijze het denken van de mensen hebben beheerst om thans, in de tijd waarin wij leven, het veld te ruimen voor Aquarius of Waterman. In dit nieuwe sterrenteken zou de wereld een volslagen nieuw tijdperk tegemoet treden, dat ten opzichte van het vorige tijdperk alleen maar voordelen zou hebben, aldus ‘het evangelie’ van de new age.

De newagebeweging stelt nu dat de wereld zich thans bevindt in de overgang

  • van het polariserende tijdperk van de Vissen, waarbij het ging om ‘absolute waarheidsvragen’, wat leidt tot tegenstellingen,
  • naar het harmoniserende tijdperk van de Waterman, symbool van de universele religie uit het Verre Oosten, die alles samenbrengt.

In het tijdperk van de Vissen maakt de waarheidsvraag scheiding tussen mensen, wat soms leidde tot wrede onderdrukking en oorlogen. Het orthodoxe christendom, dat de Vis als symbool voerde, wordt hiervan mede beschuldigd en christenen die vasthouden aan absolute bijbelse waarheden worden smalend ‘Noord-Atlantische fundamentalisten’ genoemd! Daarentegen richt men zich in het tijdperk van de Waterman op een waarheid overstijgende wereldeenheid der religies, waarin alle oude tegenstellingen of antitheses zich tot een hogere samenstelling of synthese verenigen.

De Bijbel wijst iedere astrologische of esoterische duiding van de tijden af en laat zich niet ‘inpassen’ in één bepaald tijdperk, waarin haar boodschap als waarheid zou gelden! Gewaarschuwd wordt wel voor een onbijbels denken dat algemeen over deze wereld zal komen en zal leiden tot een grote afval of godverzaking (1 Timotheüs 4: 1-5). Uitdrukkelijk wordt dan ook gewezen op een periode, genoemd ‘latere tijden’ of ‘einde aller dingen’ waarin alle geldende normen ingrijpend veranderen (1 Petrus 3:7-11), nader omschreven in 2 Petrus 2. Zij die vasthouden aan goddelijke, eeuwige waarden zullen het dan heel moeilijk krijgen en worden gewaarschuwd en bemoedigd tegelijk (1 Petrus 3:12-19). Ook wordt in de Bijbel waarheid niet tegenover eenheid uitgespeeld en dat gebeurt ook niet met liefde of met vrede, zoals wordt gedaan door new age. Integendeel, liefde is gegrond op waarheid (Efeziërs 4:3,15, 1 Korintiërs 13:6, Psalm 85: 11, Hebreeën 7:2). De Here God roept ons, juist bij de ‘wisseling der tijden’, krachtig op om te blijven bij ‘de gezonde leer’ (1 Timotheüs 1 en 6, 2 Timotheüs 1 en 4, Titus 1 en 2).

De overgang van het tijdperk van de Vissen naar het tijdperk van de Waterman is niet op een dag nauwkeurig te bepalen, een soort ‘kosmisch nieuwjaar’, ook al zijn er mensen die dit tijdstip hebben bepaald in februari 1962 of augustus 1987. Tussen deze tijdperken ligt meer een grensgebied, dat een overgang vormt van een hele wijze van denken, een totale wereldbeschouwing. Vanuit het ‘Vissen-denken’ worden de ontwikkelingen dikwijls als negatief beoordeeld: chaos, verlies aan oriëntatie en zekerheden, teloorgaan van vaststaande waarden en moraal. Vanuit het ‘Waterman-denken’ wordt dit juist positief beoordeeld, als een noodzakelijke afbraak van het oude om de nieuwe tijd zonder ‘ballast’ tegemoet te treden, Hoe eerder de mensen dat inzien en bereid zijn hun denkkaders grondig te herzien, des te meer zullen zij zonder problemen dit grensgebied overschrijden en ingaan in de echte new age.

Met ‘Grensgebied van Aquarius’ wordt de overgang aangegeven van het oude tijdperk (Pisces) naar het nieuwe tijdperk (Aquarius). Met name wordt hiermee de nieuwe religiositeit beschreven die het Westen momenteel meemaakt en die wel als de geboorte weeën van de nieuwe tijd worden gekenschetst. Bij de religie wendt men zich thans vrij algemeen af van conventionele bijbeluitleg of geloofsbeleving, wat voor velen leidt tot een complete desoriëntatie. Tegelijkertijd is er een grote hang naar oude en nieuwe vormen van spiritualiteit, variërend van primitief sjamanisme tot modieus holisme en van esoterische wetenschappen tot parapsychologie.

Ook de wereld der wetenschap beweegt zich in dit grensgebied. Dit geldt niet alleen voor de menswetenschappen, zoals de psychologie, maar juist ook voor de exacte wetenschappen, met name de natuurkunde. Hiermee wordt het hele wetenschapsbedrijf, mede onder invloed van new agers als Fritjof Capra en Ilya Prigogine, getrokken binnen het grensgebied van Aquarius. Dan heet het ook niet meer ‘wetenschap’, maar spreekt men liever van ‘wetenskunst’, die moet bijdragen tot wat wordt genoemd de herbetovering van de wereld! Wisseling van paradigma is de overgang naar een nieuwe instelling van het denken, die maakt dat de mens gaat ‘passen’ in de wereld van new age.

De term werd voor het eerst gebruikt door Thomas Kuhn, in zijn in 1962 verschenen werk ‘The Structure of Scientific Revolution’. Paradigma (Grieks: paradeigma = patroon, voorbeeld) staat voor de wereld van denken, het stelsel van vooronderstellingen, dat iemand heeft en dat geheel zijn denken en handelen bepaalt. Kenmerkend voor het ‘Vissen’ tijdperk zijn vaststaande paradigma’s of denkwerelden van mensen, die in bepaalde situaties heftig met elkaar in botsing kunnen komen, bijvoorbeeld in godsdienstoorlogen.

Op allerlei manieren worden de mensen gemotiveerd om het oude wereldbeeld te verlaten, bijvoorbeeld door hen te doen ‘ervaren’ dat dit niet meer voldoet. Dat oude wereldbeeld wordt wel aangeduid als ‘kartesiaans’ denken (zoals dat door Descartes was ontwikkeld), namelijk een scheiding tussen geest en materie, de logica dat iets niet tegelijkertijd waar en niet waar kan zijn. Aan de andere kant worden zij voorbereid (geconditioneerd) op het nieuwe denken van Aquarius: niet meer denken in tegenstellingen, wij vormen allemaal onderdeel van een groter, ‘goddelijk’ geheel. Als gevolg hiervan ‘kantelt’ nu het oude wereldbeeld dat mechanistisch en materialistisch is en dat allerlei niet waarneembare en niet verklaarbare verschijnselen afdeed als ‘bijgeloof, ‘hallucinaties’, ‘kwakzalverij’, enzovoort. Zo ontstaat snel een nieuw wereldbeeld, dat in tegenstelling tot het oude wereldbeeld waardevrij en zonder absolute normen wil zijn, maar zich daarbij wel argeloos openstelt voor een nieuwe godenleer.

 

Boekbesprekingen over de islam

Bespreking van enkele toonaangevende boeken over de islam, die bij het onderwijs aan de orde kunnen komen.

Wij maken hierbij onderscheid tussen boeken die uitgaan van dezelfde uitgangspunten als wijzelf, en boeken die volgens ons een vertekend (meestal te rooskleurig en verhullend) beeld van de islam geven.

Boeken die ’n reëel beeld van de islam geven Boeken die o.i. een vertekend beeld geven
Twee gezichten, één islam – dit boek is bedoeld om al degenen die met de islam geconfronteerd worden op compacte wijze te informeren over het ontstaan van de islam; het wezen van de islam, en de dynamiek van de islam, zowel voor haar aanhangers als voor de ‘ongelovigen’. Vierde geheel herziene druk € 4,95

Wie is deze Allah, de god van de moslims?
Door de Nigeriaanse islamoloog G.J.O. Moshay. Door een vergelijking van Gods openbaring in de Bijbel en Allah’s ‘openbaring’ in de Koran stelt hij zijn lezers in staat hun eigen conclusies te trekken.Kinderen van Ismael, Acht getuigenissen van moslims uit diverse landen die tot Christus gekomen zijn; uitgave Arabische Wereldzending.

De waarheid delen in liefde
De Srilankaanse intellectueel en leider van Youth for Christ Arjith Fernando, wijst christenen de weg om temidden van religieus pluralisme en een multireligieus aanbod trouw te zijn aan Jezus’ opdracht: “Verkondig het Evangelie en maak al de volken tot mijn discipelen.” Uitg. Medema, €19,95

Geliefde of gevangene?
Christenen denken na over vrouwen en de islam, door Ida Glaser en Napoleon John, Uitg. Buijten & Schipperheijn, 240 pag, € 17,50
Moslims wordt vaak verweten dat ze vrouwen als tweederangsburgers behandelen. De islam zou psychische en lichamelijke mishandeling zelfs toestaan. Hoe komt het dan dat van de westerlingen die tot de islam worden aange-trokken, de meesten vrouwen zijn?

Sultana
De Amerikaanse Jean P. Sasson geeft een beeld van het leven aan het koninklijk hof van Saudi-Arabië. Het leven in een land waar de sharia geldt, wordt met informatie uit de eerste hand weergegeven. Uitg. Bruna, 246 blz.

Het gesloten koninkrijk
door Carmen Bin Ladin, uitg. Mouria, 2003, 224 blz. Carmen Bin Ladin beschrijft haar leven en dan met name de periode, dat ze in Saudi-Arabië woont. Aanleiding tot het schrijven van dit boek is de bekende aanslag op het World Trade Centre op 11 september 2001, waardoor haar naam haar leven en dat van haar drie dochters volledig op zijn kop zet.

Dezelfde God? Jezus, heilige Geest, God in het christendom en in de islam
De Australiër, dr. Marc Durie, vergelijkt in dit boek de Here (JHWH) van de Bijbel met de Allah van de Koran en toont vanuit studie van de geschriften van de islam en het christendom aan, dat de Here God en Allah in veel opzichten verschillen. Zij hebben zulke verschillende persoonlijkheden en capaciteiten, dat van hen niet gezegd kan worden, dat ze dezelfde God zijn. Uitg. Victory Publications, 158 blz., € 14,75

Bijbel of Koran/ De vraag naar de Waarheid
door Els Nannen
Uitg.: Bijbel & Onderwijs en Johannes Multimedia, 80 blz., € 5,95 (zie webshop).

Verklaar de moslims de vrede, door Christine Mallouhi. Bij haar actie tegen het vijandbeeld jegens moslims maakt de schrijfster geen verschil tussen individuele moslims en de leer van de islam. Bovendien roept een uitgesproken vijandbeeld op tegen de joden en Israël.

Ibrahiem en Abraham, koran en bijbel verteld voor kinderen
Een opmerkelijk boek: een Kinderbijbelkoran! Een boek dat ervan uitgaat dat je elkaar moet leren kennen om met elkaar te kunnen samenleven. En dat daaraan een (onmogelijke) bijdrage geeft voor het onderwijs op christelijke, moslim- en samenwerkingsscholen.

Islam verhalenderwijs, door dr. Anton Wessels
Dit boek is te beschouwen als een verrijking voor iedereen die over de grenzen van de eigen cultuur wil heenzien naar de uitgebreide verhaaltraditie uit de moslimculturen.
Bezwaren: sterk relativeren van de eigen christelijke godsdienst en geen kritische toets van de islam aan zowel de Bijbel als aan Westerse waarden en normen.

 

 

 

 

Register van islamitische stromingen en Arabische woorden

Register van islamitische stromingen en Arabische woorden 

Alawieten volgelingen van Ali, neef en schoonzoon Mohammed die de leden van deze tak als diens opvolger beschouwen. Ze zijn aanhangers van een liberale stroming in de islam; vooral in Turkije en Syrië
adzaan oproep tot het rituele plichtgebed vanaf de minaret
Allah god. Voor moslims hun islamitische één-enige god, geen vader. Voor christenen: de God en Vader van Jezus Christus (Arabisch: al- ’Aab)
Ahmad (Ahmed) de zeer geprezene
Ahmadiyya een niet-orthodoxe (soms verboden) moslimstroming; worden door Soennieten als niet-moslims beschouwd. In Den Haag is er een Ahmadiyya moskee.
al-Aksa (al-Aqsa) moskee moskee in Jeruzalem ter herinnering aan de vermeende hemelreis van Mohammed
al-’Aab de Vader (van Jezus Christus)
al-Azhar de moskee en universiteit in Caïro
al-Fatiha de openingssoera van de koran (1:1-6); hoofdgebed van de islam
ar-Rabb Jahweh, de HEERE
ayatollah hoogste religieuze leider, ook op politiek gebied,en islamschriftgeleerde in de sjiitische islam
boerka lichaamsbedekkend vrouwengewaad met alleen een opening met gaas voor de ogen
daddja(a)l een soort antichrist naar de voorstelling van Mohammed
da(a)r al-harb domein van de oorlog (overal daar, waar de sharia geen staatswet is)
da(a)r al-islam domein van de islam, waar de islam staatsgodsdienst en de sharia staatswet zijn
da(a)r al-salam domein van vrede
dakwa  (Arab. da’wa) oproep tot de islam
djanna tuin. In koran: islamitisch paradijs
Djibriel koraanse versie van de engel die zich zelf Gabriël noemde
djihad (jihad) verplichte inspanning voor Allah en de islam, waaronder de gewapende strijd
djilbab sharia-verplichte lichaamsbedekking voor de moslimvrouw buitenshuis
dhimmies (dzimmies) getolereerde minderheden in een islamitisch land. Ze moeten minderheidsbelasting betalen
djinn geesten, ‘goede’ of boze; oorspronkelijk woestijngeesten. Ze spelen een rol bij allerlei bezweringsrituelen
djizja jaarlijkse, hoofdelijke schatting voor gedoogde niet-moslims (dhimmies)
Fatiha naam van de eerste soera in de Koran
Fatima de jongste van de vier dochters van Mohammed
fatwa gezaghebbende uitspraak (soms vonnis) door islamitische rechtsgeleerde in kwesties van islamitisch recht
fitna verzoeking (tot afval, tot afgoderij)
Hadith  (Hadieth) aan Mohammed toegeschreven, overgeleverde uitspraken en handelwijzen (soenna’s)
hadj (verplichte) bedevaart naar Mekka en zijn islamitische heiligdommen. Daar moeten in de laatste maand van het islamitische jaar een aantal rituelen uitgevoerd worden.
Hamas aanvankelijk een afdeling in Palestina van de Moslimbroederschap. Islamitische verzetsbeweging in Gaza, 1988 gesticht door sjeik Ahmed Yassin tijdens de eerste intifada.
hidja(a)b hoofdbedekking moslima, maar gezicht vrij
hidjra Mohammeds uitwijking met zijn moslims uit Mekka naar Medina (622 is zodoende begin islamitische tijdrekening, dus niet ‘anno domini’).
iblis (iblies) de duivel; behoort tot de djinn (soera 18:50)
ibn juridisch aangenomen zoon (i.t.t. walad)
imam hoofd van de moskee; voorganger van het rituele gebed op vrijdag; ook hoofd rechtsschool; in de sjiitische islam geestelijke (en voor veel moslims ook wereldlijke) leider van de moslimgemeenschap
indjil  (indjiel) evangelie
‘Isa naam die de Koran voor Jezus gebruikt. ‘Isa is een pseudo-Jezus: niet Gods Zoon, niet aan het kruis voor onze zonden gestorven, niet begraven en niet opgestaan.
islam overgave, uitlevering, onderwerping, te weten aan de Allah  van de islam. Ook: de leer van deze Allah zoals geopenbaard via de profeet Mohammed en later vastgelegd in de Koran
islamist orthodoxe moslim die ijverig Allah’s theocratie op grondslag van de sharia nastreeft.
Jasu’u de Arabische vertaling van Jezus. Zo ook in de Arabische Bijbel
Jibra’il de Bijbelse engel Gabriël
Kaaba  (Ka’aba) op de binnenplaats van de grote moskee in Mekka een stenen gebouw, ‘door de aartsengel Gabriël naar Abraham gebracht’, daarom ook ‘huis van Abraham’ genoemd
kalief titel die de opvolgers van Mohammed droegen als bestuurders van de soennitische islamleer en als beschermer van de wet (sharia)
kibla gebedsrichting voor de moslim, en wel verplicht naar Mekka
Koran reciet, oplezing. Heilig boek van de islam
Mahdi de door moslims aan het eind der dagen verwachte wereld- en geloofsvernieuwer
Masih messias, zoals de Koran Christus noemt
manara minaret, afgeleid van Arab. vuur- of wachttoren
minaret slanke toren bij een moskee, van waar de moedzjin de uren van het gebed afkondigt
moskee plaats van zich terneer werpen voor Allah (= islam doen); bedehuis voor het rituele gebed; religieus en politiek centrum, waar de sharia heerst; voorpost van Allah’s theocratie.
moedzjin (moe’addzin) moskee beambte die van boven uit de minaret de moslims oproept tot hun liturgisch gebed
moefti moslimsjurist die het recht heeft om fatwa’s uit te vaardigen
Moslimbroederschap conservatieve islamitisch politieke organisatie, 1928 opgericht door Hassan al-Banna. Doel: islamisering van de eigen (Egyptische) samenleving, nu verspreid over diverse Arabische landen o.a. in Jordanië, Syrië en de Palestijnse gebieden.
moslima islamitische vrouw
nabi profeet
nikab (nikaab) gezichtsbedekking van de moslima
oemma de moslimwereldgemeenschap; streven naar wereldwijde islamitische gemeenschap
quital de gewapende strijd
ramadan islamitische vastenmaand (de negende maand)
rasoel Allah gezant, apostel van Allah
sadaka vrijwillige gift van een moslim
salaat het voorgeschreven en verplichte, rituele gebed, vijfkeer per dag
Salafisme ultraorthodoxe, radicale en anti-Westerse islamitische stroming die de pure interpretatie van de Koran voorstaat en een islamitische rechtsorde nastreeft.
sharia (sjaria) islamitische wetgeving, hoofdzakelijk gebaseerd op de geboden en verboden uit de Koran. Er bestaat geen uniforme sharia en zelfs niet in boekvorm
sjaitaan satan; behoort tot de djinn
sjia stroming binnen de islam
sjiieten  (sji’ieten) leden van een geloofsrichting binnen de islam die alleen de nakomelingen van Ali ibn Aboe Talib (schoonzoon van Mohammed) als Mohammeds opvolger erkennen. 15e eeuwse Mazar-I. Sharif moskee is de schrijn en bedevaartsoord van Ali. Vooral in Iran
Soefisme ascetisch-mystieke stroming in de islam, ontstaan in het oostelijke deel van de Arabische wereld
Soefibeweging gesticht door Inayat Khan als broederschap van alle mensen. Ze beschouwt alle godsdiensten als uit één bron ontsproten
soenna gewoonte, leefregel die niet in de Koran voorgeschreven, maar gebaseerd is op het leven van Mohammed. Ze dienen als aanvulling op en uitleg van de Koran en tot vorming van het islamitische recht.
soennieten leden van een geloofsrichting binnen de islam die ook niet-bloedverwanten van Mohammed  als haar leiders erkent. Ze erkent de soenna en Hadith als van Mohammed afkomstige voorschriften. Soennieten ca. 85% van alle moslims, zoals in Afghanistan, Albanië, Algerije, Bangladesh, Egypte, Indonesië, Marokko, Nigeria, Noord Soedan, Pakistan, Saoedi-Arabië, Somalië, Syrië, Tunesië, Turkije enz.
soera elk van de 114 ‘hoofdstukken’ van de Koran
syncretisme godsdienstversmelting
takiya (takyya, takie’a) verhullen, geheimhouden van de eigenlijke bedoelingen, vooral op religieus en politiek terrein; o.a. bij publieke discussies of wanneer men zich bedreigd voelt bv. als soenniet in een sjiitische omgeving. Ook bv. bij gebruik van verboden spijzen en dranken of bij vriendschap met niet-moslims.
Wahabisme streng orthodoxe, militante stroming binnen de islam, gebaseerd op de orthodoxe ideeën  van Mohammed ibn Abd al-Wahhab (1703-1791) om de zuiverheid van de islam te bewaren. Veel aanhangers (‘Wahabieten’) in Saoedi Arabië.
walad biologisch verwekte zoon (i.t.t. ibn)
zaka(a)t verplichte betaling van de aalmoezenbelasting
Zamzambron heilige bron op de binnenplaats van de grote moskee in Mekka, die ‘Hagar ontdekte’

Bron: “Bijbel of Koran. De vraag naar de Waarheid”. Zie webshop.

Islamitische en westerse waarden

Islamitische en Westerse waarden:
Vullen ze elkaar aan . . . of sluiten ze elkaar uit?

1. Eind januari 2004 is het rapport verschenen van de commissie-Blok ‘Bruggen bouwen’ – over 30 jaar integratiebeleid in Nederland. In dit rapport, maar nog meer in de reacties hierop door de Kamerfracties en de pers, wordt onderscheid gemaakt tussen geslaagde integratie en niet-geslaagde integratie. De Nederlandse samenleving kent veel voorbeelden van geslaagde integratie: Portugese joden, Franse Hugenoten, Chinezen, Molukkers, Surinamers enz. Maar met mensen afkomstig uit moslimlanden die de wetten van de islam blijven volgen, blijkt de integratie zeer moeizaam te verlopen, aldus het rapport.

2. Het rapport noemt een aantal factoren op die echte integratie moeilijk of onmogelijk maken, zoals het handhaven van de eigen – op moslimwaarden en sjaria-ethiek – gebaseerde cultuur. Voorbeelden hiervan zijn de sterke controle van naties als Turkije en Marokko, de dubbele nationaliteit (met zelfs de mogelijkheid om in vreemde krijgsdienst te moeten treden), het zoeken van een partner in het land van herkomst, de positie van de vrouw, de eerwraak en andere daden die in de Westerse cultuur als ‘crimineel gedrag’ worden beschouwd.

3. Direct na het verschijnen werden door de politiek twee belangrijke bezwaren tegen het rapport worden ingebracht:

  • gebrek aan duidelijkheid;
  • geen aanbeveling van te nemen maatregelen.

Uiteraard mag het tweede punt niet aan de commissie worden verweten, omdat dit de taak is van de politiek en van het openbaar bestuur. Voor iedere eventuele maatregel dient voorts een breed maatschappelijk draagvlak te bestaan, waarbij ook de moslimminderheid tegen zichzelf (d.w.z. haar eigen denksysteem) beschermd moet worden. Het is de bedoeling van deze folder om aan de gewenste duidelijkheid bij te dragen. Hierbij zullen de begrippen ‘waarden’ en ‘ethiek’ door elkaar worden gebruikt.

4. De islamitische ethiek is gefocust op de volgende passage uit de Koran: “Het is geen deugd, dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft en die van zijn vermogen geeft uit liefde voor Hem aan de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven en die het gebed onderhoudt en de zakaat betaalt. Verder in degenen die hun belofte nakomen, wanneer zij een belofte doen en de geduldigen in armoede, in kwellingen en in oorlogstijd. Dezen zijn het die bewezen hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn de vromen.” (Soera 2:177). Hierbij vallen al direct twee zaken op:

  1. de islamitische ethiek is allereerst religieus in de betekenis van onderworpenheid aan Allah en geloof in de laatste dag, engelen, het Boek en de profeten.
  2. De liefde en verplichtingen gelden alleen de verwanten, dat zijn de medemoslims. Wees goed voor de gelovigen in de Oemma Islam en niet daarbuiten.

5. Onze Europese (Westerse) culturen dragen het stempel van een joods-christelijk en humanistisch erfgoed, waar beide elkaar aanvullen en zonodig een eenzijdige interpretatie ervan (door de Kerk of de politiek) corrigeren. Tegenwoordig is men in onze Westerse landen geneigd te zwijgen over het joods-christelijke erfgoed (bijvoorbeeld in het ontwerp voor een Europese Grondwet of het recente rapport van de WRR over ‘waarden en normen’) en zich te beperken tot humanistische waarden die voortkomen uit de Renaissance en Verlichting. Daarmee doen wij echter onszelf tekort en zijn wij onvoldoende opgewassen tegen de uitdagingen waarmee de islam ons confronteert.

6. Het onderstaande is een poging om de waarden die voortkomen uit de Renaissance en de Verlichting in schema te brengen:

D. Waarden van de Westerse democratieën:

Scheiding van kerk en staat Scheiding van de privé-sfeer en het openbare leven Vrijheid van meningsuiting Soevereiniteit in eigen kring Tolerantie Vrijheid van godsdienst Geen zedenmeesterijGewetensvrijheid

7. deze zgn. Verlichtingswaarden worden ook genoemd door het rapport dat de Wetenschap-pelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in dec. 2003 heeft uitgebracht. Hiermee hebben wij reeds een uitgangspunt verkregen waaraan de islamitische waarden kunnen worden getoetst. Terecht is door Kamerleden en redacties opgemerkt dat dit niet voldoende is, en wel om de volgende redenen:

  • in de praktijk blijken ook deze bovengenoemde begrippen onduidelijk en kunnen ze zelfs in hun tegendeel verkeren; zij blijken namelijk slechts afgeleiden te zijn van onderliggende basisbegrippen zoals Gerechtigheid en Waarheid (zie hierna)
  • ook de moslims maken gebruik van begrippen als ‘democratie, tolerantie, respect voor de vrouw en vrijheid van godsdienst’, maar blijken hieronder bij nadere bestudering iets heel anders te verstaan.

8. Een wezenlijk onderzoek en debat over islamitische waarden in een Westerse samenleving is niet mogelijk wanneer men hier niet de religieuze factoren bij betrekt. Al is het christendom voor velen een gepasseerd station, de islam dwingt ons tot bezinning op religieuze factoren, zoals het bestaan van God, het begrip ‘openbaring’ en een leven na dit leven. Of men het nu wil erkennen of niet, het is een feit dat de bronnen van onze gemeenschappelijke Europese cultuur (mede) zijn verankerd in de joods-christelijke ethiek. Zonder deze bronnen is het niet eens mogelijk om de grote producten uit onze cultuur, zoals de schilderkunst, de muziek en de literatuur, op hun waarde te schatten.

9. De joods-christelijke ethiek is onder meer afgeleid uit de Tien geboden uit het Oude Testament en de Bergrede uit het Nieuwe Testament. Deze ethiek geldt deze niet alleen binnen het jodendom en het christendom, want de joods-christelijke ethiek is van universele waarde en zijn de grondslag voor elke beschaving. In het Nieuwe Testament wordt deze ethiek samengevat met de woorden: “Alles nu wat gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo; want dit is de wet en de profeten,” Aldus luidt de zogenaamde Gulden regel, die in ons spraakgebruik echter in negatieve termen is verwoord.

10. Nu zullen de moslims dat ook zeggen van de islamitische ethiek, die is gebaseerd op uitspraken in de hadieth en gecodeerde wetten in de sjaria. Het grote verschil met de judeo-christelijke ethiek is echter dat islamitische ethiek onlosmakelijk verbonden is met de islam als religie; in hun ogen zijn seculaire moslimstaten als Algerije, Turkije en Egypte afvallig, met alle dynamiek die dit met zich meebrengt. Judeo-christelijke ethiek geldt juist wèl universeel, ook voor seculier-democratische staten. )

11. De joods-christelijke ethiek gaat uit van de volgende trits:
Gerechtigheid; Barmhartigheid; Waarheid
Op grond hiervan kunnen wij onderscheid maken tussen drie groepen van kernwaarden:

A. Alle mensen behoren tot de familie der mensheid:

Recht en Gerechtigheid
Wijsheid
Barmhartigheid
Naastenliefde
Integriteit, Eerlijkheid,
Betrouwbaarheid

B. Alle mensen zijn rentmeester van Gods schepping:

Gezag, Respect
Gehoorzaamheid
Aanspreekbaar zijn
Verantwoordelijkheid
Voorzichtigheid
Waakzaamhei

C. Sociale verbanden tussen mensen onderling:

Zinvolheid
Ontplooiing
Vergeving
Herkansing
Absolute criteria
Onderscheidingsvermogen

12. Op zoek naar een islamitische ethiek troffen we op de moslimwebsite www.harunyahya.com onder meer ‘The True Islamic Morals’ en ‘Righteous Deeds.’ Hierop komen begrippen voor als ‘barmhartigheid, tolerantie en vrede’. Die klinken goed in Westerse oren en wekken de verwachting dat het mogelijk is te komen tot ‘gemeenschappelijke ethische waarden en normen’. Dit kan echter niet worden afgeleid uit de hierin vermelde soera, en al evenmin uit de “gezegende geschiedenis van het eeuwenlang durende Ottomaanse rijk”. Wij moeten namelijk bedenken dat zulke woorden alleen gelden voor moslims en niet voor ‘ongelovigen’ (kafirs). De islam maakt namelijk nadrukkelijk onderscheid tussen de moslims en alle andere mensen, die blijkens Soera 5:60 gelden als (de afstammelingen van) ‘apen’ (de joden); ‘zwijnen’ (de christenen) of ‘demonen’ (de overigen of ‘heidenen’) )

13. Een praktische consequentie ervan is de volgende. Hoewel ook de moslimlanden in 1948 de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens hebben getekend (maar niet geratificeerd) hebben zij deze naderhand vervangen door hun eigen Universele Islamitische Verklaring van Mensenrechten uit Cairo (1981). Daarin worden alle nationale wetten der volken (en alle internationale afspraken) ondergeschikt gesteld aan de sjaria, die zich primair richt op de Oemma Islamia, de wereldwijde moslimgemeenschap. Zoals de hadieth (= mededeling) het leven van de individuele moslim richt op de profeet, zo geeft de sjaria (de weg) gedetailleerde instructies voor de moslimsamenleving als Dar al-Islam (Huis of Staat van de islam). Daarin is geen ruimte voor enige scheiding van staat en moskee; landen zoals Turkije waar dit wel zo is, worden beschouwd als onorthodox en afvallig!

14. Op grond van een nauwkeurig bestuderen van zowel de moslimgeschriften als hun geschiedenis kunnen wij nu de bovengenoemde schema’s van Westerse ethiek gaan invullen voor de islamitische ethiek. Volgens Westerse maatstaven gaat de islamitische ethiek uit van een dubbele moraal:

  • de vriendelijke of ‘Mekka-islam’ gebruikt Westerse termen zoals vrijheid, tolerantie en democratie gebruikt in Dar al-Kufr’ (het land van de ongelovigen); deze ethiek is tijdelijk totdat ook daar ‘Dar al-Islam’ is aangebroken;
  • de radicale of ‘Medina’islam’ geldt in het ‘Huis van Islam’, waar de moslims de meerderheid hebben. Dan worden de hadieth en sjaria van toepassing verklaard op alle inwoners van Dar al-Islam.. )

15. Dit leidt tot de volgende schema’s voor moslimethiek, zoals die voor buitenstaanders worden toegepast en/of begrepen worden:

A’ Alle mensen die behoren tot Oemma Islam

De rechte weg = sjaria
Eerwraak als rechtspleging
Geweld, het zwaard
Vrouwen gelden als bezit
Grilligheid; zekerheid en hoop alleen voor sjahid (martelaren)

B’ Zolang nog niet de hele wereld Dar al-Islam is

Slaafse onderwerping (islam)
Drievoudige jihad: inspanning; strijd met woorden en daden
Onderwerping of liquidatie van alles wat kafir (ongelovige) is Niet-kritisch denken;
Alles doen om sjirk (heiligschennis) te voorkomen

C’ Sociale verbanden tussen mensen onderling:

Er is geen god dan Allah
De universele Dar al-Islam
Dhimmies (tweederangs burgers)als het beste alternatief voor niet-moslims Taqijja : bedrog om bestwil
Hudna: bedrieglijk verbond

D’ Moslim interpretatie van democratie:

Sjaria-wetgeving gaat boven de constitutionele wetten Multicultuur of integratie zijn fitna (= verleiding tot afval) Vrijheid van godsdienst gaat slechts in één richting.

16. In de geschiedenis van Europa is telkens weer gebleken wat een verschillende inhoud aan belangrijke basisbegrippen wordt gegeven. Wij noemen hiervan drie voorbeelden

a. Recht en gerechtigheid.
De oorspronkelijke betekenis hiervan is ‘evenwicht bepalen resp. herstellen.’ Het hangt er nu maar van af wat men onder ‘evenwicht’ verstaat en hetzelfde kan men zeggen over wat men moet doen wanneer het evenwicht is verbroken.

Joden en christenen verstaan daaronder de heilzame wetten van God die een samenleving leefbaar maken. Na het breken ervan volgt vergelding (in 1972 geschrapt uit het Wetboek van Strafrecht) en rehabilitatie.
Humanisten leggen de nadruk op gelijke kansen voor iedereen, maar verschillen van mening over de functie van de overheid. Na het breken van wetten geld vooral tolerantie en eventueel maatschappijvernieuwing.
Moslims zien ‘gerechtigheid’ vooral als de ‘eerbalans’ van individuen, families/clans tot aan de Oemma Islam toe: de wereldwijze gemeenschap van moslims . Na het breken ervan volgen acties als eerwraak, vanaf het doden van een te Westers meisje tot aan ‘nine-eleven’ toe.

b. Vrijheid, met name vrijheid van godsdienst en gewetensvrijheid. Ook dat wordt verschillend geïnterpreteerd:

Joden en christenen hanteren het begrip ‘vrijheid in gebondenheid’, d.w.z. er is vrijheid van godsdienst en ideologie en vrijheid van meningsuiting, maar die vrijheid wordt beperkt wanneer die andere burgers zou aantasten door (oproepen tot) haat en tot moord.
Humanisten zien vrijheid als (bijna) het hoogste goed met zo min mogelijk beperkingen.. Zij zien het belang niet in van godsdienst en voor hen zijn dan ook alle godsdiensten gelijk. Momenteel wordt het Westen zelfs door moslimgeleerden gewaarschuwd tegen het misbruik maken van de vrijheid van godsdienst!
Overeenkomstig de Koran, zien moslims de godsdienstvrijheid uitsluitend vanuit het standpunt van de islam. Volgens hen heeft Saoedi-Arabië dan ook een hoge mate van godsdienstvrijheid en is die in het Westen maar matig. Het bekende vers uit Soera 2 “Er is geen dwang in de godsdienst” geldt dan ook alleen jegens hen die moslim willen worden, maar beslist niet jegens degenen die de islam willen verlaten.

c. Democratie
In Westerse landen worden de moslimminderheden steeds sterker bepaald bij hun eigen sjaria-wetgeving. Dat begint meestal met hun interne (familie-)zaken die raken aan het publieke domein. De vraag is op welke wijze deze geheel verschillende stelsels op elkaar zijn af te stemmen, indien dat al mogelijk zou zijn.
Voor de moslims is het kalifaat het uitgangspunt voor democratie, dat is de vertegenwoordiging van Allah’s regering op aarde. Elke gemeenschap die voldoet aan de eisen van towhid (zich buigen voor Allah) en risala (aanvaarden van de Koran en hadieth) valt hieronder. Dit komt erop neer heel het leven wordt gesteld onder de sjaria. Zie www.jamaat.org/islam/HumanRightsPolitical.html

De conclusie is dat in de Westerse democratie de overheid zich richt naar de wil van het volk, terwijl bij de moslim-democratie zowel de overheid als het volk zich richt op de wil van Allah. Maar dan wordt het slechts een woordenspel: waarom niet eenvoudig stellen dat de islam geen democratie erkent en spreken van Allahcratie?

17. Soms spreken moslims Westerse mensen aan op schoonklinkende ethische waarden zoals gerechtigheid, barmhartigheid, zuiverheid. Wat moeten wij daar, in het licht van het voorgaande nu van denken?

  • in sommige gevallen hebben zij ten dele gelijk, bijvoorbeeld wanneer zij hun strenge regels stellen tegenover allerlei vormen van Westerse decadentie; hierover moeten wij ons bezinnen en kritiek geven op onze eigen samenleving;
  • in andere gevallen is er sprake van onwetendheid, of van eenzijdige voorlichting; in die gevallen kan een gesprek of dialoog nuttig zijn, vooral door de moslim te confronteren met zijn eigen bronnen en handelingen;
  • er zijn ook moslims die de Westerse waarden hoger achten dan de islamitische waarden, bijv. wetenschappers, maar ook vele anderen. Zij dienen te beseffen dat volgens de ‘echte islam’ er geen zgn. gematigde moslims bestaan en dat zij (t.z.t.) onder grote druk komen staan;
  • wanneer moslims ons waarden voorhouden als de eerbaarheid van hun vrouwen, de zgn. vrijheid van godsdienst in de moslimlanden en hun (kalifaat-) democratie, dienen we er rekening mee te houden dat er ook sprake kan zijn van taqijja, doen alsof. Dat is niet alleen een geoorloofde maar zelfs een voorgeschreven misleiding van de niet-moslims om daarmee de voortgang van de islam te bevorderen.

18. Nu kan ook de vraag beantwoord worden: zijn islamitische waarden en Westerse waarden met elkaar verenigbaar? Bij het formuleren van het antwoord dienen wij te letten op de twee belangrijkste moslimdeugden:

  • waarlijke deugd is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft
  • waarlijke deugd is in hem, die zijn zakaat bestemd voor de verbreiding van de islam en deelneemt aan de djihad.

Onze conclusie biedt de duidelijkheid die het voornoemde rapport ontbeerde: onder ogen zien dat islamitische waarden onverenigbaar zijn met Westerse waarden. De geschiedenis leert dat dit op den duur tot onomkeerbare conflicten zal leiden.

19. Tenslotte de vraag welke maatregelen worden aanbevolen. Evenals de Commissie-Blok, kunnen wij daar niet op vooruit lopen. Wel willen we de ernst benadrukken van de situaties die ontstaan wanneer moslims – in een land, in een provincie, in een stad – de macht in handen krijgen of zelfs wanneer zij ergens een ‘kritische minderheid’ gaan vormen. In dat geval hebben de niet moslims de keus tussen drie, mogelijk vier, mogelijkheden (tenminste, als hen die keus wordt gelaten):
a. worden geliquideerd;
b. zich bekeren tot de islam, resp. als nieuwe vrouw toegevoegd worden aan een moslim;
c. het land/gebied verlaten (meestal alleen in een vroeg stadium, met achterlating van alle bezit);
d. als dhimmie in het land/de stad verblijven, en op allerlei wijzen als tweederangsburger vernederd worden en een speciale beschermbelasting opbrengen, die kan oplopen tot 80%.

Zo werd de islam door de eeuwen heen verbreid en zal daar zeker niet mee stoppen, gebruik makend van de zwakheden en besluiteloosheid van de Westerse democratieën en met alle middelen die hen ten dienste staan.

20. Westerse christenen en democraten zullen er terecht voor terugdeinzen om dezelfde methoden te gebruiken, maar het kan geen uitstel velen dat de samenleving zich tijdig gaat bezinnen op de te nemen maatregelen. Demografisch gezien zullen onze grote steden al binnen 10 jaar, en onze landen als geheel hoogstens 10 jaar later, met deze radicale islamisering te maken krijgen.

Database van enkele artikelen

Data Base van gedocumenteerde publicaties over de islam

Kennismaken met Islam De profeet Mohammed Stromingen binnen de islam
Islam verhalenderwijs Anton Wessels. Zijn de Westerse en de islamitische wereld te verzoenen? BoekbesprekingUnveiling Islam: An Insider’s Look at Muslims Life and Beliefs. door E.M. en E.F. Canner. Boekbespreking door C.J. CarriganDer Gebetsruf im Islam. Christine Schirrmacher Institut fur Islamfragen, BonnMuslimischer Gebetsruf per Lautsprecher? von Eberhard Tröger. De profeet Mohammed Ibn Ishaak, gest. ca. 767, vertaald door Wim Raven, die eerder “Leidraad voor het leven”schreefJezus of Mohammed, een vergelijking tussen de stichters van ’s werelds twee grootste religies, door SilasMohammed en Jezus. Er mag gesproken en geschreven worden. ook over wat weinig bekend is. Wilmos Oosterhoff. Twee artikelen uit de Oogst Een boekbespreking door Hans Peter Raddatz van het boek van Dore Gold: ‘Het koninkrijk van de haat‘ (juli 2003).Ahmadiyaya – Bewegung des Islams – eine Forschungsarbeit von Hiltrud SchroeterHet boze oog. Belangrijk onderdeel van de zgn. volksislam, waar de Koran geen antwoord op heeftGlaubensrichtungen des Islam.
Allah of God Koran en Bijbel Islam en Christendom
Wie is deze Allah, de god van de moslims? G.J.O. Moshay, Nigeria Twee openbaringen met elkaar vergeleken. BoekbesprekingVon Gott zu Allah? Christentum und Islam in der Liberalen Fortschrittsgeschelschaft. Hans-Peter RaddatzDie Eigenschaften Gottes im Koran und Islam Christine Schrirrmacher Institut fur Islamfragen, BonnDer Begriff ‘Liebe Gottes’in der Bibel und im Koran. Artikel van Fritz Goerling, USA Der Koran. Christine Schrirrmacher Institut fur Islamfragen, BonnIs The Qurán the Word of God?door Robert A. Morey 1996 Research and Education FoundationWurde das Wahre Evangelium Jesu Christi gefunden? Das Barnabas Evangelium, door dr. Chr. SchrirrmacherBijbel of Koran/De vraag naar de Waarheid. Boek zie webshopUrkoran, Koran und das Alte Testament in ihrer Beziehung zueinander door Eberhard Tröger Islam und christlicher Glaube Was trennt, was verbindet? Glauben Christen und Muslime an denselben Gott? Mit Tabelle zum Vergleich Islam-Christentum Christine SchrirrmacherWie Muslime Christen sehen1. Das Bild der Christen in Koran und hadith2. Das Bild der Christen und des Christentums im Urteil einiger Muslim Theologen Christine Schrirrmacher Institut fur Islamfragen, Bonn
Oorlog en vrede; Jihad en Salam Minderheden in Moslimlanden Opmars van de islam in Europa toen en nu
Der Islam – eine Religion des Friedens? Das klassische Sendungs- verstandnis des Islams und der moderne Islamismus, 2002 Hans Peter Raddatz, ReferatVon Allah zum Terror der Djihad und die Deformierung des Westens Hans Peter RaddatzDie Wut der Arabischen Welt, Waum der Jahrhunderte lange Konflikt zwischen dem Islam und dem Westen weiter eskaliert door Bernard LewisIslam and Terrorism, door Mark Gabriel “Terrorists are practicing Islam just as Muhammed intended”Onward Muslims Soldiers, by Robert Specer. Unterstanding Jihad and DhimmitudeIslamisering: een hoofdstuk uit het boek ‘Slavery, Terrorism and Islam, by dr. Peter Hammond

Dr. Azani, een terrorisme-expert,wijst het Westen met nadruk op extremistische moslims.

Dhimmies and Dhimmitude Whers Civilizations Collide Bat Ye’or and others Boekbespreking in Jerusalem Post, jan 2002Het zwaard van de islam De heilige oorlog toen en nu Indonesia en Afriakaanse frontlijnstaten; lessen voor Europa Wilmos OosterhoffZwischen Freiheit und Vervolgung, Christen unter Muslime Dumentation der Katholischen Preseagentur, Freiburgverklaring door Ibn Warraq aangaande WTC gruwel 9/11 Was ist Islamismus? Dr. Christine Schrirrmacher Institut fur Islamfragen, BonnIm Schatten Allahs. Die Islam und die Menschenrechte, door Bassam Tibi. Geen sjaria invoeren op grond van godsdienstvrijheid!Edward Zaid, ideoloog van de moslimwoede. Kritisch tribuut van Ibn Warraq over met name het boek “Orientalism”The Vatican’s New Realism about Islam, by Robert Spencer
Vrijheid van denken in islam Over eer en bloedwraak De positie van moslima’s
De stille vrijdenkers in de islam.Interview met Nasr Hamid Abu Zaid, vrijdenker en balling in Nederland juni 2003.Konnen Muslime Demokraten sein?Die verhullingskraft des Takija. Vortrag von Adelgunde Mertensackler.The Arab Human Development Report Oct 2003 stresses the three obstackles to progress: lack of freedom & knowledge and position of woman. Door bloed gezuiverd. Een onderzoek naar eerwraak onder Turken in Nederland. Proefschrift van Clementine van Eck.Does Islam allow honor killings. Al-Muhajabah, febr 2003. Die Rolle der Frau im Islam. Christine Schrirrmacher Kurzreferat Mai 2003Der Kopftuch und die Schere im Kopf, Ohne Information gerat der Staat im bedrangnis Hans/Peter Raddatz Radio Berlin, juli 2003′Grundlagen des islamischen Strafrechts‘ von Dr. Christine SchirrmacherSlechts een hoofddoekje?
Het sprookje van multiculti Dialoog en integratie Abrahamitische Oecumene
Der Islam – eine Religion des Friedens?
Die Multi-Kulti-Toleranz ist Ausdruck von Ignoranz
Ontleend aan boeken van Bassam Tibi en H-G RaddatzIslam – sind wir zu blauäugig?
Hans-Peter Raddatz
Hamburger Abendblatt, 2002Verklaar moslims de vrede
Christine Mallouhi
Omstreden boek dat geen onderscheid maakt tussen moslims en islam en voorts een vijandbeeld oproept jegens de joden en Israel.
Der Mythos vom toleranten Islam
Literarische Fiktionen und politische Wunschbilder erschweren einen ehrlichen Dialog – Debatte
Hans-Peter RaddatzEin Recht auf Unrecht?
Mit Nachgiebigkeit gegenüber Islamisten schadet der Staat sich selbst – und den Moslems – Debatte. Hans-Peter RaddatzDer verlogene Dialog
Christen und Muslime im ‘Dialog’, Jochem Boelsche
Der Spiegel, Dez. 2001
Die Vision einer abrahami-
tischer Oekumene in biblisch-theologischer Bedeutung

Pfr. Eberhard Troeger
Einleitendes Kurzreferat 2002Abraham ist nicht für alle derselbe
Die monotheistischen Religio-nen trennt mehr, als der ‘Dialog mit dem Islam‘ wahrhaben will.
Hans-Peter Raddatz
De islam vaarwel gezegd Moslims en het evangelie Brandpunt Israel
Why I am not a Muslim
Interview with Ibn Warraq on a Unique and Rare Dissenting Work, Oct. 2001Islam and apostasy
Interview with Ibn Warraq, July 2003Disillusioned at Al Azhar
Testimony of an ex professor in islamic history Mark GabrielDe wonderlijke bekering van een Soedanese imam
“Vertel mij eens over Jezus?”
Een gesprek tussen Hamdi en AhmedDe waarheid delen in liefde
Een Srilankees Christen wijst christenen de weg tot getuigen – geen pluralisme en multireligieKinderen van Ismael
Acht getuigenissen van moslims uit diverse landen die tot Christus gekomen zijn
De Tempelberg
Een mogelijk toekomstscenarioHezbollahstan
De naam spreekt voor zich

 

 

 

18 Veelgestelde vragen (FAQ’s) aan de islam

Voor een beknopte kennismaking met de islam worden de meestgestelde vragen hier kort opgesomd. Deze vragen zijn grotendeels afkomstig uit de publicatie van de Amerikaanse moslim Shahid Athar, aangevuld met enkele vragen van de Islamitische Charta van de Centrale Raad der Moslims in Duitsland.
Op iedere vraag worden twee antwoorden geformuleerd:

Het vriendelijke gezicht,
volgens de (Euro-)moslimorganisaties
Het grimmige gezicht, volgens de Bijbel en de bronnen van de islam

 

1. Wat is de islam?
Het woord islam betekent vrede en onderwerping. Vrede met jezelf en je omgeving en onderwerping aan de wil van Allah. Historisch gezien is de islam, naast jodendom en christendom, een van de drie monotheïstisch religies die in het Midden-Oosten zijn ontstaan. Het woord islam betekent slechts ‘onderwerping’. De islam pretendeert de enige ware religie te zijn. Het doel is dat heel de wereld zich onderwerpt aan Allah, Om dit te verwezenlijken is alles geoorloofd, van prediking, via misleiding tot omkoping en dwang.
2. Wie is Allah?
Allah is het Arabische woord voor ‘één God’
Zo is Allah de God van de joden, de christenen en de moslims, Schepper en Onderhouder van alle mensen.
Van zijn 99 titels zijn de twee meestbekende: ‘De Barmhartige’ en ‘De Genadevolle’.
Allah is een algemene naam voor God, net als het Hebreeuwse Elohim of het Griekse Theos. Historisch gezien is de Allah die de stam van Mohammed vereerde, de maangod. De beschrijving van Allah in de Koran klopt totaal niet met het karakter van de God van de Bijbel
3. Wat is een moslim?
Het woord moslim betekent iemand die zich in woord en daad onderwerpt aan de wil van Allah. Daartoe uit hij vijfmaal daags zijn geloof met de woorden: “Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet.”
Ook alle profeten vóór Mohammed worden als moslims beschouwd, inclusief Mozes en Jezus.
De Bijbel stelt (onder meer in Psalm 96:5): “Alle goden der volken zijn afgoden.”
Joden en christenen houden vast aan het Sjema “Hoor Israël, de HERE (YHWH) is uw God;, de HERE is Eén” en de Tien Geboden met als eerste: “Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.”

 

4. Wie was Mohammed?
Mohammed werd in 570 in Mekka geboren als afstammeling van Abrahams zoon Ismaël.
Op de leeftijd van 40 jaar kreeg hij een visioen dat hij later toeschreef aan de engel Gabriël, die hem gedurende de volgende 23 jaar de Koran heeft gedicteerdMoslims vereren ook Mozes (Moesa) en Jezus (Isa) als profeten, maar beschouwen Mohammed als ‘het zegel der profeten.’
Na zijn ervaringen in de grot van Mekka besloot Mohammed om de god (Allah) van zijn eigen stam (de Kuraisj) tot oppergod te verklaren.
In de strikte betekenis van het woord is dit geen monotheïsme maar henotheïsme: het verkiezen van één god uit velen.
De Bijbel verklaart nadrukkelijk (Op. 22:17-20) dat er na de Openbaring van Johannes (AD 95) geen verdere openbaring van God zou komen.
5. Wat is de Koran?
De Qur’an is de verbale openbaring van Allah. De naam betekent letterlijk ‘reciet’, want eigenlijk moet de Koran niet gelezen worden, maar (liefst in het Arabisch) opgezegd. Het zijn de ‘woorden van Allah’ die als ‘Welbewaarde Tafel’ naar Mohammed zijn neergedaald.
De Koran bevestigt de waarheid in de Taura van Moesa (Mozes), de Psalmen (Zabur) van Dawoed en het Evangelie (Indjil) van Jezus (Isa).
De Koran is een ongeordende verzameling uitspraken van Mohammed, die elkaar dikwijls tegenspreken. Zij zijn tijdens zijn leven en kort daarna opgeschreven en verzameld.

Reeds in de 19e eeuw werd aangetoond dat Mohammed geput heeft uit vóórislamitische bronnen zoals de Talmoed, apocriefe boeken, zoroastrische geschriften en het Egyptische dodenboek.

6. Is er een leven na dit leven?
De mens heeft een vrije wil. Hij is zelf verantwoordelijk voor zijn daden en moet daarover op de jongste dag verantwoording afleggen.
Allah is rechtvaardig en dus zullen zij die goed deden, beloond worden en zij die het verkeerde deden, gestraft worden. Het leven op aarde is tijdelijk en het is een test. Wie de test doorstaan, zullen voor altoos genieten in het Paradijs.
Geen enkele moslim, Mohammed incluis, heeft enige zekerheid dat hij na dit leven in het Paradijs zal belanden. Volgens de Koran gaan alle moslims naar de hel en daarna zullen sommigen daaruit worden gered. (Soera 19:68-72)
Johannes (5:13) schrijft: Dit heb ik u geschreven, die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat gij weet dat gij eeuwig leven hebt.

 

7. Wat vinden de moslims van Jezus?
Moslims hebben een hoge dunk van Isa en van zijn moeder Marjam. Isa werd op wonderbaarlijke wijze geboren zonder tussenkomst van een vader. Hij was een groot profeet en deed veel wonderen, maar hij was niet meer dan Adam en mag niet vereerd worden als Zoon van God. “Allah is een enig god; ver is het van zijn lofprijzing dat hij kinderen zou hebben” (Soera 4:171). Isa is wel naar de hemel gegaan, maar werd niet gekruisigd. Hij zal wel terugkomen maar vervolgens sterven zoals ieder ander. Op tal van plaatsen kent de Koran goddelijke eigenschappen aan Jezus (Isa) toe, zoals „En ik genees de blinden en de melaatsen en doe de doden herleven.” (Soera 3:49).
Toch ontkennen de moslims zijn verzoenend en plaatsvervangend sterven, waardoor zij allemaal in hun zonden moeten sterven, want „niemand is belast met de last van een ander.” (Soera 17:15)
Het offer als genoegdoening en verzoening dat afleidt van vergelding en geweld, is bij de islam onbekend.
8. Wat zijn de vijf zuilen van de islam?
De vijf zuilen van de islam zijn:

  1. shahad: geloven in één God en dat Mohammed zijn profeet is
  2. salaat: vijf maal daags geknield bidden met het aangezicht naar Mekka
  3. sijam: vasten van zonsopgang tot zonsondergang gedurende de maand Ramadan.
  4. zakaat: geven van aalmoezen aan de armen
  5. Hadj: eenmaal in je leven een bedevaart maken naar Mekka.
De vijf zuilen vormen het cement dat alle moslims aan Allah en met elkaar verbindt. Met name de salaat zorgt ervoor dat de moslims tot één gedrag gedrild worden: hun persoonlijkheid wordt genegeerd en het vermogen om kritisch en zelfstandig te denken gereduceerd.
Op die manier blijven de tegenstrijdigheden van de koran en de ongerijmdheden van de islam voor de meeste moslims verborgen. Ook worden hiermee de verschillende geloofsrichtingen binnen de islam overbrugd.
9. Wat zijn de voornaamste moslimfeesten?
De belangrijkste moslimfeestdagen zijn
Udul Fitre, het eind van de Ramadan of Vasten
Idul Adha, het einde van de Haddj of Bedevaart.
Bij het eerste feest worden geschenken gegeven; bij het tweede feest wordt een lam of geit geslacht met verwijzing naar Ibrahims bereidheid om zijn zoon Ismaël aan God te offeren.
De Idul Adha staat haaks op het Oude Testament dat leert dat Abraham Ismaël wegstuurde en bereid bleek om Isaäk te offeren. Immers “door Isaäk zal men van uw nageslacht spreken.” Gen. 21:12.
Het invoeren van moslimfeestdagen als publieke feestdagen in Nederland is onverenigbaar met onze joods-christelijke culturele traditie.

 

10. Wat is de sjaria?
Sjaria is het geheel van de moslimwetten die afkomstig zijn uit de twee bronnen: Koran en Soenna. De sjaria regelt alle aspecten van het dagelijks leven, zowel voor het individu als voor de gemeenschap. Deze wetten van de islam zijn bedoeld om de basisrechten van de mens te beschermen en omvatten het recht op leven, eigendom, politieke en religieuze vrijheid. De sjaria wordt gekenmerkt door rechtsongelijkheid, met name tussen mannen en vrouwen en tussen moslims en niet-moslims.
De eisen die de sjaria stelt gaan op veel plaatsen in tegen de menselijkheid en het geweten. N.B. De basisrechten van de mens gelden alleen voor de moslims. In de Dar al-Islam gaat dit ten koste van de niet-moslims, die daar slechts de status van dhimmies hebben.
11. Wat is djihad?
Het woord djihad betekent strijd, of beter: het nastreven van de zaak van Allah. Daaronder valt iedere strijd in het dagelijks leven om Allah te behagen, met name de zelfbeheersing.
Een andere vorm van djihad is het opnemen van de wapens in een moslimland om de islam te verdedigen wanneer die wordt aangevallen.
De djihad is de plicht van elke moslim of, zoals Mohammed zei: “Hij die vlucht (= wegrent van het gevecht) hoort niet bij ons.” Djihad is niet defensief maar offensief, met als einddoel het vestigen van Dar al-Islam (Huis van Islam).
De klassieke djihad is de daad, een ‘uitnodiging’ tot da’wah, uitmondend in sjaria. Dit heeft niets te maken met religie, maar is puur ideologisch en politiek.
12. Maakt de islam gebruik van geweld en terrorisme?
Nee. De islam is de religie van vrede en onderwerping en legt de nadruk op de onaantastbaarheid van het menselijk leven. De Koran zegt (Soera 5:32): „Wie een mens doodt (behalve wegens het doden van anderen of het scheppen van wanorde in het land), het ware alsof hij het gehele mensdom had gedood. En voor hem, die iemand het leven schenkt, alsof hij aan het gehele mensdom het leven heeft geschonken.” Moslims worden van jongsaf aan vertrouwd gemaakt met de djihad om op die manier de Dar al-Salam naderbij te brengen Zij moeten leren dat iedere moslim leeft volgens de bevelen van de Koran, dus dat een echte moslim een djihadstrijder is. Uit Soera 4:74-77 blijkt dat onderwerping aan Allah niet alleen bestaat uit gebeden en aalmoezen maar ook uit gehoor geven aan het bevel te doden om de islam te verbreiden.

 

13. Is de islam tolerant jegens joden en christenen?
De islam erkent de rechten van minderheden. Joden en christenen genieten als dhimmies bescherming door islamitische overheid. Als tegenprestatie wordt hun een speciale belasting (djizia) opgelegd. De profeet Mohammed verbood moslimsoldaten om kerken en synagogen te verwoesten. In moslimlanden wonen christenen in welstand, staan in dienst van de overheid en kunnen hun kerkdiensten bijwonen. Ook mogen christenzendelingen daar hun scholen en ziekenhuizen gebruiken. Helaas worden in veel landen aan moslimminderheden zulke rechten ontzegd. Deze beweringen worden zowel door de bronnen van de islam als in de lange geschiedenis van geweld weersproken.
Met uitzondering van Soera 2 “Er is geen dwang in de godsdienst” rechtvaardigen de andere teksten in de Koran en de Hadith de verdrukking van joden en christenen. In alle tijden en op vele plaatsen heeft men dit in praktijk gebracht.
Het recht om van geloof te veranderen geldt alleen voor niet-moslims die toetreden tot de islam. Als een moslim van geloof verandert, verdient hij de doodstraf!
14. Worden vrouwen in de islam onderdrukt?
Nee, integendeel. De islam heeft de positie van de vrouw juist verheven. 1400 jaar geleden gaf Mohammed hen al het recht om te scheiden, financieel onafhankelijk te zijn en op straat andere mannen te hulp te roepen als zij belaagd wordt. N.B. Het heeft nog eeuwen geduurd eer vrouwen in andere landen, incl. Europa, zulke rechten bezaten! De vrouw heeft als ‘minderheid’ wel zekere rechten, maar dat zijn meestal halve rechten (zoals de helft van een erfdeel of een halve stem als getuige). De rechten van de man staan toe dat hij jegens zijn eigen vrouw soeverein en grillig mag optreden, bijvoorbeeld door hen te slaan. Het woord ‘liefde’ en ‘liefhebben’ komt slechts 38 maal in de Koran voor; in het Nieuwe Testament 193 maal.
15. Staat de islam voor een zuivere moraal?
De islam keurt het vrije omgaan tussen de seksen af en staat voor het huwelijk. Homoseksualiteit wordt beschouwd als zonde; abortus en euthanasie gelden als moord.
De islam propageert geen polygamie maar staat wel toe dat een moslimman meerdere vrouwen neemt tot een maximum van vier, mits hij hen goed verzorgt en de een niet voortrekt boven de ander.
Hier kunnen veel christenen op diverse punten instemmen met de moslims. Ook zij nemen afstand van de verdorvenheden van de seculiere samenleving.
Maar niet tot elke prijs! Het mag geen motief zijn om te streven naar een theocratische staat en de scheiding tussen kerk en staat op te heffen.

Toegevoegde vragen op grond van recente ontwikkelingen, uitspraken van ‘gematigde’ moslimleiders en documenten als het Duitse Islamische Charta

16. Wat is Euro-islam?
De term Euro-islam is afkomstig van Hassam Tibi en werd door hem in 1997 in het Spaanse Cordoba gelanceerd in het kader van de joods-christelijk-islamitische trialoog. Met deze term wordt het beeld van de islam aangepast bij de verwachtingen van hun ‘gastlanden’. Men denkt de gewenste integratie te bevorderen door de onderwerping aan Allah te verbinden aan het nastreven van gelijkheid, vrijheid, gerechtigheid, broederschap en welstand. Met alle respect voor de pogingen van dr. Hassam Tibi en de zijnen moeten wij toch wijzen op de parallellen met Mohammeds optreden in Medina. Daar werd hij vriendelijk ontvangen door de bevolking, die grotendeels uit joden en christenen bestond en die hij als ‘Schriftbezitters’ respecteerde. Maar toen hij zich later sterk genoeg achtte, liet hij joden en christenen vermoorden die weigerden om hem in de islam te volgen.
17. Wat is het verschil tussen islam en islamisme?
De Euro-islam neemt deel aan de verworvenheden van de Westerse democratische rechtsstaat, met behoud van hun eigen identiteit in geloof, ethiek, sociale orde en levenswijze. In zaken van de godsdienst wordt elke dwang afgewezen.
Het islamisme roept de moslims op zich te houden aan de heilige wetten van de islam (sjaria) en wijst elke invloed van buiten af (en daarmee is het de broedgrond voor het djihadisme)
Het onderscheid tussen islam en islamisten is een illusie, want in wezen maakt de oproep tot geloofsbelijdenis net zozeer het wezen van de islam uit als de oproep tot djihad.

Het eerste doelwit van de djihad zijn de liberale moslims (zoals de Euromoslims) en die moslimstaten die de djihad en de sjaria niet ernstig nemen. Daarna komen de joden, de christenen en de heidenen aan de beurt.

18. Zijn de meeste moslims gematigde moslims?
De islam is een gematigde godsdienst. Een moslim die Allah vereert kan geen fanaticus of extremist zijn. Het begrip ‘fundamentalist’ is verzonnen door de Westerse media om elke moslim te brandmerken die terug wil keren tot de basisprincipes van de islam en zijn leven hiernaar wil inrichten. Vrijwel iedere moslim acht het zijn religieuze plicht om geweld te gebruiken om medemoslims in het gareel te houden. Dat geldt zeker binnen de eigen familie.
Het is de religieuze plicht voor iedere moslim om zijn geloof met alle middelen te verbreiden. (zie 11).Wie dat niet doet is geen goede moslim.

 

Abrahams zonen: Ismaël en Isaäk (dl 1)

Abraham en Sara tot eindelijk hun zoon werd geboren. Zo kwam Abraham ertoe, op advies van Sara, om een kind te verwekken bij haar slavin Hagar: Ismaël, dat betekent`God hoort’. God zag naar Hagar om en vijftien jaar later hoorde Hij naar Ismaël, toen zijn moeder met hem naar de woestijn werd gestuurd.


 

Tenslotte kreeg Sara toch een zoon. Zij had het bijna niet kunnen geloven en moest er om lachen: “Wie hiervan hoort, zal ook wel lachen!” Daarom noemden zij hun zoon Isaäk, dat betekent: hij lacht.
Als Isaäk een tiener is geworden, wordt Abraham door God beproefd. God draagt hem op om zijn enige zoon als brandoffer offeren op een berg in de verte, de berg Moria. Als ze de berg beklommen hebben, stelt Isaäk ineens de vraag: “Vader, waar is het offer?” Abraham antwoordt: “God zal zelf voor een lam zorgen, mijn zoon.” Dan verschijnt een engel die Abraham tegenhoudt. Ze vinden een ram en die wordt het offerdier in de plaats van Isaäk. Daarom noemt Abraham die plaats Moria, wat betekent: “De HERE zal voorzien.”

Op grond van Jezus’ woorden aan Petrus (Matt. 16:18) vond de Kerk dat zijzelf de sleutels tot het hemelrijk had.

Excommuniceren (dl 4)

Op grond van Jezus’ woorden aan Petrus (Matt. 16:18) vond de Kerk dat zijzelf de sleutels tot het hemelrijk had. Aan hun opvatting van de sacramenten ontleende de Kerk haar echt en plicht om andersdenkenden, te excommuniceren, d.w.z. buiten de gemeenschap der Kerk te plaatsen. Daarmee werd zo iemand als ‘ketter’
. . uitgesloten van de kerkelijke en maatschappelijke verbanden waartoe men behoorde.
. . uitgesloten van de toekomstige hemelse vreugde.
De angst die deze handeling bij de ongeletterde mensen opriep, gaf de Kerk veel macht over hen.

Niet alle mensen waren blij met de wonderen die Jezus deed en de zieken die Hij genas. Vaak waren het de leiders van het volk die kritiek op Jezus hadden. De meeste Farizee?n en schriftgeleerden wilden niet naar Jezus luisteren zoals de discipelen deden.

Farizeeën (dl 2)

Niet alle mensen waren blij met de wonderen die Jezus deed en de zieken die Hij genas. Vaak waren het de leiders van het volk die kritiek op Jezus hadden. De meeste Farizee?n en schriftgeleerden wilden niet naar Jezus luisteren zoals de discipelen deden. Het was alsof hun oren en ogen dicht zaten. Wat Hij deed – bijvoorbeeld genezen op de sabbat – paste niet bij het geloof zoals zij dat zagen. Op het laatst zeiden ze zelfs dat Jezus de geesten uitdreef door de duivel!

Jezus noemde zulke mensen schijnheilig (hypocriet). Dat deed Hij in de Bergrede, voor mensen die van hun geloof een publieke zaak maken. Wie zijn geloof misbruikt om bij de mensen op te vallen, maakt er een toneelspel van en is een schijnheilige. De Het woord `hupokrit?s‘ is van oorsprong Grieks. Het betekende: toneelspeler. Op het klassiek Grieks toneel stond maar een man, een `hupokrit?s, die met maskers verschillende rollen vertolkte. Later kreeg het de betekenis van huichelaar, iemand die zich anders voordoet dan hij is.

 

Van de ballingschap zijn al vijfentwintig jaar voorbij als Ezechi?l een nieuwe serie visioenen krijgt.

Tempel van Ezechi?l (dl 3)

Van de ballingschap zijn al vijfentwintig jaar voorbij als Ezechi?l een nieuwe serie visioenen krijgt. Die gaan allemaal over de nieuwe tempel, de stad Jeruzalem en het land Isra?l. Wat hij hier te zien krijgt is een wonderlijk bouwwerk, zo groots en magnifiek als nog nooit op aarde is geweest.

De nieuwe stad Jeruzalem zal 2? km lang en breed zijn, dus in totaal 9 km in omtrek. Aan weerszijden van de stad ligt een parktuin die in totaal 4? km breed is.
Vanuit de tempel zullen alle volken gezegend worden. Dit wordt getypeerd door een riviertje (de tempelbeek) dat begint bij het altaar in de tempel. Die rivier wordt steeds dieper en stroomt in de richting van de Dode Zee. Overal waar de rivier komt, ontstaat er fris nieuw leven, zelfs in de Dode Zee.
Niets zal meer hetzelfde zijn als vroeger. God zal een nieuwe weg inslaan. Deze nieuwe tempel zal er zijn voor alle volkeren, die opnieuw zullen leren wat God met het LEVEN heeft bedoeld.

 

Een woord dat in de Romeinenbrief 19 keer terugkomt is het Griekse woord logizomai, dat betekent `(toe)rekenen’. Dat woord laat ons begrijpen hoe God rekent, want zó staat het in Zijn Testament.

Rekenen met God (dl 4)

Een woord dat in de Romeinenbrief 19 keer terugkomt is het Griekse woord logizomai, dat betekent `(toe)rekenen’. Dat woord laat ons begrijpen hoe God rekent, want zó staat het in Zijn Testament. Wij kunnen dat narekenen, zodat we het Testament gaan begrijpen en de erfenis gaan waarderen. Er wordt heel wat toegerekend aan de erfgenamen, waar zij dus op kunnen rekenen.

Romeinen Wat God de gelovige toerekent: Wat God de gelovige niet toerekent:
2:26
3:28
4:4 en 9
4:8
4:5-6
4:22-23
4:24
Onbesnedenheid geldt als besnijdenis
Door geloof alleen gerechtvaardigd
Geloof tot gerechtigheid

Gods gerechtigheid, zonder werken
Geloof in de belofte
Geloof in Jezus Christus

Onze zonde en ongerechtigheid