Inleiding
Er is veel te doen over het huidige onderwijs. Scholen worden door de overheid verplicht kinderen de evolutietheorie te leren, zonder daarnaast het creationisme te zetten. Dit laatste heeft men juist willen verbieden! Overigens valt inmiddels wetenschappelijk ieder poot onder de evolutietheorie vandaan, maar desalniettemin blijft de overheid bij dit dwaze besluit (evolutie blijkt niets anders te zijn dan een geloof, niet meer, niet minder!). Dit mag je kinderen toch niet dwingen om te leren? Daarentegen blijft het creationisme sterk overeind, maar wordt ‘door de wereld’ verguisd. Zo zijn er meer zaken die ons de laatste decennia zijn aangeleerd, die naar mijn mening te maken hebben met een bewuste psychologische conditionering.
Voorbeeld: wat werd ons destijds op school geleerd over Palestina en het Palestijnse volk? En wat wordt aan onze kinderen hierover geleerd?
Als je het hebt over Palestijnen en het Palestijnse volk, dan denk je aan groepen inwoners van het Midden Oosten, die aanspraak maken – of beter gezegd een claim leggen – op grote delen van het land Israël, met name op Jeruzalem! De term Palestijnen wordt specifiek gebruikt voor de (nabestaanden) niet-Joodse inwoners van het vroegere mandaatgebied Palestina, resterend uit het oude Romeinse Rijk. Met de diaspora hebben de Romeinen het land Israël niet alleen van inwoners willen ontdoen, maar ook van de naam Israël. Dit laatste lijkt tot op de dag van vandaag te zijn gelukt. Graag zou ik een en ander eens onder de loep willen nemen en te onderzoeken hoe deze kwestie tot ontwikkeling is gekomen en zich verder heeft weten te ontwikkelen.
De naam Israël
Hier is natuurlijk erg veel over te zeggen, maar laat ik mij beperken tot de hoofdlijnen.
Over de naam Israël lezen we in Genesis 32: 28: “Toen zeide hij: Uw naam zal niet meer Jakob luiden, maar Israël, want gij hebt gestreden met God en mensen, en gij hebt overmocht.” In de verbondslijn zien wij de God van Abraham, Isaäk en Jacob niet een God van een individu, maar van een heel volk. Zo lezen we daarna bij herhaling over het ‘gehele huis Israëls’ (zie Ez 37, 11!). Als later in Ezechiël 47 en 48 het land zelfs in tweeën over de twaalf stammen verdeeld wordt, is en blijft Hij een God van heel het volk (alle 12 stammen).
Als in de Bijbel de naam ‘Israël’ genoemd wordt, gaat het (altijd) over het ‘oude’ volk van God. Ik wil hier niet ingaan op de kwestie dat de kerk vandaag het volk Israël zou zijn, ofschoon ik dit geenszins geloof! Het gaat er om wat Israël van origine is.
Te stellen valt dat de betekenis van de naam Israël ‘strijder Gods’ betekent en dan gaat het om deze ene Jacob, die streed (worstelde) met God, van Hem winnen mocht, maar ten gevolge daarvan levenslang mank liep. Laten we dit strijden, of worstelen even in onze gedachten vasthouden. Ik kon hierop op terug.
Herodotus
Maar waar komt dan ineens de naam Palestina vandaan? En wie zijn dan die Palestijnen?
Hiervoor is het goed om de oudheid te onderzoeken en wat deze ons te bieden heeft.
Voor het gemak heb ik in de bronnenlijst mij beperkt tot internetsites. Wanneer je googelt op het ontstaan van de naam Palestina, kom je uit bij de oude Griekse geschiedschrijver Herodotus. Zoals velen weten, waren de oude Grieken vol van ‘hun mythologie’. Zij wilden de goden behagen en daarmee voorspoed verdienen. Ook weten we, dat in de Griekse oudheid één van de belangrijkste volkssporten het worstelen was. Deze zaken zijn overigens algemeen bekend. Uiteraard zien wij deze zaken terug in de geschriften van Herodotus. Deze man heeft ons meer te vertellen.
Want wat voor ons op dit moment nu zo belangrijk is, dat hij niet alleen de bedenker is van het woord Palestina (zoals wij dit nu thans kennen), maar vooral dat hij daarom als geen ander kan aangeven wie er nu met die Palestijnen bedoeld worden!
De oudheidkundige geschiedschrijver Hēródotos of Herodotus, werd geboren in Halicarnassus (het huidige Bodrun, ca. 485 v. Chr.). Later verhuisde hij naar het Griekse eiland Samos. Een aantal jaren later verhuisde hij naar het RomeinseThurii. Dit was zo rond 425 en 420 v. Chr., waar hij zo rond 425 v. Chr. uiteindelijk stierf.
Er is veel van hem bewaard gebleven.
Nadat hij eerder een ‘verteller van verhalen’ was geweest (zgn. Logios), verlegde hij zijn taak. Hij pleegde namelijk steeds onderzoek naar de dingen waarvan hij hoorde, spoorde ze op en bekeek ze van meerdere zijden. Hierdoor kreeg hij een redelijk objectief beeld van het gebeurde. Vandaag de dag zegt men van hetgeen hij onderzocht, dat dit op een bijna wetenschappelijke manier gebeurde. Kenmerkend was, dat hij iedere keer het gebeurde van een eigen mening voorzag.
Op dit moment wordt hij gezien als een groot Grieks historicus en in het Westen zelfs beschouwd als de vader van de geschiedschrijving. ‘De Historiën’ wordt tot een van zijn belangrijkste werken gezien(http://nl.wikipedia.org/wiki/Palestijnen).
Even dit citaat: Uit recent archeologisch onderzoek blijkt dat veel van Herodotus’ beschrijvingen kloppen. Om zijn verhalen zo waarheidsgetrouw mogelijk te vertellen, geeft Herodotus vaak meerdere versies van eenzelfde verhaal, gevolgd door zijn eigen mening over wat de meest waarschijnlijke variant is. Eén ding komt in zijn werk regelmatig naar voren: de superioriteit en deugden van Grieken ten opzichte van andere beschreven volken(http://www.vecip.com/default.asp?titel=Herodotus&onderwerp=249).
De naam Palestina, een afgeleide van ‘Palaistine’
Juist in dit beroemde geschrift, ‘De Historiën’, is een belangrijk stuk over het ontstaan van de naam Palestina opgenomen.
Op één van zijn reizen hoort Herodotus over de geschiedenis van Jacob en zijn worsteling met God. Hier begint het voor ons spannend te worden. In de originele tekst komen een aantal woorden naar voren, die ons zeer bekend in de oren zullen klinken. Laat ik iets uitleggen.
Het Griekse woord voor worstelaar is “palaistès”. Het hiervan afgeleide woord ‘Palaistine’, betekent ‘land van de worstelaar’.
In ditzelfde stukje geschiedenis wordt verder over dit vreemde volkje vermeld, dat het slechts één God erkent en dat diens Naam door hen niet eens uitgesproken mocht worden, laat staan dat er beelden van Hem gemaakt mochten worden. De Grieken daarentegen kenden vele (antropomorfe – gelijkend op een mens) goden.
Maar er was een man onder het volk Israël, die met deze God heeft geworsteld en zowaar heeft gewonnen. Dit sloeg bij deze Griek in als een bom. Of Herodotus het nou expres heeft gedaan of niet, opvallend is, dat hij de naam Israël verandert en verder niet noemt. Israël is immers de naam die dit volk van de Here heeft gekregen. Nee, Herodotus geeft aan dit volkje de naam Palaistine.
Herodotus doet nog al lacherig over het feit, dat dit volkje hun voorhuidje voor hun God afgesneden hadden. Herodotus vond dit maar uiterst vreemd, zo ook de voor de Griek onbegrijpelijke manier waarop de Joden met hun God omgingen. Er is geen enkel volk in de geschiedenis bekend, die evenals de Joden de besnijdenis kent!
Nu zijn er boze tongen die beweren, dat de Joden alle godsdienstige gebruiken hebben overgenomen van de Egyptenaren. Opvallend is, dat deze theorie vooral uitgedragen wordt vanuit Yale University, bekend (berucht) om de zgn. skull and bones, vrijmetselarij en illuminatie.
Herodotus kent de Joodse geschiedenis en vermeldt zelfs, dat door Gods ingrijpen het leger van de Assyrische koning Sennacherib wordt vernietigd (2 Kon 19:35-36). (http://www.icej.nl/nieuws/palestina_vertaling_israel.htm)
De Filistijnen
Ook Herodotus was op de hoogte van de geschiedenis, dat de Filistijnen aan de zuidelijke kust van het land Israël leefden. De Tenach noemt dit gebeid “Peleshet”. Hij wist ook, dat er onder dit volk een vermenging met een ander volk plaatsvond.
Historische gegevens van inscripties uit Egypte vermelden hierover, dat een niet-Semitisch zeevolk uit Kreta zich wilde vestigen in het vruchtbare deel de Nijldelta (Noord-Egypte). Deze Kretenzers vallen namelijk Egypte binnen, maar zij stuiten al snel op verzet van de Egyptische overheid. Het ´asielzoekende volk´ wordt door het Egyptische leger westwaarts bruut het land uitgedreven. Het einde van het Filistijnse volk.
Zij kwamen (gedwongen) terecht in Peleshet, de smalle kuststrook aan het zuidwesten van Israël aan de Middellandse Zee, waar de Filistijnen in vijf steden woonden. Tegenwoordig bekend als de Gazastrook. Dit geschiedde zo rond de 13e eeuw v. Chr. Deze Kretenzers en de Filistijnen hebben zich in de komende eeuwen(uiteindelijk) met elkaar vermengd.
Tegen de tijd dat Nebucadnezar, de Babylonische vorst, Jeruzalem in 586 v.Chr. aanviel, had hij daarvoor de vijf steden van de Filistijnen volledig verwoest. Alle mannen werden hierbij gedood en de vrouwen en kinderen werden naar Babylon weggevoerd.
Sinds deze tijd wordt we in de geschiedenis niets meer over dit volk vernomen! Er is – zo men algemeen heeft aangenomen – geen enkel geschrift gevonden die – na deze tijd – ooit nog melding heeft gemaakt over dit volk, laat staan over eventuele restanten daarvan! Opmerkelijk is in dit gegeven, dat er ook in die tijd al juist zoveel geschiedenis geschreven werd.
Uit de Bijbel is bekend dat de Filistijnen onbesneden waren, zij aanbaden meerdere heidense goden, spraken hun namen wel uit en maakten grote beelden van hen. Daarnaast en niet onbelangrijk, is dit volk door de Babyloniërs uitgeroeid en werd over hen nooit meer iets gehoord.
Voorlopige conclusie
Herodotus heeft het beslist niet over de Filistijnen en ook niet over ‘Peleshet’ in zijn ‘Historiën’. Peleshet lijkt misschien en met een dosis fantasie wel iets op Palestina; de aanduiding voor dit volk in de Tenach. Maar dit is, zoals we zagen, onmogelijk!
Daarnaast waren de Israëlieten uiteraard besneden en daarin uniek. Zij – Israël alleen – moet dus het volk zijn, dat Herodotus zo uitvoerig en uitdrukkelijk beschrijft. (http://www.icej.nl/nieuws/palestina_vertaling_israel.htm)
Plaatsing in de geschiedenis: het Romeinse Rijk
Maar hoe is het nu verder gegaan? We komen nu in de geschiedenis bij de Romeinen terecht. De Romeinen zijn een bijzonder volk met eigenaardige kenmerken. Het snelle adapteren is daar één van en in deze context erg belangrijk. Adapteren is zoveel als “aanpassen, sluitend maken, bewerken en aanbrengen”. Laat ik een hiervan een paar voorbeelden geven
Tot op de dag van vandaag zien wij deze ‘adaptatie’ terug in de rooms-katholieke kerk. Zij nemen namelijk snel dingen als taal, gebruiken, gedachten en goden over. Door hen vervolgens te overgieten met een ‘Romeins sausje’ heeft het iets eigens voor de Romein gekregen.
Met een snelle blik in onze tijd zien wij een exacte kopie van de oude heidense vissengod Dagon in het gewaad van de paus. Zo is de mijter niet anders dan de kop en bek van een vis, bedoelend de kop van deze god. Vanuit het hoofd (de kop) daaruit wordt geregeerd. Laten zij zich leiden door Dagon? Want waarom gebruik je een exacte kopie van hun priesterlijke gewaden? De stroken langs de mijter moeten de kieuwen voorstellen, de ondermantel het lijf, de bovenmantel de vinnen enz. Zo zijn tot op de dag van vandaag al onze christelijke feestdagen gestoeld op de data van heidense feesten (maanstanden).
Jezus Christus is niet in de winter geboren! Overigens weten wij dit niet precies. Waarschijnlijk in de vroege – of late zomer. In ieder geval was de stal schoon en was het vee buiten! Immers, wat deden de herders die nacht in het veld? Dit zou veel te koud zijn in de winter! Dan zijn de schapen ’s nachts binnen.
Verhouding tussen de Joden en de Romeinen
De Romeinen kunnen we vergelijken met de Duitsers in WO II. Alleen bleven de Romeinen wel heel erg lang in dit land (en het hele Romeinse Rijk) de dienst uitmaken! De Romein en de Jood stonden daarom niet op één lijn. De Joden waren maar lastig, vonden de Romeinen. Zij vertikten het om hun goden aan te nemen, laat staan hen te aanbidden (adaptatie). Zelf deden zij hierover toch ook nooit moeilijk . . . ! Zij kenden in Rome immers zelfs een altaar voor de onbekende god (Hand 18). In ieder geval hadden de Romeinen ook de Griekse naam voor Israël, Palaistine overgenomen (vanaf generaal Pompeius 63 v. Chr.). Hoe typerend is het, dat de Joodse Raad het met de bezetter op een akkoordje gooit om Jezus Christus te laten kruisingen (overigens de meest gruwelijke en pijnlijke dood die er maar te bedenken is). Inderdaad typerend, want de theologen in die tijd hadden alle beloften over de komende Messias zodanig verkracht en geweld aangedaan, dat toen Hij geboren werd door hen niet werd er- en herkend. In dezelfde context spreekt de Bijbel ook over de eindtijd! Hoe wordt er geen gruwelijke aanslag gepleegd op het Woord van God , door verderfelijke theologieën die inmiddels door zo velen zijn geadapteerd.
Graag aandacht voor het volgende citaat:
“Resuming”
So it is very clear that Palestine has never existed as an autonomous entity. There is no language known as Palestinian. There is no distinct Palestinian culture. There has never been a land known as Palestine, governed by Palestinians. From the end of the Jewish state in antiquity to the beginning of British rule, the area now designated by the name Palestine was not a country and had no frontiers, only administrative boundaries.”
Vertaling:
“Hervattend
Het is dus heel duidelijk dat Palestina nooit heeft bestaan als een autonome entiteit. Er bestaat ( niet bekend) geen Palestijnse taal. Er is geen bekende duidelijk Palestijnse cultuur. Er heeft nog nooit een land bekend gestaan onder de naam Palestina, beheerst door Palestijnen. Vanaf het einde van de Joodse staat in de oudheid, tot het begin van de Britse overheersing was er geen land, zoals het land nu is aangewezen, onder de naam Palestina is geen land en had (dan ook) geen grenzen, alleen administratief (veronderstelde) grenzen.”
Hadrianus is de schuldige
Goed, laat ik verder gaan over wie nu uiteindelijk en geheel onterecht de naam Palestina aan dit on-Bijbels en heidens volk gegeven heeft! De latere Romeinse keizer Hadrianus gaf uiteindelijk de naam ‘Syria Palaestina’ aan Judea (voor het district Paleastina in de provincie Syria). Met de bedoeling dat deze Romeinse provincie veel groter was dan het geografische Judea. Velen zien dit als een bewuste poging om de Joden (en hun God) te beledigen en hen van hun Bijbelse erfenis en nationale geschiedenis af te snijden. Zo heeft Hadrianus ook de naam van Jeruzalem veranderd in ‘Aelia Capitolina’, vernoemd na Aelius, de achternaam van de keizer) en naar Jupiter Capotolinus, waarvoor een tempel werd gebouwd op de tempelberg.
Nee, voor Joden was al snel geen plaats meer. In Lucas 19: 41-48 zien wij wat Jezus reeds had aangekondigd, gaat gebeuren. De Romeinen verdreven het volk Israël uit het land dat de Here hun gegeven had. Het land verloor haar inwoners en zelfs haar echte naam.
Wat nu?
Wat mogen wij ons gelukkig prijzen! De wereld heeft op 15 mei 1948 de profetie uit de Bijbel letterlijk en figuurlijk in vervulling zien gaan met het uitroepen van de staat Israël! Hierdoor werden Joden van over de hele wereld weer in hun eigen, rechtmatige en door God aan hun gegeven land, verzameld (zie bijv. Ezechiël 4:3-6 en Jesaja 66:8).
Nu, honderden jaren later, is de naam Palestina echter nog steeds in gebruik, maar wel met een significant en groot verschil! Wordt er nu een volk bedoeld, dat niet oorspronkelijk daar heeft gewoond?
Ook hebben zij Bijbels en historisch gezien geen enkel recht op die grond! Wel houdt het volk Israël zo goed en kwaad als het kan rekening met hen. De absurde claim die het huidige en zgn. ‘Palestijnse volk’ legt op bijvoorbeeld Jeruzalem is absurd. Wat hebben zij daarmee te maken? Jeruzalem staat niet één keer beschreven in de koran als een mogelijke heilige stad voor de islam. Wel Mekka en Medina, maar niet Jeruzalem. De echte Palestijnen zijn niet een mengeling mensen uit Arabische volkeren, maar dat zijn de Joden. Zij alleen hebben recht op hun land, dat in de oudheid vele malen groter was dan de smalle strook nu!
De hele wereld lijkt zich telkens weer tegen Israël te keren. Zo heeft de r.-k. k. zich in de afgelopen eeuwen altijd tegen Israël gekeerd. Deze kerk weigerde dan ook Israël als staat de erkennen! Wel ging de paus naar de Palestijnse gebieden van waaruit zelfmoordaanslagen op Israël werden gepleegd. Zij die zich nu het Palestijns volk noemen, doen dit feitelijk onterecht en de vraag is, of zij dit weten?
Laten wij bidden voor de vrede van Jeruzalem. Iets dat slechts zal komen, nadat de Here Jezus Christus is teruggekomen.
Maranatha!
Erick Ligtenberg
Gebruikte internetbronnen:
http://israelendebijbel.com/index.php?option=com_content&view=article&id=43:whycallthepalesinians&catid=14:interesting-to-know-&Itemid=10〈=en
http://www.icej.nl/nieuws/palestina_vertaling_israel.htm
http://www.tzemach.org/questions/historypalestine.htm
http://www.vecip.com/default.asp?titel=Herodotus&onderwerp=249
http://www.bible.ca/archeology/bible-archeology-exodus-ancient-geographers-maps-sinai-egypt-midian-arabia-kadesh-barnea-shur-herodotus-484bc.htm
http://www.encyclo.nl
http://www.google.nl/imgres?imgurl=http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/3/33/Twosret.jpg/220px-Twosret.jpg&imgrefurl=http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_en_prehistorie_van_Palestina&usg=__50p41ia60mWGpLW-DdC7BucM90U=&h=325&w=220&sz=26&hl=nl&start=30&itbs=1&tbnid=HDCZvFV7_0EutM:&tbnh=118&tbnw=80&prev=/images%3Fq%3Dkaart%2BFilistijnen%26start%3D18%26hl%3Dnl%26sa%3DN%26ndsp%3D18%26tbs%3Disch:1
Kamervragen over ADHD
Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over ADHD in Nederland (ingezonden 17 februari 2011).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport «ADHD in Nederland; Kinderen verdienen beter; een oproep voor een gezonde aanpak van de ADHD-epidemie» van de Stichting Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens?1 Bent u bereid uw reactie op dit rapport vóór 1 april 2011 aan de Kamer te zenden?
Vraag 2
Wat is uw mening ten aanzien van het feit dat het geneesmiddelengebruik bij ADHD in Nederland sterk is toegenomen de laatste jaren?
Vraag 3
Wat is uw mening over de uitspraak van dr. Allen Frances, voorzitter van de taskforce die de huidige versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV) tot stand bracht, dat de definitie die opgesteld werd voor ADHD heeft geleid tot een onbedoelde groep patiënten met dit etiket, die wellicht beter af zouden zijn buiten het gezondheidszorgsysteem? Welke gevolgen zou dit kunnen hebben voor de behandeling van kinderen met ADHD?
Vraag 4
Deelt u de mening dat richtlijnen en protocollen beïnvloed kunnen worden door verschillende belangen en dat de overheid alert moet zijn op de belangen die spelen, zoals die van de farmaceutische industrie? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wanneer wordt de aangenomen motie Arib (inzake een wettelijke regeling voor een register waarin de banden tussen farmaceutische bedrijven en artsen/onderzoekers) uitgevoerd?
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de ernst van de bijwerkingen van geneesmiddelen die nu als standaardtherapie worden gegeven aan kinderen met ADHD? Bent u er van overtuigd dat de huidige behandelrichtlijnen, waarin medicatie op de eerste plaats staat, verantwoord zijn in het licht van de ernst van de bijwerkingen?
Vraag 7
In hoeverre worden in Nederland gebruikers van methylfenidaat bevattende medicijnen gecontroleerd op de door de European Medicines Agency, de Europese Commissie, de Food and Drug Administration van de VS, de International Narcotics Control Board en door het Kinderrechten Comité van de VN aangegeven waarschuwingen?
Vraag 8
Bent u op de hoogte van het feit dat het Bundesinstitut für Arzneimittel und Medizinprodukte (BfArM) op 16 september 2010 de goedkeuring voor methylfenidaatbevattende middelen in Rheinland Pfalz heeft beperkt en de Gemeinsame Bundesausschuss op 1 december 2010 nieuwe regels uitgaf om de mogelijkheid om psychostimulantia voor te schrijven verder te beperken? Wat is hierover uw mening?
Vraag 9
Welke andere dan medicamenteuze behandelingen voor ADHD zijn mogelijk in Nederland? In hoeverre wordt van deze behandelingen gebruik gemaakt? In hoeverre wordt van deze behandelingen gebruik gemaakt voordat overgegaan wordt tot medicamenteuze therapie?
Vraag 10
Bent u op de hoogte van het onderzoek van mevrouw Pelsser dat bewijst dat met behulp van een dieet en een goede begeleiding van ouders ADHD bij 78% van de kinderen kan verdwijnen? Welke gevolgen dient dit onderzoek naar uw mening te hebben voor de behandeling van ADHD?
Vraag 11
Bent u van mening dat in Nederland voldoende wordt gekeken naar alternatieven voor medicamenteuze behandeling van ADHD? Zo nee, wat kunt u doen om dit te veranderen?
Vraag 12
Deelt u de mening dat critici van de huidige behandeling van ADHD met geneesmiddelen onvoldoende serieus genomen worden en onvoldoende invloed hebben op de behandeling? Zo ja, vindt u dit terecht? Zo nee, hoe wilt u dit veranderen?
Vraag 13
Kunt u van elk van de in het rapport genoemde aanbevelingen aangeven in hoeverre u deze aanbeveling zinnig vindt, in hoeverre de aanbeveling nu al in de praktijk wordt gebracht en of, hoe en wanneer u de aanbeveling gaat overnemen en implementeren?
Gevolgen gamen
Gevolgen gamen
‘Veel gamen verhoogt kans psychologische problemen’
Brits onderzoek: fysieke activiteit compenseert scherminvloed niet
Volgens Britse wetenschappers kan twee uur per dag besteden aan gamen of televisie-kijken psychologische problemen bij kinderen veroorzaken, ook al besteden ze de rest van de dag aan fysieke activiteiten.
Volgens een nieuwe Britse studie hebben kinderen die twee uur per dag besteden aan televisie of games zestig procent meer kans op psychologische problemen. Volgens het onderzoek wordt de kans op problemen alleen maar groter als er langer dan twee uur wordt besteed aan het kijken van televisie of het spelen van games. Zaken als geslacht, opleiding of economische achtergrond zouden geen invloed hebben op deze gegevens.
“We weten dat fysieke activiteiten goed zijn voor de fysieke en mentale gezondheid van kin-deren en er is bewijs dat het kijken naar een televisie geassocieerd wordt met negatief gedrag”, aldus hoofdonderzoeker dr. Angie Page tegen Reuters. “Maar het was niet eerder duidelijk dat hoge fysieke activiteiten niet kunnen compenseren voor veel televisiekijken bij kinderen.”
Duizend kinderen
Het onderzoek werd gehouden over meer dan duizend kinderen van 10 en 11 jaar. Deze kinderen werden zeven dagen lang vragen gesteld om er achter te komen hoe lang ze per dag voor een televisie of een computer zaten en hoe ze zich er onder voelden. Hieronder vallen onder andere hun emotie en gedragsproblemen.
Bron: Gamer.nl, 11 oktober 2010
Sleutelfactor toename ADHD ontzenuwd?
Sleutelfactor toename ADHD ontzenuwd?
Jongste leerlingen 60 procent vaker diagnose ADHD dan oudste in dezelfde klas
Bijna 1 miljoen kinderen in de Verenigde Staten hebben mogelijk de verkeerde diagnose attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) gekregen – alleen omdat ze de jongst en daardoor minst rijpe waren, in hun kleutergroep.
Deze kinderen krijgen beduidend vaker gedragsveranderende medicijnen, zoals Ritalin, voorgeschreven. Een dergelijke ongeschikte behandeling is vooral zorgwekkend, omdat het niet bekend is welke invloed het gebruik van stimulerende middelen op de lange termijn op de gezondheid van kinderen heeft.
Science Daily:
“Het verkwist naar schatting $320 miljoen-$500 miljoen per jaar aan onnodige medicatie – waarvan ongeveer $80 miljoen-$90 miljoen betaald wordt door Medicaid.”
Attention Deficit Disorder (ADD) en Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) lijken min of meer de verzamelbak te zijn geworden voor kinderen die zich niet “goed gedragen” en zoals dit onderzoek laat zien, zou deze persoonlijke observatie wel eens een kern van waarheid kunnen hebben.
Sinds 2006 hebben ten minste 4,5 miljoen Amerikaanse kinderen onder de 18 de diagnose ADHD gekregen, volgens statistieken van de CDC.
Het bovenstaande onderzoek, gepubliceerd in het Journal of Health Economics in juni, stelde vast dat ongeveer 20 procent van deze kinderen waarschijnlijk een verkeerde diagnose heeft gekregen. Dat is bijna een miljoen kinderen alleen al in de VS.
Het onderzoek kwam tot de conclusie, dat veel van de jongste kinderen in een klas duidelijke “symptomen” van ADHD vertonen, zoals niet stil kunnen zitten en een onvermogen om zich te concentreren, alleen omdat ze vergeleken worden met rijpere klasgenootjes.
Hoe wordt ADHD gediagnosticeerd?
ADHD impliceert een groep symptomen waaronder onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsief gedrag. Er bestaat geen doorslaggevend instrument, zoals een hersenscan, om te bepalen of iemand ADHD heeft. Er is alleen subjectieve beoordeling en leerkrachten kunnen een belangrijke rol spelen bij deze beoordeling.
De term ADD is voor het grootste deel vervangen door ADHD, omdat die term twee van de meest voorkomende symptomen van de aandoening beschrijft, namelijk onoplettendheid en hyperactief impulsief gedrag.
De meeste kinderen laten een combinatie van deze twee eigenschappen zien en kunnen ook de volgende symptomen vertonen:
Zoals u ziet, zijn veel van deze “symptomen” van tijd tot tijd van toepassing op de meeste kinderen! Daarom komen alleen degenen die de klok rond worstelen met onoplettendheid en hyperactiviteit of impulsief gedrag in aanmerking voor het etiket ADHD.
Kinderen die deze symptomen op school vertonen, maar niet thuis of met vriendjes hebben waarschijnlijk geen ADHD. Hetzelfde geldt voor kinderen die thuis symptomen vertonen, maar niet op school.
Gaat het om ADHD of gewoon om onrijpheid?
Omdat deze gedragsstoornis zo gemakkelijk foutief gediagnosticeerd wordt en de doorwerking van een diagnose zo ernstig is, is het essentieel dat u actief betrokken bent bij en goed let op het ontwikkelingsproces van uw kind.
De medicijnen die bij deze aandoening worden voorgeschreven, zijn behoorlijk gevaarlijk en kunnen leiden tot verslaving en op de lange termijn tot gezondheidsproblemen en zelfs de dood. Medicijnen zouden een laatste redmiddel moeten zijn en niet een logische consequentie van onrijp of “slecht” gedrag.
Het onderzoek stelde vast, dat jongste leerlingen 60 procent vaker een diagnose ADHD kregen dan de oudste in dezelfde klas. En wanneer men rekening houdt met rijpingsniveau en normaal gedrag van een 6- ten opzichte van een 7-jarige, kan men eenvoudig zien waarom.
Science Daily schrijft:
“Het is uiterst belangrijk om te weten dat de diagnose ADHD afhangt van de leeftijd van een kind in verhouding tot klasgenootjes en de waarnemingen van de leerkracht of het kind symptomen vertoont.”
Assistent professor Elder: “Als een kind zich slecht gedraagt, als hij onoplettend is, als hij niet stil kan zitten, kan dat simpelweg komen, omdat hij 5 is en de andere kinderen 6. Er is een groot verschil tussen een 5-jarige en een 6-jarige en leerkrachten en artsen moeten daar rekening mee houden als ze beoordelen of kinderen ADHD hebben.”
Bovendien is het belangrijk dat ouders zelf de touwtjes in handen houden en hun eigen beoordeling bekend maken, omdat het onderzoek ook concludeerde dat “De geboortedatum van een kind ten opzichte van de vermogens de beoordeling van de leerkracht sterk beïnvloedt of het kind symptomen van ADHD laat zien, maar slechts zwak in verband gebracht wordt met gelijkwaardig gemeten waarnemingen van de ouders, waarmee gesuggereerd wordt, dat veel diagnoses gestuurd worden door de waarneming door de leerkracht van slecht gedrag van de jongste kinderen in een klas.
Deze waarnemingen hebben langdurige gevolgen: de jongste kinderen in groep 5 en 8 krijgen bijna twee keer zo vaak als hun oudere klasgenoten regelmatig gebruik van stimulerende middelen voorgeschreven om ADHD te behandelen.”
Wat veroorzaakt ADHD?
Er zijn een aantal theorieën die de toename van het aantal ADHD-diagnoses verklaren, waaronder:
Een onderzoek uit 2007 vond een sterke relatie tussen het aantal neurologische stoornissen als ADHD en vaccinaties in de kindertijd. Hulpstoffen als kwik in vaccins zijn ook in verband gebracht met neurologische problemen.
Kinderen die voedsel eten dat stijf staat van glucosestroop en vruchtensappen lijken een hogere graad en ernst van deze symptomen te hebben. Hoewel organische granen beter zijn dan bewerkte granen, reageren veel kinderen met ADHD niet goed op de meeste granen, in het bijzonder tarwe.
Een onderzoek uit 2006 concludeerde, dat als de moeder alcohol of andere drugs gebruikte tijdens de zwangerschap dit het risico op ADHD kon vergroten. Blootstelling aan lood en kwik kan ook symptomen van ADHD veroorzaken en bestrijdingsmiddelen en de chemische stoffen polychloorbifenyl (PCB’s) worden ook genoemd als mogelijke boosdoener.
Mensen die gevoelig zijn voor chemicaliën kunnen symptomen van ADHD vertonen, als ze worden blootgesteld aan iets simpels als kleding gewassen met geparfumeerde zeep die vol zit met chemicaliën. Pemanente (linnen)pressing en vlekverwijderaars bevatten ook chemicaliën die ADHD-achtige reacties kunnen uitlokken bij mensen die er gevoelig voor zijn.
Sommige wetenschappers richten hun onderzoek nu op het vinden van genen die mensen meer vatbaar maken voor deze stoornis.
Bepaalde voedselkleurstoffen en andere toevoegingen kunnen ADHD-achtige symptomen veroorzaken. Deze chemicaliën versterken elkaar als ze worden gecombineerd met suikers als fructose.
Stress is de meest ondergewaardeerde en over het hoofd geziene variabele die ADHD gemakkelijk kan verergeren. Als de ouders relatieproblemen hebben, heeft dat al snel een invloed op het gedrag van het kind.
Dit kan resulteren in geboortetrauma en gebrek aan zuurstof voor de pasgeborene, wat het risico op ontwikkelingsachterstand beduidend kan vergroten.
Maar de bepalende factor is, denk ik, voeding, of liever het gebrek daaraan.
We weten, dat de voedselkeuzes van de meeste kinderen – en volwassenen – vandaag de dag belabberd zijn. Hoe kun je redelijkerwijs verwachten, dat een kind zich normaal gedraagt als hij volgestopt wordt met gemodificeerde granen, suikers, bewerkt voedsel vol chemicaliën en genetisch gemodificeerde ingrediënten en sappen en frisdranken in plaats van zuiver water?
Voeg daar de veel te lage hoeveelheid groenten aan toe die de meeste mensen eten – tot 90 procent minder dan nodig is voor de gezondheid – en een overdaad van bewerkte beschadigde omega-6 vetten en een gebrek aan omega-3 vetten en gedragsproblemen liggen voor de hand.
Je kunt geen gezond functionerend brein hebben, als de juiste ingrediënten om een gezond brein te ontwikkelen of te onderhouden niet gegeven worden!
De ADHD-“epidemie” creëert een generatie van drugsverslaafden
Als de diagnose eenmaal is gesteld, behelst de gebruikelijke aanpak meestal medicatie. Vaak voorgeschreven medicijnen zijn:
Ritalin en Concerta bevatten methylphenidaat, een krachtige psychositmulerende drug, die in dezelfde klasse valt als cocaïne. Adderall bevat amphetamine (ook wel “speed”) en dextroam-fetamine.
Begrijp alstublieft goed dat het feit dat deze drugs alleen verkrijgbaar zijn op recept ze NIET veiliger maakt dan hun illegale “straatdrug” equivalent.
Methylfenidaat heeft hetzelfde effect als zeer verslavende drugs. Ritalin heeft bijvoorbeeld hetzelfde farmacologische profiel als cocaïne, toch zijn de effecten ervan zelfs nog sterker. Door gebruik te maken van brain imaging (MRI) hebben wetenschappers ontdekt, dat in de vorm van tabletten, Ritalin meer neurotransporters bezet die verantwoordelijk zijn voor het gevoel van “high” zijn, zoals verslaafden dat ervaren na het spuiten of roken van cocaïne.
In essentie hebben we een grote groep van nieuwe drugsverslaafden gecreëerd, door hen klaar te stomen voor verslaving op zeer jonge leeftijd.
Dit is een bijzonder schrijnende gedachten wanneer je bedenkt dat, naar alle waarschijnlijkheid, bijna een miljoen kinderen gedrogeerd wordt alleen maar, omdat ze zich gedragen naar hun leeftijd en waarschijnlijk zelfs nog meer kinderen krijgen verslavende medicijnen, terwijl gezond voedsel is wat ze echt nodig hebben.
Het is het vermelden waard dat sommige ADHD-medicijnen, net als antidepressiva, in verband worden gebracht met een toename van suïcidale gedachten en/of gedrag.
Strattera, dat atomoxetine hydrochloride bevat, draagt deze waarschuwing dan ook op de bijsluiter: hallucinaties, toegenomen agressief gedrag, hartaanvallen en beroertes zijn ook mogelijk bijwerkingen van ADHD-medicijnen.
Ritalin gebruik in Amerika is uit de hand gelopen
Volgens de Cancer Prevention Coalition (CPC) van dr. Samuel Epstein verstrekken apothekers in de VS vijf keer zo veel Ritalin als de rest van de wereld bij elkaar. In totaal krijgt 60 tot 90 procent van de kinderen in de VS met aandachtstekortstoornissen dit krachtige medicijn voorgeschreven, wat er op neerkomt dat 3 tot 5 procent van de Amerikaanse kinderen en tieners Ritalin slikken.
Volgens de officiële beschrijving stimuleert Ritalin het centrale zenuwstelsel wat leidt tot bijwerkingen als
Onderzoek heeft Ritalin ook in verband gebracht met veel ernstiger problemen als kanker.
Natuurlijke manieren om symptomen van ADHD te verlichten
Als het aankomt op gedragsproblemen als ADHD hoop ik oprecht dat mensen zullen gaan inzien dat medicatie, als het al noodzakelijk is, echt een uiterst middel zou moeten zijn, als er echt geen andere optie meer is, Voordat u medicatie overweegt, denk dan eerst eens aan het toepassen van de volgende strategieën, in combinatie met de verzekering dat uw kind wordt beoordeeld naar zijn leeftijd:
Dr. Mercola, september 2010
De ‘Teletubbies’ zijn net zo schadelijk voor uw kind als een gewelddadig computerspel
We moeten voorkomen, dat kinderen onder de drie televisie kijken, anders lopen we het risico dat we onomkeerbare schade aan hun gezondheid toebrengen. Het klinkt misschien schokkend, maar wees gerust, ik ben allesbehalve een tegenstander van technologische vooruitgang. Ik maak met plezier gebruik van mijn gloednieuwe iMac en we hebben ook een televisie. Ik heb mijn drie jongste kinderen echter geen televisie laten kijken, voordat ze drie jaar oud waren. Laat me uitleggen waarom….
De afgelopen tien jaar heb ik gegevens verzameld en wat ik ontdekte, baarde me als bioloog en als ouder grote zorgen.
Afgelopen maand heb ik mijn bevindingen gepresenteerd aan Euro-parlementariërs in Brussel. Mijn boodschap was ondubbelzinnig.
Pas op: de tijd die de kinderen voor het scherm doorbrengen, ongeacht wat de kleintjes kijken, kan hun welzijn op latere leeftijd ernstig beïnvloeden.
Er moet een aanbeveling komen voor de dagelijkse hoeveelheid tijd die voor het scherm wordt doorgebracht, zoals we dat ook hebben voor zout en vet. Anders lopen we het risico onze kinderen schade te berokkenen op het moment dat ze het meest kwetsbaar zijn. In 2008 verbood de Franse regering daadwerkelijk programmering die gericht was op kinderen onder de drie.
Onderzoek heeft erop gewezen dat niet wat je kijkt, maar op welke leeftijd je ermee begint en hoe lang je kijkt een schadelijk effect heeft. In veel opzichten kan de ‘Teletubbies’ of welk educatief programma voor kinderen ook, psychologisch even schadelijk zijn als een gewelddadig computerspel.
Hoe heeft het kijken naar iets op een scherm of het nu een tv, een dvd, computerspelletjes of surfen op het internet is meer negatieve invloed dan ander tijdverdrijf als lezen of handwerken? Dat komt, omdat we onbewust aan de televisie gekluisterd worden. Het prikkelt de oriëntatie-reactie: onze gevoeligheid voor beweging en plotselinge veranderingen in beeld of geluid. Onderzoeken hebben aangetoond dat zuigelingen, terwijl ze op hun rug op de vloer liggen, hun nek ongeveer 180 graden draaien om te kijken. Dat we worden aangetrokken om te kijken naar heldere en snelbewegende dingen is een evolutionair mechanisme, een overlevingsinstinct. Deze beelden op het scherm prikkelen wat psychologen aandacht-inertia noemen: we worden aan de buis gekluisterd en we kunnen onze ogen niet meer losmaken van het scherm. Hetzelfde gedrag komt bij sommige dieren voor. Maar het lijkt erop dat wij de prijs betalen voor het toegeven aan deze primitieve behoeftes. Wetenschappers hebben de effecten geobserveerd die varieerden van de onmiddellijke afgifte van hormonen in het bloed, die bij kunnen dragen aan gezondheidsproblemen op de lange termijn, tot daadwerkelijke lichamelijke veranderingen in de hersenen en leerstoornissen.
Uit een onderzoek van de universiteit van Florence uit 2006 van kinderen tussen zes en der-tien jaar die een gemiddeld aantal uren tv keken, bleek dat hun melatonine-niveau – een hormoon dat maakt dat we slapen, maar dat ook belangrijk is voor een gezond immuunsysteem en dat het begin van de puberteit regelt – steeg met 30 procent na één week zonder scherm.
Als tv de afgifte van melatonine onderdrukt, is dat dan een verklaring voor het feit dat de puberteit bij meisjes tegenwoordig op een gemiddelde leeftijd van negen jaar en tien maanden begint – een jaar eerder dan twintig jaar geleden?
Hormonen die gerelateerd zijn aan de stofwisseling worden ook beïnvloed. Een onderzoek van de universiteit van Sydney dat deze zomer werd gepubliceerd, toonde aan, dat een groep van 290 jongens van 15 jaar die elke dag meer dan twee uur tv of dvd’s keken of computerspelletjes speelden, verhoogde niveaus van bepaalde chemische stoffen hadden die gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van hart- en vaatziekten op latere leeftijd.
En dit jaar toonde de universiteit van Kopenhagen aan, dat personen die 45 minuten voor een computerbeeldscherm hadden gezeten aansluitend 230 calorieën meer consumeerden van een buffet dan zij die geen stimulus hadden gekregen.
Deze bevindingen worden gesteund door een onderzoek van de universiteit van Birmingham dat aantoonde, dat vrouwen die tv keken tijdens een maaltijd eerder geneigd waren om in de uren daarna te gaan snacken. Eén theorie is dat de tijd voor het scherm de afgifte van stoffen die geschakeld zijn aan honger en verzadiging in het bloed onderbreekt. Of misschien wordt het geheugen aangetast, zodat we vergeten dat we gegeten hebben.
Misschien het meest fascinerende onderzoek van de ‘Dunedin School of Medicine’ in Nieuw Zeeland werd in 2004 gepubliceerd. Onderzoekers volgden 1000 personen vanaf hun vroege jeugd, 26 jaar lang. Ze ontdekten, dat degenen die meer dan twee uur per dag keken tussen de leeftijd van vijf en vijftien, 15 % meer kans hadden op een verhoogd bloedcholesterol. Deze factor bleef, ongeacht andere factoren als sociale achtergrond, body-mass-index (BMI) op vijfjarige leeftijd, BMI van de ouders of de ouders roken en hoe fysiek actief de kinderen waren op 15-jarige leeftijd. Zij die geen tv keken, hadden geen verhoogde gezondheidsrisico’s.
De tijd voor het scherm stimuleert ook de afgifte van dopamine, een stof in de hersenen die betrokken is bij het leren en concentreren. Als we iets nieuws zien of meemaken, wordt do-pamine afgegeven in de hersenen. Het doel is onze aandacht te richten.
De stortvloed aan beelden tijdens de gewone tijd voor het scherm kan ervoor zorgen, dat de hersenen ongevoelig worden, zodat het kind later, als hij zich moet concentreren op iets dat geen hyper-stimulerend effect heeft – een boek of een leerkracht – ontdekt, dat hij dat niet kan. Het is vergelijkbaar met mensen die zout toevoegen aan hun eten en dan vinden dat eten zonder zout flauw smaakt.
Ongeveer 80 % van de ontwikkeling van onze hersenen vindt plaats voor ons derde jaar en de tijd die voor het scherm wordt doorgebracht op deze leeftijd lijkt bijzonder schadelijk te zijn.
Aan de andere kant van het spectrum toonde een onderzoek van het ‘Hart en Diabetes Instituut’ in Melbourne aan dat elk uur tv-kijken op volwassen leeftijd geassocieerd werd met een daling van 18 % sterfgevallen aan hartkwalen. Zij die vier of meer uur per dag keken, hadden 80 % meer kans op een dodelijke hartkwaal.
Op de leeftijd van 75 jaar heeft de gemiddelde Brit meer dan 12 jaar tv gekeken. Zij die tussen de 11 en 15 jaar oud zijn, spenderen nu 50 % van de tijd dat ze wakker zijn – 42 uur per week, zes uur per dag – voor een scherm.
Het goede nieuws? Als u de tv uitzet, kunt u deze nadelige effecten voorkomen of omkeren. Tenslotte zijn er geen gezondheidsrisico’s verbonden aan het lezen van een goed boek.
Dr. Aric Sigman
Sept. 2010
Nieuwe spiritualiteit beïnvloedt kerk en gemeente
Nieuwe begrippen
New age, nieuwe tijd? Is dat niet al lang voorbij? Inderdaad behoort het begrip new age als aanduiding voor een periode al lang tot de verleden tijd. Maar hoe is het met het gedachtegoed?
In hun nieuwe boek “Spirituele krachten van een nieuw tijdperk” (Duitse uitgave ISBN 978-3-7655-1458-6 /prijs € 9,95 bewijzen de gewezen boeddhist Martin Kamphuis en zijn echtgenote Elke als gewezen mystica, dat het newage-gedachtegoed al lang geaccepteerd is door en geïntegreerd is in de maatschappij, maar niet meer onder de naam new age optreedt, maar onder begrippen als ‘spiritualiteit’ of ‘holistisch denken’.
Eén van de voorbereiders van new age, de van oorsprong Oostenrijkse in Amerika levende fysicus Fritjof Capra, voorspelde in 1990 in een boek, dat de invloed van de newage-beweging zich in onze maatschappij als eerste zal richten op de volgende punten:
De mens is goddelijk.
Met een gedegen kennis van zaken beschrijven Martin en Elke Kamphuis, hoe ons alledaagse leven door het newage-gedachtegoed reeds beïnvloed wordt – bijv. in schoolboeken. Zo bestaat er in de Duitse deelstaat Hessen een Engels studieboek voor de 5e klas, waarin gesproken wordt over een geest met de naam Prunella die je bij je schoolwerk helpt. Ook de Harry Potterboeken hebben zeer sterk ertoe bijgedragen, dat een hoofddoel van de new age – de belangstelling voor het occulte – kan worden bereikt. Het huidige christenechtpaar Kamphuis biedt nog meer voorbeelden van newage-denken op het gebied van management en gezondheidszorg. Zo is het begrip holistische gezondheidzorg door de newage-beweging populair geworden en van een nieuwe inhoud voorzien.
Het echtpaar Kamphuis schrijft : ”Wie met open ogen de ontwikkeling van onze samenleving volgt, wordt het steeds duidelijker, dat de door Capra genoemde doelen worden verwerkelijkt. Wanneer er vandaag de dag sprake is van spiritualiteit, ziet men bijna automatisch een mediterende persoon voor zich. De lichaamshouding doet een mystieke ervaring vermoeden, waarin een versmelting met de kosmos, de natuur of het goddelijke moet plaatsvinden. Het gaat om een toestand, waarin de mens volledig opgaat, een soort kosmische eenheidservaring.” Ongeacht waar het newage-gedachtegoed opduikt, steeds gaat het in de kern daarom, dat de mens uiteindelijk goddelijk is en dit goddelijke potentieel ontvouwen kan, volgens de auteurs van dit hoogst actuele boek. Dit ontdekken van de ‘goddelijkheid’ is natuurlijk volledig in tegenspraak met de Bijbel, in welks licht Kamphuis alle actuele newage-elementen onderzoekt.
‘De Uitnodiging’ een newage-produkt
Hoezeer de westerse maatschappij – en ook kerk en gemeente – reeds door het newage-gedachtegoed is beïnvloed, wordt duidelijk door de wereldbestseller “The Shack” of de Nederlandse vertaling “De Uitnodiging/een weekend met God”. Wereldwijd werd deze roman meer dan 10 miljoen keer verkocht en steeg snel op de boekhandelbestsellerlijsten. Waarover gaat het in dit boek?
De schrijver, William Paul Young, vertelt in zijn werk de geschiedenis van de hoofdpersoon Mack, van wie de jongste dochter Missy op 6-jarige leeftijd na een campinguitstapje ontvoerd en vermoedelijk om het leven gebracht is. De laatste aanwijzingen over het meisje vindt men in een hut in de wildernis van Oregon. Mack die tengevolge van het verlies van zijn dochter depressief wordt en een wrok koestert tegen God, ontvangt plotseling na drie en een half jaar een mysterieuze uitnodiging in die hut, waarin de politie de laatste sporen van zijn dochter heeft gevonden. Mack gaat op de uitnodiging in en brengt daar een levensveranderend weekend door in het ‘bijzijn van God’.
De korte inhoudsbeschrijving geeft bij verre niet weer, waarom het in deze wereldbestseller werkelijk gaat. William P. Young voert door middel van zijn romanfiguur Mack lange fictieve gesprekken met God, respectievelijk de god die Young zich voorstelt. De auteur presenteert aan zijn lezers een drie-enig God, die nog aangevuld wordt door een vierde persoon. Youngs god, die hij “Pappa” noemt, wordt deels mannelijk, maar hoofdzakelijk vrouwelijk voorgesteld in de persoon van een grote, dikke Afro-Amerikaanse. ’Sarayu’ een kleine, duidelijk Aziatische vrouw, komt in beeld als “Heilige Geest”. En “Jezus” wordt als een grappige ambachtsman uit het nabije Oosten voorgesteld. Bij deze drie personen komt nog een vrouw met de naam Sophia, die als alwetende rechter optreedt.
Georg Walter
Nu heeft Georg Walter als eerste in het Duitstalige gebied een analyse opgesteld, die glashelder laat zien, welk religieuze ideeën en welk gedachtegoed William P. Young verwerkt heeft. Het boek heet “Gott zum Anfassen? Die Hüte und die neue Spiritualität “ (vertaald “God om aan te raken? De hut en de nieuwe spiritualiteit”) ISBN 978-3-86699-225-2/€ 5,90. Maar niet alleen dat, Walter laat ook zien, dat de inhoud van het boek binnen de christenheid door een verandering van geloofsstandpunten gretig is ontvangen. Het is een ‘nieuwe spiritualiteit’, die zeer sterk beïnvloed wordt door newage-gedachten. Elke en Martin Kamphuis laten in hun boek zien, hoe de humanistische psychologie het newage-bewustzijn heeft opgenomen en daardoor veranderd is. Eén uitwerking. Daar, waar vandaag “deze nieuwe psychologie heeft postgevat, bestaat er geen zonde meer”, citeert Walter de Amerikaanse geloofssocioloog Alan Wolfe.
Walter verduidelijkt, hoe een moralistisch, therapeutisch deïsme het christelijk geloof veranderd heeft. Hij schrijft: “Onder een ‘moralistisch, therapeutisch deïsme’ verstaat men een godsbeeld, dat psychologische en morele opvattingen op de voorgrond stelt. M.a.w. christenen zoeken hun hulp in eerste instantie in psychologische methoden – in plaats van Bijbels gefundeerd pastoraat… “. Begrippen als “zonde” of “hel” zouden nauwelijks nog gebruikt worden en zouden ook zo uit het denken verdwijnen.
Exact deze zienswijze komt tot uitdrukking in het boek “De Uitnodiging”. In een gesprek over de toorn van God en Gods houding ten aanzien van de zonde zegt “Pappa” tegen Mack: “Ik hoef de mensen niet te straffen voor hun zonden. De zonde op zich is volgens “Pappa” al straf en Hij kan, als God, zich met betrekking tot de zonde alleen genezing voorstellen. Young zelf gelooft niet in het verzoenend sterven van Christus voor de zonde van deze wereld. In een radio-interview zei hij: “Ik ben niet voor de plaatsvervangende verzoening ….” Daarop vroeg de radiopresentator : “Maar is dat niet het hart van het evangelie?“ Daarop reageerde Young : “Het hart van het evangelie is te vinden in Ef 1:5: Hij bestemde ons voor de grondlegging van deze wereld tot het zoonschap…” Op meerdere plaatsen in zijn boek laat de auteur doorschemeren, dat hij een aanhanger is van de alverzoeningsleer.
Een nieuw, recent in de USA verschenen boek (Burning Down The Shack) bevestigt dat. De auteur, de Amerikaanse theoloog James. B. De Young, was vele jaren bevriend met de auteur van “De Uitnodiging”. In april 2004 was William P. Young plotseling gekomen en legde een 103 pagina dik document voor, waarin hij zich volledig achter de alverzoening stelt. Een eeuwig gericht of een eeuwige verdoemenis is er niet. Allen worden gered, zelfs Satan. De hel is uiteindelijk leeg. Direct na zijn draairichting alverzoening heeft W.P. Young zijn boek geschreven om op die manier deze leer vast te leggen, aldus zijn vriend.
Aanhangers van de alverzoeningsleer (en daarvan zijn er zeer velen) dienen zich op dit punt de vraag te stellen, waarom deze leer “vruchten” draagt, die miljoenen lezers van “De Uitnodiging” niet tot de God van de Bijbel leiden, maar juist weg van Hem.
Georg Walter schrijft samenvattend: “Men moet helaas tot de slotsom komen, dat het boek een godvrezende houding met betrekking tot God, Christus en de Heilige Schrift niet bevordert. De Bijbel verliest aan respect, God de Vader aan heerlijkheid en Christus aan waardig-heid. De Bijbelse visie op de zonde of zelfs erkenning van zonde zal en wil dit boek niet tot stand brengen. Daarmee treedt de verlossingsnoodzaak van de mens en het wonder van Gods genade op de achtergrond.“
Bron : Uitgeverij TOPIC, D-57206 Kreuztal/ TOPIC Nr. 7, juli 2010
(Informationen und Meinungen zum Zeitgeschehen aus Biblischer Sicht – Informaties en meningen met betrekking tot de huidige tijd vanuit Bijbels perspectief)
[1] Het begrip ‘holisme’ gaat uit van een eenheid van alle dingen en ontkent elke tegenstelling. Tegenstellingen zijn slechts schijn en ‘liggen tussen de oren’.
[2] Op de site, bijbelenonderwijs.nl, deelsite ‘Bijbel en onderwijs, staat een overzicht van enkele recensies over dit boek.
[3] Deïsme is een godsdienstig-wijsgerige levensbeschouwing die op de rede gebaseerd is en niet op openbaring.
Verborgen gevaren in de wereld van het kind
Een onderzoek naar occulte invloeden binnen methoden en methodieken in de basisschool en de beleidskeuze van scholen rondom dit thema.
Marleen van Helden en Sanne Vos hebben voor hun uitgebreide eindscriptie op de CHE boven genoemde titel gekozen. Hoofdstuk 5 met als kop ‘Samenvatting, conclusies en aanbevelingen’ is met hun toestemming na bewerking overgenomen.
Uitgangspunt
Tijdens ons theorieonderzoek hebben we eerst duidelijk moeten krijgen wat nu precies ‘occult’ is en binnen welke methoden en methodieken we dit tegenkomen. We hebben in ons theoriegedeelte een onderscheid gemaakt in een ‘wit’, ‘grijs’ en een ‘zwart’ gebied. Het witte gebied is het gebied waar we geen occulte zaken aantreffen. Bij het grijze gebied hebben we te maken met methodieken waarbij we de vraag stellen of ze van hun achtergrond los te koppelen zijn. Van daaruit is het ook moeilijk te zeggen of dit grijze gebied altijd als occult kan worden aangeduid. In dit gebied hebben we ook veel te maken met bijgeloof. Een voorbeeld hiervan is mediteren. Als we deze methodiek kunnen loskoppelen van de achtergrond, is naar ons idee mediteren niet slecht, mits je het doet aan de hand van Bijbelteksten . Op het moment dat het wordt aangeboden vanuit het newage-gedachtegoed, denken we, dat het wel zeker op kinderen invloed kan hebben. Het zwarte gebied duiden we aan als occult. We spreken hier over methodieken die niet los te koppelen zijn van de achtergrond. Op deze wijze hebben we getracht het eerste gedeelte van onze hoofdvraag te beantwoorden, waarbij we duidelijk hebben gekeken welke zaken we allemaal tegenkomen binnen methoden en methodieken.
Beleid t.o.v. occultisme
Om het tweede gedeelte van onze hoofdvraag te kunnen beantwoorden, hebben we met directies van een zestal christelijke scholen (prot. christelijke, reformatorische, gereformeerde en evangelische) gesproken. We hebben gevraagd naar praktijkervaringen en naar beleidskeuze om occultisme op de basisschool te (ver)mijden.
De meeste schoolleiders denken, dat de leeftijdscategorie van de basisschool nog niet bezig is met ‘occulte zaken’. Ze bedoelen met ‘occulte zaken’ dan glaasje draaien of het Ouija-bord. Andere voorbeelden kon men niet noemen. Als we doorvroegen, benoemden ze wel, dat kinderen misschien wel bezig waren met thema`s als heksen, spoken en geesten. Op welke manier kon bijna niemand benoemen. Er werd aangegeven, dat er vaak wel meer speelt onder de kinderen, maar dat ze het moeilijk vinden om ‘de vinger’ erachter te krijgen. De evangelische school was de enige school die in de praktijk heeft meegemaakt dat een leerling occult belast was. Deze situatie heeft de school bewust gemaakt waardoor het occultisme wel zeker als een probleem voor de basisschool wordt gezien en wat zich op veel manieren kan manifesteren.
De andere scholen ondernemen om occultisme te vermijden alleen maar actie wat betreft het boeken- , tv- en computerbeleid. Als we het hebben over de aanschaf van methoden en methodieken – denk aan mandala`s – in de klas, dan hebben ze hier nog niet over nagedacht en zijn er geen duidelijke richtlijnen. Ook geven scholen aan dit onderwerp vrijwel niet te bespreken in hun team. In het team is er vaak onduidelijkheid over.Dit zie je ook terug in de acceptatie-niveaus. Als team weet men vaak niet welk beleid gevoerd moet worden. Na de meeste gesprekken gaven scholen aan wel geschrokken te zijn van onze praktijkvoorbeelden en wilden hier toch actiever mee aan de slag gaan.
We kunnen dus concluderen, dat scholen op dit moment vrijwel niets tot weinig doen binnen hun beleid om ‘occulte’ invloeden te vermijden. We moeten hierbij wel aangeven, dat ze er niet veel voor voelen om bijvoorbeeld een protocol op te zetten of om andere keuzes omtrent dit gebied op papier te zetten. Scholen geven aan dit onderwerp meer in hun team te willen gaan bespreken. Daardoor worden er wel beleidskeuzes vastgelegd, maar niet gedocumenteerd waardoor er voor ouders, teamleden en buitenstaanders veel onduidelijk blijft. Dit zien we ook terugkomen in de wisseling van de acceptatie-niveaus.
Toetsen en onderscheiden
Toch denken we, dat het belangrijk is om na dit onderzoek duidelijk aan te geven wat onze mening over dit onderwerp en onze aanbeveling naar scholen toe is, om goed om te gaan met occultisme binnen de basisschool en eventueel daarbuiten. Het grote probleem bij de occulte invloeden in onze cultuur is niet dat je gelijk occult belast raakt van het kijken naar occulte programma’s of het lezen van een boek met occulte invloeden zoals Harry Potter. Het probleem is meer dat kinderen en jongeren het steeds normaler gaan vinden, dat er paranormale dingen om hen heen gebeuren.
Soms is er ook sprake van dat jongeren al bij het lezen of bij het zien zich openstellen voor het occulte. Dit gebeurt niet door het lezen van een boek of iets dergelijks, maar wel door dingen als ´glaasje draaien´ en het oproepen van geesten.
Bij de keuzes die je als mens en zeker als leerkracht (in verband met de voorbeeldfunctie en invloed die je hebt) maakt, is het van belang dat je ook rekening houdt met de eventuele kwade machten die er achter kunnen schuilen.
Ook zijn er veel dingen op veel verschillende manieren uit te leggen; het is een grijs gebied. Belangrijk is dan, zoals bij veel andere facetten van dit onderzoek, dat we blijven bidden om de onderscheiding van geesten (1 Korinthe 12:10, 1 Joh 4:1).
Het is belangrijk dat je als school, leerkracht en opvoeder hierin een duidelijke lijn trekt, wat wel en wat niet kan. Denk ook aan de toelating van kinderen, in verband met de overtuigingen van ouders, maar ook in de keuze van welke boeken er in de schoolbibliotheek komen en welke films je laat zien. En of je de kinderen wilt voorlichten of niet. Wij denken, dat het geen goede manier is om kinderen helemaal te ontzien van alles wat ‘occult’ is of zou kunnen zijn.
Als leerkracht kun je er beter voorlichting over geven, dan het doodzwijgen. Hierbij kun je ook denken aan voorlichting over muziek, internet en computergames. Niet alle seculiere muziek is slecht, maar er is christelijke, seculiere en antichristelijke muziek. Vooral de seculiere muziek is lastig te peilen. Kinderen in groep 7 en 8 staan zeker open voor een kritische kijk op muziek. Daarbij is het van belang dat de kinderen kijken naar wat zijn de teksten, wat wil de muzikant hiermee zeggen en wat vertelt de clip mij.
Onze eigen conclusie is dat we vooral kinderen moeten begeleiden bij de keuzes die zij moeten maken. We moeten ze begeleiden en ze niet een mening opleggen. Het is een feit dat we wel in de klas goed moeten opletten, dat we de kinderen niet onnodig op verkeerde geestelijke paden laten wandelen. Denk eens aan de ogenschijnlijk onschuldige dingen zoals gelukstenen. Het is van belang kinderen en jongeren voor te lichten over occulte zaken. Niet alleen met het vingertje wijzen dat het fout is, maar ook zeggen wat de gevolgen kunnen zijn. Daarbij moeten er personen worden genoemd waar ze naar toe kunnen gaan, als ze betrokken zijn geraakt of problemen hebben op occult gebied
Omdat er een steeds grotere belangstelling is voor bovennatuurlijke zaken, is het dan ook niet handig om nu dingen die op het randje liggen gewoon te doen. Als leerkracht is het dan ook van belang om je te verdiepen in deze materie.
Modelling
Het is goed denkbaar dat leerkrachten steeds meer te maken krijgen met occulte invloeden, die middels de (jeugd)cultuur op de jongeren afkomen. Het is van groot belang dat leerkrachten beseffen, dat ze hier een cruciale rol in kunnen spelen. Niet alleen het voorlichten van kinderen en de keuzes die ze maken over media en boeken die gebruikt worden. Juist leerkrachten hebben ook te maken met ‘modelling’. We moeten kinderen voorleven dat een leven met God geen ruimte voor duistere zaken laat. Daarnaast ligt daar ook een taak voor het bestuur van basisscholen, aangezien zij te maken met modelling naar de teamleden en ouders. Daarnaast hebben ze ook een rol om mensen door te verwijzen naar de juiste personen/gemeenten die wel rekening houden met de eventuele occulte belasting die aanwezig kan zijn. Wij zijn van mening, dat elke school hier een protocol voor zou moeten hebben, net zoals de meeste scholen dat hebben voor bijvoorbeeld mishandeling.
De leerkracht heeft de taak als beschermer (Ter Horst, 1995, zie h.3.1) om het kind te begeleiden binnen deze wereld en het kind ermee bekend te maken, waardoor het in staat is om zelf keuzes te maken en hier verantwoordelijkheid voor te dragen. We maken de kinderen klaar voor een maatschappij waarin we nu eenmaal dagelijks geconfronteerd worden met occultisme. Een verborgen gevaar wat zichtbaar gemaakt moet worden.
[1] Dit mediteren is niet hindoeïstisch bedoeld. In de King James staat bijv. bij Ps 119:15: ‘I will meditate in thy precepts and have respect unto thy ways.’ De NBG’51 heeft daar: ‘Uw bevelen zal ik overdenken en op uw paden zal ik letten.’ Geen mantra’s bij het Bijbellezen, maar nauwkeurig nagaan wat er staat..
Het koninkrijk van de haat
HET KONINKRIJK VAN DE HAAT
Hoe Saoedi-Arabië het nieuwe wereldwijde terrorisme steunt
Dore Gold is een voormalige Israëlische afgezant van de Verenigde Naties en adviseur buiten-lands beleid voor de voormalige Israëlische Minister President Benjamin Netanyahu. Het tijdsbestek van zijn boek is korter dan dat van Schwartz, het begint met de Wahhabi-opwekking in de 18e eeuw en duurt tot op de dag van vandaag. Net als Schwartz karakteri-seert Gold het Wahhabisme als een militante tak van de islam, maar zijn accent ligt meer spe-cifiek op de projectie van haat, een term die keer op keer wordt gebruikt en die niet alleen voorkomt in de titel, maar ook in de titels van twee afsluitende hoofdstukken. Hoewel het boek oppervlakkig historisch in opzet is, is het veel polemischer van stijl, waarbij Gold meer optreedt als een procederende advocaat die zijn zaak bepleit. Het Wahhabisme, schrijft hij in een kenmerkende passage, “is niets minder dan de religieuze en ideologische bron van de nieuwe golf van wereldwijd internationaal terrorisme”, geïllustreerd door de aanslagen van 11 september op het World Trade Center en het Pentagon. Naast een zeer selectieve keuze aan citaten, eenzijdig kleinerend, van bekende commentatoren die getuigen van zijn kennis, citeert hij eindeloos opruiende Wahhabiretoriek en rapporten over de liefdadigheidssteun van Saoe-di-Arabië voor groeperingen die betrokken zijn bij terroristische activiteiten. Hij besluit zijn boek met de opmerking, dat Saoedi-Arabië gedwongen moet worden te stoppen met het steu-nen van Wahhabi-haat en -terrorisme uit naam van de islam.
Door het Wahhabisme af te schilderen als een politieke ideologie van haat waarin ongestraft politiek geweld wordt gerechtvaardigd door de jihad, negeert Gold het puur religieuze uit-gangspunt van de centrale doctrine, Tawhid. De essentie van Tahwid is de allesomvattende eenheid van God (wahid betekent “een” in het Arabisch), zoals die tot uitdrukking komt in de uitoefening van het geloof: “Er is geen andere god dan God en Mohammed is Zijn profeet.” Het Wahhabisme leert, dat gemeenschap met de ene ware God niet wordt bereikt door mys-tiek noch door rationalisme, een verhit debat in de eerste jaren van de islam, maar alleen door onderwerping aan de wil van God zoals die geopenbaard wordt in Koran en Soenna, de “mondelinge wet” van de islam en door Gods wil te doen, zowel persoonlijk als gemeen-schappelijk, door het betrachten van rechtschapenheid en het kwaad te onderdrukken. Deze daden vormen jihad in zijn breedste zin en moeten op vreedzame wijze worden uitgevoerd en niet alleen door dwang. Wat de excessen van de individuele Wahhabi-geestelijken en hun volgelingen leerstellig ook mogen zijn, ze kunnen niet alleen geweten worden aan de leer van Mohammed Ibn Abd al-Wahhab, evenmin als de excessen van de Amerikaanse Protestantse geestelijken, op Johannes Calvijn of Maarten Luther afgeschoven mogen worden.
Golds vertrouwen op tekstuele analyse overschaduwt de invloed van historische veranderin-gen in de politieke en sociale omstandigheden, op cycli van geweld en geweldloosheid. De militante jihad verminderde enigszins met het verval en de versplintering van het Abbasid Kalifaat in de 11e en 12e eeuw. Niet vanwege een verandering in geloof, maar vanwege een verandering in het politieke klimaat. Maar in het 18e eeuwse Arabië, in de tijd van Ibn Abd al-Wahhab was oorlogvoering tussen stammen nog steeds endemisch. Krijgers van stammen verzamelden zich onder de vlag van Tawhid, niet om vrede te sluiten maar om een nieuwe betekenis en doel te geven aan hun strijdende levensstijl. Aan het begin van de 20e eeuw was er echter een einde gekomen aan de strijd tussen de Saoedische troepen. In 1929, tijdens de strijd om Sibila, doodde Koning Abd al-Aziz de Ikhwan, zijn Wahhabistammenstrijders die, ontevreden over de inspanningen om hen te helpen zich opnieuw te vestigen als vreedzame boeren, tegen hem in opstand waren gekomen. Dat was de laatste grote bedoeïenenstrijd in de geschiedenis. Vanaf toen tot na de Tweede Wereldoorlog, met uitzondering van een korte oorlog met Jemen in de jaren ’30, had Saoedi-Arabië geen vast leger.
Al met al voegt dit boek niets toe, maar doet het eerder afbreuk aan de kennis van Saoedi-Arabië, haar inwoners, regering en geloofsovertuiging Het begrijpen van Saoedie-Arabië, pleit de Saoedi’s niet vrij van hun verantwoordelijkheid voor het ondersteunen en opstoken van de nieuwe wereldwijde Islamitische dreiging. Op dat punt laat het verslag niets aan duide-lijkheid te wensen over. Maar meer begrip maakt het beter analyseren van de ware aard van onze wederzijdse belangen en tegenstrijdigheden mogelijk en, beide in aanmerking genomen, het formuleren van een meer doeltreffend beleid om het eerste zo groot mogelijk te maken en het tweede zoveel mogelijk te reduceren.
Het boek doet ook afbreuk aan het begrip van de aard van terrorisme en de nieuwe wereldwij-de terroristische dreiging die vermoedelijk de motiverende factor in het creëren ervan was. Saoedi-Arabië en het Wahhabisme aanwijzen als de enige grote bron van steun voor het we-reldwijde Islamitische terrorisme, verdoezelt de vele complexe factoren die bijdragen aan terroristisch gedrag, ongeacht wie de terroristen zijn en welke zaak zij proberen te stimuleren. Terrorisme is zelden eenvoudig een zaak van hersenspoeling, zoals Gold beweert. Studies naar terroristisch gedrag tonen aan dat opruiende ideologische retoriek, geschreven of gespro-ken, op zichzelf hoogstwaarschijnlijk geen terroristen voortbrengt. In het algemeen moet een neiging tot geweld aanwezig zijn om de sprong richting extremisme te maken. De oorzaken van die neiging zijn onbegrensd psychologisch, sociologisch, demografisch, economisch en politiek en verschillen per persoon. Als die drempel eenmaal is overschreden, kunnen religi-euze, etnische, nationale of politieke ideologieën, of een combinatie ervan, gebruikt worden als rechtvaardiging voor daden die anders laakbaar zouden zijn. Slechts zelden is een extre-mistische interpretatie van ideologie zo intellectueel dwingend als in de afwezigheid van een neiging tot geweld om te resulteren in terroristisch gedrag.
In de jaren ’60 van de vorige eeuw was de militante Wahhabi-retoriek net zo opruiend als nu, maar er luisterde bijna niemand naar. Arabische en moslimjongeren die neigden naar geweld luisterden naar nationalistische, socialistische en Marxistische retoriek. Sindsdien heeft de Islamitische retoriek de socialistische en Marxistische retoriek vervangen als voertuig om politieke onvrede die leidt tot geweld te uiten, maar het Wahhabisme is slechts één van de bronnen van de islamitische ideologie; de militante jihad is niet exclusief voorbehouden aan het Wahhabisme. Vele factoren veroorzaakten de sprong naar militant islamicisme, inclusief het in diskrediet brengen van het Nasserisme na de nederlaag in 1967 en in het bijzonder, de gedeelde ervaring van duizenden getrainde multinationale moslimguerillas, de mujahidin, die tegen de Sovjets vochten in Afghanistan met steun van de Verenigde Staten. In Centraal Azië was het instorten van de Sovjet Unie een belangrijke factor.
Wat het islamitische terrorisme tot een wereldwijde dreiging maakte, echter met uitzondering van de revolutie in communicatie, transport en wapentechnologie, was niet ideologie, maar het opstaan van een charismatische leider met een buitengewone visie en organisatorische vaardigheden: Osama Bin Laden. Hij blies het bewustzijnsniveau van ontevreden moslimjon-geren van lokaal politiek ongenoegen op tot een wereldwijde zaak. Als de wereld zich van hem ontdoet, zal dat de wereld niet vrijmaken van terrorisme, maar dat geldt ook voor het fixeren op één land en één puriteinse religieuze hervormingsbeweging. De middelen om terro-ristische aanslagen te plegen zijn inderdaad te goedkoop, te makkelijk verkrijgbaar en te ver-leidelijk om ooit uitgeroeid te worden. Het beste wat we kunnen doen is proberen dit kwaad hanteerbaar te houden om zo te zorgen voor een basisveiligheid voor alle mensen.
Hans Peter Raddatz
Juli 2003
Identificatie, persoonsregistratie en globalisering
Er is een groeiende spanningsveld tussen bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy) en veiligheid. Sindsdien is er op dit gebied veel veranderd. De behoefte aan persoonsregistratie en betrouwbare identificatie is verder toegenomen. In augustus 2006 werd in ons land het biometrisch paspoort ingevoerd, dat is voorzien van een chip met een digitale pasfoto (gelaatsherkenning). Supermarktketen Albert Heijn startte in juni 2008 bij een van de vestigingen een experiment, waarbij kan worden afgerekend met de digitale vingerafdruk. Het lichaam als pincode. Twee weken erna was het systeem al gekraakt door een computerdeskundige.1
Chiptechnologie is bezig aan een snelle opmars. Steeds vaker worden RFID-chips (Radio Frequency IDentification) gebruikt voor identificatie en persoonsregistratie. Er zijn scholen in de VS waar de kinderen een armband dragen met een chip. Steeds meer producten worden voorzien van chips ten behoeve van diefstalpreventie en om logistieke processen efficiënter te laten verlopen. Chipimplantatie lijkt de taboefase voorbij. Er is al gesuggereerd om bij tbs’ers met proefverlof een RFID-chip te implanteren.2 Hoewel er in de samenleving vermoedelijk draagvlak voor zo’n maatregel bestaat, spraken critici hun zorg uit over het ‘digitaal brandmerken’ van groepen burgers. De praktijk leert immers dat in dergelijke situaties andere doelgroepen snel zullen volgen.
Gevoelige informatie
In 2007 werd het Burger Service Nummer (BSN) geïntroduceerd. Door de invoering van dit unieke persoonsnummer kunnen bestanden effectiever worden gekoppeld. Hierdoor zal de intensiteit van de informatieverwerking verder toenemen en nog meer gegevens van burgers worden opgeslagen. Vaak betreft het gevoelige informatie over ras, geloof of gezondheid die bijzondere rechtsbescherming geniet.3 Vanaf 2009 zal een aantal omvangrijke elektronische persoonsdossiers worden ingevoerd, zoals het Elektronisch pati¸ntendossier en het Elektronisch kinddossier. Het is van groot belang dat deze dossiers optimaal worden beveiligd en alleen toegankelijk zijn voor geautoriseerde personen. De verwerkte gegevens worden immers langdurig opgeslagen en een dossier kan iemand zijn leven lang ‘achtervolgen’.
Alarmbel
Het proces dat ik schetste, heeft voordelen, bijvoorbeeld voor de rechtshandhaving, doelmatig bestuur en een efficiënte bedrijfsvoering. De laatste jaren is er ook meer aandacht voor de zwaarwegende nadelen (zie ook www.jaapspaans.nl) . Het zijn de door de overheid zelf aangestelde toezichthouders, zoals het College Bescherming Persoonsgegevens en de Artikel 29-werkgroep van de EU, die regelmatig de alarmbel luiden over geconstateerde excessen. De ChristenUnie publiceerde enige jaren terug een gedegen notitie over het onderwerp en stelde dit jaar nog kritische Kamervragen over chipimplantatie.4 Over het algemeen ben ik van mening, dat christenen deze ontwikkeling te passief en gelaten over zich heen laten komen en dat betreur ik. Er is onvoldoende oog voor de geestelijke aspecten die op de achtergrond een rol spelen.
Universele processen
Voorbeelden uit de geschiedenis leren, dat informatie kan worden gebruikt om individuen of groepen burgers te manipuleren. Denk aan de perfecte registratie van Joodse medeburgers tijdens de Tweede Wereldoorlog én aan de voormalige DDR waar het dictatoriale bewind zich staande hield door controle en manipulatie. Ook de Bijbel verschaft ons voorbeelden waarbij informatie wordt misbruikt (Dani¸l 6:12,13). In toenemende mate zien we, dat overheden, personen en bedrijven informatie gebruiken om hun gezag te versterken. Ongebreidelde persoonsregistratie kan machtsconcentratie stimuleren, waardoor grondrechten onder druk komen te staan. Het is een probleem met een universele dimensie.
De mensheid wordt geconfronteerd met een groot aantal problemen met een grensoverstijgend karakter. Terrorisme, grondstoffenschaarste en economische chaos zijn belangrijke factoren die van invloed kunnen zijn op de toekomstige machtsverhoudingen op de wereld. Tijden van crisis vormden in de geschiedenis vaak een voedingsbodem voor de opkomst van autoritaire leiders. De problemen op de wereld zijn zo urgent, dat politici, topindustriëlen, militaire en geestelijke leiders openlijk aangeven, dat zij verlangen naar een Nieuwe Wereldorde met een krachtig centraal wereldgezag. Is het niet opmerkelijk, dat men er binnen twee decennia in is geslaagd een universele standaardisatie te verwezenlijken, voor bijvoorbeeld biometrie en chiptechnologie? Daarover moet al jarenlang zijn nagedacht door een wereldelite, die elkaar regelmatig ontmoet in organisaties als het Global Panel, de VN en het World Economic Forum.5 Veiligheid heeft topprioriteit en is een regelmatig terugkerend onderwerp op deze bijeenkomsten. Het wachten is op de machthebber die universele vrede propageert en met een mandaat van de wereldbevolking in staat is orde op zaken te stellen. Een aanslag of een andere calamiteit kan de situatie op scherp stellen en de wereldsituatie drastisch wijzigen. In deze 21e eeuw is een profetisch Bijbelgedeelte als Openbaring 13:11-18 geen fictie meer, maar technisch realiseerbaar. Reden genoeg om deze ontwikkeling waakzaam te volgen.
1. NRC-Handelsblad, 1 juli 2008. ‘Betaalsysteem Albert Heijn gekraakt’.
2. Algemeen Dagblad, 9 oktober 2006. ‘Voorzie tbs’ers van chip’.
3. Paragraaf 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
4. Nederlands Dagblad, 16 mei 2008. ‘Privacy in EU loopt gevaar’.
Nederlands Dagblad, 13 februari 2008. ‘ChristenUnie bezorgd over de RFID-chip en privacy’.
5. www.globalpanel.org, www.weforum.org .
Informatie ministerie van Algemene Zaken en Kamerstuk van 6 juni 2008. ‘Kamervragen over bezoek Balkenende aan de Bilderberg Conferentie’.
Jaap Spaans
De oorspronkelijke Palestijnen zijn géén Arabieren, maar Joden!
Inleiding
Er is veel te doen over het huidige onderwijs. Scholen worden door de overheid verplicht kinderen de evolutietheorie te leren, zonder daarnaast het creationisme te zetten. Dit laatste heeft men juist willen verbieden! Overigens valt inmiddels wetenschappelijk ieder poot onder de evolutietheorie vandaan, maar desalniettemin blijft de overheid bij dit dwaze besluit (evolutie blijkt niets anders te zijn dan een geloof, niet meer, niet minder!). Dit mag je kinderen toch niet dwingen om te leren? Daarentegen blijft het creationisme sterk overeind, maar wordt ‘door de wereld’ verguisd. Zo zijn er meer zaken die ons de laatste decennia zijn aangeleerd, die naar mijn mening te maken hebben met een bewuste psychologische conditionering.
Voorbeeld: wat werd ons destijds op school geleerd over Palestina en het Palestijnse volk? En wat wordt aan onze kinderen hierover geleerd?
Als je het hebt over Palestijnen en het Palestijnse volk, dan denk je aan groepen inwoners van het Midden Oosten, die aanspraak maken – of beter gezegd een claim leggen – op grote delen van het land Israël, met name op Jeruzalem! De term Palestijnen wordt specifiek gebruikt voor de (nabestaanden) niet-Joodse inwoners van het vroegere mandaatgebied Palestina, resterend uit het oude Romeinse Rijk. Met de diaspora hebben de Romeinen het land Israël niet alleen van inwoners willen ontdoen, maar ook van de naam Israël. Dit laatste lijkt tot op de dag van vandaag te zijn gelukt. Graag zou ik een en ander eens onder de loep willen nemen en te onderzoeken hoe deze kwestie tot ontwikkeling is gekomen en zich verder heeft weten te ontwikkelen.
De naam Israël
Hier is natuurlijk erg veel over te zeggen, maar laat ik mij beperken tot de hoofdlijnen.
Over de naam Israël lezen we in Genesis 32: 28: “Toen zeide hij: Uw naam zal niet meer Jakob luiden, maar Israël, want gij hebt gestreden met God en mensen, en gij hebt overmocht.” In de verbondslijn zien wij de God van Abraham, Isaäk en Jacob niet een God van een individu, maar van een heel volk. Zo lezen we daarna bij herhaling over het ‘gehele huis Israëls’ (zie Ez 37, 11!). Als later in Ezechiël 47 en 48 het land zelfs in tweeën over de twaalf stammen verdeeld wordt, is en blijft Hij een God van heel het volk (alle 12 stammen).
Als in de Bijbel de naam ‘Israël’ genoemd wordt, gaat het (altijd) over het ‘oude’ volk van God. Ik wil hier niet ingaan op de kwestie dat de kerk vandaag het volk Israël zou zijn, ofschoon ik dit geenszins geloof! Het gaat er om wat Israël van origine is.
Te stellen valt dat de betekenis van de naam Israël ‘strijder Gods’ betekent en dan gaat het om deze ene Jacob, die streed (worstelde) met God, van Hem winnen mocht, maar ten gevolge daarvan levenslang mank liep. Laten we dit strijden, of worstelen even in onze gedachten vasthouden. Ik kon hierop op terug.
Herodotus
Maar waar komt dan ineens de naam Palestina vandaan? En wie zijn dan die Palestijnen?
Hiervoor is het goed om de oudheid te onderzoeken en wat deze ons te bieden heeft.
Voor het gemak heb ik in de bronnenlijst mij beperkt tot internetsites. Wanneer je googelt op het ontstaan van de naam Palestina, kom je uit bij de oude Griekse geschiedschrijver Herodotus. Zoals velen weten, waren de oude Grieken vol van ‘hun mythologie’. Zij wilden de goden behagen en daarmee voorspoed verdienen. Ook weten we, dat in de Griekse oudheid één van de belangrijkste volkssporten het worstelen was. Deze zaken zijn overigens algemeen bekend. Uiteraard zien wij deze zaken terug in de geschriften van Herodotus. Deze man heeft ons meer te vertellen.
Want wat voor ons op dit moment nu zo belangrijk is, dat hij niet alleen de bedenker is van het woord Palestina (zoals wij dit nu thans kennen), maar vooral dat hij daarom als geen ander kan aangeven wie er nu met die Palestijnen bedoeld worden!
De oudheidkundige geschiedschrijver Hēródotos of Herodotus, werd geboren in Halicarnassus (het huidige Bodrun, ca. 485 v. Chr.). Later verhuisde hij naar het Griekse eiland Samos. Een aantal jaren later verhuisde hij naar het RomeinseThurii. Dit was zo rond 425 en 420 v. Chr., waar hij zo rond 425 v. Chr. uiteindelijk stierf.
Er is veel van hem bewaard gebleven.
Nadat hij eerder een ‘verteller van verhalen’ was geweest (zgn. Logios), verlegde hij zijn taak. Hij pleegde namelijk steeds onderzoek naar de dingen waarvan hij hoorde, spoorde ze op en bekeek ze van meerdere zijden. Hierdoor kreeg hij een redelijk objectief beeld van het gebeurde. Vandaag de dag zegt men van hetgeen hij onderzocht, dat dit op een bijna wetenschappelijke manier gebeurde. Kenmerkend was, dat hij iedere keer het gebeurde van een eigen mening voorzag.
Op dit moment wordt hij gezien als een groot Grieks historicus en in het Westen zelfs beschouwd als de vader van de geschiedschrijving. ‘De Historiën’ wordt tot een van zijn belangrijkste werken gezien(http://nl.wikipedia.org/wiki/Palestijnen).
Even dit citaat: Uit recent archeologisch onderzoek blijkt dat veel van Herodotus’ beschrijvingen kloppen. Om zijn verhalen zo waarheidsgetrouw mogelijk te vertellen, geeft Herodotus vaak meerdere versies van eenzelfde verhaal, gevolgd door zijn eigen mening over wat de meest waarschijnlijke variant is. Eén ding komt in zijn werk regelmatig naar voren: de superioriteit en deugden van Grieken ten opzichte van andere beschreven volken(http://www.vecip.com/default.asp?titel=Herodotus&onderwerp=249).
De naam Palestina, een afgeleide van ‘Palaistine’
Juist in dit beroemde geschrift, ‘De Historiën’, is een belangrijk stuk over het ontstaan van de naam Palestina opgenomen.
Op één van zijn reizen hoort Herodotus over de geschiedenis van Jacob en zijn worsteling met God. Hier begint het voor ons spannend te worden. In de originele tekst komen een aantal woorden naar voren, die ons zeer bekend in de oren zullen klinken. Laat ik iets uitleggen.
Het Griekse woord voor worstelaar is “palaistès”. Het hiervan afgeleide woord ‘Palaistine’, betekent ‘land van de worstelaar’.
In ditzelfde stukje geschiedenis wordt verder over dit vreemde volkje vermeld, dat het slechts één God erkent en dat diens Naam door hen niet eens uitgesproken mocht worden, laat staan dat er beelden van Hem gemaakt mochten worden. De Grieken daarentegen kenden vele (antropomorfe – gelijkend op een mens) goden.
Maar er was een man onder het volk Israël, die met deze God heeft geworsteld en zowaar heeft gewonnen. Dit sloeg bij deze Griek in als een bom. Of Herodotus het nou expres heeft gedaan of niet, opvallend is, dat hij de naam Israël verandert en verder niet noemt. Israël is immers de naam die dit volk van de Here heeft gekregen. Nee, Herodotus geeft aan dit volkje de naam Palaistine.
Herodotus doet nog al lacherig over het feit, dat dit volkje hun voorhuidje voor hun God afgesneden hadden. Herodotus vond dit maar uiterst vreemd, zo ook de voor de Griek onbegrijpelijke manier waarop de Joden met hun God omgingen. Er is geen enkel volk in de geschiedenis bekend, die evenals de Joden de besnijdenis kent!
Nu zijn er boze tongen die beweren, dat de Joden alle godsdienstige gebruiken hebben overgenomen van de Egyptenaren. Opvallend is, dat deze theorie vooral uitgedragen wordt vanuit Yale University, bekend (berucht) om de zgn. skull and bones, vrijmetselarij en illuminatie.
Herodotus kent de Joodse geschiedenis en vermeldt zelfs, dat door Gods ingrijpen het leger van de Assyrische koning Sennacherib wordt vernietigd (2 Kon 19:35-36). (http://www.icej.nl/nieuws/palestina_vertaling_israel.htm)
De Filistijnen
Ook Herodotus was op de hoogte van de geschiedenis, dat de Filistijnen aan de zuidelijke kust van het land Israël leefden. De Tenach noemt dit gebeid “Peleshet”. Hij wist ook, dat er onder dit volk een vermenging met een ander volk plaatsvond.
Historische gegevens van inscripties uit Egypte vermelden hierover, dat een niet-Semitisch zeevolk uit Kreta zich wilde vestigen in het vruchtbare deel de Nijldelta (Noord-Egypte). Deze Kretenzers vallen namelijk Egypte binnen, maar zij stuiten al snel op verzet van de Egyptische overheid. Het ´asielzoekende volk´ wordt door het Egyptische leger westwaarts bruut het land uitgedreven. Het einde van het Filistijnse volk.
Zij kwamen (gedwongen) terecht in Peleshet, de smalle kuststrook aan het zuidwesten van Israël aan de Middellandse Zee, waar de Filistijnen in vijf steden woonden. Tegenwoordig bekend als de Gazastrook. Dit geschiedde zo rond de 13e eeuw v. Chr. Deze Kretenzers en de Filistijnen hebben zich in de komende eeuwen(uiteindelijk) met elkaar vermengd.
Tegen de tijd dat Nebucadnezar, de Babylonische vorst, Jeruzalem in 586 v.Chr. aanviel, had hij daarvoor de vijf steden van de Filistijnen volledig verwoest. Alle mannen werden hierbij gedood en de vrouwen en kinderen werden naar Babylon weggevoerd.
Sinds deze tijd wordt we in de geschiedenis niets meer over dit volk vernomen! Er is – zo men algemeen heeft aangenomen – geen enkel geschrift gevonden die – na deze tijd – ooit nog melding heeft gemaakt over dit volk, laat staan over eventuele restanten daarvan! Opmerkelijk is in dit gegeven, dat er ook in die tijd al juist zoveel geschiedenis geschreven werd.
Uit de Bijbel is bekend dat de Filistijnen onbesneden waren, zij aanbaden meerdere heidense goden, spraken hun namen wel uit en maakten grote beelden van hen. Daarnaast en niet onbelangrijk, is dit volk door de Babyloniërs uitgeroeid en werd over hen nooit meer iets gehoord.
Voorlopige conclusie
Herodotus heeft het beslist niet over de Filistijnen en ook niet over ‘Peleshet’ in zijn ‘Historiën’. Peleshet lijkt misschien en met een dosis fantasie wel iets op Palestina; de aanduiding voor dit volk in de Tenach. Maar dit is, zoals we zagen, onmogelijk!
Daarnaast waren de Israëlieten uiteraard besneden en daarin uniek. Zij – Israël alleen – moet dus het volk zijn, dat Herodotus zo uitvoerig en uitdrukkelijk beschrijft. (http://www.icej.nl/nieuws/palestina_vertaling_israel.htm)
Plaatsing in de geschiedenis: het Romeinse Rijk
Maar hoe is het nu verder gegaan? We komen nu in de geschiedenis bij de Romeinen terecht. De Romeinen zijn een bijzonder volk met eigenaardige kenmerken. Het snelle adapteren is daar één van en in deze context erg belangrijk. Adapteren is zoveel als “aanpassen, sluitend maken, bewerken en aanbrengen”. Laat ik een hiervan een paar voorbeelden geven
Tot op de dag van vandaag zien wij deze ‘adaptatie’ terug in de rooms-katholieke kerk. Zij nemen namelijk snel dingen als taal, gebruiken, gedachten en goden over. Door hen vervolgens te overgieten met een ‘Romeins sausje’ heeft het iets eigens voor de Romein gekregen.
Met een snelle blik in onze tijd zien wij een exacte kopie van de oude heidense vissengod Dagon in het gewaad van de paus. Zo is de mijter niet anders dan de kop en bek van een vis, bedoelend de kop van deze god. Vanuit het hoofd (de kop) daaruit wordt geregeerd. Laten zij zich leiden door Dagon? Want waarom gebruik je een exacte kopie van hun priesterlijke gewaden? De stroken langs de mijter moeten de kieuwen voorstellen, de ondermantel het lijf, de bovenmantel de vinnen enz. Zo zijn tot op de dag van vandaag al onze christelijke feestdagen gestoeld op de data van heidense feesten (maanstanden).
Jezus Christus is niet in de winter geboren! Overigens weten wij dit niet precies. Waarschijnlijk in de vroege – of late zomer. In ieder geval was de stal schoon en was het vee buiten! Immers, wat deden de herders die nacht in het veld? Dit zou veel te koud zijn in de winter! Dan zijn de schapen ’s nachts binnen.
Verhouding tussen de Joden en de Romeinen
De Romeinen kunnen we vergelijken met de Duitsers in WO II. Alleen bleven de Romeinen wel heel erg lang in dit land (en het hele Romeinse Rijk) de dienst uitmaken! De Romein en de Jood stonden daarom niet op één lijn. De Joden waren maar lastig, vonden de Romeinen. Zij vertikten het om hun goden aan te nemen, laat staan hen te aanbidden (adaptatie). Zelf deden zij hierover toch ook nooit moeilijk . . . ! Zij kenden in Rome immers zelfs een altaar voor de onbekende god (Hand 18). In ieder geval hadden de Romeinen ook de Griekse naam voor Israël, Palaistine overgenomen (vanaf generaal Pompeius 63 v. Chr.). Hoe typerend is het, dat de Joodse Raad het met de bezetter op een akkoordje gooit om Jezus Christus te laten kruisingen (overigens de meest gruwelijke en pijnlijke dood die er maar te bedenken is). Inderdaad typerend, want de theologen in die tijd hadden alle beloften over de komende Messias zodanig verkracht en geweld aangedaan, dat toen Hij geboren werd door hen niet werd er- en herkend. In dezelfde context spreekt de Bijbel ook over de eindtijd! Hoe wordt er geen gruwelijke aanslag gepleegd op het Woord van God , door verderfelijke theologieën die inmiddels door zo velen zijn geadapteerd.
Graag aandacht voor het volgende citaat:
“Resuming”
So it is very clear that Palestine has never existed as an autonomous entity. There is no language known as Palestinian. There is no distinct Palestinian culture. There has never been a land known as Palestine, governed by Palestinians. From the end of the Jewish state in antiquity to the beginning of British rule, the area now designated by the name Palestine was not a country and had no frontiers, only administrative boundaries.”
Vertaling:
“Hervattend
Het is dus heel duidelijk dat Palestina nooit heeft bestaan als een autonome entiteit. Er bestaat ( niet bekend) geen Palestijnse taal. Er is geen bekende duidelijk Palestijnse cultuur. Er heeft nog nooit een land bekend gestaan onder de naam Palestina, beheerst door Palestijnen. Vanaf het einde van de Joodse staat in de oudheid, tot het begin van de Britse overheersing was er geen land, zoals het land nu is aangewezen, onder de naam Palestina is geen land en had (dan ook) geen grenzen, alleen administratief (veronderstelde) grenzen.”
Hadrianus is de schuldige
Goed, laat ik verder gaan over wie nu uiteindelijk en geheel onterecht de naam Palestina aan dit on-Bijbels en heidens volk gegeven heeft! De latere Romeinse keizer Hadrianus gaf uiteindelijk de naam ‘Syria Palaestina’ aan Judea (voor het district Paleastina in de provincie Syria). Met de bedoeling dat deze Romeinse provincie veel groter was dan het geografische Judea. Velen zien dit als een bewuste poging om de Joden (en hun God) te beledigen en hen van hun Bijbelse erfenis en nationale geschiedenis af te snijden. Zo heeft Hadrianus ook de naam van Jeruzalem veranderd in ‘Aelia Capitolina’, vernoemd na Aelius, de achternaam van de keizer) en naar Jupiter Capotolinus, waarvoor een tempel werd gebouwd op de tempelberg.
Nee, voor Joden was al snel geen plaats meer. In Lucas 19: 41-48 zien wij wat Jezus reeds had aangekondigd, gaat gebeuren. De Romeinen verdreven het volk Israël uit het land dat de Here hun gegeven had. Het land verloor haar inwoners en zelfs haar echte naam.
Wat nu?
Wat mogen wij ons gelukkig prijzen! De wereld heeft op 15 mei 1948 de profetie uit de Bijbel letterlijk en figuurlijk in vervulling zien gaan met het uitroepen van de staat Israël! Hierdoor werden Joden van over de hele wereld weer in hun eigen, rechtmatige en door God aan hun gegeven land, verzameld (zie bijv. Ezechiël 4:3-6 en Jesaja 66:8).
Nu, honderden jaren later, is de naam Palestina echter nog steeds in gebruik, maar wel met een significant en groot verschil! Wordt er nu een volk bedoeld, dat niet oorspronkelijk daar heeft gewoond?
Ook hebben zij Bijbels en historisch gezien geen enkel recht op die grond! Wel houdt het volk Israël zo goed en kwaad als het kan rekening met hen. De absurde claim die het huidige en zgn. ‘Palestijnse volk’ legt op bijvoorbeeld Jeruzalem is absurd. Wat hebben zij daarmee te maken? Jeruzalem staat niet één keer beschreven in de koran als een mogelijke heilige stad voor de islam. Wel Mekka en Medina, maar niet Jeruzalem. De echte Palestijnen zijn niet een mengeling mensen uit Arabische volkeren, maar dat zijn de Joden. Zij alleen hebben recht op hun land, dat in de oudheid vele malen groter was dan de smalle strook nu!
De hele wereld lijkt zich telkens weer tegen Israël te keren. Zo heeft de r.-k. k. zich in de afgelopen eeuwen altijd tegen Israël gekeerd. Deze kerk weigerde dan ook Israël als staat de erkennen! Wel ging de paus naar de Palestijnse gebieden van waaruit zelfmoordaanslagen op Israël werden gepleegd. Zij die zich nu het Palestijns volk noemen, doen dit feitelijk onterecht en de vraag is, of zij dit weten?
Laten wij bidden voor de vrede van Jeruzalem. Iets dat slechts zal komen, nadat de Here Jezus Christus is teruggekomen.
Maranatha!
Erick Ligtenberg
Gebruikte internetbronnen:
http://israelendebijbel.com/index.php?option=com_content&view=article&id=43:whycallthepalesinians&catid=14:interesting-to-know-&Itemid=10〈=en
http://www.icej.nl/nieuws/palestina_vertaling_israel.htm
http://www.tzemach.org/questions/historypalestine.htm
http://www.vecip.com/default.asp?titel=Herodotus&onderwerp=249
http://www.bible.ca/archeology/bible-archeology-exodus-ancient-geographers-maps-sinai-egypt-midian-arabia-kadesh-barnea-shur-herodotus-484bc.htm
http://www.encyclo.nl
http://www.google.nl/imgres?imgurl=http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/3/33/Twosret.jpg/220px-Twosret.jpg&imgrefurl=http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_en_prehistorie_van_Palestina&usg=__50p41ia60mWGpLW-DdC7BucM90U=&h=325&w=220&sz=26&hl=nl&start=30&itbs=1&tbnid=HDCZvFV7_0EutM:&tbnh=118&tbnw=80&prev=/images%3Fq%3Dkaart%2BFilistijnen%26start%3D18%26hl%3Dnl%26sa%3DN%26ndsp%3D18%26tbs%3Disch:1
Mormonen
Van bordenwasser tot miljonair
In de grotere steden treft men geregeld vriendelijk lachende jonge mannen met een Amerikaans accent aan, wiens naambordje op het zwarte kostuum hen bijvoorbeeld als “Oudste Smith” voorstelt. Over het algemeen worden ze mormonen genoemd, de groep heet echter officieel “Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen”. Jonge mormonen moeten, zo mogelijk zelf gefinancierd, twee jaar als zendeling in een land werken dat de leiding hun toewijst. Ze vertellen, dat Jezus na zijn dood in Jeruzalem nog aan Amerikaanse Indianen verschenen zou zijn, wiens voorouders rond 600 v Chr. uit de Bijbelse landen van het Midden-Oosten geëmigreerd waren.
Na de ondergang van de “christelijke indianen” zou diens laatste profeet de “Openbaringen van Jezus” op gouden tafels geschreven hebben. Deze geschriften, het Boek van Mormon, zou Joseph Smith in 1827 gevonden hebben. De engel Moroni toonde hem de bergplaats en gaf hem een “profetenbril”, met behulp waarvan hij de ‘nieuw-Egyptische’ tekst in het Engels vertalen kon. Helaas nam de engel zowel het geschrift als de bril weer mee. Na een spannende odyssee kwamen de eerste mormonen aan in het dal van de Zoutzee en vestigden daar de mormomenstaat Utah. Tot 1890 gold hier polygamie als door God gewild. Tot in de 60 er jaren konden zwarte Amerikanen niet naar de kerk gaan, omdat ze, op grond van hun huidskleur als van God gestraften gezien werden. Daarna werden beide voorschriften door nieuwe openbaringen aangepast aan de behoeften van de tijd. Verdere openbaringen zijn te vinden in de boeken “Onderwijs en Verbonden” en “De kostelijke parel”.
Mormonen beweren, dat deze geschriften louter een bevestiging van Bijbelse uitspraken zijn. Aan het hoofd van de mormonen staat tot op heden een profeet/president (sinds 2008 Thomas Spencer Monson), waaraan de `Raad van twaalf apostelen´ ondergeschikt is. De meeste mormonen leven in de US-staat Utah. In de USA trekken ze de aandacht door verschillende sociale acties en optredens van het `Mormonen Tabernakel Koor`. In Nederland leven ongeveer 8000 Mormonen in 35 gemeentes. In Zoetermeer staat de mormoonse tempel.
Leven en leer
In hun geschriften en hun dagelijks leven benadrukken de mormonen de betekenis van het gezin. Mormonen worden aangemoedigd veel kinderen te krijgen en minstens één avond per week voor het gezin te reserveren. Een in hun tempel gesloten huwelijk geldt volgens hun opvatting ook in het hiernamaals. Man en vrouw zullen daar met hun kinderen samenleven, meer nakomelingen krijgen en als goden over een eigen planeet heersen. De hoofdleer van de mormonen is in twee zinnen samen te vatten: `Wat God nu is, zul jij eens zijn´ en ´Wat jij nu bent, was God eens´. De mormoonse leer schetst een soort religieuze evolutie, aan het einde waarvan iedereen God kan worden. De nu levende mensen worden overigens als kinderen van een hemels echtpaar beschouwd. In de tempels, waarvan er in de meeste landen slechts 1 is, kunnen de mormonen met de heilige geest in contact komen en worden goddelijke geheimen doorgegeven (Endowments), waarmee ze zich in het hiernamaals legitimeren kunnen. Ook gestorvenen kunnen zich nog bij de heiligen van de laatste dagen aansluiten, wanneer hun nakomelingen zich voor hen in een mormonentempel laten dopen. Daarom houden de mormonen zich met een uitgebreide genealogie bezig. De uitkomsten hiervan liggen opgeslagen in atoomvrije bunkers en worden voor wervingsdoeleinden ook aan niet-mormonen ter beschikking gesteld (bijvoorbeeld voor het computerprogramma Personal Ancestral File). Om hun lichaam rein te houden onthouden mormonen zich van het consumeren van stimulerende stoffen als alcohol, koffie of zwarte thee.
Kritiek
Vanuit christelijk standpunt is zowel de vermenselijking van God als de vergoddelijking van de mens te bekritiseren. Bovendien valt de verlossing door de plaatsvervangende dood van Jezus ten offer aan een voortschrijdende zelfverlossing. Ook de leer van het eeuwige huwelijk en een religieverandering in het hiernamaals zijn niet met de Bijbel verenigbaar. Theologisch problematisch is ook de mormoonse leer dat Jezus Christus en de satan hemelse broeders zouden zijn.
Bijbelplaatsen:
Citaten uit `Grondbegrippen van het Evangelie`, een tot op heden onder de mormonen verbreid leerboek.
Hemelse ouders
´God is niet alleen onze heerser en schepper, Hij is ook onze hemelse Vader. “Alle mensen zijn letterlijk zonen en dochters van God. De mens wordt als geest door hemelse ouders verwekt, geboren en in de eeuwige woning van de Vader opgevoed tot volwassenheid voordat hij in een tijdelijk (psychisch) lichaam op aarde komt” (blz. 9).
Goddelijke evolutie
“Onze hemelse ouders hebben voor ons een hemels thuis geschapen dat mooier en heerlijker is dan elke aardse plek. Ze wisten echter, dat we pas over een bepaald punt heen voortgang kunnen maken en ons kunnen ontwikkelen, als we ze een tijd verlaten. Ze willen, dat we de goddelijke eigenschappen, die zij bezitten, ook ontwikkelen” (blz. 11).
Eén ware kerk
Toen Jezus Christus op aarde leefde, richtte hij zijn kerk op, de enige ware kerk. Nadat de Verlosser naar de hemel opgevaren was, veranderden de mensen de verordeningen en leringen die de apostelen ingesteld hadden. Vanwege de afwijzing van de waarheid kwamen er geen directe openbaringen meer. Er werden veel verschillende kerken gesticht, waarvan ieder beweerde, dat het de enige ware was, maar ze verkondigde elkaar tegensprekende leringen. Eeuwenlang leefde de mens in geestelijke duisternis. Ongeveer 1700 na Christus ontwaakte een nieuwe religieuze interesse. De tijd voor het herstel van de ware kerk van Jezus Christus was aangebroken“ (blz. 103).
De enig geldige doop
“Er is slechts één geldige manier waarop men gedoopt kan worden. De Heer heeft deze aan profeet Smith geopenbaard, degene die de benodigde priestervolmacht draagt, moet met de dopeling in het water afdalen. De doop door onderdompeling – uitgevoerd door iemand die daartoe gemachtigd is (mormonenpriester)- is de enige ware en acceptabele manier om zich te laten dopen” (blz. 123).
Huwen voor de eeuwigheid
“Sinds Adam en Eva bestaat het gebod dat we trouwen en kinderen zullen krijgen, zodat we uit eigen ervaring kunnen leren hemelse ouders te zijn. Alleen als we trouw zijn, zal ons gezin voor eeuwig bestaan. Ons leven op aarde is de beslissende factor of we waardig zijn hemelse ouders te worden. Als ouders werken we met de hemelse vader samen. Hij wil dat elk van zijn geesteskinderen een aards lichaam krijgt” (blz. 200).
Mensen worden goden
“Toen we nog bij onze hemelse vader woonden, legde hij ons, zijn geesteskinderen een plan voor onze vooruitgang voor. We kunnen worden als hij, verhoging is het eeuwige leven, het leven dat God leidt. Hij leeft in grote heerlijkheid, hij is volmaakt. Hij bezit alle kennis en wijsheid. God is de vader van geesteskinderen; hij is een schepper. Wij kunnen goden worden zoals hij, dat is verhoging” (blz. 253).
Michael Kotsch
Zeitjournal, nr. 4, december 2009