Katholiek betekent eenvoudig `algemeen’, het geheel omvattend. Dit blijkt al uit de apostolische geloofsbelijdenis: Ik geloof één heilige, algemene (katholieke) christelijke kerk.

Katholiek (dl 4)

Katholiek betekent eenvoudig `algemeen’, het geheel omvattend. Dit blijkt al uit de apostolische geloofsbelijdenis: Ik geloof één heilige, algemene (katholieke) christelijke kerk.
Katholiek betekent dus in de eerste plaats inclusief, in de zin dat het alle gelovigen omvat, dus zowel Rooms-katholiek als Protestant.

Voor iedere Jood gold het dienen van God als het belangrijkste in het leven. Als je leefde volgens de wet van Mozes was je een rechtvaardige. David noemde dit in Psalm 24 en in de Bergrede verwees Jezus ook naar die gerechtigheid.

Wedergeboorte (dl 2)

Voor iedere Jood gold het dienen van God als het belangrijkste in het leven. Als je leefde volgens de wet van Mozes was je een rechtvaardige. David noemde dit in Psalm 24 en in de Bergrede verwees Jezus ook naar die gerechtigheid.

Als leraar van Israël wist Nicodemus heel goed dat niemand kan voldoen aan de rechtvaardigheid die God eist. Altijd ontbreekt er wel wat aan en daarom is er iets heel anders nodig: een verandering van het hart, van gezindheid. Dat is heel ingrijpend en te vergelijken met een geboorte, een geestelijke geboorte.

Jezus zei tegen Nicodemus: “Wie niet opnieuw geboren wordt, kan het Koninkrijk van God niet zien, en ook niet binnengaan.” Hij was naar Jezus toe gegaan om met Hem een vertrouwelijk gesprek te hebben en zo van Hem te leren. Toen legde Jezus uit: iedereen die zó naar Hem toekomt, ontvangt het eeuwige leven, als een geschenk van God. Later, toen Jezus was gekruisigd en gestorven, schaamde Nicodemus zich niet om zich een volgeling van Jezus te noemen.

 

In zijn boek De civitate Deï legt Augustinus uit dat er in deze wereld twee rijken zijn: het rijk van God en het aardse rijk van de duivel. Het ene rijk is geestelijk en vrijwel onzichtbaar.

Kerk en Staat (dl 4)

In zijn boek De civitate Deï legt Augustinus uit dat er in deze wereld twee rijken zijn: het rijk van God en het aardse rijk van de duivel. Het ene rijk is geestelijk en vrijwel onzichtbaar. Het andere is stoffelijk en ongeestelijk. Het rijk van God begint bij de schepping, loopt over Israël, is nu te vinden in de christelijke kerk en loopt uit op het hemelse Jeruzalem.

Na Augustinus’ dood ging men de stad van God vereenzelvigen met de zichtbare kerk. Die zou dus automatisch geestelijk en goed zijn. Zo werd de kerk een instituut dat beschikte over het heil van God, dat werd uitgedeeld via de zgn. sacramenten of heilsmiddelen. Mensen konden alleen behouden worden door het sacrament van de doop. En de doop kon alleen worden bediend door de priesters die door de kerk waren gewijd. Wie hier anders over dachten, werden als ketters buiten de Kerk geplaatst, `geëxcommuniceerd’.

Het tweede gedeelte van het boek Daniël werpt een blik op de wereldgeschiedenis vanaf zijn tijd en de toekomst van zijn volk.

Toekomstprofetie (dl 3)

Het tweede gedeelte van het boek Daniël werpt een blik op de wereldgeschiedenis vanaf zijn tijd en de toekomst van zijn volk. Daar wordt een periode genoemd van zeventig jaarweken dat is dus 490 jaar. Die periode wordt verdeeld in 7 + 62 + 1 jaarweken, en wel onder de vier rijken die volgden op de regering van Nebukadnezar: Perzen, de Grieken en de Romeinen.

De eerste fase (49 jaar) wordt gekenmerkt door de wederopbouw van Jeruzalem.
De tweede fase (434 jaar) wordt afgesloten met de dood van een gezalfde. Dat duidt op het sterven van de Messias, Jezus Christus, omstreeks het jaar 30 van onze jaartelling. Daarna wordt ook de stad Jeruzalem verwoest waarmee ook het aardse centrum van het Joodse geloof verdwijnt.
De derde fase (7 jaar) wordt soms symbolisch uitgelegd als de periode van veertig jaar tussen Christus’ sterven en de verwoesting van Jeruzalem. Andere uitleggers zijn van mening dat die zeventigste jaarweek nog moet komen als een periode van grote verdrukking. Maar dat is niet het einde, want in het laatste hoofdstuk van Daniël lezen wij dat daarna Israëls heerlijke toekomst aanbreekt met de komst van de Messias.

 

Mensen kunnen heel verschillend over de toekomst denken, optimistisch of pessimistisch. Er is zelfs een hele wetenschap die zich met de toekomst bezighoudt: de Futurologie. Maar over de toekomst zijn slechts twee dingen met zekerheid te zeggen:

Toekomstverwachting (dl 4)

Mensen kunnen heel verschillend over de toekomst denken, optimistisch of pessimistisch.
Er is zelfs een hele wetenschap die zich met de toekomst bezighoudt: de Futurologie.
Maar over de toekomst zijn slechts twee dingen met zekerheid te zeggen:

  • de toekomst zal anders zijn dan de mensen denken
  • de toekomst zal zo zijn als de Bijbel voorzegt.

In de Bijbel staat bijvoorbeeld dat er eenmaal op de hele aarde vrede zal zijn die gepaard gaat met gerechtigheid. Maar dat zal niet vanzelf gaan, ook niet als alle mensen zich hiervoor samen inzetten. De mensheid lijdt namelijk aan een ongeneeslijke kwaal, die zonde heet. Men heeft God de rug toegekeerd en het lijkt wel alsof God ook de wereld heeft losgelaten. Pas bij de wederkomst van Jezus Christus zal het Koninkrijk van God op aarde openbaar worden (Openbaring 20-22). Dan zal de tijd aanbreken waarnaar de mensheid eeuwen lang zo verlangend heeft uitgezien. Dat is het bijbelse perspectief.

 

Het Hebreeuwse woord voor `Wet’ is `Torah’, dat betekent `duiding’, dat is: alle dingen hun plaats geven, leren wat ze betekenen. Andere woorden zijn:

Torah (dl 1)

Het Hebreeuwse woord voor `Wet’ is `Torah’, dat betekent `duiding’, dat is: alle dingen hun plaats geven, leren wat ze betekenen. Andere woorden zijn:
– (onder)`wijzing’, dat is je stellen onder het Woord, de wijsheid van God
– (onder)`richting’, dat is gaan inzien wat God `recht’ vindt en wat `onrecht’.

De TORAH bestaat uit vijf boeken. Samen vormen zij de Wet van Mozes. Deze vijf boeken zijn het fundament van de joodse religie. Ze zijn door Mozes gegeven en zijn ook de eerste vijf boeken van het Oude Testament en heten:

Genesis (Wording).

Exodus (Uittocht)

Leviticus (Boek van de Levieten)

Numeri (Aantallen)

Deuteronomium (Tweede Wet)

 

Numeri 23 spreekt van de machtige tovenaar, Bileam, die werd ingehuurd om de Israëlieten te vervloeken. Zo’n tovenaar (ook wel waarzegger genoemd) was eigenlijk een profeet. Maar dan geen profeet van God, maar van Gods tegenstander, de duivel, ook wel de slang of de draak genoemd.

Tovenarij (dl 1)

Numeri 23 spreekt van de machtige tovenaar, Bileam, die werd ingehuurd om de Israëlieten te vervloeken. Zo’n tovenaar (ook wel waarzegger genoemd) was eigenlijk een profeet. Maar dan geen profeet van God, maar van Gods tegenstander, de duivel, ook wel de slang of de draak genoemd.

Bileam was een man met het zogenaamde tweede gezicht. Hij zag dingen die andere mensen niet zien, en kon zelfs maken dat er dingen gingen gebeuren die nog niemand wist. Met zijn toverspreuken maakte hij zich tot een kanaal van de boze geesten die door hem spraken. Wij zouden nu zeggen: Bileam was een krachtig spiritistisch medium.
Maar over de Israëlieten had hij geen macht, hij kon alleen maar zegenspreuken zeggen en profeteerde zelfs van de Koning die eenmaal zou komen!

 

Vlak voordat Jezus wordt gekruisigd, vindt het schijnproces van Jezus plaats. De Joodse Raad wist wel raad met Jezus: Hij moet dood, zo gauw mogelijk. Maar eigenlijk weten zij ook geen raad met Hem.

Veroordeling van Jezus (dl 2)

Vlak voordat Jezus wordt gekruisigd, vindt het schijnproces van Jezus plaats.
De Joodse Raad wist wel raad met Jezus: Hij moet dood, zo gauw mogelijk. Maar eigenlijk weten zij ook geen raad met Hem. Vandaag is het de dag van de Voorbereiding. Dan kun je toch niet iemand ter dood brengen! Maar wachten tot het Paasfeest kan ook niet. Dat zou een smet werpen op de heilige Feestdag. Daarom gaan ze naar Pilatus: laten de Romeinen het vonnis maar voltrekken.

De Romeinse stadhouder Pilatus weet er niet goed raad mee en verwijst Jezus naar koning Herodes. Die ziet Jezus niet als een bedreiging, spot wat met Hem en zendt Hem weer terug naar Pilatus. Die vindt Jezus onschuldig en wil Hem vrijlaten.
Na de geseling, die aan zo’n vrijlating voorafging, wordt Jezus naar buiten gebracht in een purperen koningsmantel en met een kroon van doornen op zijn hoofd.
“Kruisigen! kruisigen!” roepen de overpriesters. “Hij heeft zich Gods Zoon gemaakt en volgens onze Wet is dat het ergste wat er is.”
Alle mensen die erom heen staan, zijn al door de Joodse leiders opgehitst en roepen: “Weg met Hem! Aan het kruis!” Nu kan Pilatus er ook niets meer aan doen; hij laat een schaal met water halen en wast demonstratief zijn handen in onschuld.

 

Als je kijkt naar de kenmerken van de eerste christelijke gemeente ga je onwillekeurig vergelijken met de tegenwoordige kerken.

Kerken: de ene gemeente en de vele kerken (dl 4)

Als je kijkt naar de kenmerken van de eerste christelijke gemeente ga je onwillekeurig vergelijken met de tegenwoordige kerken.

De Rooms Katholieke kerk legt sterk de nadruk op het apostolisch gezag. Men gaat ervan uit dat de inzegening van bisschoppen en pausen in ononderbroken opvolging vanaf de apostelen doorgaat (apostolische successie). Daardoor heeft, zo meent men, de kerk apostolisch gezag.
Protestantse kerken zien het apostolisch gezag vooral in de geschriften van de apostelen. Zij zien daarom de Bijbel als de hoogste gezagsbron voor het geloof.

Ook bij doop en avondmaal zijn er verschillen.

 

Op de woensdag voor de kruisiging is Judas bij Jezus weggelopen om Hem voor dertig zilverstukken te verraden.

Verraad van Judas (dl 2)

Op de woensdag voor de kruisiging is Judas bij Jezus weggelopen om Hem voor dertig zilverstukken te verraden. De volgende dag loopt een rumoerige groep de stad uit, op weg naar de Olijfberg. Zij hebben fakkels en lantaarns bij zich en zwaaien met zwaarden en stokken. Voor hen uit loopt Judas. Even later loopt hij op Jezus toe en omhelst Hem met de woorden: “Wees gegroet, Rabbi!” “Die is het,” roepen de soldaten. Zij grijpen Jezus en voeren Hem weg. Zijn discipelen willen Hem nog verdedigen, maar Jezus laat zich wegvoeren. Er zit voor hen niets anders op dan te vluchten. Uit lijfsbehoud.

Het is midden in de nacht, maar nu wordt het ineens druk. De leden van het Sanhedrin, de Joodse Raad, hadden een drukke dag achter de rug. Toch hebben ze er nog graag een extraraadszitting voor over, midden in de nacht. Daarom gaan zij Hem nu snel `verhoren’ met als conclusie: Wie zich gelijk stelt met God verdient de doodstraf!”