Hoe kunnen we onze kinderen beschermen tegen verleiding?
Onze kinderen staan in het brandpunt van een nieuw soort ideologen. In werkelijkheid bestaat dit probleem al decennia lang. Reeds aan het eind van de jaren ‘70 waarschuwde de pedagoog Immanuel Lück in zijn boek “Alarm um die Schule” (Alarm om de school) voor een marxistische infiltratie in de cultuur van ons
onderwijssysteem. De aanhangers van de leer van het Instituut voor Sociaal Onderzoek in Frankfurt (Frankfurter Institut für Sozialforschung – Frankfurter Schule) waren in het jaar 1968 begonnen met hun “Mars door de Instituties” en konden na slechts tien jaar belangrijke successen aantonen.
Vandaag, ongeveer 40 jaar later, hebben wij met een verder ontwikkelde, goed gestructureerde en offensieve vorm van ideologische beïnvloeding te maken. De zelfbenoemde revolutionairen hebben veel bijgeleerd. Dit zal menigeen tot angst of juist tot berusting drijven. De subsidiepotjes met miljoenen van de EU, de sterke invloed op leraren- en onderwijsopleidingen, op politiek en media, dat alles maakt dat de Gender Mainstreaming & Co[i] machtig of zelfs onoverwinnelijk lijkt te zijn. Het feit, dat wij op grond van de algemene leerplicht onze kinderen niet aan de daaruit voortvloeinde opvoedingsprogramma’s kunnen onttrekken, veroorzaakt op veel plaatsen een gevoel van machteloosheid.
Maar bij een nuchtere beschouwing van het probleem mogen we toch vol vertrouwen zijn.
Zelfs het machtigste ideologische imperium uit het jongste verleden, de Sovjetunie, lag na slechts 70 jaar (een historische oogwenk) in puin. Noch het ijzeren gordijn, noch de geheime politie of haar arsenaal van atoomraketten, kon daar iets aan veranderen. De waarheid heeft de leugenachtige wereldbeschouwing verslagen. Christus zegt ons: De waarheid zal ons vrijmaken. (Joh 8:32)
Een ander voorbeeld uit het jongste verleden: De Noorse socioloog Harald Eia ontmaskerde met zijn serie uitzendingen Hjernevask (Hersenspoeling) verscheidene mythen van ‘political correctness’ heel eenvoudig door feiten. Het resultaat van “De Gender-Paradox” leidde zelfs tot sluiting van het Noorse Gender-Instituut en tot het schrapppen van miljoenenbudgetten. Bijna niemand had verwacht dat zoiets in een van de landen waar deze feministische leer ontstaan was, mogelijk kon zijn.
Ook bij ons groeit de kritiek op totalitaire stromingen in toenemende mate ook over politieke en wereldbeschouwelijke grenzen heen. Als voorbeeld hiervan willen we personen als Bernhard Lassahn, Henryk M. Broder of Bettina Röhl (die o.a. tegen de Gender Mainstreaming en het feminisme schreef, red.) noemen. Enkele jaren geleden was dat nog onvoorstelbaar.
Natuurlijk kunnen wij kinderen uiteindelijk niet bewaren voor de confrontatie met deze foute leerstellingen. Inplaats daarvan moeten wij hen zo goed mogelijk op de discussie voorbereiden. Het is precies als met hygiëne: jongens en meisjes die in een steriele omgeving opgroeien, worden sneller ziek. De té grote bescherming heeft tot gevolg, dat het noodzakelijke afweersysteem zich niet goed kan ontwikkelen.
Om dit afweersysteem tegen de ideologieën van vandaag te kunnen ontwikkelen, hebben wij veel gebed, een gezond bewustzijn van de problemen en een gefundeerd preventiewerk nodig!

Preventie (voorkomen) is altijd een langdurig en veelomvattend werk. In het gezin, in de gemeente en in het jeugdwerk is het belangrijk om voortdurend voorlichtingswerk onder de kinderen en jongeren te verzorgen. A|s wij beginnen, deze uitdaging werkelijk serieus te nemen, kan God het schenken, dat ook deze dienst veel vrucht voortbrengt.
Een plan van aanpak in zeven stappen:
1e stap: Onderhoud goede relaties met de kinderen!
Kinderen en jongeren vertrouwen de mensen die zich voor hen interesseren en in hen investeren. Daarbij moeten wij origineel blijven en niet proberen als “makker” op gelijk niveau op te treden. Als wij aandacht aan hen schenken, of als ouders of in de gemeente, laten wij dit alstublieft als volwassenen doen. Onze (hopelijk aanwezige) rijpheid en levenservaring zijn iets waarvan de kinderen kunnen en mogen profiteren.
We moeten in woord en daad tonen dat deze contacten met hen voor ons waardevol en belangrijk zijn. Alleen als dat het geval is, zullen jonge mensen onze voorstellen en waarschuwingen de moeite waard vinden om naar te luisteren. Daarvoor is het nodig om een gezonde vertrouwensrelatie op te bouwen, zodat we in belangrijke vragen over “Wat is juist?” serieuze aanspreekpersonen zijn en blijven. Ook de kleinste kinderen moeten merken dat onze kennis over bepaalde kwesties op de Bijbel gegrond is.
2e stap: Leer het probleem kennen!
Laten wij in de eerste plaats bedenken dat wij geen vleselijke, maar een geestelijke strijd te voeren hebben (Ef 6:12). Niet mensen zijn onze vijanden, maar foute redeneringen (2Kor 10:3-5). Wij moeten de ideologische theorieën zelf kennen om de volgende generatie sterk te kunnen maken. We hoeven niet allemaal expert op dit terrein te worden. Maar er is in ieder geval een solide basiskennis nodig. We proberen hier een eerste overzicht te geven.
Gender Mainstreaming
Er is een strategisch concept dat gefundeerd is op de geschriften van de radicale feministe Judith Butler. Terwijl de invloed van het biologische geslacht verregaand ontkend wordt, worden alle andere verschillen tussen de geslachten als verkeerde door de cultuur ingegeven ontwikkelingen voorgesteld. Alles wat de specifieke identiteit als man of vrouw ondersteunt (taal, taakverdeling, gedrag, typisch speelgoed voor jongens en meisjes, enz.) wordt als “seksistisch” en “discriminerend” verguisd. Kinderen moeten volgens dit concept geslachtsneutraal worden opgevoed en bestaand zogenaamd “stereotiep gedrag” (jongens spelen met auto’s, meisjes met poppen) moet worden afgeleerd. Wetenschappelijke kennis uit de neurologie en gedragsonderzoek, die deze leer weerspreken, worden als “bio-logistiek” afgewezen.[ii]
Seksualisering/emancipatie van de seksuele opvoeding
De socialist Wilhelm Reich ontwikkelde in de jaren ’30 van de vorige eeuw de leer van de seksuele revolutie. Hij beweerde, dat geweld, dictatuur en het lijden van de mensen elementair samenhing met onderdrukking van de seksualiteit. Om de mensheid te bevrijden en tenslotte een aards paradijs te scheppen, moesten alle seksuele taboes verdwijnen. Daarbij vestigde hij zijn hoop op de opvoeding van een nieuwe generatie, voor wie bevrediging van driften en een grenzeloos najagen van lusten van kindsbeen af normaal is. Daarbij moeten kinderen worden ingewijd in seksuele voorstellingen en handelingen. Seksuele onthouding wordt als gevaarlijk en ziekelijk beschouwd.
De ethische ontwikkelingen van de laatste 45 jaar (bijv. de legalisering van pornografie, homoseksualiteit, scheiding, abortus enz.) zijn door dit denken gevormd. De huidige schoolboeken vertegenwoordigen op het terrein van “seksuele voorlichting” eveneens deze leidraad.[iii]
Homo- en Queer-ideologie (betreft seksuele diversiteit)
Het belangrijkste doel van deze constructie is het bevorderen van homoseksualiteit en travestie als a) normaal en b) onveranderlijk. Deze seksuele neigingen worden als aangeboren voorgesteld, waardoor elke kritiek als racisme wordt afgedaan. Wie dit toch weerspreekt, wordt als homofoob weggezet, dus ziekelijk genoemd en gepathologiseerd als iemand met een angstneurose, die behandeld moet worden. Dikwijls wordt het aantal homoseksuelen drie tot tien keer hoger ingeschat dan het werkelijke aantal, om te suggereren dat het geen minderheid is.
De opvatting, dat het huwelijk van man en vrouw iets unieks is en waard om te beschermen, wordt als “discriminatie” bestreden. Onze maatschappij wordt gezien als een “gedwongen patroon van hetero-normen”, dus als een dictatuur van heteroseksuelen (van verschillend geslacht). Om de mensen uit deze “onderdrukking” te bevrijden, moeten de kinderen van de basisschool al door publicaties en ander onderwijsmateriaal worden aangespoord, zichzelf te onderzoeken of ze homoseksueel geaard zijn en zich met dergelijke praktijken in te laten. [iv]
Hoe onaangenaam het ook is, maar wij moeten ons steeds weer met de inhoud daarvan bezighouden. Slechts dan zijn wij in staat, ze te ontmaskeren en te weerleggen.
3e stap: Wees de ideologen voor!
Dikwijls neigen wij ertoe, onze kinderen niet te vroeg met deze onverkwikkelijke thema’s te confronteren. Deze eigenlijk goede houding wordt tot een ernstig probleem, als wij te lang wachten. Als drugshandelaars in onze wijk nieuwe klanten proberen te winnen, dan zouden wij zeker niet afwachten, totdat zij onze zoons en dochters aanspreken. Inplaats daarvan zouden wij proberen hen van te voren goed voor te lichten.
Zo moeten wij ook met betrekking tot de ideologieën proberen de eerste gesprekspartner te zijn. In de tijd van het eerste tot het derde schooljaar (van Duitse scholen. Vergelijkbaren klassen in Nederland: van groep 3 t/m 5, red.) worden deze thema’s voor het eerst automatisch actueel; uitzonderingen daargelaten. Om hun een goede eerste indruk te geven, moeten wij dus vroeger actief worden. Wij moeten ervoor zorgen dat ons basissschoolleerlingen tenminste enige kenmerkende begrippen gehoord moeten hebben en in staat zijn om de grote lijnen te onderscheiden.
4e stap: Laat de afkeuring en de leugens van de ideologieën zien!
Allereerst moeten wij duidelijk maken wat ideologieën zijn: een door mensen bedacht geloof. Bovendien zijn deze leersystemen niet stabiel en uiteindelijk ook niet rationeel. Dat kunnen kinderen al wel onderscheiden, als wij hun dat duidelijk maken.
Twee voorbeelden ter verduidelijking:
Bewering: “Er bestaat geen natuurlijk onderscheid tussen mannen en vrouwen!”
Feit is: Reeds in de 26e week van de zwangerschap zijn er onveranderlijke verschillen in de opbouw van de hersenen. In alle culturen uit de geschiedenis van de mensheid waren er typisch mannelijke en typisch vrouwelijke taken en gedragingen. Zelfs (cultureel onbelaste) dieren vertonen steeds verschillen met betrekking tot uiterlijk en gedrag. Deze lessen zijn goed duidelijk te maken door een bezoek aan een museum of dierentuin.
Bewering: “Wie toegeeft aan zijn seksuele verlangens, verkrijgt daardoor vrijheid!”
Feit is dat seksualiteit een geweldig geschenk is, als zij binnen het goede kader van een bindend huwelijk beleefd wordt. Potentieel goede dingen leiden echter tot problemen, als zij uit hun gezonde kader gerukt worden.
Zo beschermt de macht van de overheid ons (hopelijk) tegen misdaden. Als de macht echter door bendes of milities wordt uitgeoefend, dan zijn terreur en chaos het gevolg. Pijnstillers in handen van een arts verminderen het lijden. In de handen van een drugsverslaafde wordt het leed echter nog erger. Kinderen onthouden zulke logische, overtuigende verbanden en zij houden van duidelijke antwoorden op moeilijke vragen. Onze taak is dus, schijnbaar goede argumenten van de tegenpartij als onlogisch te ontmaskeren en voorbeelden te gebruiken, die blijven hangen in hun geheugen. Laten wij daarbij creativiteit ontwikkelen en er soms een spel bij bedenken, want een kleine wedstrijd verhoogt het leereffect.
Laten we daarbij denken aan de oude wijsheid: Repetitio est mater studiorum (Herhaling is de moeder van alle wijsheid). Herhaling maakt van neurale wandelpaadjes brede gedachtesnelwegen, zoals Klaus Grawe het noemde.
5e stap: Wees met blijdschap een voorbeeld!
Al de beweringen van ideologen worden zeer succesvol ontkracht, als kinderen tastbare voorbeelden van Bijbelse waarheden zien en ervaren. De meest rampzalige propaganda van feministen en genderisten gaat in rook op als kinderen in het jeugdwerk overtuigde en authentieke mannen en vrouwen voor ogen hebben. De hatelijke tirades tegen het Bijbelse huwelijk vinden geen weerklank, waar kinderen de zegen van deze verbintenis ervaren in hun gezin en gemeente.
Het is een uitdaging om steeds weer bij onszelf na te gaan, welk soort voorbeeld wij zijn. Is ons leven – ook vandaag – een zichtbaar getuigenis van Gods goede instellingen? Spannen wij ons werkelijk in om voorbeelden te zijn die voor de levensplanning van de volwassenen van morgen aantrekkelijk zijn om na te volgen?
6e stap: Maak de kinderen met Gods Woord bekend zó dat ze het lief krijgen!
De Bijbel moet dagelijks voedsel voor onze kinderen zijn. Niet als een liefdeloze plichtsvervulling, maar wij moeten de spijze zoveel mogelijk als waardevolle lekkernij serveren. We mogen daarbij ook de jongsten gerust wat meer toevertrouwen, want ook als zij niet alles meteen begrijpen, dit voedsel werkt lang door. Niet zelden begrijpen zij pas jaren later een vers dat zij gehoord hebben en dat zij dan misschien heel dringend nodig hebben. Hetzij in de familie, in de gemeente of in de jeugdgroep: het is van belang om de Heilige Schrift uit te leggen en eenvoudig begrijpelijk te maken. Het Woord werkt krachtiger dan wij ooit kunnen geloven. Ook bij kinderen en jongeren.
Als wij hun de Bijbelse openbaring met volle overtuiging als tijdloze en onfeilbare waarheid bijbrengen, beschermen wij hen beter dan met welke inenting dan ook. Deze vorm van preventie is één van de machtigste middelen die ons gegeven zijn. De dagelijkse omgang met deze unieke waarheid brengt sterke, in de beste betekenis weerbare, jonge mensen voort. Dat is precies wat we nodig hebben in deze tijd.
7e stap: Bid voor de jonge generatie!
Maak regelmatig werk van gebed voor de kinderen en jongeren. Laten wij onze zorgen en vrees steeds weer bij Jezus leggen: in de binnenkamer en ook in de gebedsgemeenschap. De bewaring en ontwikkeling van de jonge generatie moet voor ons persoonlijk, maar ook voor de hele gemeente een ernstig gebedsonderwerp zijn.
Onze menselijke mogelijkheden blijven beperkt, net als onze wijsheid, onze kracht en alle geestelijke en strategische concepten. Alle succes, ook in deze zaak, ligt in de hand van de Here. Tot Hem moeten wij ons steeds weer wenden, als wij onze kinderen door deze provocerende tijden willen loodsen. Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. (Fil 4:6)
Ik hoop, beste lezer, dat deze regels een eerste aanzet geven om van jammeren tot handelen te komen. Het is onze verantwoordelijkheid, de ons gegeven gaven in deze strijd in te zetten. Wij hebben goed materiaal nodig voor ouders en medewerkers in de kinderclubs. Verder zijn waardevolle geïllustreerde boeken wenselijk, die we kunnen gebruiken om de leerstellingen van ideologen te ontmaskeren en die de scheppingsorde van God groot maken. Ook zijn er verhelderende Bijbelse boeken voor jonge mensen nodig, die de leugen ontmaskeren. Er zijn ouders en medewerkers nodig, die in vertrouwen op God de agressieve aanvallen op onze kinderen moedig met de gezonde leer bestrijden.
De huidige offensieven van de ideologen moeten ons heel in het bijzonder aansporen. Wij kunnen het ons niet veroorloven passief te blijven bij de oorlog om de hoofden en harten van onze kinderen. Daar God ons in deze tijd in dit conflict geplaatst heeft, moeten wij ook in deze zaak leren om Zijn trouwe knechten te zijn. Tenslotte was het volgen van de Here Jezus in alle fases van de geschiedenis een dienst onder extreme uitersten. Het is dringend noodzakelijk deze geestelijke strijd om de jonge generatie als een belangrijke en bevoorrechte dienst te herkennen en te voeren.
David Wilhelm Winkelhake
Bron: De schmale Weg, 4/2014, ook met toestemming van de auteur
[i] Achter de rug van het publieke bewustzijn vindt een Culturele Revolutie plaats die bezig is de binnenste kern van onze sociale structuur in de maatschappij te veranderen. Het gaat om de stapsgewijze ontbinding van de identiteit van man en vrouw; om de seksuele normen en sociale vormen gebaseerd op huwelijk, familie, moeder –en vaderschap. (Gabriele Kuby)
[ii] Zie ook: Alexander Strauch: Die Revolution der Geschlechter (CLV) // Wolfgang Nestvogel: Der Angriff auf Ehe und Familie (Audio CD).
[iii] Zie ook: Gabriele Kuby: Die globale sexuelle Revolution (fe – Medienverlag) // Birgit Kelle: Müssen Kinder alles wissen? (verschenen op 27.01.2014 in Focus).
[iv] Zie ook: Mike Haley: Homosexualität. Fragen und Antworten (CLV) // Matthias Matussek: Ich bin wohl homophob. Und das ist auch gut so. (verschenen op 12.02.14 in Der Welt).
Corien Oranje en het evolutionisme (2)
Topnerd Tycho: de aanval van de theïstische evolutionisten op onze kinderen
De theïstische evolutionisten zijn opnieuw in de aanval gegaan. Deze keer is de aanval gericht op kinderen. Cees Dekker en de bekende christelijke kinderboekenschrijfster Corien Oranje hebben een boek geschreven over een jongen die “ontdekt” dat de evolutietheorie en het geloof in God goed samengaan.
Zie deze link, naar een lijst met citaten uit een interview met Dekker en Oranje over het boek: www.toetsalles.nl/htmldoc/Topnerdcit.htm.
“Het geheime logboek van topnerd Tycho” is een avontuurlijk verhaal over een jongen die van zijn slimme oom Jeroen, sterrenkundige, leert dat je uitstekend de evolutietheorie kunt aannemen en tegelijk in God geloven.
Het boek is wat opzet betreft vakwerk. Het is onderwijs in verhaalvorm. Het lezende kind zal zich identificeren met de hoofdpersoon en zo meegevoerd worden in Tycho’s ontdekking dat de wereld door God is geschapen door evolutie en dat dit niet in strijd is met de Bijbel. Onderwijs in verhaalvorm is een zeer effectieve manier voor het overbrengen van een boodschap, speciaal als het kinderen betreft.
Het boek heeft het uitdrukkelijke doel om kinderen te laten zien dat je in evolutie kunt geloven en tegelijkertijd ook in de Bijbel.
De uitgever had Oranje en Dekker eerst gevraagd om een boek te schrijven waarin beide opties zouden worden aangereikt aan de kinderen. Een boek dus dat zowel het creationisme als de theïstische evolutie als serieuze alternatieven zou presenteren. Maar dat wilde Dekker niet. Oranje ging daarin mee, omdat ze tot de conclusie kwam: “Evolutie klopt”. Ik citeer Oranje uit het interview in het ND: “Hoe meer ik erover ging lezen, hoe meer ik dacht: evolutietheorie klopt gewoon”.
Cees Dekker was zich er van bewust dat er nog geen boek voor kinderen was dat theïstische evolutie onderwees. Om met zijn woorden te spreken, er was een lacune op dat gebied. Die lacune heeft hij nu samen met Corien Oranje opgevuld.
Dat blijkt uit de publiciteitscampagne rondom het boek: de grote interviews in de christelijke pers. Neem bijvoorbeeld het grote interview met Dekker en Oranje, waar ik in dit artikel uit citeer en naar verwijs. Er wordt zelfs, in samenwerking met de Evangelische Hogeschool, op 24 september 2015 een symposium rondom de presentatie van het boek gehouden. Dat gebeurt niet met een doorsnee kinderboek. Er is veel meer aan de hand.
Helaas heeft dus de EH zich losgemaakt van de wortels:
Op 4 september 1974 werd de Stichting tot Bevordering van Bijbelgetrouwe Wetenschap in het leven geroepen als tegenbeweging op het evolutionisme. Aan het begin van 1977 wordt de Stichting Evangelische Hogeschool in het leven geroepen. (http://www.eh.nl/algemeen/over-de-eh/geschiedenis ). Daarmee wordt dezelfde weg opgegaan als prof. Kuitert, die naar prof. Lever luisterde. Dat geeft meteen ook de kern van de aanval van de boze: de Bijbel vanuit een naturalistische visie ontleden.
5. De drie hoofdstellingen van het boek
Of om het met de woorden van Corien Oranje te zeggen: “Evolutie klopt”.
Ik citeer Corien Oranje weer: “Met theïstische evolutie doe je zowel de wetenschap als de Bijbel recht.” Met andere woorden, als je niet in evolutie gelooft dan doe je geen recht aan “de” wetenschap. Zo worden de creationisten genegeerd en weggezet.
Deze drie stellingen geven de filosofie achter het boek weer. Dit zijn de overtuigingen van de auteurs. Dit is de boodschap die ze door het boek over willen brengen. Dit willen ze de kinderen duidelijk maken.
Evolutie is geen feit. Het is niet meer dan een hypothese over het ontstaan van het leven en van de soorten. Het aangevoerde bewijs is flinterdun.
Zelfs eerlijke niet-christenen geven dit toe. Hier is een voorbeeld van een niet-christen die op integere en zorgvuldige wijze het bewijs voor de neodarwinistische evolutietheorie onderzoekt en tot de conclusie komt dat het bewijs geen stand houdt: http://www.darwinisme.be/problemen
Dat alleen theïstische evolutie recht zou doen aan de wetenschap is de gebruikelijke arrogante bluf van de atheïsten, nu overgenomen door theïstisch evolutionisten. Als je beweert, dat de waargenomen feiten beter in het scheppingsmodel passen dan in het evolutiemodel, dan ben je opeens niet meer wetenschappelijk bezig.
Ook de derde stelling klopt niet. Het is niet waar dat geloof in evolutie en geloof in de Bijbel samen kunnen gaan. Om evolutie te kunnen combineren met de Bijbel, moet je namelijk Genesis 1 en 2 opvatten als dichterlijke fantasie, want een letterlijke lezing van deze hoofdstukken en de evolutietheorie gaan niet samen.
Voor het opvatten van Genesis 1 en 2 als poëzie is echter geen grond te vinden in de hoofdstukken zelf, die lezen als een ordelijk verslag van wat er gebeurd is. Beslissend voor de uitleg van deze twee hoofdstukken is dat in andere gedeelten van de Bijbel wordt uitgegaan van een letterlijke interpretatie. Jezus en Paulus doen dat en toch vergeestelijken theïstisch evolutionisten als Cees Dekker en Corien Oranje Genesis 1 en 2. In feite zeggen ze daarmee: “Paulus en de Here Jezus hebben zich vergist in hun uitleg van deze Bijbelgedeelten”. Als je dat toelaat, dan is het hek van de dam. Wat weerhoud je er dan nog van om je af te vragen waarin de Heer en Paulus zich nog meer hebben vergist? Waarom Paulus dan nog serieus nemen, als hij spreekt over de letterlijke zondeval of over andere omstreden onderwerpen, zoals homoseksualiteit.
Laten we, omdat het zo belangrijk is, eens nauwkeurig bekijken wat de apostel Paulus over de schepping van man en vrouw heeft geschreven. Ik citeer: “Want eerst is Adam geformeerd, en daarna Eva” (1 Tim 2:13) en “de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. De man is immers niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man” (1 Kor 11:8,9). Paulus vatte het verslag uit Genesis 2, over de formering van de vrouw uit de rib van de man, letterlijk op. Eerst was Adam er en daarna Eva. Eva is genomen “uit de man”. En Eva is geschapen “om de man”. Nadat Adam de dieren een naam had gegeven, drong tot hem door dat hij geen partner had. Daarop maakt God uit zijn rib een vrouw voor hem (Genesis 2:18-22). Op deze feiten baseert Paulus zelfs mede de regels voor de verhouding tussen man en vrouw binnen de gemeente (1 Tim 2:11-13). Deze uitspraken van Paulus zijn met geen mogelijkheid met theïstische evolutie in overeenstemming te brengen. Hij ging uit van de letterlijke formering van Eva uit de rib van Adam. Dat is wat anders dan God die in een mannetje en vrouwtje van een geëvolueerd aapachtig beest een menselijk bewustzijn legt.
Als de Bijbel niet meer beslissend is voor de eigen interpretatie, dan betekent dat het einde van het Schriftgezag.
Wat denkt u dat het met het geloof van kinderen zal doen als de dominee of de biologieleraar van een reformatorische of algemeen christelijke scholengemeenschap leert dat Genesis 1 en 2 slechts dichterlijke verbeelding zijn. En dat de apostel Paulus wel uitging van de letterlijke tekst van Genesis 2, maar dat wij het intussen beter weten dan Paulus. Wat denkt u dat het met kinderen, ook met kinderen van gelovige ouders zal doen, als ze een bekwaam geschreven en meeslepend kinderboek lezen, waar een ‘echte’ wetenschapper uitlegt dat evolutie klopt en dat Genesis 1 en 2 niet letterlijk zijn bedoeld.
Ik heb midden vorige eeuw meegemaakt hoe binnen een tijdsbestek van 10 tot 20 jaar, de grote gereformeerde kerk (synodaal) werd “omgeturnd” van orthodox naar vrijzinnig. Dit proces begon met het door de leiding van de gereformeerd kerk en de Vrije Universiteit tolereren van de theïstische evolutie. Theïstische evolutionisten zoals VU-hoogleraar Jan Lever kwamen openlijk uit voor hun denkbeelden. Er was protest, maar er werd niet tegen opgetreden, het werd getolereerd. Toen die slag door de theistische evolutionisten gewonnen was, was het Schriftgezag weg en volgde een lawine van andere dwalingen.
En ook toen waren er, net als nu, de bezwerende stemmen: “Geloof en evolutie kunnen best samengaan. Het is geen hoofdzaak van het geloven. We kunnen als Bijbelgetrouwe christenen best van mening verschillen op dit punt. Laten we in dialoog met elkaar blijven ……..”
Het boek is geschreven voor kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar.Je kunt echter de doelgroep nog wat scherper afbakenen. Het boek is in het bijzonder gericht op de “nerds” onder hen, op de leerlingen van vwo-niveau, op de kinderen van gelovige ouders die aanleg hebben om later een universitaire studie te doen. Het boek is dus speciaal gericht op de groep kinderen uit Bijbelgetrouwe kring waar de intellectuele elite van de volgende generatie uit zal voortkomen. Het boek is toegesneden op deze groep, het sluit aan bij hun belangstelling. Het is een krachtige poging om de toekomstige intellectuele elite onder de kinderen uit Bijbelgetrouwe kring te winnen voor de theïstische evolutie. Het is een geestelijke aanslag op deze kinderen.
Cees Dekker is op zijn manier bezig om de kinderen van gelovige ouders te “redden”. Als ze in het hoger onderwijs komen, dan komen ze in een spagaat. Ze hebben thuis, in de kerk en op de christelijke middelbare school geleerd om Genesis 1 en 2 letterlijk te nemen. Dan worden ze op hogeschool en universiteit geconfronteerd met de evolutietheorie. Dekker ziet het als zijn missie om deze kinderen te redden door hen te vertellen dat de Bijbelgetrouwe christenen van vorige generaties Genesis 1 en 2 helemaal verkeerd hebben gelezen. Het gaat in die hoofdstukken niet om een beschrijving van de schepping, maar om dichterlijke verbeelding. Dat je de kinderen leert dat de Bijbel begint met een soort sprookje met een diepere “theologische” betekenis en dat je ze indirect leert dat Jezus en Paulus zich vergisten, toen ze uitgingen van een letterlijke schepping, dat is voor Cees Dekker blijkbaar geen probleem.
Dit boek betekent een complete breuk met hoe de kinderen werden voorbereid op de confrontatie met de seculiere wetenschappelijke wereld. Hun werd verteld dat ze op de universiteit met de evolutietheorie zouden worden geconfronteerd en ze werden onderwezen waarom het aangevoerde bewijs voor die theorie niet deugt.
Zal er stelling worden genomen tegen het boek van Dekker en Oranje en tegen de theïstische evolutie? Zullen er maatregelen worden genomen? Zal er publiekelijk worden gewaarschuwd? Zal er leertucht worden toegepast? Of zal het net zo gaan als in de gereformeerde kerken (synodaal). Niet meer dan een zwak protest van een enkeling, geen krachtige stellingname of waarschuwing, geen afscheiding en geen tuchtmaatregelen.
Zal er goed onderwijsmateriaal dat de letterlijke schepping verdedigt, worden geschreven? Zal het goede materiaal dat er op dit moment al is, worden verspreid?
Als Paulus een dwaling tegenkwam die rechtstreeks het evangelie en het geloof bedreigde, dan ging hij er frontaal tegen in. Dan verdedigde hij de schapen. Dat is de plicht van elke geestelijke leider.
“Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door hetbloed van zijn Eigene verworven heeft. Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. Waakt dan …. ” (Handelingen 20:28-31).
Paulus spreekt over valse leraren, die hij vergeleek met grimmige wolven, die de kudde (de christelijke gemeente) zouden binnendringen. Mannen die verkeerde dingen spreken om de gelovigen achter zich aan te trekken. Dat is wat er hier aan de hand is. Theïstische evolutionisten zijn de kudde binnengedrongen. Geestelijk gezien zijn het wolven, vermomd in schaapsklederen.
Laten we een voorbeeld nemen aan de wijze waarop Paulus en de anders apostelen omgingen met valse leer en valse leraren: leraren die het fundament van het geloof bedreigden.
Leertucht is een Bijbelse zaak. De dwalingen zijn anders, nu gaat het om theïstische evolutie, maar de aanpak blijft hetzelfde. Hier volgen enkele Bijbelse richtlijnen:
Doet u uw kinderboeken van Corien Oranje weg? Bedenk, als kinderen haar andere boeken lezen en daar plezier aan beleven, dan zullen ze ook naar dit boek grijpen, als ze het tegenkomen. Houdt u in de gaten wat de biologie- en natuurkundeleraren op de christelijke middelbare school van uw kinderen of uw kleinkinderen over evolutie en schepping vertellen? Wordt daar nog met overtuiging door de leerkrachten de letterlijke schepping beleden en verdedigd en wordt met kracht de evolutietheorie weerlegd?
Rust u uw kinderen toe door hun goede literatuur te geven, waarin de evolutietheorie wordt weerlegd en de letterlijke lezing van Genesis 1 en 2 wordt verdedigd. Wat doet uw kerk op dit gebied? Wat doet de school van uw kinderen en kleinkinderen?
Het is voor kinderen vanaf de brugklasleeftijd.
Waarschuw anderen voor het boek van Oranje en Dekker! Kaart de zaak aan bij uw geestelijke leiders. Onderzoek hoe de school hierin staat.
Ary Geelhoed
Mindmapping
MINDMAPPING
Informatie of verwarring?
Inhoud
I. Doeleinden en verwachtingen
II. Grondbeginselen en technieken
III. Basistechnieken
Voorbeeld
IV. Beoordeling en kritiek
V. Aanbeveling
Opmerking vooraf
‘Mindmapping’ wordt aan alle kanten geprezen en met het grootste enthousiasme ontvangen en doorgegeven. Nergens is er kritiek op die techniek. Wat zijn echter de doeleinden en verwachtingen, de grondbeginselen en grondtechnieken?
Voor beter begrip van de volgende uiteenzettingen moet erop worden gewezen, dat het hier niet gaat om dilettantische spelletjes met de ‘mindmap’ techniek, maar om de reële achtergrond en het wezenlijke karakter, zoals dat tot uitdrukking komt in de desbetreffende literatuur.
I. Doeleinden en verwachtingen
Volgens de opvatting van de literatuur over ‘mindmapping’ (MM) is het een middel tot
• intuïtieve verwerving van informatie,
• creatieve inspiratie,
• vergaring en documentatie van ideeën,
• weergeven van teksten,
• notulering van gesprekken, discussies, telefoongesprekken, inleidingen en lezingen,
• effectieve toe-eigening van leerstof,
• bewerking, ordening en structurering van onderwerpen in ruime zin,
• presentatie en visualisering van onderwerpen, voorstellen, projecten,
• oriëntatie bij redevoeringen, inleidingen en referaten,
• opslaan en opnieuw memoreren,
• organisatie en planning van inkopen, afspraken, inleidingen en projecten.
Naar men beweert, verbetert die techniek het geheugen en de creativiteit van hen die het toepassen.
II. Grondbeginselen en technieken
De techniek van ‘mindmapping’ gaat uit van twee grondgedachten:
1. In ons binnenste zit, naar men beweert, een onbekende, verborgen bron van creatief weten, die door de techniek van ‘mindmapping’ kan worden ontsloten.
2. De rangschikking van het weten in de vorm van een ‘mind map’ bevordert het lange termijn geheugen. Het blijft onduidelijk waar het weten wordt opgeslagen: in de hersenen of in een andere, transpersonele[1] dimensie.
De voorvechters van deze techniek beweren, dat de methode van ‘mindmapping’ berust op de uitkomsten van het nieuwste hersenonderzoek van de rechter en linker hersenhelft. Volgens die opvatting hebben beide hersenhelften verschillende taken en functies. Eén hersenhelft zou dan logisch-analytisch en de andere helft plastisch, beeldend en op de totaliteit zijn georiënteerd. Wie geen gebruik maakt van de plastische uitbeelding en inprenting, zou dan slechts één deel van zijn hersenvermogen gebruiken.
III. Basistechnieken
Oppervlakkig gezien is een ‘mind map’ die bij ‘mindmapping’ moet worden gemaakt, een bijzondere rangschikking van begrippen. In het centrum van een grafische weergave staat het “thema”. Uitgaande van het centrum moeten alle mogelijke aspecten van dat “thema” worden weergegeven in de vorm van een boomdiagram: van het centrum gaan hoofdtakken uit, van die hoofdtakken zijtakken enz.
Als we de literatuur over ‘mindmapping’ doornemen, wordt ons duidelijk, dat het een trance- en doorwaytechniek[2] is. De basistechnieken van ‘mindmapping’ moeten leiden naar een tranceachtige bewustzijnstoestand die, zoals zo dikwijls in andere contexten, de deur opent tot een andere wereld of werkelijkheid. Dit wordt begrijpelijkerwijs zo niet gezegd, maar op z’n hoogst aangeduid.
Bij het maken van een MM moeten de gebruikers “vrij associëren”, ze moeten het lineaire, rationele, analytische, logisch-systematische denken en nadenken en de “inwendige criticus” uitschakelen. Ze moeten hun gedachten en ideeën “de vrije loop laten”, de stroom van gedachten en ideeën niet verdelen, ordenen, controleren, structureren, disciplineren, ja zelfs niet censureren.
Het grondprincipe luidt: “Eerst associëren, dan structureren”. Het éne woord volgt op het andere, bijv.: transportmiddel > auto > enz. (associatieketen). De ‘mapper’ moet alles opschrijven, wat hem te binnen schiet. “Inwendige beelden” komen kennelijk boven en lopen als een film voor het inwendig of geestelijk oog. Die gedachtestroom of film moet, zo mogelijk, niet worden onderbroken. Als hij toch afbreekt, moet men een nieuwe aftakking openen en verder gaan associëren.
Voorbeeld
Creatief schrijven in de Duitse les
Bij het creatieve schrijven moet men zich terugtrekken op een rustige plek, zachte instrumentale muziek laten spelen, zich ontspannen, tot rust komen, de ogen dicht doen, het denken uitschakelen en tenslotte zich op een thema fixeren. Voor het inwendig of geestelijk oog loopt een “film” met razend snelle beelden af die in tekst moet worden omgezet. Daarbij moet de hand losjes op het papier liggen en als vanzelf schrijven. Mocht de inwendige film blijven steken, dan moet men het laatst genoteerde woord telkens herhalen, tot de film voor het inwendig oog verder loopt.
Dit kan als volgt gaan:
“Beton beton grijs grijs zwart zwart zwart donker donker donker treurig treurig zonder bloemen zonder dieren zonder dieren zonder dieren zonder dieren kinderen in scholen scholen bunker bunker nauw nauw militair gevaar gevaar gevaar gevaar alleen onder velen bewaakt bewaak oorlog bloemen bloemen kernafval kern kernafval vervuiling vervuiling verpesting zak over steden zak zak zak hemel hemel hemel auto auto auto auto auto straten geen plaats plaats plaats plaats vele mensen mensen mensen jachtigheid stress stress stress stress”
Automatisch schrijven komt eveneens voor bij het spiritisme en in de heksenliteratuur. De vrije associatie wordt vooral bij heksenrituelen gebruikt als inleiding op trancetoestanden en als aanroeping van de geesten.
Tony Buzan, de vermeende bedenker van ‘mindmapping’, deelt ons mee, dat een geheimzinnige kracht de hand bij het tekenen beweegt: “Als een pauze optreedt, zullen ze waarschijnlijk merken, dat hun potlood of pen doelloos rondzwerft”: als vanzelf, als bewogen door een geesteshand, net zoals bij het creatieve en automatische schrijven van spiritisten en overtuigde heksen die zich door geesten geïnspireerd en geleid wanen.
Met andere woorden: wie het denken uitschakelt en de controle over zijn eigen gedachtestroom opgeeft, zoals ‘mindmapping’ vereist die laat de gedachten en ideeënproducten over aan de controle van een andere, onzichtbare geestelijke macht.
Tegen die achtergrond moet ‘mindmapping’ worden verklaard als een nieuw soort techniek van mediale inspiratie. Dit karakter wordt vooral duidelijk bij Müller: ”Ga maar ongeremd mappen. Vergaar daarbij alle ideeën en gedachten… Schakel daarbij de inwendige criticus, de realistische linker hersenhelft, uit. Ondersteun je associatief denken, door een prettige sfeer te scheppen en te ‘mappen’ in een omgeving, waar je je pret-tig voelt, zodat je in een toestand van TRANCE geraakt die de deur opent voor onzichtbare geestelijke machten en die je willen inspireren, leiden en adviseren.”
IV. Beoordeling en kritiek
De volgende vragen over analyse en beoordeling van ‘mindmapping’ ontstaan:
• ‘Mindmapping’ werkt met de techniek van de vrije associatie. Wat is zin en doel van de vrije associatie?
De techniek van de vrije associatie opent de deur naar een onbekende (verborgen) kennisbron X. Wat is dat voor een bron die nieuwe, creatieve kennis voortbrengt?
Wie of wat controleert de gedachten, de inwendige beeldproductie en de tekenhand tijdens de vrije associatie? Waar komt de beeldenstroom voor het inwendig of geestelijk oog vandaan? Wie of wat is de zender van de “inwendige beelden” of inwendige films?
Wie of wat bepaalt de inhoud van een ‘mind map’? Het verstand, het geheugen, de voorkennis, de herinnering, de hersenen, de cortex[3] (Svantesson), de rechter hersen-helft, het onbewuste/onderbewustzijn of een onbekende geestelijke macht X?
• ‘Mindmaps’ hebben een concentrische opbouw. Wat is zin en doel van die bijzondere constructie?
Wat is zin en doel van de visualisering van “inwendige beelden”? Wie of wat is de geadresseerde van “inwendige beelden”? De hersenen, de rechter hersenhelft, het onbewuste of onderbewustzijn of een geestelijke macht?
• ‘Mindmapping’ is een techniek van verbeterde kennisopslag. Van welke geheugens wil de techniek van ‘mindmapping’ gebruik maken? Mentale of transpersonele geheugens?
• ‘Mindmapping’heeft een destructief en contraproductief karakter, want het doet afbreuk aan de kwaliteit van cognitieve leerprocessen. Dit is aantoonbaar aan de hand van de vraag naar de bron, de soort en kwaliteit van de informatievergaring en de ver-werking.
• ‘Mindmapping’ heeft een anarchistisch karakter. ‘Mind mapping’ kan en moet het ontwikkelings- en kennisniveau van de Westerse wereld (nog verder) helpen dalen en de productieve kracht “ontwikkeling” helpen verwoesten.
• ‘Mindmapping’ is een quasihypnotische praktijk. Juist in de eerste fase, de fase van vergaring van “kennis”, moet het verstand worden uitgeschakeld en de kennis moet “vrijelijk stromen”. De vraag is alleen vanuit welke bron die kennis stroomt, vanuit mentale of vanuit mediale resp. transpersonele bronnen?
• ‘Mindmapping’is een spirituele en mediale techniek, een techniek van mediale inspira-tie en transpersonele opslag. Gedachten en handen worden geleid door een onzichtbare geestelijke macht. In een toestand van TRANCE staan de gebruikers open voor inge-vingen, ideeën of inspiraties (inwendige beelden en/of stemmen) van transpersonele machten. In die zin is ‘mindmapping’ een techniek net als automatisch tekenen.
• ‘Mindmapping’ is niet ongevaarlijk. ‘Mindmapping kan (en moet ook) de menselijke geest in verwarring brengen, zoals de desbetreffende publicaties indrukwekkend documenteren. De geschriften over ‘mind mapping’ zijn zeer verward.
• ‘Mindmapping’ is onwetenschappelijk. Het gehele leercomplex is één groot leugen-complex. De vermeende grondslagen, de basis en ideeën zijn fout. Fout is de verwijzing naar de “uitkomsten van het hersenonderzoek”, waarbij de auteurs wijselijk steeds de vermeende bron “vergeten”. In geen enkel serieus medisch of anatomisch standaardwerk komen in de rechter hersenhelft lokaal gedefinieerde en begrensde centra voor gevoel, intuïtie, heelheid, visualisering (van inwendige beelden) enz. voor.
• ‘Mindmapping’ heeft een occult karakter. ‘Mindmapping’ is in strijd met het christelijk geloof en gaat tegen Gods Woord in. De technieken van ‘mindmapping’ komen uit buiten-christelijke godsdiensten of quasi-godsdiensten (magie, heksenkunst). Vanuit Bijbels gezichtspunt gaat door TRANCE de deur open naar het rijk van de machten van de duisternis die klaarblijkelijk op vragen of visualiseringen kunnen antwoorden met “inwendige beelden”. Gelovige christenen hebben geen (inwendige) BEELDEN nodig, maar ze laten zich inspireren door het WOORD en Gods Geest en niet door “andere goden” waarmee in de toestand van TRANCE contact kan worden opgenomen door middel van “inwendige beelden”. De techniek van visualisering kent de Hei-lige Schrift niet; die techniek is van heidense oorsprong.. Daarom verbiedt de Bijbel het zoeken van visioenen (vision quest) en van “inwendige beelden”: “In den beginne was het WOORD” en “Gij zult u geen beeld maken…” van onzichtbare werelden en machten (2e gebod), staat er geschreven.
• ‘Mindmapping’ is juridisch twijfelachtig. De techniek van ‘mindmapping’ kan en moet het verstand uitschakelen, maar in het onderwijs behoort het verstand gebruikt te worden. ‘Mindmapping’ kan (en moet) de gebruikers in een toestand van (lichte) TRANCE brengen.
V. Aanbeveling
De techniek van ‘mindmapping’ moet nooit worden geleerd of toegepast; ‘mindmapping’ kan niet worden aanbevolen, in geen enkel verband.
Ga nooit de vrije associatie oefenen. Ga nooit het denken en nadenken uitschakelen en neem nooit een passieve geesteshouding aan. Verlies nooit de zelfbeheersing of zelfcontrole, vooral de controle over je gedachten, je gevoelens en je schrijfhand. Laat die controle nooit over aan een andere, vreemde macht of kracht, die je gedachten en handen controleert.
Als je ideeën wilt vergaren over een thema, pak dan een kladblok, schrijf de gedachten die je te binnen schieten op een blaadje. Formuleer een hypothese die je wilt natrekken. Besteed de meeste tijd aan de structuur en volgorde van je argumenten die helpen de hypothese te bevestigen of te verwerpen. Vernietig briefjes die niet bij het thema passen. Volg niet de raad van de ‘mindmappers’ op. Ga de briefjes ordenen van links boven naar rechts onder. Ga daarna voor je pc zitten en tik de tekst in. Nieuwe gedachten kun je met ‘Word’ steeds toevoegen, daar heb je geen ‘mind map’ voor nodig.
Prof. dr. R. Franzke
Bovenstaand artikel is ontstaan uit een uitgebreid document waarin literatuurverwijzingen staan. Zie daarvoor de webshop..
________________________________________
[1] Transpersoneel is gericht op het transcendente (geestelijke,bovennatuurlijke).
[2] Een doorwaytechniek is een techniek die toegang geeft tot een andere wereld of realiteit, zoals bijvoorbeeld de binnenste cirkel van een mandala een doorway is.
[3] cortex cerebri= schors van de grote hersenen en cortex cerebelli= schors van de kleine hersenen.
Evolutionisme
Corien Oranje en het evolutionisme
EVOLUTIONISME in het nieuwe boek Het geheime logboek van topnerd Tycho van Corien Oranje
Een lid van de vereniging attendeerde het bestuur op het nieuwe boek van de populaire auteur van kinderboeken, CORIEN ORANJE: Het geheime logboek van topnerd Tycho. In dat boek is het evolutionistisch denken overgenomen. Geen wonder, want aan dit boek is door dr. Cees Dekker meegewerkt. Over hem stond recent in het dagblad Trouw een artikel met de kop: Cees Dekker kiest voor Darwin én God. Over dit boek wordt eind september ’15 o.a. door de evangelische hogeschool een symposium gehouden waarvan de voorzitter de EO-coryfee Andries Knevel is, die al lang van het creationistisch denken afstand heeft genomen.
De dochter van bovengenoemd lid e-mailde over dit boek: “De hoofdpersoon is een heel leuk jongetje.
Het boek is geschreven in een vorm die nu heel erg in is: in de seculiere wereld is “Een dagboek van een loser” de populairste boekenserie op dit moment. Kinderen zullen met Tycho meeleven en hij heeft een oom die wetenschapper is (jawel… Cees Dekker vermomd), die hem uitlegt wat de waarheid is. Pure hersenspoeling!”
Zie verder: http://corienoranje.nl/topnerd-1/,
http://corienoranje.nl/topnerd-2/ en http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1191126/2008/12/08/Cees-Dekker-kiest-voor-Darwin-en-God.dhtml.
_________________________________________________________________________________
Sarah Young
Deze Australische mevrouw, auteur van “Jezus dicht bij”, roept vragen op. In de non-fictielijst in ons land scoort ze goed, maar o.a. op de Amerikaanse site, www.deceptioninthechurch.com (= misleiding in de kerk) staan vijf waarschuwende artikelen over haar denkwijze. In Duitsland verscheen een boekje van Warren Smith met de verontrustende titel “Ein anderer Jesus” (= Een andere Jezus) waarin 20 redenen worden genoemd waarom de inhoud van het boek van Young on-Bijbels is. Lang bleef het in ons land stil, totdat in de Middernachtsroep (02.2015) een artikel van de vroegere esoterica (iemand die zich bezighoudt met new age, occultisme en spiritualiteit) Eelke Kamphuis, die ook samen met haar man het boeddhisme heeft getoetst, verscheen. Zij toetst nu het denken van Young en ontmaskert haar. Twee citaten:
In het blad Zeitruf van april ’15 wordt nog vermeld dat de uitgever van de Engelse uitgave, Thomas Nelson, op grond van de kritiek het newage-boek waardoor Young is geïnspireerd, God Calling, niet meer noemt en het woord “boodschappen” is veranderd in “verslagen uit de stille tijd”.
Harry potter verlokt kinderen met toverij.
Het lijkt stil met de hype wat betreft de Harry Potterboeken, maar is dat terecht. Op Amerikaanse sites wordt nog steeds gewaarschuwd voor de achtergrond en de invloed van deze boeken. Op de site Lighthousetrails.com staat:
“Als je bedenkt, dat van de Harry Potterboeken meer dan 400 miljoen exemplaren zijn verkocht (de films zijn even succesvol), is het duidelijk dat “Harry Potter” een grote impact op onze Westerse maatschappij heeft gehad. De volgende twee commentaren van Harry Potterfans die het oneens zijn met mijn observaties, zijn ontdekkend.
Bron:Lighthousetrails.com
Preventielessen door stichting Siriz
Siriz is een stichting die preventie, ondersteuning en zorg bij ongewenste zwangerschap geeft. Van 1971 tot oktober 2010 was het een vereniging, genaamd Vereniging tot bescherming van het ongeboren kind (VBOK). Die VBOK werd in 1971 in Amsterdam o.a.door een aantal artsen opgericht. 1971 is tevens het jaar waarin artsen in de eerste abortuskliniek van Nederland illegaal abortus provocatus begonnen uit te voeren.
In gesprek met jongeren over seksualiteit
Seksualiteit is misschien wel een van de lastigste onderwerpen voor ouders om te bespreken met hun kinderen. Ouders willen graag op een bewuste, eerbiedvolle en natuurlijke manier seksualiteit inpassen in de totale ontwikkeling van een kind. Eerlijke informatie, goede voorbereiding en weerbaarheid geven een kind meer zelfvertrouwen rondom dit thema.
Jentine Kuipers is preventiemedewerker bij Siriz en geeft al 6 jaar voorlichtingslessen op verschillende scholen in heel
Nederland. In haar werk op diverse scholen (40% christelijke en 60% niet-christelijke scholen) ontmoet ze jongeren en docenten. Tijdens de lessen gaat het gesprek over weerbaarheid, de ontwikkeling van leven en wensen en grenzen rondom seksualiteit. Daarnaast zijn er ouderavonden waarbij ervaringen en informatie vanuit het werkveld worden gedeeld met ouders. Jentine vertelt over haar ervaringen in de klas, de gesprekken met jongeren en hoe ouders op een goede manier het gesprek aan kunnen gaan met jongeren.
Wanneer je in gesprek bent met jongeren over seksualiteit, welke onderwerpen hoor je dan vaak terugkomen?
“De mate van veiligheid in een klas is essentieel om een goed en leuk gesprek te hebben. Ook de sfeer van een school of van de docent zijn bepalend voor het rendement van onze lessen. Het valt me wel op dat jongeren vaak heel open over seksualiteit praten. Als preventiemedewerker wil je enerzijds alle spanning wegnemen door heel concreet te zijn en anderzijds op een respectvolle manier een gesprek over seksualiteit voeren. Het is dan erg leuk om te ontdekken dat er daardoor automatisch begrip bij de leerling ontstaat en eveneens een open gesprek. Veel gesprekken gaan over angst voor een eventuele zwangerschap, maar vooral ook voor de reactie van ouders. Daarnaast zijn gebruik van voorbehoedsmiddelen, (naakt)selfies en relatievorming ook onderwerpen van gesprek. Soms kan het gebeuren dat de verwachtingen over de les van een leerling wel erg hoog zijn. Seksfilmpjes en –standjes laten we bijvoorbeeld niet zien tijdens de les. Wel biedt dit dan direct een opening voor een gesprek over porno en de beleving van seksualiteit.”
Waarom zijn dit belangrijke onderwerpen op dit moment?
“Social media zijn niet meer weg te denken uit de wereld van jongeren én volwassenen. In deze omgeving waarin een hoge mate van interactie plaatsvindt, zijn de prikkels en de keuzes talrijk. De groepsgesprekken onder jongeren via bijvoorbeeld WhatsApp zijn besloten en onzichtbaar. Uit een EenVandaag-onderzoek (oktober 2014) blijkt dat ruim 1 op de 6 jongeren al wel eens een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf heeft gemaakt. Jongeren geven toe dat groepsdruk of dwang negatief kan werken. Wij willen daarom tijdens een preventieles een open gesprek aangaan over eigenwaarde en zelfbeeld waardoor een leerling zijn-haar wensen en grenzen beter kan aangeven. De gedachte leeft vaak dat jongeren veel losse seksuele contacten hebben, maar dit aantal ligt veel lager dan jongeren vaak denken. Zo blijkt dat 32% van de jongens en 19% van de meisjes regelmatig losse contacten heeft. Tijdens de lessen laten jongeren ook vaak horen waarde te hechten aan een goede relatie.”
Hoe kunnen ouders in gesprek komen over deze onderwerpen?
“Als ouder speel je een belangrijke rol bij de seksuele ontwikkeling van het kind. Ook de eigen opvoeding speelt hierbij een rol. Praat de ouder zelf makkelijk over dit onderwerp? Hoe is de relatie van de ouders op het gebied van seksualiteit? Ontwijk je als ouders het onderwerp of schiet je in de lach als het onderwerp seks op tafel ligt, dan gaat het een lastige klus worden. Veiligheid en een warm gezinsklimaat hebben een positief effect op het seksuele gedrag van een puber. Als de band met ouders goed is, kan een kind terugvallen op ouders. Tijd en aandacht voor een kind en het geven van complimenten zorgen voor de groei van eigenwaarde bij een kind. Daarnaast kunnen ouders regels stellen. Maak duidelijk welk seksueel gedrag in bepaalde situaties wel of niet acceptabel is. Stel open vragen of ‘stel dat-vragen’ aan het kind om een gesprek op gang te brengen. Ook kunnen ouders de ‘Wat zou jij doen?–techniek´ gebruiken om met je kind een gesprek op gang te brengen. Deze techniek wordt ook gebruikt in het Stellingenspel tijdens de preventielessen.”
“Als ouder wil je een respectvol en eerlijk beeld van seksualiteit geven aan je kind. Siriz wil op deze manier werken tijdens de preventielessen op de scholen. Door de lichaamskenmerken wel concreet te noemen, voorkom je een mysterieuze en wazige sfeer. Een kind heeft meer aan duidelijke woorden. Als je daar vroeg mee begint, kun je daar tijdens de puberteit wellicht makkelijker over praten. Het is een serieus onderwerp, maar er wordt zeker ook gelachen in de lessen.”
Wanneer je het met jongeren hebt over ongeboren leven, hoe wordt hierop dan gereageerd?
“Jongeren reageren positief op de filmbeelden van de ontwikkeling van baby Siem. Soms vinden ze de beelden ook wel eng of griezelig. Een embryo van 6 weken lijkt dan op een zeepaardje, een smurfje of een alien. Toch blijkt uit de leerlingenquêtes, welke achteraf worden ingevuld, dat meer dan 78% van de leerlingen de informatie interessant en leerzaam vindt.”
“Er heerst veel onwetendheid bij jongeren over het begin van leven. Aan het begin van de les zijn er vaak verschillende meningen geventileerd. Sommige jongeren vinden het pas leven als het hartje begint te kloppen. Anderen menen vanaf de bevruchting of als er een heel mensje is te zien. Het zijn leuke gesprekken en door het laten zien van filmbeelden van de ontwikkeling van Siem, krijgt de leerling de gelegenheid een eigen beeld te vormen. Wat mij opvalt, is dat op veel reguliere scholen jongeren erg verbaasd zijn over de abortusgrens (tot 24 weken) in Nederland. Ook veel docenten zijn niet op de hoogte. Abortus is in Nederland door een wetgeving een verworven recht, maar het blijft ook een verworven taboe.”
Waarin moet jongeren weerbaar zijn?
“Je spreekt van weerbaarheid, als een jongere op een goede manier voor zichzelf durft op te komen. Hij of zij is in staat grenzen aan te geven en kan zelfstandig om hulp durven vragen. Op het gebied van seksualiteit zou je willen dat een jongere op tijd deze weerbaarheid heeft eigen gemaakt, zodat hij of zij op het juiste moment goede beslissingen kan nemen. Het meest belangrijk is zelfvertrouwen, je gevoel van eigenwaarde is aanwezig Dat zal helpen bij het maken van keuzes en bij het omgaan met groepsdruk, cyberseks en social media.”
“Het ene kind is vanuit zijn aard weerbaarder dan het andere kind. Het is belangrijk een kind te helpen zelfvertrouwen te ontwikkelen. Dit kan door complimenten te geven, positieve aandacht en ruimte te geven, een eigen mening te hebben of te ontwikkelen. Ouders kunnen een essentiële bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een belangrijke vaardigheid, namelijk je kind probleemoplossend gedrag aanleren. Dit klinkt veel makkelijker dan het daadwerkelijk is. Als ouder heb je de mogelijkheid om regelmatig met je kind in gesprek te gaan, want door niet over seksualiteit te spreken, communiceer je ook iets. Het mooie aan de lessen is dat we zo, in samenwerking met de ouders, een positieve bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van een kind.”
Jentine Kuipers
Jentine Kuipers is preventiemedewerker Siriz
De Allah van de Koran – door welke geest geleid? De islam en zijn inspiratiebron (zie webshop)
De volksislam
Inleiding
In dit boek (78 blz.) waarvan de auteur Moussa Afschar is, gaat het niet om de verschillen tussen christendom en islam, maar om een denkwereld binnen de islam en dan met name van de volksislam.
Inhoudelijk
Als een niet-eigen wetsreligie bleef de schriftislam bij alle moslimvolken van niet-Arabische afkomst een vreemd element. Hoewel men de schriftislam vereerde en leerde, was het gewone volk er nooit echt gelukkig mee; een ideale voedingsbodem dus voor het ontstaan van een simpele, gemakkelijk te begrijpen en persoonlijke islam die “volksislam” wordt genoemd. Deze islam biedt de moslims iets wat bij de schriftislam ontbreekt. De volksislam is de moslims vooral tot steun bij de dagelijkse beslommeringen van het leven. Deze denkwijze heeft een rijke fantasie. Men stelde al snel vast dat er allerlei soorten demonen met heel verschillende gewoonten waren. De demon Ghul deed niets liever dan reizigers in de woestijn overvallen. Volgens moslims kunnen demonen alle mogelijk gedaanten aannemen. Een zwarte slang zou zomaar een demon kunnen zijn.Moslims wanen zich niet alleen overal omringd door demonen; ze geloven ook een persoonlijke duivel te hebben.Eenvoudige moslims vinden overal in de islamitische wereld een moellah, leraar of sjeik die bedreven zijn in de toverkunsten en hun hulp toezeggen.De volksislam heeft zich niet alleen een persoonlijke Allah geschapen, maar stelt ook zijn hoop op “heilige” personages die de ene keer als tussenpersonen tussen moslims en Allah, de andere keer als almachtige wezens worden opgevat, die zelf de verlangens van de mensen kunnen vervullen. Dit verklaart de populariteit van bepaalde graven in de moslimwereld.
Conclusie
De volksislam is zo populair en heeft zo’n grote vlucht kunnen nemen, omdat hij moslims geeft wat ze in de schriftislam niet vinden, namelijk het gevoel dat ze met wat vroomheid dichter bij Allah kunnen komen en zelfs door hem bemind kunnen worden.
Tekst achterkant boek
In zijn strijd om de wereldheerschappij koestert de islam ook hoge verwachtingen van een leger van demonen. De geesten maken deel uit van het dagelijks leven van moslims. Mohammed sprak zelfs over zijn persoonlijke demon. Moslims zijn bijzonder trots op een rede van de demonen in de Koran.
Die geesten zijn een macht waarmee rekening gehouden moet worden. Moslims hebben groot respect voor deze macht en verwachten daar veel van, ook in de strijd tegen het Wes-ten. Juist in de islam wordt duidelijk: “Wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.” (Ef 6: 12)
Hoofdstukken
Radicalisering van Europese moslims
RADICALISERING VAN EUROPESE MOSLIMS BEREIKT BESLISSEND STADIUM
Het volgende is een citaat uit “Radicalisering van Europese moslims”, Breitbart.com, 23 maart 2015:
“In 2013, publiceerde Ruud Koopmans de uitkomst van een pan-Europese studie, gebaseerd op vraaggesprekken met 9000 Europese moslims. De resultaten laten zien dat een groot aantal Europese moslims gelooft in veel van het gedachtegoed waar de Islamitische Staat (IS) voor staat: een terugkeer naar de wortels van de islam, de overtuiging dat religieuze (volgens de Koran) wetten boven alle seculiere wetten staan; een haat jegens Joden en homoseksuelen; en de visie dat het Westen de vijand van de islam is. …
Meer recent, in de nasleep van het bloedbad bij Charlie Hebdo, deed de BBC onderzoek onder 1000 Britse moslims en ontdekte dat 24 procent van hen ‘geweld tegen personen die cartoons van de profeet publiceren’ als gerechtvaardigd beschouwt. Met de stelling dat ‘moslimgeestelijken die preken dat geweld tegen het Westen gerechtvaardigd kan worden, niet in overeenstemming zijn met de algemeen geldende mening van de moslims’, was 45 procent het oneens. Anders gezegd, bijna de helft van de Britse moslims kan zich identificeren met die geestelijken die geweld tegen het Westen rechtvaardigen. … En dat is dan alleen nog maar het Verenigd Koninkrijk.
Helaas kunnen we dit niet meer naast ons neerleggen als de opvattingen van een ‘kleine minderheid’ van de Europese moslims. Koopmans’ studie laat zien dat door heel West-Europa tweederde van de ondervraagde moslims zegt dat religieuze regels belangrijker voor hen zijn dan de wetten van het land waarin ze wonen. Driekwart van de ondervraagden is van mening dat er maar één legitieme interpretatie van de Koran bestaat.’ …
Bovendien is 56 procent van de Belgische en 64 procent van de Oostenrijkse moslims die meededen aan het onderzoek van Koopmans in 2008 het ermee eens dat ‘men Joden niet kan vertrouwen’, en er zijn sterke aanwijzingen dat de houding van moslims jegens Joden alleen maar verslechterd is. Het lijkt er inderdaad op dat met het doelgericht doden van moslims in Brussel, Parijs en Kopenhagen in de afgelopen jaren, de haat van de moslims jegens de Joden in Europa een beslissend stadium heeft bereikt. We zien een duidelijke trend die zich uitbreidt over heel Europa. Het gaat hier om een tendens waarbij honderdduizenden radicale, fundamentalistische moslims zijn betrokken. Die kwestie schetst een zeer verontrustend beeld.”
Bron: http://www.wayoflife.org, 5 juni 2015
Kinderen beschermen tegen verkeerde denkrichtingen.
Hoe kunnen we onze kinderen beschermen tegen verleiding?
Onze kinderen staan in het brandpunt van een nieuw soort ideologen. In werkelijkheid bestaat dit probleem al decennia lang. Reeds aan het eind van de jaren ‘70 waarschuwde de pedagoog Immanuel Lück in zijn boek “Alarm um die Schule” (Alarm om de school) voor een marxistische infiltratie in de cultuur van ons
onderwijssysteem. De aanhangers van de leer van het Instituut voor Sociaal Onderzoek in Frankfurt (Frankfurter Institut für Sozialforschung – Frankfurter Schule) waren in het jaar 1968 begonnen met hun “Mars door de Instituties” en konden na slechts tien jaar belangrijke successen aantonen.
Vandaag, ongeveer 40 jaar later, hebben wij met een verder ontwikkelde, goed gestructureerde en offensieve vorm van ideologische beïnvloeding te maken. De zelfbenoemde revolutionairen hebben veel bijgeleerd. Dit zal menigeen tot angst of juist tot berusting drijven. De subsidiepotjes met miljoenen van de EU, de sterke invloed op leraren- en onderwijsopleidingen, op politiek en media, dat alles maakt dat de Gender Mainstreaming & Co[i] machtig of zelfs onoverwinnelijk lijkt te zijn. Het feit, dat wij op grond van de algemene leerplicht onze kinderen niet aan de daaruit voortvloeinde opvoedingsprogramma’s kunnen onttrekken, veroorzaakt op veel plaatsen een gevoel van machteloosheid.
Maar bij een nuchtere beschouwing van het probleem mogen we toch vol vertrouwen zijn.
Zelfs het machtigste ideologische imperium uit het jongste verleden, de Sovjetunie, lag na slechts 70 jaar (een historische oogwenk) in puin. Noch het ijzeren gordijn, noch de geheime politie of haar arsenaal van atoomraketten, kon daar iets aan veranderen. De waarheid heeft de leugenachtige wereldbeschouwing verslagen. Christus zegt ons: De waarheid zal ons vrijmaken. (Joh 8:32)
Een ander voorbeeld uit het jongste verleden: De Noorse socioloog Harald Eia ontmaskerde met zijn serie uitzendingen Hjernevask (Hersenspoeling) verscheidene mythen van ‘political correctness’ heel eenvoudig door feiten. Het resultaat van “De Gender-Paradox” leidde zelfs tot sluiting van het Noorse Gender-Instituut en tot het schrapppen van miljoenenbudgetten. Bijna niemand had verwacht dat zoiets in een van de landen waar deze feministische leer ontstaan was, mogelijk kon zijn.
Ook bij ons groeit de kritiek op totalitaire stromingen in toenemende mate ook over politieke en wereldbeschouwelijke grenzen heen. Als voorbeeld hiervan willen we personen als Bernhard Lassahn, Henryk M. Broder of Bettina Röhl (die o.a. tegen de Gender Mainstreaming en het feminisme schreef, red.) noemen. Enkele jaren geleden was dat nog onvoorstelbaar.
Natuurlijk kunnen wij kinderen uiteindelijk niet bewaren voor de confrontatie met deze foute leerstellingen. Inplaats daarvan moeten wij hen zo goed mogelijk op de discussie voorbereiden. Het is precies als met hygiëne: jongens en meisjes die in een steriele omgeving opgroeien, worden sneller ziek. De té grote bescherming heeft tot gevolg, dat het noodzakelijke afweersysteem zich niet goed kan ontwikkelen.
Om dit afweersysteem tegen de ideologieën van vandaag te kunnen ontwikkelen, hebben wij veel gebed, een gezond bewustzijn van de problemen en een gefundeerd preventiewerk nodig!
Preventie (voorkomen) is altijd een langdurig en veelomvattend werk. In het gezin, in de gemeente en in het jeugdwerk is het belangrijk om voortdurend voorlichtingswerk onder de kinderen en jongeren te verzorgen. A|s wij beginnen, deze uitdaging werkelijk serieus te nemen, kan God het schenken, dat ook deze dienst veel vrucht voortbrengt.
Een plan van aanpak in zeven stappen:
1e stap: Onderhoud goede relaties met de kinderen!
Kinderen en jongeren vertrouwen de mensen die zich voor hen interesseren en in hen investeren. Daarbij moeten wij origineel blijven en niet proberen als “makker” op gelijk niveau op te treden. Als wij aandacht aan hen schenken, of als ouders of in de gemeente, laten wij dit alstublieft als volwassenen doen. Onze (hopelijk aanwezige) rijpheid en levenservaring zijn iets waarvan de kinderen kunnen en mogen profiteren.
We moeten in woord en daad tonen dat deze contacten met hen voor ons waardevol en belangrijk zijn. Alleen als dat het geval is, zullen jonge mensen onze voorstellen en waarschuwingen de moeite waard vinden om naar te luisteren. Daarvoor is het nodig om een gezonde vertrouwensrelatie op te bouwen, zodat we in belangrijke vragen over “Wat is juist?” serieuze aanspreekpersonen zijn en blijven. Ook de kleinste kinderen moeten merken dat onze kennis over bepaalde kwesties op de Bijbel gegrond is.
2e stap: Leer het probleem kennen!
Laten wij in de eerste plaats bedenken dat wij geen vleselijke, maar een geestelijke strijd te voeren hebben (Ef 6:12). Niet mensen zijn onze vijanden, maar foute redeneringen (2Kor 10:3-5). Wij moeten de ideologische theorieën zelf kennen om de volgende generatie sterk te kunnen maken. We hoeven niet allemaal expert op dit terrein te worden. Maar er is in ieder geval een solide basiskennis nodig. We proberen hier een eerste overzicht te geven.
Gender Mainstreaming
Er is een strategisch concept dat gefundeerd is op de geschriften van de radicale feministe Judith Butler. Terwijl de invloed van het biologische geslacht verregaand ontkend wordt, worden alle andere verschillen tussen de geslachten als verkeerde door de cultuur ingegeven ontwikkelingen voorgesteld. Alles wat de specifieke identiteit als man of vrouw ondersteunt (taal, taakverdeling, gedrag, typisch speelgoed voor jongens en meisjes, enz.) wordt als “seksistisch” en “discriminerend” verguisd. Kinderen moeten volgens dit concept geslachtsneutraal worden opgevoed en bestaand zogenaamd “stereotiep gedrag” (jongens spelen met auto’s, meisjes met poppen) moet worden afgeleerd. Wetenschappelijke kennis uit de neurologie en gedragsonderzoek, die deze leer weerspreken, worden als “bio-logistiek” afgewezen.[ii]
Seksualisering/emancipatie van de seksuele opvoeding
De socialist Wilhelm Reich ontwikkelde in de jaren ’30 van de vorige eeuw de leer van de seksuele revolutie. Hij beweerde, dat geweld, dictatuur en het lijden van de mensen elementair samenhing met onderdrukking van de seksualiteit. Om de mensheid te bevrijden en tenslotte een aards paradijs te scheppen, moesten alle seksuele taboes verdwijnen. Daarbij vestigde hij zijn hoop op de opvoeding van een nieuwe generatie, voor wie bevrediging van driften en een grenzeloos najagen van lusten van kindsbeen af normaal is. Daarbij moeten kinderen worden ingewijd in seksuele voorstellingen en handelingen. Seksuele onthouding wordt als gevaarlijk en ziekelijk beschouwd.
De ethische ontwikkelingen van de laatste 45 jaar (bijv. de legalisering van pornografie, homoseksualiteit, scheiding, abortus enz.) zijn door dit denken gevormd. De huidige schoolboeken vertegenwoordigen op het terrein van “seksuele voorlichting” eveneens deze leidraad.[iii]
Homo- en Queer-ideologie (betreft seksuele diversiteit)
Het belangrijkste doel van deze constructie is het bevorderen van homoseksualiteit en travestie als a) normaal en b) onveranderlijk. Deze seksuele neigingen worden als aangeboren voorgesteld, waardoor elke kritiek als racisme wordt afgedaan. Wie dit toch weerspreekt, wordt als homofoob weggezet, dus ziekelijk genoemd en gepathologiseerd als iemand met een angstneurose, die behandeld moet worden. Dikwijls wordt het aantal homoseksuelen drie tot tien keer hoger ingeschat dan het werkelijke aantal, om te suggereren dat het geen minderheid is.
De opvatting, dat het huwelijk van man en vrouw iets unieks is en waard om te beschermen, wordt als “discriminatie” bestreden. Onze maatschappij wordt gezien als een “gedwongen patroon van hetero-normen”, dus als een dictatuur van heteroseksuelen (van verschillend geslacht). Om de mensen uit deze “onderdrukking” te bevrijden, moeten de kinderen van de basisschool al door publicaties en ander onderwijsmateriaal worden aangespoord, zichzelf te onderzoeken of ze homoseksueel geaard zijn en zich met dergelijke praktijken in te laten. [iv]
Hoe onaangenaam het ook is, maar wij moeten ons steeds weer met de inhoud daarvan bezighouden. Slechts dan zijn wij in staat, ze te ontmaskeren en te weerleggen.
3e stap: Wees de ideologen voor!
Dikwijls neigen wij ertoe, onze kinderen niet te vroeg met deze onverkwikkelijke thema’s te confronteren. Deze eigenlijk goede houding wordt tot een ernstig probleem, als wij te lang wachten. Als drugshandelaars in onze wijk nieuwe klanten proberen te winnen, dan zouden wij zeker niet afwachten, totdat zij onze zoons en dochters aanspreken. Inplaats daarvan zouden wij proberen hen van te voren goed voor te lichten.
Zo moeten wij ook met betrekking tot de ideologieën proberen de eerste gesprekspartner te zijn. In de tijd van het eerste tot het derde schooljaar (van Duitse scholen. Vergelijkbaren klassen in Nederland: van groep 3 t/m 5, red.) worden deze thema’s voor het eerst automatisch actueel; uitzonderingen daargelaten. Om hun een goede eerste indruk te geven, moeten wij dus vroeger actief worden. Wij moeten ervoor zorgen dat ons basissschoolleerlingen tenminste enige kenmerkende begrippen gehoord moeten hebben en in staat zijn om de grote lijnen te onderscheiden.
4e stap: Laat de afkeuring en de leugens van de ideologieën zien!
Allereerst moeten wij duidelijk maken wat ideologieën zijn: een door mensen bedacht geloof. Bovendien zijn deze leersystemen niet stabiel en uiteindelijk ook niet rationeel. Dat kunnen kinderen al wel onderscheiden, als wij hun dat duidelijk maken.
Twee voorbeelden ter verduidelijking:
Bewering: “Er bestaat geen natuurlijk onderscheid tussen mannen en vrouwen!”
Feit is: Reeds in de 26e week van de zwangerschap zijn er onveranderlijke verschillen in de opbouw van de hersenen. In alle culturen uit de geschiedenis van de mensheid waren er typisch mannelijke en typisch vrouwelijke taken en gedragingen. Zelfs (cultureel onbelaste) dieren vertonen steeds verschillen met betrekking tot uiterlijk en gedrag. Deze lessen zijn goed duidelijk te maken door een bezoek aan een museum of dierentuin.
Bewering: “Wie toegeeft aan zijn seksuele verlangens, verkrijgt daardoor vrijheid!”
Feit is dat seksualiteit een geweldig geschenk is, als zij binnen het goede kader van een bindend huwelijk beleefd wordt. Potentieel goede dingen leiden echter tot problemen, als zij uit hun gezonde kader gerukt worden.
Zo beschermt de macht van de overheid ons (hopelijk) tegen misdaden. Als de macht echter door bendes of milities wordt uitgeoefend, dan zijn terreur en chaos het gevolg. Pijnstillers in handen van een arts verminderen het lijden. In de handen van een drugsverslaafde wordt het leed echter nog erger. Kinderen onthouden zulke logische, overtuigende verbanden en zij houden van duidelijke antwoorden op moeilijke vragen. Onze taak is dus, schijnbaar goede argumenten van de tegenpartij als onlogisch te ontmaskeren en voorbeelden te gebruiken, die blijven hangen in hun geheugen. Laten wij daarbij creativiteit ontwikkelen en er soms een spel bij bedenken, want een kleine wedstrijd verhoogt het leereffect.
Laten we daarbij denken aan de oude wijsheid: Repetitio est mater studiorum (Herhaling is de moeder van alle wijsheid). Herhaling maakt van neurale wandelpaadjes brede gedachtesnelwegen, zoals Klaus Grawe het noemde.
5e stap: Wees met blijdschap een voorbeeld!
Al de beweringen van ideologen worden zeer succesvol ontkracht, als kinderen tastbare voorbeelden van Bijbelse waarheden zien en ervaren. De meest rampzalige propaganda van feministen en genderisten gaat in rook op als kinderen in het jeugdwerk overtuigde en authentieke mannen en vrouwen voor ogen hebben. De hatelijke tirades tegen het Bijbelse huwelijk vinden geen weerklank, waar kinderen de zegen van deze verbintenis ervaren in hun gezin en gemeente.
Het is een uitdaging om steeds weer bij onszelf na te gaan, welk soort voorbeeld wij zijn. Is ons leven – ook vandaag – een zichtbaar getuigenis van Gods goede instellingen? Spannen wij ons werkelijk in om voorbeelden te zijn die voor de levensplanning van de volwassenen van morgen aantrekkelijk zijn om na te volgen?
6e stap: Maak de kinderen met Gods Woord bekend zó dat ze het lief krijgen!
De Bijbel moet dagelijks voedsel voor onze kinderen zijn. Niet als een liefdeloze plichtsvervulling, maar wij moeten de spijze zoveel mogelijk als waardevolle lekkernij serveren. We mogen daarbij ook de jongsten gerust wat meer toevertrouwen, want ook als zij niet alles meteen begrijpen, dit voedsel werkt lang door. Niet zelden begrijpen zij pas jaren later een vers dat zij gehoord hebben en dat zij dan misschien heel dringend nodig hebben. Hetzij in de familie, in de gemeente of in de jeugdgroep: het is van belang om de Heilige Schrift uit te leggen en eenvoudig begrijpelijk te maken. Het Woord werkt krachtiger dan wij ooit kunnen geloven. Ook bij kinderen en jongeren.
Als wij hun de Bijbelse openbaring met volle overtuiging als tijdloze en onfeilbare waarheid bijbrengen, beschermen wij hen beter dan met welke inenting dan ook. Deze vorm van preventie is één van de machtigste middelen die ons gegeven zijn. De dagelijkse omgang met deze unieke waarheid brengt sterke, in de beste betekenis weerbare, jonge mensen voort. Dat is precies wat we nodig hebben in deze tijd.
7e stap: Bid voor de jonge generatie!
Maak regelmatig werk van gebed voor de kinderen en jongeren. Laten wij onze zorgen en vrees steeds weer bij Jezus leggen: in de binnenkamer en ook in de gebedsgemeenschap. De bewaring en ontwikkeling van de jonge generatie moet voor ons persoonlijk, maar ook voor de hele gemeente een ernstig gebedsonderwerp zijn.
Onze menselijke mogelijkheden blijven beperkt, net als onze wijsheid, onze kracht en alle geestelijke en strategische concepten. Alle succes, ook in deze zaak, ligt in de hand van de Here. Tot Hem moeten wij ons steeds weer wenden, als wij onze kinderen door deze provocerende tijden willen loodsen. Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. (Fil 4:6)
Ik hoop, beste lezer, dat deze regels een eerste aanzet geven om van jammeren tot handelen te komen. Het is onze verantwoordelijkheid, de ons gegeven gaven in deze strijd in te zetten. Wij hebben goed materiaal nodig voor ouders en medewerkers in de kinderclubs. Verder zijn waardevolle geïllustreerde boeken wenselijk, die we kunnen gebruiken om de leerstellingen van ideologen te ontmaskeren en die de scheppingsorde van God groot maken. Ook zijn er verhelderende Bijbelse boeken voor jonge mensen nodig, die de leugen ontmaskeren. Er zijn ouders en medewerkers nodig, die in vertrouwen op God de agressieve aanvallen op onze kinderen moedig met de gezonde leer bestrijden.
De huidige offensieven van de ideologen moeten ons heel in het bijzonder aansporen. Wij kunnen het ons niet veroorloven passief te blijven bij de oorlog om de hoofden en harten van onze kinderen. Daar God ons in deze tijd in dit conflict geplaatst heeft, moeten wij ook in deze zaak leren om Zijn trouwe knechten te zijn. Tenslotte was het volgen van de Here Jezus in alle fases van de geschiedenis een dienst onder extreme uitersten. Het is dringend noodzakelijk deze geestelijke strijd om de jonge generatie als een belangrijke en bevoorrechte dienst te herkennen en te voeren.
David Wilhelm Winkelhake
Bron: De schmale Weg, 4/2014, ook met toestemming van de auteur
[i] Achter de rug van het publieke bewustzijn vindt een Culturele Revolutie plaats die bezig is de binnenste kern van onze sociale structuur in de maatschappij te veranderen. Het gaat om de stapsgewijze ontbinding van de identiteit van man en vrouw; om de seksuele normen en sociale vormen gebaseerd op huwelijk, familie, moeder –en vaderschap. (Gabriele Kuby)
[ii] Zie ook: Alexander Strauch: Die Revolution der Geschlechter (CLV) // Wolfgang Nestvogel: Der Angriff auf Ehe und Familie (Audio CD).
[iii] Zie ook: Gabriele Kuby: Die globale sexuelle Revolution (fe – Medienverlag) // Birgit Kelle: Müssen Kinder alles wissen? (verschenen op 27.01.2014 in Focus).
[iv] Zie ook: Mike Haley: Homosexualität. Fragen und Antworten (CLV) // Matthias Matussek: Ich bin wohl homophob. Und das ist auch gut so. (verschenen op 12.02.14 in Der Welt).
De islam en het Westen
De islam na 7/01
7/01
Met de aanslag van 7 januari 2015 op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo in Parijs lijkt Europa nu zijn eigen ‘9/11’ te hebben. De aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 (daar wordt eerst de maand genoemd en daarna de dag)
schudde dat land wakker: er is een strijd gaande tussen de islam en het Westen. In Europa werd dit besef nog lange tijd verdrongen. Met opluchting en (valse) hoop werd gewezen op de ‘Arabische lente’. ‘Zie je, ook in de Arabische wereld dringen westerse waarden als democratie, vrijheid, gelijkheid en broederschap door.’ Door de aanslag en de gijzeling van 7 januari dringt nu ook in Europa en in Nederland het besef door dat er vanuit de islam strijd wordt gevoerd tegen het Westen. Toch lijken nog steeds veel mensen, vooral politici en journalisten, in een ontkenningsfase te verkeren. In dit artikel wil ik enkele achtergronden schetsen van de islamitische strijd tegen het Westen en daarbij ook stil staan bij de vraag: waarom is deze strijd zo lang niet gezien (en wordt zij door sommigen nog steeds niet gezien)?
De islam en het Westen
Als we kijken naar de verhouding van de islam tot het Westen is het van belang om onderscheid te maken tussen de leer van de islam en haar aanhangers, de moslims. De leer van de islam staat vijandig tegenover het Westen, maar gelukkig geldt dat niet voor alle moslims. Veel moslims in ons land, met burgemeester Aboutaleb van Rotterdam als belangrijkste woordvoerder, willen hier vreedzaam wonen en veroordelen het gebruik van geweld. Daar kunnen we blij om zijn. Met elkaar moeten we samenleven en gezamenlijk trachten om moslims die tegen het Westen strijden, daarvan af te houden.Een zorg blijft echter wel waarom veel moslims wel strijd voeren, door in Syrië of Irak te strijden voor de Islamitische Staat, of door aanslagen te plegen in Europa. Hiervoor moeten we kijken naar de aard van de islam.
Jihad
In de wereldbeschouwing van de islam bestaat de wereld uit twee delen: Dar al-Islam en Dar al-Harb. De Dar al-Islam, het ‘huis van de islam’ is het deel van de wereld waar het gezag van de islam geldt, de Dar al-Harb, het ‘huis van de oorlog’ is het deel van de wereld wat nog aan de islam onderworpen moet worden. De Koran roept alle moslims op om mee te strijden voor de uitbreiding van de Dar al-Islam. Voor deze strijd, de jihad, is het gebruik van geweld geoorloofd. In de Koran staat een groot aantal oproepen om gewelddadig op te treden tegen niet-moslims. In diverse teksten wordt expliciet oproepen om alle niet-moslims te doden (bijvoorbeeld soera 2:191, 4:89 en 4:91).
Vaak wordt gezegd: in de Bijbel staan ook gewelddadige teksten. Er is echter een groot verschil. De Bijbel bevat inderdaad verhalen van gewelddadigheden, maar nooit een oproep om evenzo te handelen. Een algemene oproep om tegen niet-gelovigen te strijden komt in de Bijbel niet voor. Integendeel, de Bijbelboeken roepen juist voortdurend op tot inperking van geweld, vergevingsgzindheid en het in vrede leven met de naaste. In de Koran wordt wel opgeroepen om met geweld tegen niet-gelovigen te strijden en zo de Dar al-Islam uit te breiden. Het gebruik van geweld hoort wezenlijk bij de islam. De islam is vanaf het begin met het zwaard verspreid. Het christendom is verspreid door de prediking van het evangelie. Helaas is daarvoor ook in het christendom het zwaard gebruikt (denk aan Karel de Grote), maar dat was uitzonderlijk. De verspreiding van het christelijk geloof is bijna altijd gebeurd door prediking, in combinatie met ontwikkelingswerk en ziekenzorg. Dat is een groot verschil met hoe de islam wordt verspreid.
Historisch overzicht
Mohammed, de grondlegger van de islam, streed als eerste voor uitbreiding van de Dar al-Islam. Daarbij schrok hij niet terug voor grof geweld. Hij vocht in veldslagen, liet talloze vijanden vermoorden (soms door sluipmoord) en liet ook krijgsgevangenen die zich hadden overgegeven executeren. Dit gewelddadige optreden van Mohammed staat in al zijn levensbeschrijvingen vermeld en wordt in heel de islamitische wereld trots doorverteld. Zijn opvolgers gingen door met het gewelddadig verbreiden van de islam, met veel succes. De Omajjaden wisten in een eeuw tijd heel het Midden-Oosten, Noord-
Afrika en Spanje tot aan Frankrijk toe te veroveren. Karel Martel stuitte deze opmars in 732 bij Poitiers. De eeuwen daarna vond er voortdurend strijd plaats om de Dar al-Islam verder naar Europa te verspreiden. Meer dan 500 veldslagen vonden plaats. Aan het westelijke front werden de moslimlegers teruggedrongen en werd Spanje geleidelijk aan weer terugveroverd. Aan het oostelijke front kwam in de late middeleeuwen het Ottomaanse kalifaat op. Dit islamitische rijk veroverde een deel van Europa: Griekenland, Hongarije, de Balkan, en stond in 1529 voor de poorten van Wenen. Het lot van christelijk Europa hing aan een zijden draad, maar deze belegering werd afgeslagen. Een geallieerde Europese vloot wist in de slag bij Lepanto in 1572 ook een dreigende invasie over zee af te slaan. De dreiging vanuit het Ottomaanse rijk bleef echter aanhouden. In1683 werd Wenen opnieuw door islamitische legers belegerd, maar ook deze keer hield de stad stand.
Het ontzet van Wenen in 1683 was een keerpunt. Vanaf die tijd was de islamitische militaire superioriteit voorbij en begon de westerse militaire superioriteit. Europa begon zich nu steeds meer met de islamitische wereld te bemoeien. In de loop van de 19e eeuw werd bijna heel de islamitische wereld onder gezag van westerse koloniale mogendheden gebracht. In de loop van de twintigste eeuw trokken de westerse landen zich weer terug uit dit gebied. Die westerse koloniale periode wordt veelal gezien als een tijd van onderdrukking, maar het is nog maar de vraag welke regeringen meer onderdrukkend waren: de westerse koloniale regeringen of de huidige islamitische regeringen.
Huidige situatie
Vandaag de dag wordt de jihad niet meer gevoerd door staten met legers. Dat zou ook niet kunnen. Zodra een islamitische overheid openlijk een oorlog tegen het Westen zou beginnen, zou zij door westerse legers worden vernietigd. De tactiek van de jihad is dan ook gewijzigd. Islamitische staten beperken zich nu tot het (openlijk of verborgen) faciliteren van individuele jihadstrijders die met terreuracties de strijd in Europa en Amerika voortzetten. Daarnaast financieren islamitische staten de bouw van moskeeën in Europa en leiden zij imams op om daar de leer van de islam uit te dragen. Ook wordt de moslimbevolking in Europa vanuit islamitische staten gestimuleerd om op partijen te stemmen die de islam zoveel mogelijk ruimte geven.
De positie van de islam in Europa is hierdoor steeds sterker geworden. In grote steden als Marseille, Lyon, Parijs, Lille, Brussel, Antwerpen, Londen, Rotterdam, Amsterdam, Bremen en Hamburg zijn al wijken waar de sharia, het islamitische recht, wordt gehanteerd en waar de westerse overheid niet meer durft in te grijpen. Sommigen vrezen dat deze ontwikkeling zal uitlopen op ‘Eurabië’, een samentrekking van Europa en Arabië, omdat Europa nu sluipenderwijs tot de Dar al-Islam wordt getrokken.
De multiculturele blik
Hoe komt het dat in ons land zoveel mensen zo lang hun ogen hebben gesloten voor deze strijd? Dat hangt samen met ontwikkelingen in onze eigen cultuur. Lange tijd, van de middeleeuwen tot aan de 18e en 19e eeuw, was Europa overwegend christelijk. Voordat de naam ‘Europa’ in zwang kwam, werd dit werelddeel de ‘christenheid’ genoemd.
Met de verlichting in de 18e eeuw veranderde dat. Het christelijke geloof werd steeds verder losgelaten, verlichtingsideologieën kwamen daarvoor in de plaats. De afgelopen decennia was het multiculturalisme het heersende geloof: de christelijke traditie is slecht, alle andere culturen zijn goed. In deze sfeer werden vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw op grote schaal moslimimmigranten binnengehaald. Werd op de christelijke traditie bijna alleen nog maar afgegeven, de islam werd als een verrijking voor onze cultuur beschouwd.
Geschiedenisonderwijs
Een duidelijke illustratie hiervan zien we in de manier waarop de geschiedenisboeken voor scholen worden geschreven. De bovengeschetste geschiedenis van de islamitische strijd tegen Europa wordt doorgaans grotendeels weggelaten. Van alle gevechten die hebben plaatsgevonden worden alleen nog de allerbekendste genoemd (Poitiers, Lepanto en Wenen), de overige 500 veld- en zeeslagen worden stelselmatig niet genoemd. Op deze manier wordt een al 1300 jaar durende oorlog vrijwel genegeerd.
Bekijk je de hoofdstukken middeleeuwen in een doorsnee geschiedenisboek, dan is er nauwelijks aandacht voor al het goede dat het christelijk geloof in ons werelddeel heeft gebracht; de totstandkoming van armenzorg, ziekenzorg, ouderenzorg, het ontstaan van de universiteiten, de grote ontwikkeling die wetenschap en techniek in deze periode maakten, de bloei van literatuur, toneel, schilderkunst, bouwkunst, muziek, de enorme verspreiding van scholen en onderwijs, enz.
In plaats daarvan wordt er vaak veel aandacht besteed aan de misstanden en gruwelijkheden van de kruistochten. Het staat buiten kijf dat er bij de kruistochten vele misstanden hebben plaatsgevonden, vooral het gewelddadige optreden tegen Joden is een triest dieptepunt, maar waar blijft de context van de kruistochten? De kruistochten zijn een reactie op de islamitische expansie waarbij aan christenen de toegang tot het heilige land ontzegd werd. Bezien binnen die context zijn de kruistochten niet meer dan een (relatief beperkte) tegenbeweging tegen de immense expansie van de islam in de 7e – 13e eeuw.
Worden de gruweldaden van kruisridders doorgaans breed uitgemeten, aan de gruweldaden van de islamitische heersers wordt geen aandacht besteed. Waarom geen aandacht voor de achterstelling en vervolging van Joden en christenen in het Midden-Oosten? Voor de christenen die in die periode tot slaaf zijn gemaakt en verhandeld? Voor de massa-executie van christenen onder Saladin? De onthoofdingen, ophangingen en andere terechtstellingen die de afgelopen maanden in het Midden-Oosten hebben plaatsgevonden, die door
Youtube en Facebook bekend zijn geworden en velen hebben geschokt, staan in een traditie die al vele eeuwen gaande is.
Na 7/01
Als gevolg van het multiculturele geloof en dito onderwijs is er nu een generatie mensen opgegroeid die weinig besef meer heeft van de al eeuwenlang durende strijd van de islam tegen het Westen. De aanslag van 7/01 heeft bij velen echter de ogen geopend. De gewelddadige strijd tegen andersdenkenden is niet een randverschijnsel binnen de islam, maar behoort tot de kern ervan. Nogmaals, gelukkig zijn er veel moslims die hier niet achter staan, maar de Koran en de islamitische traditie roepen hier wel toe op.
Onze houding als christenen moet dan ook tweezijdig zijn. We moeten waakzaam zijn tegenover de islam. Dat is een gevaarlijke leer die oproept tot strijd en geweld. Tegelijk is iedere moslim die wij ontmoeten een schepsel van God die wij gastvrij moeten benaderen. Iedere moslim is een naaste en Jezus vraagt ons hen lief te hebben.
Ds. D.M. Heikoop