WAT ELKE CHRISTEN OVER DE KRUISTOCHTEN MOET WETEN

Op hetzelfde moment dat ons zendingsstation werd gebombardeerd door de Nationaal Islamitisch Frontregering in Soedan, organiseerden medezendelingen “Verzoeningsmarsen” naar het Midden-Oosten om excuses aan te bieden voor de kruistochten. Terwijl onze kerkdiensten en scholen onder luchtbombardementen en geweervuur van Jihadisten lagen, leek dat nogal bizar. Sommigen beweren, dat de kruistochten “Het begin van de vijandig-heden tussen de islam en het Westen” waren, waardoor “vijf eeuwen van vreedzaam naast elkaar bestaan” teniet werden gedaan.

Wat ging er vooraf aan de kruistochten?
De kruistochten begonnen echter pas na vijf eeuwen van islamitische Jihad, waarbij meer dan tweederde van wat voorheen de christelijke wereld was geweest, was veroverd, vernietigd of tot bekering gedwongen. Kort na de islamitische verovering van Jeruzalem, in 638, werden christelijke pelgrims aangevallen, afgeslacht en gekruisigd. Moslimbestuurders persten de pelgrims losgeld af en plunderden kerken. In de 8e eeuw verboden de moslimheersers alle kruissymbolen in Jeruzalem. Ze verhoogden ook de belasting (Jizya) voor christenen en verboden hen elk religieus onderwijs, zelfs aan hun eigen kinderen! In 772 beval de kalief Al- Mansur dat de handen van alle christenen en Joden in Jeruzalem gebrandmerkt moesten wor-den.
In 923 werd een nieuwe golf van het vernietiging van kerken in gang gezet door de moslim-
overheersers. In 937 gingen de moslims op Palmzondag op rooftocht in Jeruzalem waarbij de Kerk van het Heilige Graf en de Verrijzeniskerk werden geplunderd.
In 1004 ontketende de kalief Al-Hakim een gewelddadige golf van het verbranden en ver-woesten van kerken, beslaglegging op eigendommen van christenen en het meedogenloos afslachten van zowel christenen als Joden. In de volgende tien jaar werden 3000 kerken verwoest en enorme aantallen gelovigen werden tot bekering gedwongen of vermoord.
In 1009 beval Al-Hakim, dat de Heilige Grafkerk en de Verrijzeniskerk in Jeruzalem ver-woest moesten worden.
Toen de Turkse dynastie van de Seltsjoeken in 1077 in Jeruzalem aan de macht kwam, ver-moordden ze meer dan 3000 mensen, onder wie veel christenen. Op dit punt gekomen, smeek-te de christelijke keizer van het Byzantijnse Rijk, Alexis I, om hulp aan de westerse kerken.
Paus Urbanus II daagde de ridders van Europa uit tijdens het Concilie van Clermont in 1095: “De Turken en Arabieren hebben onze broeders in het oosten aangevallen. Ze hebben veel mensen gedood of gevangen genomen en hebben de kerken verwoest. Om deze reden roep ik…. alle mensen van welke rang of stand ook, infanteristen en ridders, arm en rijk, op om onmiddellijk hulp te bieden aan die christenen.”
Nergens in de oproep tot de kruistochten werd gesproken over verovering dan wel bekering. Hij was hoofdzakelijk bedoeld om de islamitische indringers te verdrijven uit de landen die voorheen christelijk waren en om godsdienstvrijheid te herstellen in het Heilige Land.

Mythes en misvattingen
De mythe dat de kruistochten imperialistische acties zonder enige aanleiding tegen de vreedzame, inheemse moslimbevolking waren, is niet correct. Zo is ook de karakterisering van de kruisvaarders als belust op oorlogsbuit, alleen uit op persoonlijk gewin, niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Zij die deelnamen aan de kruistochten zagen dat eerder als een daad van opoffering dan van eigen gewin. De kruistochten waren in werkelijkheid onbetaal-baar. Veel kruisvaarders moesten al hun bezittingen verkopen om aan geld te komen voor de lange reis naar het Heilige Land en ze wisten, dat de kans klein was dat ze levend terug zouden keren. De meesten van hen die erin slaagden te overleven en terug te keren, kwamen niet met materiële zaken terug als bewijs van hun inspanningen. Zo is ook de moderne mythe dat de kruisvaarders de moslims met geweld dwongen zich tot het christendom te bekeren, een door de politiek bedacht verzinsel. Als men de geschriften en verslagen van de kruisvaarders doorzoekt, zal men geen melding vinden van kruisvaarders die probeerden de Saracenen of Turken te bekeren. De kruisvaarders zagen zichzelf als pelgrims die probeerden christelijke gebieden te heroveren en te bevrijden van de wrede indringers.

De mythe van Saladin
Om Saladin voor te stellen als genadig en edelmoedig is een mythe. Toen Saladin de kruisvaarders gevangen nam bij Hattim op 4 juli 1187, beval hij een massa-executie van alle christenen: “Ze zouden onthoofd moeten worden in overeenstemming met soera 47:4: Als je ongelovigen tegenkomt op het slagveld, sla ze dan in de nek.” Saladins schrijver Imad deed verslag. “Bij hem waren een hele groep wetenschappers en Soefi’s en een aantal godvruchtige mannen en esthetici; allemaal smeekten ze om toestemming om een van hen te doden en ze trokken hun zwaarden en rolden hun mouwen op. Saladin zat met een opgewekt gezicht op zijn podium; de ongelovigen toonden diepe wanhoop.”
In 1148 beval de moslimcommandant Nu redDin alle christenen in Aleppo te doden.
In 1268 toen Mamluk Sultan Baybars Antiochië veroverde, verzekerde hij zich ervan, dat alle mannen afgeslacht en de vrouwen als slaven verkocht werden, dat de kruisen in alle kerken aan stukken geslagen werden, alle Bijbels verscheurd en verbrand en de graven van christenen geschonden werden. Elke monnik, priester en diaken werd naar het altaar gesleept en de keel doorgesneden. De kerk van Sint Paulus en de Kathedraal van Sint Petrus werden verwoest.
Op 29 mei 1453 werd de toentertijd grootste stad ter wereld, Constantinopel, veroverd door de Jihadisten. De moslims “doodden iedereen die ze op straat tegenkwamen, mannen, vrouwen en kinderen zonder onderscheid te maken. Het bloed stroomde als een rivier in de steile straten van de hoogtes van Petra naar de gouden hoorn”. De moslimsoldaten drongen zelfs de Aya Sophia binnen en slachtten duizenden christenen af, die aan het bidden waren, in wat toen de grootste kerk ter wereld was.

Een duidelijk en aanwezig gevaar
Vanaf de eerste eeuw van de islam vielen moslimlegers Europa binnen. Spanje had 8 eeuwen lang te lijden onder islamitische bezetting. In de 14e eeuw vielen Griekenland, Bulgarije, Servië, Macedonië, Albanië en Kroatië ten prooi aan de mosliminvasies.
In 1426 veroverden de Egyptische Mukluks Cyprus. In 1395 veroverden de moslims Nicopolis aan de Donau. In 1444 veroverden de moslimlegers Varna in Hongarije. In 1456 belegerden de Turken Belgrado en ze probeerden zelfs Rome te veroveren, maar werden teruggeslagen. De moslims probeerden Wenen voor het eerst te veroveren in 1529. Pas op 11 september 1683 belegerden de moslimlegers de stad, maar ze werden neergeslagen door 30.000 Poolse cavaleristen onder leiding van de Poolse koning Jan Sobieski III.

Waren de kruistochten een mislukking?
De huidige bewering dat de kruistochten een mislukking waren, wordt niet gerechtvaardigd door de historische stukken. Door de tochten won Europa tijd. Voor het eerst na vijf eeuwen van aanvallen namen de kruisvaarders het initiatief waardoor de moslimindringers in de verdediging werden gedwongen. Door de tochten won Europa tijd – eigenlijk eeuwen.
Op een kritiek moment in de geschiedenis verenigden de tochten een verdeeld Europa en ze drongen de moslimindringers terug waardoor ze vrede en veiligheid brachten dat Europa al eeuwenlang niet meer gekend had. Als gevolg van de enorme opofferingen van de kruisvaarders ervoer Europa een geestelijke opwekking en Bijbelse reformatie waardoor een grote herleving van wetenschap, wetenschappelijk experimenteren, technologische vooruitgang en bewegingen die leidden tot grotere voorspoed en vrijheid dan men ooit in de geschiedenis gekend had, geïnspireerd werden.

Om een beeld te krijgen van hoe Europa vandaag de dag zou zijn geweest als de islam erin geslaagd was het te veroveren, kan men kijken naar de vroegere christelijke beschavingen van Egypte en wat nu Turkije wordt genoemd. De Kopten in Egypte maken nu slechts 10% van de totale Egyptische populatie uit en ze worden zwaar onderdrukt. Wat vandaag de dag Turkije wordt genoemd, was eens het levendige christelijke Byzantijnse rijk, de economische en militaire supermacht van zijn tijd. Vandaag de dag is de christelijke beschaving die daar meer dan duizend jaar gebloeid heeft, bijna verdwenen. De bevolking van de laatste christelijke stad in Azië, Smyrna, werd afgeslacht door het Turkse lege in 1922.

Een reactie op de Jihad
De kruisvaarders reageerden op vijf eeuwen van onophoudelijke islamitische Jihad. Het Midden-Oosten was de geboorteplaats van de christelijke kerk. Het waren de christenen die door de Turkse dynastie van de Seltsjoeken werden onderdrukt. Veel van de steden in het Midden-Oosten verwelkomden de kruisvaarders als bevrijders. De kruisvaarders waren verre van de aanstichters, het waren de moslimlegers die de islam hadden verspreid van
Saudi Arabië, via het hele christelijke Noord-Afrika tot in Spanje en zelfs Frankrijk. De moslimlegers plunderden en moordden zich een weg door een aantal van de grootste christelijke steden ter wereld, waaronder Alexandrië, Carthago, Antiochië en Constantinopel. Deze moslimindringers verwoestten alleen al in de eerste 100 jaar van de islam meer dan 3200 christelijke kerken.

Tegen alle verwachtingen in
Als we nadenken over de middeleeuwen is het onvermijdelijk dat we Europa zien in het licht van hoe het is geworden en niet hoe het was. Feit is dat de supermacht van de middeleeuwse wereld de islam was en niet het christendom. De kruistochten waren eigenlijk een hopeloze strijd met onmogelijk lange toevoerlinies en een verlammende, inefficiënte logistiek. Het was vanaf het begin een David tegen een Goliath-onderneming. De kansen op succes voor de eerste kruistocht waren hoogst onwaarschijnlijk. Ze hadden geen leider, geen hiërarchie, geen toevoerlinie en geen gedetailleerde strategie. De eerste kruistocht bestond slechts uit duizenden toegewijde strijders die diep het gebied van de vijand introkken, duizenden kilometers van huis. Velen van hen verhongerden of stierven aan ziekten en verwondingen. Het was een ruige veldtocht, altijd op de rand van rampspoed. Toch hadden de kruisvaarders in 1098 Nicea en Antiochië bevrijd en in juli 1099 heroverden ze Jeruzalem.

Professor Madden, de auteur van De geïllustreerde geschiedenis van de kruistochten, merkte op: ‘Op een veilige afstand van vele eeuwen is het gemakkelijk om de wenkbrauwen te fronsen over de kruistochten. Tenslotte is religie niet iets om oorlogen over uit te vechten. Maar we zouden in gedachten moeten houden dat onze middeleeuwse voorouders net zo zouden walgen van onze oneindig meer verwoestende oorlogen die worden uitgevochten in naam van politieke ideologieën… Of we de kruisvaarders nu bewonderen of niet, het is een feit dat de wereld zoals we die we vandaag zien, niet zou hebben bestaan zonder hun inspanningen. Het aloude geloof van het christendom, met zijn respect voor vrouwen en antipathie tegen slavernij, overleefde niet alleen, maar floreerde. Zonder de kruistochten zou het weleens net als het Zoroastrianisme, een van de andere rivalen van de islam, kunnen zijn uitgestorven. Maar zonder de kruistochten zou Europa waarschijnlijk in handen van de islam zijn gevallen en zouden de VS en Zuid-Afrika nooit hebben bestaan.’

Logistiek en economie
Zoals het Christian History Institute al naar voren heeft gebracht, verraadt de typering van een kruisvaarder als iemand die het slechts deed voor het plunderen en de buit, een gebrek aan kennis van zowel aardrijkskunde als geschiedenis. Het merendeel van de kruisvaarders was verarmd en financieel geruïneerd door de kruistochten. Kruisvaarders verlieten hun huis en familie om 3000 km door verraderlijk en onherbergzaam terrein te reizen – en de kortste kruistocht duurde 4 jaar. Als we in ogenschouw nemen, dat slechts 10% van de kruisvaarders paarden had en dat 90% voetvolk was, is het qua logistiek duidelijk dat de kruisvaarders onmogelijk genoeg buit mee terug hadden kunnen nemen om hun verlies aan inkomsten en de hoge kosten van deze lange kruistochten te compenseren. Veel kruisvaarders verloren hun huizen en boerderijen om hun deelname aan de kruistochten te financieren.

Er is meer in het leven dan geld
Misschien kunnen zelfzuchtige, materialistische agnosten in de 21e eeuw niet begrijpen, dat sommige mensen gemotiveerd kunnen worden door iets anders dan zelfverrijking, maar feit is dat veel mensen opofferingen doen voor hun religieuze overtuigingen en om anderen te helpen. In het geval van de kruisvaarders maakt de geschiedenis ons duidelijk dat de motivatie die tienduizenden vrijwilligers leidde om het Heilige Land terug te winnen, een gevoel van christelijke plicht was om hun medechristenen in het Oosten te helpen, wier land was binnengevallen en wier kerken waren ontheiligd door moslimlegers en een verlangen om toegang tot het Heilige Land veilig te stellen voor pelgrims.

Er was ook een verlangen om te vechten voor de eer van hun Heer Jezus Christus, Wiens kerken verwoest en Wiens goddelijkheid ontkend werd door de mohammedaanse aanvallers. Met andere woorden, voor de kruisvaarders was dit een verdedigingsoorlog om christelijke gebieden te heroveren op de moslimindringers. We delen misschien hun overtuigingen niet of staan niet achter hun methoden, maar we zouden hun daden moeten evalueren in het licht van de realiteit van de 11e en 12e eeuw en niet anachronistisch onze normen en politiek op hen projecteren.

Jihad vs. het evangelie
Het woord “kruistocht” komt niet voor in de Bijbel en is ook geen opdracht in het christendom. Jihad is echter wel de zesde pijler van de islam en de op een na grootste opdracht van Mohammed. Het wordt niet alleen aanbevolen, maar bevolen in de koran. Vele eeuwen geleden kwam er een einde aan de kruistochten, de islamitische Jihad gaat vandaag de dag echter gewoon door. Miljoenen christenen zijn door de eeuwen heen afgeslacht door islamitische strijders – zoals de 1,5 miljoen Armeniërs die in Turkije zijn vermoord in 1915. Christenen worden nog steeds afgemaakt door de islamitische strijders in Indonesië, de Filippijnen, Soedan en Nigeria. Daarom, voordat Christenen zich uitsloven om zich te verontschuldigen voor de kruistochten waaraan meer dan 700 jaar geleden een einde kwam, zou het verstandig zijn om eerst uit betrouwbare bronnen te bestuderen waar de kruistochten om gingen en de islamitische leer en het verloop van de Jihad in de laatste 14 eeuwen te bestuderen . Zij die geen weet hebben van hun verleden, hebben geen toekomst.

Dr. Peter Hammond
Dr. Hammond was een pionierzendeling onder moslims in Soedan. Hij is de schrijver van “Slavery, Terrorism and Islam – The Historical Roots and Contemporary Threat” (Slavernij, Terrorisme en Islam – de historische wortels en de huidige dreiging).

Wat een gedoe om een ‘hoofddoekje’. Is dat in een democratisch land met godsdienstvrijheid niet te gek voor woorden? Of is er meer aan de hand? Enkele feiten.

Noch in de koran noch in de sharia is sprake van een ‘hoofddoekje’, laat staan van een ‘hoofddoekje’ dat in de nek samengeknoopt wordt, zoals vrouwen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Almere in maart 2010 ostentatief deden. Dat is het probleem bagatelliseren en neemt de strijd van moslimvrouwen bv. in Turkije tegen het verplicht dragen van een gehele lichaamsbedekking (behalve gezicht en handen) niet serieus.

Het Arabische woord (hijaab) is moeilijk te vertalen. Het betekent ‘het verbergende’ en veronderstelt zodoende een ondoorzichtige stof (géén doorzichtige sluier!), omdat naar de sharia volgens enkele islamitische rechtsscholen het lichaam van de moslimvrouw buitenshuis geheel ‘verborgen’ moet zijn. De Hanafistische rechtsschool (in Turkije, Centraal-Azië, India, Pakistan en Bangladesh) vereist echter geen bedekking van gezicht en handen van de moslima, evenmin de Malikitische.

De (orthodoxe) islam is niet een religie in Westerse zin, maar een politieke religie met het expliciete doel: de wereldwijde godsstaat van de islamitische Allah op basis van de sharia (islamitische wet). Godsdienst en staat zijn in de islam een onafscheidelijke eenheid. Dit gegeven vormt een niet te bagatelliseren probleem in Westerse landen met staatsrechterlijke scheiding van kerk en staat.

We worden geconfronteerd met een politiek conflict tussen de door mensen gemaakte Nederlandse grondwet en de vermeende door Allah geopenbaarde Arabisch-islamitische wet (sharia) van zijn theocratie, ook ten aanzien van de lichaamsbedekking van de moslima. De botsing van religie en cultuur zijn daarvan afgeleide conflicten.

De sharia staat (voor een orthodoxe moslim) daarbij principieel boven alle landswetten. De primaire plicht van iedere (orthodoxe) moslim is om zoveel mogelijk waar ook ter wereld de sharia te gehoorzamen.

De lichaamsbedekking is islamitisch-wettelijke (sharia)plicht voor elke moslimvrouw, overal waar ze zich buitenshuis bevindt. Dat is in de orthodoxe islam dus géén ‘vrijwillige keuze’ van de moslima als getuigenis van haar persoonlijk geloof in Allah, maar van haar plicht tegenover hem en zijn sharia. Deze plichts-betrachting behoort bovendien tot de ‘goede daden’ die bij het eindoordeel van Allah met de ‘slechte daden’ worden verrekend (soera 11:114), terwijl ongehoorzaamheid streng wordt gestraft. De sharia-verplichte lichaamsbedekking voor de moslima is ook daarom nooit te vergelijken met het dragen van een keppeltje of van een kruisje.

De koran en sharia discrimineren de vrouw, die ‘half zoveel waard’ is als de man o.a. wat betreft huwelijk en echtscheiding, erfenis en getuigenis voor de rechtbank. De islamitisch-wettelijke verplichte bedekking van de moslimvrouw in het openbare leven is daarvan een politiek religieus symbool. De Nederlandse wet echter verbiedt discriminatie op grond van sekse. Een pleiten voor ‘tolerantie’ en ‘godsdienstvrijheid’ t.a.v. de bedekking van de moslima betekent in werkelijkheid een pleiten voor gelijkberechtiging van delen van de Arabisch-islamitische wet (sharia) en de Nederlandse grondwet – feitelijk zelfs een pleiten voor superioriteit van de sharia en dus tevens voor publieke discriminatie van de moslima.

Een beperkt verbod van de Nederlandse regering op het dragen van de sharia-verplichte lichaamsbedekking van de moslima (al of niet inclusief van gezicht en handen) bij openbare diensten en publieke gelegenheden, betekent erkenning en handhaving van haar recht op eigen wetgeving en op prioriteit van de Nederlandse grondwet bóven de wet (sharia) van Allah’s islamitische rechtsstaat. Dat is het tegendeel van discriminatie van de moslimvrouw tegenover een christen die (nog) in het openbaar een kruisje mag dragen. Een dergelijk beperkt verbod van de Nederlandse wet op de sharia-verplichte lichaamsbedekking van de vrouw heeft niets te maken met ‘schending van de mensenrechten’ van de moslima. Het betekent evenmin verachting, laat staan afwijzing van de persoon van de orthodox-islamitische vrouw.

Het geeft wel te denken, wat een Duitse info van een zending onder moslims o.a. schrijft:
“Het thema hoofddoek in publieke dienst wordt door de islam als een Trojaans paard in Europa gebruikt.
Doel is, om delen van de sharia in onze wetgevende en uitvoerende organen binnen te loodsen en
maatschappelijk aanvaard te krijgen, om dan later andere elementen van de islamitische wet in onze
grondwet in te voeren”.

Orthodoxe moslims zeggen: ‘We moeten Allah meer gehoorzamen dan de mensen’. Als christenen moeten we bedenken, dat ook het recht van onze seculiere, democratische staat om alle onderdanen iets te gebieden, te verbieden of te veroorloven in het licht van het eindoordeel van God, Wetgever en Rechter (Jak 4:12) een relatief recht is. Daarboven staat Gods Woord. Daaraan moeten christenen toetsen met sóms als consequentie: “We moeten God meer gehoorzamen dan de mensen” (Hnd 5:29).

De cruciale vraag is: Welke God als hoogste autoriteit staat achter de Bijbel en welke godheid achter de koran en sharia? In ieder geval zijn beide absoluut niet dezelfde.

 

De meningen zijn verdeeld over de vraag of Turkije al dan niet moet toetreden tot de Europese Unie. Stefano Silvestri, president van de gezaghebbende Italiaanse Denk Tank over internationale zaken IAI, is een krachtig pleitbezorger van Turkije’s toetreding tot de Europese Unie. In zijn mening staan de waarden van het moderne Turkije dichter bij Europa dan bij het rijk der Ottomanen. Evenals veel andere Europese leiders, doet zijn seculaire, niet-religieuze wereldbeeld hem voorbijgaan aan de geschiedenis van ons Continent als vrucht van zowel judeo-christelijke als klassieke ethiek en waarden.

In tegenstelling tot de opvattingen van hem en die van anderen, staat de opmerking tijdens een recent Symposium in Yalta (De Krim, mei 2003), dat zonder deze gemeenschappelijke morele bronnen, Europa slechts een subcontinent van Azië zou zijn!
Een van de leiders die beseffen dat het toetreden van Turkije tot de Europese Gemeenschap de furie kan oproepen van fundamentalistische moslimleiders, is de vroegere Franse president Valery Giscard D’Estaing, die verklaarde dat er voor een moslimland geen plaats is in een alliantie van christelijke naties. Wij kunnen ons vinden in diens aanbeveling om in de Preambule van de Europese Grondwet een verwijzing op te nemen naar de vier grondslagen van onze Europese culturen: Gerechtigheid, Barmhartigheid, Waarheid en Heerlijkheid.

In zijn nabeschouwing van de gebeurtenissen van ‘9-11’ verwees Osama Bin Laden naar de ‘grote catastrofe’ die de moslimwereld een eeuw geleden heeft getroffen. Daarbij doelde hij op het uiteenvallen van het grote Ottomaanse rijk in afzonderlijke staten onder invloed van de Westerse mogendheden. Vanuit zijn perspectief is de ontwikkeling van de seculiere Turkse staat onder Kemal Ataturk in 1926 dus verraad aan de zaak van de islam, een schending van het moslim-eergevoel.

De speciale positie die Turkije in de moslimwereld inneemt wordt getypeerd door een kernbegrip in het Arabische of moslimdenken: de grensvesting of ribat. In de vroege geschiedenis van de gewapende expansie van de islam heeft de ribat zowel een defensieve als offensieve functie. Deze bakent de grens af van de veroverde moslimgebieden (Dar al-Islam) met de niet-islam wereld of Dar al-Harb. In het denken van de moslims is de islam een religie van veroveren, niet van terugtrekken. Daarin heeft de ribat een functie voor zowel consolidatie als expansie.

In de geschiedenis van de islam heeft Turkije altijd deze ribatfunctie vervuld, bijvoorbeeld in hun veroveringen van de Balkangebieden. Zou Turkije nu deel gaan uitmaken van de Europese Unie, dan kan dit worden opgevat als een nederlaag waarbij de reeks ribats zou worden teruggetrokken tot waar Turkije grenst aan de Aziatische landen. En wat zou dit betekenen voor de tientallen miljoenen ‘Turkmenen’ in de landen van Midden Azië zoals Azerbeidzjan, Turkmenistan, Oezbekistan en Kazakstan, waarmee Turkije open grenzen heeft?

Ondanks de pro-Europastemming van de huidige Turkse leiders, kent het land een in kracht toenemende onderstroom van fundamentalisten. Dat zou Turkije wel eens tot een slagveld kunnen maken van haar democratische krachten tegen de krachten van de ‘ware islam’. Volgens de logica en de wetten van de islam zal Turkije weer zijn positie moeten innemen als ribat van de Dar al-Islam, aan wie de uitnodiging tot toetreding klinkt als een sirenenzang:
Kom over naar Europa en neem ons in bezit!

Het is dus niet ondenkbaar dat op deze manier Turkije voor Europa het paard van Troje gaat worden. Dan is onze inzet om het democratische proces in Turkije te versterken te vergelijken met de paardenliefde van de Trojanen. Met als resultaat dat Turkije’s toetreding de islamistische krachten in Europa gaat versterken door eerst zichzelf, en later de landen van Europa dichter te brengen bij de invoering van de sjaria. Daarbij zouden de niet-moslims van Europa, net als een en andermaal op de Balkan – hooguit de status van dhimmies verkrijgen.

NB. Het bovenstaande is geen sombere speculatie, maar een ontwikkeling die wordt bepaald door de logica van de islam. Uiteraard tenzij de huidige leiders van Europa bereid zijn de lessen der geschiedenis toe te passen.

Voor een kritische beschouwing over mensenrechten in Turkije in geschiedenis en heden zie www.isic-centre.org/Briefings/Briefing13-2002-12-20.htm

GNOSTIEK (Grieks gnosis= kennen)

Ontstaan
Gnostiek ontstond in de eerste eeuw. In Col 2 en 3, 1 Tim, Titus en 1 Joh wordt er tegen gewaarschuwd. De gnostiek is een poging om antwoord te geven op vragen als: waarom zijn we hier, wat is het doel van het leven, waar komt het kwaad vandaan? Vooral op dat laatste zocht men een antwoord. Er kwam een variatie aan antwoorden. Maar, er is toch wel wat gemeenschappelijks aan te geven. Dat luidt ongeveer als volgt. De gedachte is dat in god zelf een splitsing tussen goed en kwaad ontstond. Er ontstond een dwaze scheppergod (demiurg). Je zou kunnen zeggen dat god in het kwade viel. Het kwade groeide als ’t ware uit en er ontstond een wereld door de klungelige demiurg. Het was dus niet de bedoeling dat er een wereld ontstond. De demiurg is een bedrieger die zich voordoet als de ware, onkenbare god. En toen de wereld er eenmaal was, was deze een ramp. Bovendien werden door het geklungel per ongeluk goddelijke vonkjes opgesloten in de mens.

De oorzaak van het kwaad ligt dus bij God. Daarom is er geen sprake van zonde bij de mens, want hij kan het niet helpen. Hij is zo ontstaan: een goddelijke vonk in een kwade, materiële gevangenis. De gnosticus spreekt dan ook niet van zonde en schuld, maar van onwetendheid.

Gewoonlijk weet de mens niet dat hij een goddelijke kern heeft. Een uitgelezen groepje kan door gnosis, hogere kennis, daarvan weet krijgen. Door een speciale openbaring kan de mens die esoterische (alleen voor ingewijden bedoelde) kennis verkrijgen. Dan weet hij, dat hij in zijn kern goddelijk is en kan gaan zoeken naar nog meer kennis, aan de hand van leraren, Verheven Meesters, om zichzelf als god te kunnen gaan ervaren. Een van die leraren is Jezus, maar ook bijv. Seth (de slang).

Gnostiek zoals zich dat op christelijk erf voordoet.
Gnosis is op allerlei wijzen te verkrijgen. In ieder geval is het een tweede openbaringsbron, naast de bijbel. Ja, zelfs blijft de gnosticus niet langer aan de letterlijke betekenis van Bijbelwoorden hangen, maar leert er de verborgen bedoeling van kennen. Zo verlost hij zichzelf. De gnostiek is dus een leer van Zelfverlossing, want de mens kan door steeds hogere kennis contact krijgen met zijn goddelijke kern tot hij tenslotte zich kan verenigen met het goddelijke Al. Jezus is het die hem door gnosis bewust maakt van zijn gevallen toestand en hem terugbrengt tot de volheid en de volmaaktheid.

Christus en Jezus zijn van elkaar gescheiden: Christus is een geestelijk, hemels wezen, Jezus is zijn aardse verschijningsvorm. Vóór de kruisiging maakte Christus zich daarvan los en leeft als geest verder. Alleen de drie jaar tussen zijn doop in de Jordaan en de kruisiging was Jezus óók de Christus. Een andere opvatting is dat Christus een menselijk schijnlichaam had. In het Tho­masevangelie is het Jezus die de discipelen zich bewust maakt Christussen te zijn. Jezus is de identieke tweelingbroer van de gnosticus. Wie dus de echte gnosis bereikt, wordt niet een christen maar een Christus.

We noemen dit pakket gedachten ‘gnostiek’. Maar lang niet iedereen, waarschijnlijk zelfs de meesten, die vandaag de dag gnostische ideeën hebben, weten dat ze met gnostische gedachten bezig zijn. Het zijn gedachten die uit ons natuurlijke, gevallen, denken opkomen en sterk beïnvloed zijn door de cultuur waarin we leven. Van nature willen we niet weten van een God, die hemel en aarde geschapen heeft, willen we er niet van weten dat de mens, door eigen schuld, in zonde is gevallen en daarom ten diepste slecht is. We aanvaarden niet dat we van een Ander afhankelijk zijn voor onze verlossing. Verlossen doen we graag zelf. Het woord ‘gnostiek’ wordt hier voor het gemak gebruikt, om aan te duiden waar we het over hebben. En niet om iedereen, die daar iets van heeft opgepikt, gelijk in de hoek van ketters te zetten.

In de eerste drie eeuwen van onze jaartelling bloeide de gnostiek. Erna was het meer ondergronds, nu en dan opduikend. Bijvoorbeeld de Bogomielen in de 10e eeuw, de Katharen sinds ong. 1150, in de Renaissance Pico della Mirandola en rond 1600 de mysticus Jakob Böhme. Sinds eind 18e eeuw is het algemener aanwezig, eerst in de Romantiek (bijv. bij de jonge Goethe), rond 1900 bij Carl Gustav Jung en sinds ongeveer 1985, de newagebeweging, die nu deel uitmaakt van het postmodernisme.

Toetsen/ontmaskeren
Het Grieks kent twee woorden voor kennen: ‘onmiddellijk kennen’, mystiek kennen, intuïtief kennen ‘vanuit jezelf, zonder gebruik van de zintuigen. Hier tegenover staat het middellijk kennen, weten door te leren: het zich eigen maken en verwerken van dingen van buitenaf. Eenzelfde onderscheid vinden wij ook bij het ‘zien’, namelijk tussen ‘onmiddellijk zien (of ‘schouwen’) en middellijk zien.

In de gnostische kosmologie is het goddelijk oerwezen onkenbaar en ontoegankelijk; in tegenstelling hiertoe staat de wereld der natuur en materie. Tussen beide werelden staan tussenwezens, zoals demiurgen of avatars, als tussenschakels tussen reine schepper en het geschapene dat als zodanig ook het gevallene is. Alle buitenchristelijke mystiek in het Westen is gegrond op de gnostiek, die in de vroege kerk al opkwam aan het eind van de eerste eeuw.

De Bijbel wijst uitdrukkelijk iedere vorm van gnostisch denken af. Het gnosticisme is net als het christendom een verlossingsleer. Maar anders dan bij het christendom moet de mens door kennis (gnosis) van zichzelf zijn eigen goddelijke kern ontdekken, waardoor hij aan zijn verscheurdheid kan ontkomen en zo zichzelf kan verlossen. De gnostiek is een typische vorm van vroeg-syncretisme met de zelfontplooiing als verlossingsleer, de androgynie als verlossingssymbool en het occultisme als verlossingsweg. Deze leer kwam ook voor in de Phrygische gemeenten Kolosse, Hiërapolis en Laodicea en leidde tot elitevorming, waarbij de door gnosis verlichte christenen diep neerzagen op hen, die nog niet waren ingewijd en nog dachten in tegenstellingen van Schepper en schepsel en van goed en kwaad, vergelijk hiermee Kolossenzen 2, met name vers 8. Ook Johannes besteedt in zijn eerste brief aandacht aan de gnostiek, die met name na de val van Jeruzalem het christendom in hoge mate penetreerde. Speciaal de veel geciteerde tekst 1 Johannes 4:1 (“Vertrouwt u niet toe aan iedere geest”) is erop gericht om iedere gedachte van Jezus Christus als een ‘goddelijke avatar’ te ontmantelen.

Pas op voor spiritualiteit en oosterse meditatie
Hoewel taalkundig verwant, is ‘Spiritualiteit’ Bijbels gezien precies het tegenovergestelde van ‘Geestelijk leven’ of ‘Heiliging’. De Bijbel keert zich niet in de eerste plaats tegen het materialisme, maar tegen het zoeken van de mens naar een spiritualiteit buiten God om. Dàt is de grote waarschuwing uit Deuteronomium 28 tot 30, bijvoorbeeld hoofdstuk 29:17-18 en 30:17-18, welke waarschuwing zo kort daarna al in de wind werd geslagen (32:15-18).

In het Nieuwe Testament betekent ‘geestelijk leven’ het leven van Christus in ons, het leven door de Geest van God. Om dit duidelijk te maken plaatst de Bijbel dit dikwijls in een tegenstelling tot het leven van het vlees, dat is het eigen kunnen van de mens. Dit laatste is niet alleen materialisme, zoals de zucht naar geld (1 Timoteüs 6:9-10), maar ook het zoeken naar geestelijke voldoening buiten God om. Dat verklaart ook waarom de apostel Paulus in Kolossenzen 2 niet schroomt om de spiritualiteit bij de juiste naam te noemen: vleselijk, opgeblazen denken is het en anders niet!

De vormen van oosterse meditatie worden door de Bijbel volstrekt afgewezen. De meditatie, die de Bijbel kent, schakelt nimmer de menselijke geest uit door deze ‘op nul te stellen’ of zoals de Amerikanen ‘de nieuwe religie van Californië’ typeren met de boektitel: ‘Closing the American mind’. Integendeel, de Bijbel brengt de ziel tot rust voor God (Psalm 42 en 43) om van Hem te leren en door God zelf, vanuit Zijn Woord, onderwezen te worden (zie Psalm 19 en 119). Het denken van God gaat wel boven het denken van mensen uit (Jesaja 55:9-11), toch vernietigt dit het menselijk denken niet, maar brengt ons ijdele denken tot het doel waartoe wij geschapen zijn (Romeinen 12: 1-8).

Het beste antwoord op alle verlangen om één te worden met de wereldziel, op ieder streven naar hogere, kosmische realiteiten, vinden wij echter niet in de afwijzingen, dus vanuit het negatieve. Het beste antwoord is ook hier positief, namelijk Christus, van wie de apostel zegt:

“Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen, en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem (Kolossenzen 1:15-17).”

In tegenstelling tot ‘ De Weg’ naar een hoger of kosmisch bewustzijn, kent de Bijbel twee wegen: de weg der zondaars en goddelozen en de weg der rechtvaardigen (Psalm 1 en Jesaja 35). De mens wordt dus niet opgeroepen om zijn eigen weg te zoeken, integendeel, dat is een doolweg (Jesaja 53:6), want alle eigen wegen zijn dwaalwegen. Wij moeten ons dus juist afkeren van die eigen weg, die breed is, omdat de meeste mensen daarop gaan, maar door de enge poort gaan op de smalle weg wandelen, die ten leven leidt (Mattheüs 7:13-14). Die weg is niet een abstract iets die ieder maar experimenteel moet zien te vinden, maar een Persoon, Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven (Johannes 14:6). Het tweede gedeelte van de tekst luidt: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij” en dat sluit iedere andere weg helemaal uit.

 

 

GNOSTIEK (Grieks gnosis= kennen)

Ontstaan

Gnostiek ontstond in de eerste eeuw. In Col 2 en 3, 1 Tim, Titus en 1 Joh wordt er tegen gewaarschuwd. De gnostiek is een poging om antwoord te geven op vragen als: waarom zijn we hier, wat is het doel van het leven, waar komt het kwaad vandaan? Vooral op dat laatste zocht men een antwoord. Er kwam een variatie aan antwoorden. Maar, er is toch wel wat gemeenschappelijks aan te geven. Dat luidt ongeveer als volgt. De gedachte is dat in god zelf een splitsing tussen goed en kwaad ontstond. Er ontstond een dwaze scheppergod (demiurg). Je zou kunnen zeggen dat god in het kwade viel. Het kwade groeide als ’t ware uit en er ontstond een wereld door de klungelige demiurg. Het was dus niet de bedoeling dat er een wereld ontstond. De demiurg is een bedrieger die zich voordoet als de ware, onkenbare god. En toen de wereld er eenmaal was, was deze een ramp. Bovendien werden door het geklungel per ongeluk goddelijke vonkjes opgesloten in de mens.

De oorzaak van het kwaad ligt dus bij God. Daarom is er geen sprake van zonde bij de mens, want hij kan het niet helpen. Hij is zo ontstaan: een goddelijke vonk in een kwade, materiële gevangenis. De gnosticus spreekt dan ook niet van zonde en schuld, maar van onwetendheid.

Gewoonlijk weet de mens niet dat hij een goddelijke kern heeft. Een uitgelezen groepje kan door gnosis, hogere kennis, daarvan weet krijgen. Door een speciale openbaring kan de mens die esoterische (alleen voor ingewijden bedoelde) kennis verkrijgen. Dan weet hij, dat hij in zijn kern goddelijk is en kan gaan zoeken naar nog meer kennis, aan de hand van leraren, Verheven Meesters, om zichzelf als god te kunnen gaan ervaren. Een van die leraren is Jezus, maar ook bijv. Seth (de slang).

Gnostiek zoals zich dat op christelijk erf voordoet.

Gnosis is op allerlei wijzen te verkrijgen. In ieder geval is het een tweede openbaringsbron, naast de bijbel. Ja, zelfs blijft de gnosticus niet langer aan de letterlijke betekenis van Bijbelwoorden hangen, maar leert er de verborgen bedoeling van kennen. Zo verlost hij zichzelf. De gnostiek is dus een leer van Zelfverlossing, want de mens kan door steeds hogere kennis contact krijgen met zijn goddelijke kern tot hij tenslotte zich kan verenigen met het goddelijke Al. Jezus is het die hem door gnosis bewust maakt van zijn gevallen toestand en hem terugbrengt tot de volheid en de volmaaktheid.

Christus en Jezus zijn van elkaar gescheiden: Christus is een geestelijk, hemels wezen, Jezus is zijn aardse verschijningsvorm. Vóór de kruisiging maakte Christus zich daarvan los en leeft als geest verder. Alleen de drie jaar tussen zijn doop in de Jordaan en de kruisiging was Jezus óók de Christus. Een andere opvatting is dat Christus een menselijk schijnlichaam had. In het Tho­masevangelie is het Jezus die de discipelen zich bewust maakt Christussen te zijn. Jezus is de identieke tweelingbroer van de gnosticus. Wie dus de echte gnosis bereikt, wordt niet een christen maar een Christus.

We noemen dit pakket gedachten ‘gnostiek’. Maar lang niet iedereen, waarschijnlijk zelfs de meesten, die vandaag de dag gnostische ideeën hebben, weten dat ze met gnostische gedachten bezig zijn. Het zijn gedachten die uit ons natuurlijke, gevallen, denken opkomen en sterk beïnvloed zijn door de cultuur waarin we leven. Van nature willen we niet weten van een God, die hemel en aarde geschapen heeft, willen we er niet van weten dat de mens, door eigen schuld, in zonde is gevallen en daarom ten diepste slecht is. We aanvaarden niet dat we van een Ander afhankelijk zijn voor onze verlossing. Verlossen doen we graag zelf. Het woord ‘gnostiek’ wordt hier voor het gemak gebruikt, om aan te duiden waar we het over hebben. En niet om iedereen, die daar iets van heeft opgepikt, gelijk in de hoek van ketters te zetten.

In de eerste drie eeuwen van onze jaartelling bloeide de gnostiek. Erna was het meer ondergronds, nu en dan opduikend. Bijvoorbeeld de Bogomielen in de 10e eeuw, de Katharen sinds ong. 1150, in de Renaissance Pico della Mirandola en rond 1600 de mysticus Jakob Böhme. Sinds eind 18e eeuw is het algemener aanwezig, eerst in de Romantiek (bijv. bij de jonge Goethe), rond 1900 bij Carl Gustav Jung en sinds ongeveer 1985, de newage-beweging, die nu deel uitmaakt van het postmodernisme.

Toetsen/ontmaskeren

Het Grieks kent twee woorden voor kennen: ‘onmiddellijk kennen’, mystiek kennen, intuïtief kennen ‘vanuit jezelf, zonder gebruik van de zintuigen. Hier tegenover staat het middellijk kennen, weten door te leren: het zich eigen maken en verwerken van dingen van buitenaf. Eenzelfde onderscheid vinden wij ook bij het ‘zien’, namelijk tussen ‘onmiddellijk zien (of ‘schouwen’) en middellijk zien.

In de gnostische kosmologie is het goddelijk oerwezen onkenbaar en ontoegankelijk; in tegenstelling hiertoe staat de wereld der natuur en materie. Tussen beide werelden staan tussenwezens, zoals demiurgen of avatars, als tussenschakels tussen reine schepper en het geschapene dat als zodanig ook het gevallene is. Alle buitenchristelijke mystiek in het Westen is gegrond op de gnostiek, die in de vroege kerk al opkwam aan het eind van de eerste eeuw.

De Bijbel wijst uitdrukkelijk iedere vorm van gnostisch denken af. Het gnosticisme is net als het christendom een verlossingsleer. Maar anders dan bij het christendom moet de mens door kennis (gnosis) van zichzelf zijn eigen goddelijke kern ontdekken, waardoor hij aan zijn verscheurdheid kan ontkomen en zo zichzelf kan verlossen. De gnostiek is een typische vorm van vroeg-syncretisme met de zelfontplooiing als verlossingsleer, de androgynie als verlossingssymbool en het occultisme als verlossingsweg. Deze leer kwam ook voor in de Phrygische gemeenten Kolosse, Hiërapolis en Laodicea en leidde tot elitevorming, waarbij de door gnosis verlichte christenen diep neerzagen op hen, die nog niet waren ingewijd en nog dachten in tegenstellingen van Schepper en schepsel en van goed en kwaad, vergelijk hiermee Kolossenzen 2, met name vers 8. Ook Johannes besteedt in zijn eerste brief aandacht aan de gnostiek, die met name na de val van Jeruzalem het christendom in hoge mate penetreerde. Speciaal de veel geciteerde tekst 1 Johannes 4:1 (“Vertrouwt u niet toe aan iedere geest”) is erop gericht om iedere gedachte van Jezus Christus als een ‘goddelijke avatar’ te ontmantelen.

Pas op voor spiritualiteit en oosterse meditatie

Hoewel taalkundig verwant, is ‘Spiritualiteit’ Bijbels gezien precies het tegenovergestelde van ‘Geestelijk leven’ of ‘Heiliging’. De Bijbel keert zich niet in de eerste plaats tegen het materialisme, maar tegen het zoeken van de mens naar een spiritualiteit buiten God om. Dàt is de grote waarschuwing uit Deuteronomium 28 tot 30, bijvoorbeeld hoofdstuk 29:17-18 en 30:17-18, welke waarschuwing zo kort daarna al in de wind werd geslagen (32:15-18).

In het Nieuwe Testament betekent ‘geestelijk leven’ het leven van Christus in ons, het leven door de Geest van God. Om dit duidelijk te maken plaatst de Bijbel dit dikwijls in een tegenstelling tot het leven van het vlees, dat is het eigen kunnen van de mens. Dit laatste is niet alleen materialisme, zoals de zucht naar geld (1 Timoteüs 6:9-10), maar ook het zoeken naar geestelijke voldoening buiten God om. Dat verklaart ook waarom de apostel Paulus in Kolossenzen 2 niet schroomt om de spiritualiteit bij de juiste naam te noemen: vleselijk, opgeblazen denken is het en anders niet!

De vormen van oosterse meditatie worden door de Bijbel volstrekt afgewezen. De meditatie, die de Bijbel kent, schakelt nimmer de menselijke geest uit door deze ‘op nul te stellen’ of zoals de Amerikanen ‘de nieuwe religie van Californië’ typeren met de boektitel: ‘Closing the American mind’. Integendeel, de Bijbel brengt de ziel tot rust voor God (Psalm 42 en 43) om van Hem te leren en door God zelf, vanuit Zijn Woord, onderwezen te worden (zie Psalm 19 en 119). Het denken van God gaat wel boven het denken van mensen uit (Jesaja 55:9-11), toch vernietigt dit het menselijk denken niet, maar brengt ons ijdele denken tot het doel waartoe wij geschapen zijn (Romeinen 12: 1-8).

Het beste antwoord op alle verlangen om één te worden met de wereldziel, op ieder streven naar hogere, kosmische realiteiten, vinden wij echter niet in de afwijzingen, dus vanuit het negatieve. Het beste antwoord is ook hier positief, namelijk Christus, van wie de apostel zegt:

“Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen, en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem (Kolossenzen 1:15-17).”

In tegenstelling tot ‘ De Weg’ naar een hoger of kosmisch bewustzijn, kent de Bijbel twee wegen: de weg der zondaars en goddelozen en de weg der rechtvaardigen (Psalm 1 en Jesaja 35). De mens wordt dus niet opgeroepen om zijn eigen weg te zoeken, integendeel, dat is een doolweg (Jesaja 53:6), want alle eigen wegen zijn dwaalwegen. Wij moeten ons dus juist afkeren van die eigen weg, die breed is, omdat de meeste mensen daarop gaan, maar door de enge poort gaan op de smalle weg wandelen, die ten leven leidt (Mattheüs 7:13-14). Die weg is niet een abstract iets die ieder maar experimenteel moet zien te vinden, maar een Persoon, Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven (Johannes 14:6). Het tweede gedeelte van de tekst luidt: “Niemand komt tot de Vader dan door Mij” en dat sluit iedere andere weg helemaal uit.

 

1. De universiteitspsychologie negeert God  die de mens geschapen heeft naar Zijn beeld – in haar wetenschapsbeoefening. De Bijbel zegt daarover: „En daar zij het verwerpelijk achtten God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verwerpelijk denken…“ (Rom 1:28). De evolutionistische psychologie gaat uit van een ‘diermodel’, wat het duidelijkst blijkt uit de gedragspsychologie (behaviorisme). In de grond van de zaak zouden wij mensen te maken hebben met de gevolgen van onze „dierlijke voorouders“. De seculiere psychologie isoleert in haar waarneming, beschrijving en therapie de mens van zijn relatie tot God. De mens „als zodanig“ („sec“) bestaat evenwel niet. Dat is een fictie. Zonder de geschapen, door de zondeval verbroken en in Christus herstelde relatie God – mens is mensenkennis niet mogelijk!

2. De universiteitspsychologie negeert de zondeval van de eerste mensen, Adam en Eva, tegenover hun Schepper, waardoor wij allen als hungeworden zijn met een zondige natuur. Een mens zónder zondige natuur bestaat niet, dat is een fictie. Weliswaar heeft Freud met zijn thanatos-theorie een z.g. pessimistisch mensbeeld geschapen en schiep C.G. Jung een psychologische „schaduw“, maar beide zaken hebben niets te maken met de diagnose van Gods Woord: nakomelingen zondaren

– „Het voortbrengsel van het hart van de mens is boos van zijn jeugd aan“ (Gen 8:21).

– „Zie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen“ (Ps 51:7).

– „Arglistig is het hart boven alles“ (Jr 17:9).

– „… dat zij allen onder de zonde zijn… Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken,…; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één…, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God“ (Rom 3:9-19).

– „Want ik weet, dat in mij… geen goed woont“ (Rom 7:18). Verg. Ef 2:1-3; 4:17-19 enz.

De seculiere psychologie – met S. Freud voorop – schiep haar onschuldmodel resp. schuldmodel. Het individu zou met zijn ‘psychische’ problemen en ‘innerlijke verwondingen’ het ’onschuldig slachtoffer’ zijn van de medemensen (z.g. slachtoffertheorie). Dergelijke psychologische victimisering (victim = slachtoffer) van het individu (beter niet: groep of natie) is een grote hinderpaal voor zelfkennis, berouw, bekering en levensheiliging in Bijbelse zin.

3. De universiteitspsychologie negeert de duivel met zijn demonen, de vijand van God en mens, met zijn mogelijke invloed op een individu door middel van o.a. seculier occultisme (via new age methoden en alternatieve geneeswijzen) of religieus occultisme, bijv. in de Aziatische godsdiensten, in het rooms-katholicisme, in pinkster- en charismatische kringen, in sekten.

4. De universiteitspsychologie negeert, dat het immateriële centrum van het menselijk leven, het (zondige) hart, ondoorgrondelijk is – dus ook voor elke z.g. dieptepsychologie: „Ja, ieders binnenste en hart is ondoorgrondelijk“ (Ps 64:7c). Vandaar de grote vraag: „Wie kan het kennen?“, waarop God Zelf antwoordt: „Ik, de HERE, doorgrond het hart“ (Jr 17:9-10). Ja, „Hij toch kent de geheimen des harten“ (Ps 44:22) – Hij alleen! Bijbelse zelfkennis, waar je overigens ook voor mag bidden (Ps 139:23-24), is iets totaal anders dan een of ander psychologisch zelfbeeld!

5. In haar blindheid voor de zondige natuur van de gevallen mens meent de seculiere psychologie een mens te kunnen ‘genezen’ (psychotherapie, psychiatrie). Gods Woord zegt echter niet alleen, dat het menselijk hart ondoorgrondelijk, maar ook ongeneeslijk is (zo letterlijk in Jr 17:9). Daarom zond God Zijn Zoon, de Heiland. De seculiere psychologie – ook de „gekerstende“ – kan alleen maar wat aan de oude mens zitten te prutsen – aan de oude mens, die echter door God in Jezus Christus aan het kruis van Golgotha is geoordeeld! Ze is evenwel nooit in staat de nieuwe mens te scheppen of te voeden. Ook daarom is de seculiere psychologie ongeschikt voor pastorale zorg.

6. De universiteitspsychologie negeert de Here Jezus Christus en Zijn zoenoffer aan het kruis. God heeft ons in Jezus Christus, zijn Zoon, gezegend met alle geestelijke zegen (Ef 1:3). Buiten Jezus Christus is er geen heil, geen heling, geen heiliging en geen bevrijding (Hnd 4:12; Mt 11:28-30; 1Kor 1:29-31; Joh 8:36). Een gelovige zegt dan ook: „Al mijn bronnen zijn in U“ (Ps 87:7). Het humanistische mensbeeld achter de humanistische psychologie zegt feitelijk: ‘Al mijn bronnen zijn in mijzelf – ik heb niemand en niets nodig…’.

7. De universiteitspsychologie negeert het wezenlijk onderscheid tussen een kind van God en een (nog) niet bekeerde persoon. Ten onrechte past ze haar seculiere theorieën, methodes en therapiedoeleinden zonder onderscheid op allen toe. Ze kan evenwel kinderen van God in hun verschillende geestelijke rijpheid en strijd noch begrijpen noch hen helpen. Het mensbeeld is de geestelijke wortel van alle waarneming (analyse), methodologie (theorie en therapie, niet: =) en therapiedoeleinden. Het Bijbelse mensbeeld laat zich nooit vermengen met het buitenbijbelse mensbeeld van de seculiere psychologie.

CDe psychologie bestaat niet. Er zijn diverse hoofdstromingen met hun eigen psychologisch mensbeeld, terwijl elke hoofdstroming weer opgesplitst is in talrijke nevenstromingen (varianten). De logische vraag is: Welke van de vele theorieën is nu de juiste, want ze kunnen niet allemaal tegelijkertijd waar zijn. Er is immers maar é é n waarheid. Daar komt nog bij, dat de theorieën en therapieën zótegenstrijdig zijn, dat psychologen van verschillende psychologische richtingen elkaar tientallen jaren hebben bestreden. Onder invloed van de tijdgeest van het pluralisme zijn er intussen diverse z.g. integratiemodellen ontstaan. Er zijn christenen, die de seculiere psychologie overnemen – of zelfs proberen te kerstenen – en daaruit eclectisch een model fabriceren, dat ze dan hun „eigen model“ noemen. Helaas verzwijgen ze daarbij vaak de psychologische herkomst van hun eclectische theorieën en therapieën.

D. De seculiere psychologie is zeer veranderlijk, zodat men zich afvraagt: hoe lang zijn bepaalde psychologische theorie en psychotherapie nog geldig? De z.g. wetenschappelijk vaststaande psychoanalyse van een S. Freud bijv. is allang achterhaald resp. weerlegd. Maar ook uit de punten A en B, 1-7 blijkt, dat er in de seculiere psychologie geen ‘vaststaande wetenschappelijke kennis’ kán bestaan.

E. De universiteitspsychologie kent alleen de onderscheiding ziel en lichaam. Ze isoleert de psyche van de totale mens, die echter meer is dan zijn lichaam en ziel. Het christelijk pendant is dan ook niet een z.g. christelijke ‘psychologie’, maar een Bijbelse antropologie van de gehele mens, die God, Gods Woord en alle aspecten van punt B serieus neemt en de mens zo in zijn totaliteit ziet.

E. Nannen.

KINDERYOGA

Uit een essay over kinderyoga is een gedeelte overgenomen. De voetnoten zijn achterwege gelaten.

Wat is yoga?

De definitie van yoga is: het streven om door concentratie tot hogere bewustzijnstoestanden of tot betere ademhalingsritmen te komen. Yoga is afkomstig uit het oosterse denken. Het is een verzamelnaam voor verschillende soorten yoga, waarvan Hatha Yoga, die uitgaat van het lichaam, in westerse landen het meest bekend is. Het woord yoga heeft twee betekenissen. In de eerste plaats betekent het ‘onder het juk brengen van’ en de andere betekenis is ‘verbinden’. Alle vormen van yoga kunnen je verbinden met iets dat machtiger is dan jijzelf. Dát is de eigenlijke bedoeling van yoga. Ontspanning en ademhaling worden in deze oosterse vormen genoemd als gevolg van yoga, niet als doel op zich. De ontspanning wordt oorspronkelijk alleen gebruikt om je te verenigen met iets wat groter is dan jezelf.

Argumenten tegen kinderyoga.

Hoewel voorstanders van kinderyoga één en al lof lijken te zijn over het toepassen van kinderyoga, zijn er mensen die niet achter de beslissing staan om deze yoga op de basisschool te gebruiken. De voorstanders van kinderyoga beweren, dat deze yoga alleen maar voordelen heeft. Zo zou het kinderen rust brengen, hun fantasie en creativiteit prikkelen en het zou goed zijn voor de ademhaling. Daarbij komt nog, dat kinderyoga kinderen leert om tot zichzelf te komen, zodat ze hun ware ik ontdekken.

Zijn de technieken die gebruikt worden bij kinderyoga echter wel zo onschuldig? Kijk bijvoorbeeld naar de visualisatietechnieken die veelvuldig gebruikt worden. De kinderen maken fantasiereizen, ze kunnen alles kristalhelder voor zich zien. Deze technieken worden ook gebruikt in de new age. Mensen die aangesloten zijn geweest bij dit denken, benoemen de technieken juist als de gevaarlijkste die er zijn. Daarnaast reizen er ook twijfels als de kinderyoga-praktijken naast de Bijbel worden gelegd. Bekijk bijvoorbeeld eens de ontspanning, het leegmaken van het hoofd van een kind. Dit gaat in tegen de Bijbel, die juist zegt, dat we nuchter en oplettend moeten zijn.

Kan een hoofd eigenlijk wel leeg zijn? Of wordt het dan gevuld met zaken waarmee het vanuit de christelijke identiteit gezien niet gevuld moet worden? M. Dieperink schrijft in haar boek ‘Jezus of de goeroe’:

‘Ik kan nu begrijpen waarom passieve leegte in werkelijkheid een levensgevaarlijke toestand is. Want in die leegte kunnen de machten en krachten die achter de oosterse godsdiensten schuil gaan, gemakkelijk bij je binnenkomen.’

De Bijbel kent geen universele geest, waarin het menselijke samenvloeit met het goddelijke. Yoga streeft hier echter juist naar. Als het gaat om ‘versmelten van geesten’ kan het volgens de Bijbel niets anders betekenen dan dat er wordt geprobeerd om de menselijke ziel te koppelen aan een afgod, wat uitdrukkelijk verboden is.  De mens kan zijn individualiteit niet verliezen, want ieder mens zal persoonlijk voor zijn Maker komen te staan.

Zoals in de uitleg over yoga naar voren komt, ligt de oorsprong ervan in de oosterse cultuur. Yoga heeft als doel ‘verheffing tot het goddelijke’. Voorstanders van (kinder)yoga benoemen de gevolgen van yoga alsdoel; de ontspanning, de verbeterde ademhaling, de creativiteit en de fantasie bijvoorbeeld.

Maar kun je de gevolgen ombuigen tot een doel? Kun je technieken gebruiken zonder het oorspronkelijke doel te willen bereiken? Volgens de goeroes en de yogi zelf behoort yoga tot het wezen van het hindoeïsme. Volgens de vereniging Bijbel en Onderwijs wordt degene die yoga uitoefent geconditioneerd voor de omgang met demonen. Op deze wijze wordt zijn ziel nauw verbonden met een demon, die hem bindt en brengt tot daden waar hijzelf niet voor kiest. Eén ding is duidelijk over de bron van (kinder)yoga: deze ligt niet in de Bijbel.

Marije Daniëls

 

In het Duitse blad ‘Der schmale Weg’ van december 2009 stond een artikel waarin gewaarschuwd werd tegen de wijze van kinderopvang in Zweden. De conclusie is dat de eerste drie jaren voor een kind fundamenteel zijn. Zal de waarschuwing voor Duitse moeders ook voor de Nederlandse gelden?

 AAN ALLE MOEDERS

 Tot het jaar 2013 wil de Duitse minister van gezinszaken, Ursula van der Leyen, 50.000 extra crècheplaatsen voor kinderen jonger dan 3 jaar realiseren. “Als daarvoor de wet veranderd moet worden, zal het daardoor niet mislukken”, zei deze minster (Süddeutsche Zeitung, 9.2.2007). Hoe verschrikkelijk de gevolgen daarvan kunnen zijn, verduidelijkt een brief van Anna Wahlgren uit Zweden, die in Scandinavië als expert op het gebied van kinderen geldt.

 

Lieve moeders in Duitsland,

 

Voor u in Duitsland is Zweden het grote voorbeeld als het gaat om de combinatie van gezin en werk, om hogere geboorteaantallen en om zgn. ontwikkeling van zeer jonge kinderen in door de staat ingestelde kindercrèches. Dat hoor en lees ik bij mijn talrijke contacten in Duitsland. Duitse politici, journalisten en wetenschappers worden niet moe het Zweeds-Scandinavische gezinsmodel tot navolging aan te prijzen. Daarom richt ik me nu tot u met een dringende waarschuwing: Zweden is geen kindvriendelijk land. De Zweedse “welvaartsstaat” deugt niet als model voor een gezinsvriendelijke maatschappij. Kinderen en oude mensen worden aan de zijlijn gezet en het vergaat hen daar slecht. Kleine kinderen, de hele dag door vreemden verzorgd, lachen weinig en spelen niet vrij, fantasierijk en onbekommerd. Onze kinderdagverblijven ontpoppen zich na 25 jaar ervaring als het grootste sociale en financiële debacle. Op de scholen heerst geweld, ouders en leraren worden bedreigd. Eén op de drie kinderen lijdt aan een psychische stoornis. Depressiviteit, alcohol- en drugsproblemen onder jongeren neemt op een beangstigende manier toe. Elk jaar plegen 100 kinderen zelfmoord. Hoe kon het zover komen? Eerst werd de reputatie van de huisvrouwen naar beneden gehaald, om hen daarna hun rechten te ontnemen. Daarna werd het doorsnee-gezin met één inkomen de mogelijkheid van bestaan ontnomen door wijziging in de belastingheffing. Veel propaganda voor het op jonge leeftijd onderbrengen van kinderen in dagverblijven heeft tot gevolg gehad, dat jonge ouders een totaal gebrek aan zelfvertrouwen in hun eigen bekwaamheid tot opvoeden hebben. In wetboeken is het woord ‘familie’ vervangen door het woord ‘huishouden’. Enorme bedragen worden in het systeem van de kinderopvang geïnvesteerd. Maar degenen die zelf hun kinderen willen opvoeden, krijgen niets. In Duitsland merk ik de laatste tijd dergelijke tendensen op. Onze kinderen in Zweden verliezen hun thuis en hun ouders veel te vroeg. Daarom appelleer ik aan u, Duitse moeders: Red uw kinderen, in ieder geval de eerste drie jaar. Breng ze niet zonder noodzaak naar institutionele opvang. Geen enkele vreemde is in staat uw kind de liefde en de aandacht te geven, die overeenkomt met de liefdevolle verbinding tussen ouders en kinderen. Kinderen willen het gewone dagelijkse leven met hun ouders delen, niet alleen speciale momenten van twee korte uren aan het einde van de werkdag. Ze willen hun moeder, bereikbaar en aanwezig. De moeder is het belangrijkste “voedingsmiddel” voor een klein kind.

Een juiste toekomstvisie[1]

 

De echte navolgers van Christus richten hun blik in de eerste plaats altijd op hun Heer. Dat geldt in het bijzonder voor onze blik naar de toekomst: Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de leidsman en voleinder van het geloof (Hebr 12: 2a). Alleen Hij zal, al vanaf het begin van elke dag, alles bepalen, wat daarna op ons afkomt. Elk detail behoort niet aan Hem voorbij te gaan. Wie innerlijk de gehele dag op Hem gericht is, die kent ook uit Zijn Woord, dat aan het eind van elke dag geldt: “…voor wie God liefhebben, alle dingen doet medewerken ten goede” (Rom 8: 28a). Deze juiste toekomstvisie wensen wij iedereen toe. Wie hier zijn leven beschouwt vanuit een juiste toekomstvisie, die is georiënteerd op tijd en eeuwigheid, die heeft oneindig veel meer te bieden dan bijvoorbeeld president Obama, die voor een miljoenenpubliek vrolijk staat te vertellen, dat hij zijn dochter Maila,”alle zeven boeken van Harry Potter heeft voorgelezen” (zie Readers Digest nr. 9/2009, blz.49) Deze geestelijk giftige activiteiten zijn voor de toekomst niet te onderschatten: de antigoddelijke tegenstander diabolos (Grieks: chaosboodschapper) laat niets onbeproefd, om elk mens zo snel mogelijk van de helpende en de geopenbaarde waarheid over onze toekomst, af te leiden en al heel vroeg tot de antigoddelijke dwaling van zinloosheid te verleiden.

Noodzakelijke informatie/toetsing

Daarom willen wij u op tijd de helpende hand toereiken en informeren, want een juiste visie over onze toekomst betekent de omvangrijke schadelijke invloed van de massamedia te herkennen, deze bij name te noemen en met steekhoudende argumenten in het volle daglicht te stellen. Stellen wij ons slechts het schokkende feit van de onmenselijke en occulte Harry Potterfilm voor ogen, die over deze wereld wordt uitgestort. Het startschot van de 6e Harry Potterfilm in juni 2009 liet wereldwijd alle dijken doorbreken bij alle betrokkenen, die te maken hebben met opvoeding in onze gezinnen. Alleen al binnen de USA werd aan de toegangskaarten voor de première 22,2 miljoen dollar uitgegeven. Op de hele wereld stroomden zowel kinderen als jongeren, vaak zelfs met hun begeleiders en ouders, naar de bioscopen. Maar aan welke invloeden worden deze jonge mensen, alsmede de volwassenen, blootgesteld?  Heel in het bijzonder worden in deze nieuwe Harry Potterfilm verwarrende emoties bij teenagers aangewakkerd en wel met het doel om buitenzinnige seks, drugs en rock-’n-roll aan te prijzen, voor zover we dat mogen opmaken uit de mededelingen van de filmproducent David Yates. De aanraking met het bovennatuurlijke en het bewuste gebruik van toverij en hekserij, blijft schadelijk voor elke persoon. Deze film is een doelbewuste vermenging van magie en vernietiging uit de wereld van de toverij, die wordt afgewisseld met liefdesscènes, die zo zijn afgestemd op de persoonlijke ervaringen bij teenagers, dat deze met graagte en interesse worden gevolgd en zo het onderbewustzijn bewerken.

Gevolgen van een onjuiste toekomstvisie

Men komt er heel snel achter, dat de occulte thema’s van de film, niet ophouden bij de muren van de filmstudio’s in Hertfordshire. Feit is, dat het praktiseren van toverij en hekserij in Engeland snel om zich heen grijpt. Het is zelfs schokkend om vast te stellen, dat, voor het eerst in de geschiedenis van Engeland, de van Hertfordshire uitgaande hekserij, door de regering officieel als feit wordt erkend. Zo krijgen bijvoorbeeld politiemensen, sinds dit jaar zelfs officieel vrij, als ze deel willen nemen aan heidense feestdagen. Sinds dit jaar zijn twee heidense geestelijken bij de politie in dienst genomen om politiemensen bij te staan, die zich bezig houden met heidense praktijken of hekserij. Men schat, dat zich, alleen al in Londen, ongeveer 50 politiemensen bezighouden met heidense praktijken. Gerekend over heel Engeland, zou het gaan om ongeveer 500 politiemensen. De trend, dat mensen op zoek gaan naar de zin van het leven en op zoek gaan naar antwoorden op hun vragen via de weg van het occultisme, ligt voor de hand, in het bijzonder bij jonge mensen, die hun oriëntatie kwijtgeraakt zijn en aan hun lot worden overgelaten. Zij worden in het bijzonder aangesproken door de Harry Potterfilms. Nog nooit was de aandrang om hulp en het verlangen naar een juiste toekomstoriëntering onder kinderen en jonge mensen zo sterk als juist tegenwoordig. In West-Australië grijpen zelfs al 5 jarigen naar de kindertelefoon voor hulp, doordat ze worden geplaagd door depressies en zelfmoordgedachten. In totaal stegen de telefonische hulpaanvragen met ongeveer 61%. Het ministerie van gezondheid in West-Australië heeft inmiddels 13 miljoen Aus. $ beschikbaar gesteld om zelfmoord onder kinderen te voorkomen.Uit een studie van de medische faculteit in Washington blijkt een vergelijkbare stijging van de problemen onder heel jonge kinderen in de USA. Deze nieuwe Harry Potter-verleidingsfilm maakt misbruik van de verlangens bij kinderen en teenagers en biedt daarbij schijnoplossingen aan door contact te zoeken met buitenaardse machten. De ontbrekende waarschuwingen in het leven van alledag bij jongeren, die  we mogen verwachten vanuit de overheid en hun verlangen naar een zingeving in hun leven, drijft veel jongeren in het net van de verleidelijke media.  De blik naar de toekomst die deze media zogenaamd als bevrijdend aanprijzen, verleidt de meesten al op heel jonge leeftijd de gevaarlijke weg te gaan naar zelfvernietiging. Volgens een studie van de La Trobe-universiteit in Melbourne is een derde deel van de leerlingen op hogere scholen al vanaf heel jonge leeftijd aan het experimenteren met alcohol en seks. Volgens de beschikbare gegevens van de Verenigde Naties is één op de twintig leerlingen op scholen al in aanraking geweest met hard drugs. (Zie ook de West-Australian  17-6-09 blz. 11/26-6-09 blz. 26/ 16-07-09 blz. 6-7/ 17-7-09 blz. 5-6/ 24-7-09 blz.5 en 4-8-09 blz. 7)
Oproep

In deze wereldwijd aangedragen verleidingen tot occultisme in combinatie met het gebrek aan oriëntatie en zelfvernietiging, wordt de gemeente van Jezus Christus dringend opgeroepen om meer bekendheid te geven aan de enig juiste visie op onze toekomst en van de zo noodzakelijke onvoorwaardelijke trouw aan de Bijbel en van het navolgen van Jezus Christus getuigenis te geven. Overeind blijft de uitnodiging, om als drager van het Licht in deze donkere wereld anderen hierop opmerkzaam te maken en hun richting te geven. Bent u daartoe bereid?

Vertaling: de heer E. van Olffen

 

 


[1] Het artikel komt uit het Duitse blad ‘Zeitruf’ nr. 3/2009. Het blad wordt uitgegeven door Int. Arbeitsgemeinschaft Bekennender Christen (IABC) te Wuppertal.

HUIDCRÈME BEVAT FOETALE EIWITTEN.

Bedrijf van anti-aging producten gebouwd op cellen van geaborteerde baby’s.

Crème en geaborteerde kinderen
Een pro life organisatie klaagt een van oorsprong Zwitserse cosmeticafabrikant aan op wiens website openlijk wordt toegegeven dat sommige van zijn producten ontwikkeld zijn met weefsel van geaborteerde baby’s. ‘Children of God for life’ is een non-profit organisatie die zich bezighoudt met de bio-ethiek van het gebruik van embryonaal weefsel in de geneeskunde en de industrie. Een van haar huidige campagnes is het verzoek aan farmaceutische bedrijven om te zoeken naar veilige, effectieve alternatieven voor vaccins die nu worden afgeleid van of gemaakt van geaborteerde foetale weefsels. De aandacht van de organisatie richt zich nu op Neocutis, een bedrijf met kantoren in San Fransisco, die een lijn van antiverouderings- producten heeft ontwikkeld dat een ingrediënt bevat wat door het bedrijf op de markt gebracht is als Processed Skin Cell Protein, of PSP, ontwikkeld uit huidcellen afkomstig van een abortus.
‘Het is absoluut betreurenswaardig dat Neocutis zijn toevlucht neemt tot het gebruiken van restanten van geaborteerde baby’s voor niets anders dan ijdelheid en financieel gewin”, zei Deby Vinnedge, uitvoerend directeur van ‘Children of God for life’ in een toespraak. Er is eenvoudigweg geen morele rechtvaardiging voor.

Ontstaan van het produkt
Op de website van Neocutis, dat een geschat inkomen van jaarlijks meer dan $ 2.000.000 heeft, wordt verklaard dat het onderzoek jaren geleden is begonnen, toen wetenschappers ontdekten, dat foetaal weefsel de mogelijkheid biedt tot het genezen van wonden zonder littekens achter te laten. Wetenschappers van het Universiteitsziekenhuis van Lausanne (Zwitserland) ontwikkelden een proces om eiwitten aan foetaal weefsel te onttrekken om zo een zo optimaal mogelijk natuurlijk uitgebalanceerde mix van voedingsstoffen te verkrijgen.
De wetenschappers introduceerden vervolgens deze voedingsstoffen in een lijn van cosmetische anti-aging producten. Neocutis huidcrème, dagcrème, oogcrème, Bio-gel huidherstelproducten. Vinnedge adviseert vrouwen het in de prullenbak te gooien, voordat ze contact opnemen met Neocutis om hun zorg kenbaar te maken.
‘Er is absoluut geen reden om geaborteerde baby’s te gebruiken voor dergelijke egoïstische motieven.’ Vinnedge zei: ‘Het is tegen het leven, antivrouw en contraproductief zoals Neocutis zal merken.’

‘Children of God’ kan erop bogen, dat het een waakhond is van farmaceutische bedrijven die geaborteerde foetale cellijnen gebruiken in medische producten. Ze hebben duizenden vragen gekregen over het gebruik van foetaal materiaal in cosmetica. Maar dit is de eerste keer, zo verklaart de organisatie, dat een bedrijf brutaal genoeg is de informatie rechtstreeks op zijn eigen website en op de bijsluiter te vermelden.

In feite geeft Neocutis hiermee openlijk het gebruik van PSP ingrediënten toe.
‘Een kleine biopsie van foetaal weefsel is verkregen volgens een eenmalig medisch contract’, verklaart de website, ‘vervolgens is er een speciale celbank opgericht voor de ontwikkeling van nieuwe huidbehandelingen. Oorspronkelijk opgericht voor wondbehandeling en voor brandwonden, levert deze bank nu ook een groot aantal cellen voor de productie van Neocutis eigen huidverzorgingingrediënt Processed Skin Cell Proteins. Het bedrijf voegt hieraan toe: Er zal nooit extra foetale biopsie nodig zijn.

Nooit zulke producten
Maar ‘Children of God for life’ vindt weinig troostrijke gedachten in de verklaring van het bedrijf. ‘U merkt in uw literatuur op, dat ‘geen verdere foetale biopsie nodig zal zijn’, alsof het leven van het ene kind wat u gebruikt hebt, geen waarde zou hebben’, schreef de organisatie in een brief aan Neocutis’ CEO.

‘Het is betreurenswaardig dat u het publiek probeert te misleiden en uw bezoedelde imago zo gedachteloos probeert wit te wassen.’

Vinnedge vertelde WND ook, dat bedrijven niet verplicht zijn hun onderzoeksgeschiedenis bekend te maken, er kunnen dus gemakkelijk feiten weggelaten zijn in het Neocutis’ verhaal.

‘Wat we niet weten, is hoeveel andere foetussen gebruikt zijn voor ze die ene cellijn geperfectioneerd hadden’, veronderstelde ze. Er is een mogelijkheid dat het er meer waren.

WND heeft Neocutis meerdere malen om een reactie gevraagd, maar telefoonboodschappen werden niet beantwoord. Een webrapport in ‘Businessweek’ vermeldt, dat het bedrijf is opgericht in 2003, met Frederic-Edouard Koehn, Patrick Hohlfeld, Diego Braguglia en Jennifer Pearson als directeuren.

‘Children of God for life’ roept op tot een boycot van alle Neocutis’ producten. Daarnaast beginnen ze een campagne door contact te zoeken met de investeerders van het bedrijf en gratis publiciteit aan te bieden aan bedrijven die schriftelijk willen bevestigen, dat hun producten vrij zijn van ingrediënten die afkomstig zijn van geaborteerde baby’s.

‘We weten, dat er bedrijven zijn die gebruik maken van ethisch verantwoorde bronnen voor collageen en huidproteïnen,’ zei Vinnedge. ‘We willen deze cosmetische bedrijven die concurreren met Neocutis openlijk promoten als ze contact met ons opnemen.’

 

Bron: Drew ZAHN, WorldNetDaily, 28 oktober 2009