De Bijbel (nog) als norm of (vanwege de druk) toch maar mee met de maatschappelijke hype?
“Hier kwam het bericht dat het vandaag Paarse Vrijdag is op school. Is dat verplichte stof voor het primair onderwijs, of kan het bijzonder onderwijs daar een andere keuze in maken?”
De tekst hierboven komt uit een bericht, dat ik half december 2021 kreeg van een ouder van een christelijke school. Ik ontving het vanwege mijn werk als directeur van een (andere) christelijke basisschool. De ouder was achteraf geïnformeerd, dat de school van zijn kinderen via een bekende Nederlander (die een online-gastles gaf) aandacht had besteed aan Paarse Vrijdag. Wat daarna volgde, was een inhoudelijke dialoog tussen mij en deze ouder over de kerndoelen en het maken van keuzes vanuit de christelijke identiteit.
Wat is Paarse Vrijdag?
Het GSA (Gender & Sexuality Alliance) omschrijft het op haar website als volgt: ‘Paarse Vrijdag is dé grote actiedag van de GSA. Door elk jaar op de 2e vrijdag in december de school paars te kleuren, zet de GSA zich in voor seksuele- en genderdiversiteit als norm.’
Het doel van de eerder genoemde online-gastles.
Bij het YouTube-fragment van de betreffende gastles staat vermeld: “Als je jezelf niet bent, ontneem je jezelf geluk. Daarnaast is het zonde als je wordt tegengehouden in het omgaan met mensen die jou gelukkig maken.”
In deze online les legt een bekende Nederlander uit, “dat Paarse Vrijdag een mooie dag is om aan je omgeving te laten wie je écht bent. Dat je jezelf kan en mag zijn, ongeacht op wie je verliefd wordt of wat je huidskleur is.” Ook komt het thema racisme in deze les voorbij.
Vrijheid van onderwijs en kerndoel 38
In Nederland is vrijheid van onderwijs een grondrecht. Iedereen mag een school oprichten die past bij de eigen overtuiging (artikel 23 van de Grondwet). Er zijn landelijke kerndoelen (2006). Kerndoel 38 zegt: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit. Dit laatste is in 2013 toegevoegd aangezien niet elke school (voldoende) aandacht bleek te besteden aan seksuele diversiteit en vanwege de kwetsbaarheid van lhbti-jongeren (jongeren die lesbisch, homoseksueel, biseksueel en/of transgender zijn) die te maken kregen met negatieve reacties daarop.
Het belang van seksuele ontwikkeling in maatschappelijk en Bijbels perspectief. Seksuele ontwikkeling is een vanzelfsprekend onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Het is belangrijk, omdat zelfkennis, zelfacceptatie en het maken van zelfstandige keuzes een basis zijn om (later) relaties met anderen te kunnen opbouwen. Daarbij hoort weerbaarheid in bedreigende situaties, het “nee” kunnen zeggen als grenzen overschreden (dreigen) te worden en leren wat je rol is als vriend of vriendin als (toekomstig) huwelijkspartner. Een kind leert zo betekenis te geven aan het leven vanuit belangrijke waarden en normen in onze maatschappij. Vanuit Bijbels perspectief kunnen we onze kinderen vertrouwd maken met hun eigen lichaam en de wonderlijke schepping daarvan. Daarbij past kennis over de Bijbelse invulling van seksualiteit en zo kan elke christelijke school binnen de kerndoelen een passende invulling geven aan kerndoel 38 waarvan aandacht voor seksuele diversiteit een onderdeel is.
Maatschappelijke druk en servicegerichtheid van maatschappelijke organisaties.
Seksuele diversiteit is een onderdeel van de kerndoelen. Het is opmerkelijk, dat er momenteel sprake is van een toenemende maatschappelijke druk en een opkomende ‘servicegerichtheid’ vanuit maatschappelijke organisaties die zich hard maken voor seksuele opvoeding op zeer jonge leeftijd en met name wat de seksuele diversiteit betreft.
Er is de actiedag Paarse Vrijdag met een lespakket en posters die door scholen zijn aan te vragen. Paarse Vrijdag is een geregistreerd merk van de Federatie COC Nederland, zo is te lezen op de website van het COC. Het lespakket ‘Astra en ik’ is geschikt voor kinderen van groep 3 en 4. De strekking van de les is, dat het enige wat je hoeft te doen, is van binnen te voelen wat je leuk vindt of wie je leuk vindt en dat je iets gewoon kunt proberen (b.v. op wie je verliefd wordt). Het is bijvoorbeeld net als bij spruitjes eten, misschien vind je dat toch wel lekker.
Binnen de Week van de Lentekriebels was seksuele genderdiversiteit in maart 2021 het centrale thema. Zo wordt seksuele diversiteit steeds vaker onder de aandacht gebracht. De visie is vaak ‘klip en klaar’ beschreven. Op seksuelevorming.nl wordt verwoord, dat het erom gaat om bewust de heteroseksuele norm los te laten en het gesprek over diversiteit op gang te brengen. Vervolgens is daarover lesmateriaal en een lesplan te downloaden. Een regelrechte en niet verhullende oproep om de Bijbelse norm te laten varen.
De kerndoelen en ‘school met de Bijbel zijn.’
Terug naar de inleiding van dit artikel en de vraag van de ouder: “Paarse Vrijdag: is dat verplichte stof voor het primair onderwijs, of kan het bijzonder onderwijs daar een andere keuze in maken?”
Zonder enige twijfel ben ik van mening dat je als (christelijke) school daarin – zelfs binnen de kerndoelen – een andere keuze kan en moet maken. Naast de (levensbeschouwelijke) visie van de school, zijn wettelijke eisen bepalend voor de leerdoelen van het burgerschapsonderwijs waaronder de kijk op jezelf en anderen. Het gaat hier om leerdoelen die bijdragen aan de kennis over en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, waaronder waarden als vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, tolerantie en dus het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie. Het gaat om de ruimte om jezelf te zijn en de mogelijkheid om zelfstandig te handelen, om het tonen van wederzijds respect en het rekening houden met anderen. In het verlengde hiervan is het vanzelfsprekend, dat je als kind andere kinderen niet discrimineert op basis van seksuele diversiteit. Het doet niets af aan de Bijbelse leer die ons wijst op de gebrokenheid van de schepping en de zonde van de mens rondom seksualiteit. Dit gegeven hoeft een christelijke school niet te verloochenen, omdat een website bewust oproept om de heteroseksuele (christelijke) norm los te laten. Het doet denken aan de bekende woorden ‘School met de Bijbel’ op de muur van menig christelijk schoolgebouw. Die woorden zijn zowel confronterend als bemoedigend. Ze impliceren immers, dat de school in haar handelen de Bijbel als leidraad neemt. De vraag die zich meer en meer opdringt is: gebeurt dit nog en wie is daar sturend in? Hoe ga je om met de kerndoelen vanuit de overheid waar je als school Bijbels gezien mee in de knel komt? Welke keuzes maak je vanuit de christelijke identiteit?
Het start met een visie op christelijk onderwijs
We kennen vrijheid van onderwijs. Dat vraagt vervolgens om een visie op christelijk onderwijs en positionering van de school in de wijk. Die duidelijkheid mogen ouders, die doelbewust kiezen om hun kind naar een christelijke school te laten gaan, ook verwachten. Binnen het onderwijs vervullen leerkrachten een sleutelrol. Het is daarom belangrijk om als schoolteam de schoolvisie en missie helder te hebben. Van daaruit kun je handelen en verantwoording afleggen. Praat daarover als team. Zo behandelden wij enkele jaren geleden aan het begin van een vergadering de tekst uit Colossenzen 3:23-24:
Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Heere en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Heere tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer.
We bespraken wat deze Bijbeltekst voor ons persoonlijk en voor ons (christelijk) onderwijs zou kunnen betekenen. Uit het nagesprek kwamen we gezamenlijk tot de conclusie, dat wij als team (en persoonlijk) geroepen zijn om naar ons vermogen de kinderen, die door de ouders aan ons zijn toevertrouwd, zo goed als mogelijk Bijbels genormeerd kwaliteitsonderwijs in een veilige omgeving te bieden.
Vanuit de visie dat we ons werk doen ‘als voor de Heere’, staat de levende relatie met Jezus Christus dagelijks centraal. We dragen dat uit in de omgang met elkaar. Van onze leerlingen en hun ouders vragen we hiervoor respect. In een veilige omgeving werken we in alle openheid en met achting voor elkaar. Elk kind gaat zo lerend zijn/haar weg om tot zijn bestemming te komen. Dat is Gods doel met zijn/haar leven. We leren onze kinderen keuzes maken in een wereld met eindeloze mogelijkheden. We maken onze kinderen dus zelfredzaam in deze continu veranderende samenleving. Daarbij hoort vanuit de kerndoelen ook aandacht voor (seksuele) diversiteit. Het benoemen van het feitelijke bestaan van genderdysforie (een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee iemand geboren of opgegroeid is) is onderdeel van het onderwijs. De christelijke leerkracht kan dit behandelen in de groep, er ligt hier zelfs een kans. Het bestaan van seksuele diversiteit en de mogelijke verwarring die dit met zich meebrengt, kan immers vanuit de christelijke normen en waarden in vergelijking met andere (in de maatschappij geldende) normen en waarden besproken worden. Dit los van de vraag op welke leeftijd en met welke intensiteit dit het meest passend is.
De christelijke school zelf bepaalt het lesaanbod
Een school zou niet uit gemakzucht of angst mee hoeven te gaan met de maatschappelijke lobby of actiedag van GSA, omdat belangenorganisaties dat ‘voorschrijven.’ Een (christelijke) school kan waardevol vanuit de kerndoelen, maar op haar tijd en op haar manier, vanuit de visie op (christelijk) onderwijs verschillende maatschappelijke onderwerpen behandelen op een leeftijd waarbij het schoolteam dat passend vindt en de ouders/verzorgers daarover informeren. Niet omdat het volgens een maatschappelijke organisatie de dag is om dit te doen en vervolgens deze organisatie aan de school het ‘benodigde’ lesmateriaal aanlevert.
Niet een externe organisatie, maar de schoolleiding is eindverantwoordelijk voor het onderwijsaanbod.
Het lesmateriaal dat en de hoeveelheid aandacht die de school nodig denkt te hebben om tegemoet te komen aan de kerndoelen bepaalt de school. Er zijn overigens erkende methoden voor seksuele opvoeding vanuit een christelijke visie (b.v. Wonderlijk Gemaakt) die een school kan gebruiken binnen de jaarplanning. Mogelijk gaat de vergelijking wat mank, maar een school maakt dagelijks veel keuzes, bijvoorbeeld of zij wil deelnemen aan Nationale Pannenkoekendag. Zo zijn er talloze ‘bijzondere’ dagen. Het niet deelnemen aan die pannenkoekendag wil ook niet zeggen dat kinderen niet leren wat een pannenkoek is, voordat zij de basisschool hebben verlaten.
Niet van de wereld, maar in de wereld.
Het lijkt erop dat (christelijke) scholen bezwijken onder de overtrokken maatschappelijke sociale druk, alsof het niet deelnemen aan Paarse Vrijdag of onvoldoende aandacht voor seksuele diversiteit als thema een schande of maatschappelijke politieke misser is. De christelijke scholen leven niet onder een steen: zij weten dat de kinderen in aanraking komen met gedachtegoed, literatuur, beeld en media, die schadelijk kunnen zijn voor hun ontwikkeling. Scholen weten ook, dat ze een taak kunnen vervullen om samen met de ouders de kinderen respect te leren en begrip voor anderen bij te brengen. Elke leerkracht heeft de waardevolle sleutelrol om – als verlengstuk van de opvoeding thuis – de kinderen voor te leven in het maken van verstandige keuzes. Een leerkracht op een christelijke school doet dat Bijbels genormeerd. Voor een christelijke school is de Bijbel gezaghebbend. Het is als een licht op het pad (Psalm 119). Zo word je niet van de wereld, maar sta je in de wereld.
God betrekken bij de dagelijkse schoolzaken en kinderleven.
Wat we ook nodig hebben, is gebed. Veel christelijke scholen weten zich (nog) gesteund door een gebedsgroep. Vaak bestaan ze maar uit enkele leden. De gebedsgroep van de school waar ik werk, deed onlangs een oproep voor nieuwe leden, waarmee ze meteen het doel beschreven: we komen met een aantal ouders bij elkaar om kinderen en leerkrachten in gebed op te dragen aan God. Samen bidden we voor allerlei zaken op school, zoals wijsheid en inzicht bij het lesgeven, om bescherming tegen verkeerde invloeden en alles wat er in deze wereld op onze kinderen afkomt. Vragen om leiding bij keuzes die kinderen en personeel elke dag moeten maken. Kortom: God betrekken bij het dagelijkse school- en kinderleven.
Dankbaar ben ik voor deze ouders. Het is als een christelijke gemeenschap zoals verwoord in Mattheus 5:13-16, die zich geroepen weet om zoutend zout en lichtend licht te zijn in de wereld.
De uitdagingen voor christelijke scholen, een conclusie en oproep. Wees als school duidelijk en helder waarom je welke keuzes maakt. Ga in gebed en laat voor de school bidden. Ouders, bid voor de school van je kind. Een christelijke school maakt voortdurend keuzes. Waar er een christelijke methode bestaat voor het geven van seksuele voorlichting is het niet altijd gemakkelijk, als het gaat om andere lesmethoden. Toch geldt ook hier de verantwoordelijkheid vanuit de identiteit van de school. De leerkracht is al lang geen slaaf meer van de methode. Vanuit de christelijke visie worden keuzes gemaakt welke lesstof behandeld wordt en op welke manier. Dat kan uitstekend binnen de kerndoelen. Laat, Bijbels gezien, je licht maar schijnen. Ga als christelijke leerkracht in gesprek, leef voor, wees een zoutend zout, zonder anderen te veroordelen, maar wijs op het Woord van God. Onze Hemelse Meester is ons daarin voorgegaan.
Martijn van der Weerd
Bronnen bij het artikel
https://basisschool.coc.nl/paarse-vrijdag/paarse-vrijdag-werkboekje/
https://seksuelevorming.nl/onderwerpen/week-van-de-lentekriebels/thema-week-van-de-lentekriebels-2021-seksuele-en-genderdiversiteit/
https://paarsevrijdag.nl/basisschool#section-2
https://www.youtube.com/watch?v=yq0M0GuCKm4
https://wonderlijkgemaakt.nl/
https://basisschool.coc.nl/wp-content/uploads/2021/06/COC_Astra_converted.m4v
Het transhumanisme: de totale oorlogsverklaring aan God
Om het patent te begrijpen, dat de basis vormt van het door Bill Gates US-technologie opgerichte bedrijf Microsoft, moet men iets weten van de begrippen chatbot en avatar.
Chatbots zijn dialoogsystemen (dialoog= samenspraak), voornamelijk op het internet, die beschikken over natuurlijke taalvaardigheden om communicatie te voeren. Men stelt de chatbots bijv. vragen die ze beantwoorden als een mens. Dat kunnen die alleen doen, als ze met basisgegevens geladen zijn. Zo is het intussen mogelijk met “overledenen” te spreken. Als u bijvoorbeeld de chatbot “voert” met video-opnamen van de overledene, met persoonlijke informatie en met alles wat de overledenen ooit op Facebook gezet heeft, dan is de chatbot met behulp van kunstmatige intelligentie (KI) in staat om te antwoorden met de levende stem van de overledene – en dat uitermate logisch en zinvol. Voert men meer gegevens in, dan kan men aan de stem ook een lichaam toevoegen: de avatar. Dat is een kunstmatige persoon, de grafische gestalte van een echt persoon, die de techniek op basis van foto’s kan samenstellen. Dat betekent, dat ik bijvoorbeeld een gestorvene door middel van techniek “weer tot leven” kan brengen en met hem of haar kan communiceren. Juist voor deze techniek heeft Microsoft het patent. Dit “weer tot leven brengen” is een voorbeeld dat tot de mogelijkheden van transhumanisme hoort, hoewel het bij die denkrichting om veel meer gaat. Een van de weinige Europese experts op het gebied van transhumanisme is Christopher Coenen,die politicologie studeerde. Hij bereidde ook studies voor op het thema transhumanisme voor de Bondsdag in Duitsland. In een interview met Deutschen Wirtschafts Nachrichten beschrijft Coenen dit nieuwe onderzoeksgebied zo: “In de kern gaat transhumanisme over het verbinden van het menselijk lichaam met machines ….. door delen van dat lichaam te vervangen door machines – in de eerste plaats de hersenen.”
Het hoofd van de Amerikaanse autofabrikant Tesla, Elon Musk, laat in zijn bedrijf Neurolink bijvoorbeeld werken aan een interface tussen de hersenen en de computer. Neuralink wil neuronen in de hersenen via een draadloze verbinding aansluiten op een computer. Daarvoor moet een chip in de menselijke schedel gebracht worden. In een ander project van Microsoft aan het gerespecteerde Massachusetts Institute of Technology (MIT) moet een tatoeage op de huid worden gekoppeld aan een smartphone of ander apparaat. Een ander bedrijf, Netcorme genaamd, onderzoekt bijvoorbeeld de gezamenlijke hersenfuncties van een persoon, zijn geest dus, om die te digitaliseren en op te slaan op een computer. In theorie zou deze “digitale geest” op een gegeven moment opnieuw kunnen worden geactiveerd. In de gedrukte december-uitgave 2021 wijdde Deutsche Wirtschafts Nachrichten meerdere artikelen aan het onderwerp transhumanisme. Steeds weer is er sprake, dat er in het transhumanisme aan de “vergoddelijking van de mensheid” wordt gewerkt. De politicoloog Coenen verwoordt dit zo:
“Transhumanisme is een glorificatie van wetenschap en technologie, een wereldbeeld dat geen God meer kent….. Voor mij is het transhumanisme duidelijk een oorlogsverklaring aan het christelijke wereldbeeld. De vertegenwoordigers van het transhumanisme zeggen in feite, dat de beloften van het christendom voor het hiernamaals al in het heden vervuld zullen worden.” Wie stond aan de wieg van het transhumanistische denken en wie zijn heden ten dage de actieve transhumanisten? De eerste visies met betrekking tot het transhumanisme ontstonden in de 19e eeuw. Ze kwamen van fervente communisten, socialisten of radicale atheïsten. Tegenwoordig zijn het machtige figuren in de IT-branche zoals Bill Gates, de twee Google-oprichters Larry Page en Sergey Brin, Elon Musk of de in Duitsland geboren Amerikaanse investeerder Peter Thiel, bij wiens bedrijf onlangs de voormalige Oostenrijkse bondskanselier Sebastian Kurz is toegetreden.
In zijn paperback Transhumanisme – de moderne toren van Babel – droom of werkelijkheid? toont dr. Daniel Wiener ook op het gebied van vrijmetselarij en occultisme sporen naar transhumanisme. In een Bijbelse beoordeling komt Wiener (zoon van de Maleachi-Kreis mede-grondvester Kurt Wiener) tot de conclusie, dat transhumanisme een moderne “Torenbouw van Babel” is. De transhumane mens bereidt zich voor om goddelijk te worden en een mensheid voort te brengen die een gemeenschappelijke digitale “taal” spreekt. Waar precies deze moderne Toren van Babel gelokaliseerd kan worden, beschrijft de gediplomeerde tandarts als volgt: “Voor transhumanisten is de – vanuit religieus oogpunt – meest interessante plek in deze wereld niet de Islamitische Staat of de Bible Belt (in de VS, red.), maar Silicon Valley, een van de belangrijkste locaties van de IT- en hightechindustrie. Daar bouwen goeroes nieuwe religies voor hen die weinig met God en alles met technologie te doen hebben. Ze beloven de oude verworvenheden: geluk, vrede, voorspoed en zelfs eeuwig leven; maar alleen hier op deze aarde met de hulp van techniek. Max More, een van de leidende activisten van de transhumanistische beweging, onthult wie uiteindelijk het transhumanisme vooruit stuwt. In zijn essay getiteld “Lob des Teufels” (= Lof van de duivel) schrijft hij: “De duivel – Lucifer– is een kracht van het goede. [….] Lucifer is de belichaming van rede, intelligentie en kritisch denken. Hij staat tegenover het dogma van God en van alle andere dogma’s. Het vertegenwoordigt de verkenning van nieuwe ideeën en nieuwe perspectieven op zoek naar de waarheid.” Iedere bijbellezer weet dat dit niet waar is, maar dat juist het tegenovergestelde het geval is. Satan is een leugenaar en bedrieger vanaf het begin. Al in de hof van Eden lokte hij Eva in de dodelijke val met de belofte, dat zij en Adam als God zouden kunnen zijn.
De paperback van dr. Daniel Wiener met de titel “Transhumanismus – Der moderne Turmbau zu Babel – Traum oder Wirklickikeit?” heeft 86 pagina’s, de uitgever is Lichtzeichen Verlag.
Bron: Topic, maart 2022
EMDR, zou je dat wel doen?
Een bezinnend artikel over EMDR is dat niet wat vergezocht? Het gaat immers over een techniek die bij velen gewoon lijkt te werken. Dan is het goed, toch? Of is er meer over te zeggen?
Wat is EMDR?
EMDR, Eye Movement Desensitization and Reprocessing, is een techniek die aanvankelijk als therapie ingezet werd bij de behandeling van mensen die last hadden van een post-traumatische stresstoornis (PTSS). Inmiddels worden ook successen beschreven van de inzet van EMDR bij eetstoornissen, rouwverwerking, chronische pijn, angst en depressie in welke vorm dan ook en een problematisch zelfbeeld. Maar niet alleen nare ‘flash-backs’ kunnen worden behandeld, men heeft ontdekt dat ook ‘flash-forwards’ in aanmerking komen voor EMDR. Anders gezegd: niet alleen als je problemen hebt met in het verleden opgedane ervaringen, ook als je je zorgen maakt over de toekomst kan het helpen! Iemand heeft het daarom bestempeld als de Haarlemmer olie voor probleemtherapie. EMDR is een vorm van psychotherapie, bedoeld om de heftigheid van een herinnering aan een traumatische gebeurtenis te doen uitdoven, althans om het blokkerende effect ervan weg te nemen. Eenvoudiger gezegd, het is een aanbevolen therapie voor mensen die last blijven houden van schokkende en belemmerende ervaringen. Mevrouw Francine Shapiro is de bedenker, eigenlijk ‘ontdekker’, ervan. Met behulp van ritmische oogbewegingen, aanrakingen of tikgeluiden beoogt men het traumatische van de herinnering terugbrengen tot aanvaardbare proporties.
De website De Online Psycholoog1 zegt daarover het volgende. ‘Ervaringen die in het langetermijngeheugen opgeslagen zijn, kun je weer naar voren halen. Ze komen dan in het werkgeheugen, wat een beperkte capaciteit heeft. Door tegelijkertijd het werkgeheugen te belasten met andere prikkels, kunnen de herinneringen die verbonden zijn met traumatische gebeurtenissen afvlakken. Dat kan door heen en weer bewegingen met de hand, afwisselende links-rechts-aanrakingen, geluiden of lichtimpulsen die ‘heen en weer’ bewegen. Als voordeel wordt genoemd, dat deze methode sneller werkt dan ‘jarenlang met een psycholoog over je trauma praten’. In veel gevallen wordt EMDR gecombineerd met gedragstherapie en cognitieve therapie. Het doel van gedragstherapie is om emoties en gedragingen die als hinderlijk of ziekmakend worden ervaren, te veranderen door aan datgene wat die emotie of dat gedrag veroorzaakt, positieve prikkels (beloningen) te koppelen. Cognitieve therapie stelt, dat niet gebeurtenissen maar gedachten over die gebeurtenissen ziekmakend zijn. Het doel is om anders te gaan denken, zodat disfunctionele gedachten worden weggenomen. Uiteraard is met deze uiterst korte omschrijvingen lang niet alles gezegd over deze therapievormen. Voor dit artikel is het echter voldoende. Therapeuten hebben zich verenigd in de VEN, de Vereniging EMDR Nederland. De VEN “is in april 2003 opgericht en is voortgekomen uit het EMDR Netwerk dat sinds 1994 bestaat. De Vereniging telde eind 2021 6.000 leden en is daarmee meteen één van de grotere psychotherapieverenigingen in Nederland.2” Men beweert, dat het resultaat blijvend is. Of men die bewering kan waarmaken, moet nog blijken. Onderzoek naar de werking, de mogelijke neveneffecten en de effectiviteit op lange termijn zijn volop aan de gang.
Alleen voordelen?
Over EMDR doen veel succesverhalen de ronde. In tijdschriften, op websites, op YouTube, overal kom je ze tegen: verhalen van mensen die een aantal EMDR-sessies hebben ondergaan en nu weer verder kunnen zonder dat de herinnering aan het trauma hen hindert in hun dagelijks leven. Ook bij kinderen, peuters zelfs, blijkt het effectief te kunnen zijn. Er zijn echter ook andere ervaringen. Zo zijn er mensen bij wie de techniek gewoonweg niet of onvoldoende werkt, ook niet na meerdere sessies. Als oorzaken worden onder meer genoemd persoonlijkheidsstoornissen, niet bij je gevoel willen komen, blokkering van je traumatische herinnering en het gebruik van medicatie (psychofarmaca). Het komt ook voor, dat er na de behandeling nieuwe angstgevoelens ontstaan. Tijdens de sessies wordt namelijk gevraagd om datgene wat het probleem of de angst veroorzaakt heeft, zo levendig mogelijk voor de geest te halen waardoor men zich ontregeld kan voelen. (Overigens wordt ook daarvoor begeleiding gegeven.) Als gevolg van de herinneringen kunnen nieuwe beelden naar boven komen die vervolgens als belemmerend worden ervaren. Verder worden genoemd slapeloosheid, hoofdpijn, concentratieproblemen, vergeetachtigheid en vermoeidheid. Er zijn mensen die na een EMDR-behandeling heftiger reageren in stressvolle onstandigheden; ze worden angstig, omdat ze merken geen grip op zichzelf te hebben.
Het Australian and New Zealand Journal of Psychiatry van november 1998 schrijft in een artikel over een man met een traumatische ervaring uit een gebroken huwelijksrelatie bij wie EMDR in toenemende mate een averechtse uitwerking had, zodat de behandeling gestopt moest worden.3 Rechtspsychologe Sanne Houben heeft onderzoek gedaan naar het optreden van valse herinneringen na EMDR. Die blijken namelijk ook voor te komen; er zijn gevallen bekend van mensen die zich na de behandeling zaken lijken te herinneren die er niet werkelijk geweest zijn. Haar werd tevens gevraagd hoe goed EMDR eigenlijk werkt. “Uit de vakliteratuur blijkt, dat de techniek vooral goed werkt bij patiënten met posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Op de korte termijn wel te verstaan. Over de lange termijn valt weinig te zeggen, omdat die nauwelijks is onderzocht. EMDR wordt inmiddels ook toegepast bij andere stoornissen als angst, depressies, psychoses en eetstoornissen, maar het effect is daarbij klein. En als je de kwalitatief lage studies eruit filtert, is het effect zelfs nihil.”4De bewering dat het effect van EMDR blijvend is, lijkt vooralsnog pretentieus. Ondeskundigheid van de EMDR-therapeut kan ook tot brokken leiden. “EMDR is geen trucje. Trauma’s zijn vaak verweven met elkaar. Tussen de vele herinneringen die een cliënt heeft, moet je de juiste aanspreken. Zet je te snel EMDR in, dan kan dat meer kwaad doen dan goed. Je krijgt geen hersenbeschadiging van een verkeerde sessie. Maar behandel je een trauma verkeerd, dan kan een cliënt psychische klachten krijgen als depressie of boosheid.”5
Alleen een techniek?
Is EMDR nu alleen een techniek met een veelal positieve uitwerking of zit er ook nog een ideologie achter? Een wezenlijke vraag, toch? Het antwoord daarop zal mede bepalend zijn voor het al dan niet aanvaarden van deze therapievorm door christenen. Hoewel beweerd wordt, dat EMDR volkomen neutraal is, rijst toch de vraag of dat waar is. Het ophalen van een levendige herinnering in het werkgeheugen die vervolgens na afvlakking wordt ‘teruggeplaatst’ in het langetermijngeheugen (ankeren!), doet toch sterk denken aan een wezenlijk element uit de hypnotherapie6. Een heel andere kijk op EMDR krijgen we, als we ons de vragen stellen welke plaats lijden in het leven van een christen heeft en waar een christen met problemen en trauma’s zijn heil zoekt. Elk mens heeft in zekere zin te maken met lijden. De oorzaak ervan kennen we uit de Bijbel: door beïnvloeding van satan en ongehoorzaamheid aan God is de dood in de wereld gekomen. Geen mens kan zich eraan onttrekken. Het grote wonder is dat God het er niet bij heeft laten zitten. Hij is als Immanuël, God met ons, als de Lijdende in onze wereld van leed en dood gekomen om ons te verlossen van die dood. Jezus Christus heeft de zonde van de wereld op Zich genomen en weggedragen en daarom kunnen wij door Hem met de hemelse Vader verenigd worden. Want dat is het uiteindelijke doel: dat God de eer van alles krijgt.
Geloofskeuze
Vooropgesteld, buiten de Heere Jezus heeft Gods Woord geen antwoord op onze nood. Wie niet gelooft, heeft dan ook nergens heil te verwachten. Daarom klinkt de roep van het evangelie tot allen: Bekeert u en geloof het evangelie. Het voornaamste bezwaar zit hem in de visie op de mens. EMDR gaat uit van een humanistisch mensbeeld. Anders gezegd, het ‘ik’ staat hier in de schijnwerpers. ‘Ik wil van mijn trauma af’, ‘mijn probleem wil ik opgelost hebben’. EMDR lijkt dat te willen oplossen zonder God, want het is een ‘techniek’ waarbij geloof in de Heere Jezus geen enkele plaats heeft.
Een uiterst belangrijk aspect van het geloofsleven is gehoorzaamheid. Wie heeft het voor het zeggen in je leven; Wie heeft de regie over je hart, je gedachten, je plannen, je daden? Petrus zei het zo: Zo wete dan zeker het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, [namelijk] deze Jezus, Die [gij] gekruisigd hebt.7 Jezus is niet alleen Redder, Hij is Heere; en als Hij de Heere van je leven is, dan bepaalt Hij welke keuzes je maakt. Een vraag. Als Christus in mij leeft8, is er dan een situatie denkbaar waarin Hij niet bij machte is om te helpen? Kan het zijn dat de Heere Jezus in bepaalde omstandigheden niet kan helpen en dat we Hem daarom dankbaar zouden moeten zijn dat er therapieën en technieken als EMDR ontwikkeld zijn? Het opschrijven van deze vraag kost me eerlijk gezegd veel moeite. Hoe hebben de gelovigen het voorheen ‘gered’? Daarop geeft Gods Woord het antwoord. Hebreeën 11 spreekt van mensen die in de meest zorgvolle en benarde omstandigheden verkeerden, die bedreigd zijn door vuur, door leeuwen, door de dood, die leefden in eenzaamheid, in verdrukking. Waaruit hebben zij kracht ontvangen en hoe zijn zij staande gebleven? Van allen staat er: door het geloof. Paulus beschrijft in 2Korinthe 11 en 12 wat hij allemaal heeft doorgemaakt en wat was zijn anker? Hij die gezegd heeft Mijn genade is u genoeg.9
Ook Psalm 107 noemt verschillende moeitevolle omstandigheden waarin ‘de bevrijden van de Heere’ verkeren. Vers 27 zegt daarop: Doch roepende tot de Heere in de benauwdheid, die zij hadden, zo voerde Hij hen uit hun angsten. Nu is ook dát uiteindelijk niet het doel, want dan gaat het nog steeds om mijn angst en hoe ik daarvan verlost wordt en dan is er weinig verschil met het resultaat van een EMDR-behandeling bij een angststoornis. Hét grote doel waartoe God Zijn Zoon heeft gegeven en waartoe Hij ook helpt en redt in angsten, wordt in diezelfde Psalm zo verwoord: Laat hen voor de Heere Zijn goedertierenheid loven.
Gods Woord is er duidelijk over dat pastoraat de aangewezen weg is. Jakobus zegt het zo: Is iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds? Dat hij psalmzinge. Is iemand ziek onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in de Naam des Heeren. En het gebed des geloofs zal de zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.10 Dat doet me denken aan de Psalm die zegt: Het is beter tot de Heere toevlucht te nemen, dan op de mens te vertrouwen.11 De belofte van de Heere Jezus is een zeker houvast in alle omstandigheden: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde12 Tenslotte, in Psalm 3 gaat het over David die achtervolgd werd en in bedreigende omstandigheden verkeerde en hoe hij staande kon blijven. Dat de laatste woorden ook voor ons leidend zullen zijn: Het heil (Hebr.: Yeshua!) is des Heeren.13
Hans van Buren
Bronnen
1. https://www.de-online-psycholoog.nl/emdr-therapie-wat-is-het-en-hoe-werkt-het/
2. https://www.emdr.nl/vereniging-emdr-nederland
3. ‘Adverse effect of EMDR: a case report’, Robert M Kaplan en Vijaya Manicavasagar.
4. https://www.observantonline.nl/Home/Artikelen/id/55632/emdr-kan-valse-herinneringen-uitlokken
5. https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/57101/emdr-therapie-geen-trucje-brigitte-terug-bij-af-door-klungelende
6. Een vorm van psychotherapie waarbij gebruik gemaakt wordt van een lichte trance. Daardoor zou het onderbewustzijn gemakkelijker te bereiken zijn, waardoor (belemmerende) gevoelens en gedachten beter inzichtelijk zouden worden. Vervolgens kan de therapeut daarop inspelen en de hulpvrager begeleiden op weg naar herstel. Hypnose is de oudste en bekendste vorm van hypnotherapie, maar er zijn ook andere therapieën die gebruik maken van hetzelfde principe.
7. Handelingen 2.36
8. Galaten 2.20
9. 2Korinthe 12.9
10. Jakobus 5.13-15
11. Psalm 118.8
12. Mattheüs 28.10
13. Ps 3: 9
De uitdagingen voor christelijke scholen;
De Bijbel (nog) als norm of (vanwege de druk) toch maar mee met de maatschappelijke hype?
“Hier kwam het bericht dat het vandaag Paarse Vrijdag is op school. Is dat verplichte stof voor het primair onderwijs, of kan het bijzonder onderwijs daar een andere keuze in maken?”
De tekst hierboven komt uit een bericht, dat ik half december 2021 kreeg van een ouder van een christelijke school. Ik ontving het vanwege mijn werk als directeur van een (andere) christelijke basisschool. De ouder was achteraf geïnformeerd, dat de school van zijn kinderen via een bekende Nederlander (die een online-gastles gaf) aandacht had besteed aan Paarse Vrijdag. Wat daarna volgde, was een inhoudelijke dialoog tussen mij en deze ouder over de kerndoelen en het maken van keuzes vanuit de christelijke identiteit.
Wat is Paarse Vrijdag?
Het GSA (Gender & Sexuality Alliance) omschrijft het op haar website als volgt: ‘Paarse Vrijdag is dé grote actiedag van de GSA. Door elk jaar op de 2e vrijdag in december de school paars te kleuren, zet de GSA zich in voor seksuele- en genderdiversiteit als norm.’
Het doel van de eerder genoemde online-gastles.
Bij het YouTube-fragment van de betreffende gastles staat vermeld: “Als je jezelf niet bent, ontneem je jezelf geluk. Daarnaast is het zonde als je wordt tegengehouden in het omgaan met mensen die jou gelukkig maken.”
In deze online les legt een bekende Nederlander uit, “dat Paarse Vrijdag een mooie dag is om aan je omgeving te laten wie je écht bent. Dat je jezelf kan en mag zijn, ongeacht op wie je verliefd wordt of wat je huidskleur is.” Ook komt het thema racisme in deze les voorbij.
Vrijheid van onderwijs en kerndoel 38
In Nederland is vrijheid van onderwijs een grondrecht. Iedereen mag een school oprichten die past bij de eigen overtuiging (artikel 23 van de Grondwet). Er zijn landelijke kerndoelen (2006). Kerndoel 38 zegt: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit. Dit laatste is in 2013 toegevoegd aangezien niet elke school (voldoende) aandacht bleek te besteden aan seksuele diversiteit en vanwege de kwetsbaarheid van lhbti-jongeren (jongeren die lesbisch, homoseksueel, biseksueel en/of transgender zijn) die te maken kregen met negatieve reacties daarop.
Het belang van seksuele ontwikkeling in maatschappelijk en Bijbels perspectief. Seksuele ontwikkeling is een vanzelfsprekend onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Het is belangrijk, omdat zelfkennis, zelfacceptatie en het maken van zelfstandige keuzes een basis zijn om (later) relaties met anderen te kunnen opbouwen. Daarbij hoort weerbaarheid in bedreigende situaties, het “nee” kunnen zeggen als grenzen overschreden (dreigen) te worden en leren wat je rol is als vriend of vriendin als (toekomstig) huwelijkspartner. Een kind leert zo betekenis te geven aan het leven vanuit belangrijke waarden en normen in onze maatschappij. Vanuit Bijbels perspectief kunnen we onze kinderen vertrouwd maken met hun eigen lichaam en de wonderlijke schepping daarvan. Daarbij past kennis over de Bijbelse invulling van seksualiteit en zo kan elke christelijke school binnen de kerndoelen een passende invulling geven aan kerndoel 38 waarvan aandacht voor seksuele diversiteit een onderdeel is.
Maatschappelijke druk en servicegerichtheid van maatschappelijke organisaties.
Seksuele diversiteit is een onderdeel van de kerndoelen. Het is opmerkelijk, dat er momenteel sprake is van een toenemende maatschappelijke druk en een opkomende ‘servicegerichtheid’ vanuit maatschappelijke organisaties die zich hard maken voor seksuele opvoeding op zeer jonge leeftijd en met name wat de seksuele diversiteit betreft.
Er is de actiedag Paarse Vrijdag met een lespakket en posters die door scholen zijn aan te vragen. Paarse Vrijdag is een geregistreerd merk van de Federatie COC Nederland, zo is te lezen op de website van het COC. Het lespakket ‘Astra en ik’ is geschikt voor kinderen van groep 3 en 4. De strekking van de les is, dat het enige wat je hoeft te doen, is van binnen te voelen wat je leuk vindt of wie je leuk vindt en dat je iets gewoon kunt proberen (b.v. op wie je verliefd wordt). Het is bijvoorbeeld net als bij spruitjes eten, misschien vind je dat toch wel lekker.
Binnen de Week van de Lentekriebels was seksuele genderdiversiteit in maart 2021 het centrale thema. Zo wordt seksuele diversiteit steeds vaker onder de aandacht gebracht. De visie is vaak ‘klip en klaar’ beschreven. Op seksuelevorming.nl wordt verwoord, dat het erom gaat om bewust de heteroseksuele norm los te laten en het gesprek over diversiteit op gang te brengen. Vervolgens is daarover lesmateriaal en een lesplan te downloaden. Een regelrechte en niet verhullende oproep om de Bijbelse norm te laten varen.
De kerndoelen en ‘school met de Bijbel zijn.’
Terug naar de inleiding van dit artikel en de vraag van de ouder: “Paarse Vrijdag: is dat verplichte stof voor het primair onderwijs, of kan het bijzonder onderwijs daar een andere keuze in maken?”
Zonder enige twijfel ben ik van mening dat je als (christelijke) school daarin – zelfs binnen de kerndoelen – een andere keuze kan en moet maken. Naast de (levensbeschouwelijke) visie van de school, zijn wettelijke eisen bepalend voor de leerdoelen van het burgerschapsonderwijs waaronder de kijk op jezelf en anderen. Het gaat hier om leerdoelen die bijdragen aan de kennis over en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, waaronder waarden als vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, tolerantie en dus het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie. Het gaat om de ruimte om jezelf te zijn en de mogelijkheid om zelfstandig te handelen, om het tonen van wederzijds respect en het rekening houden met anderen. In het verlengde hiervan is het vanzelfsprekend, dat je als kind andere kinderen niet discrimineert op basis van seksuele diversiteit. Het doet niets af aan de Bijbelse leer die ons wijst op de gebrokenheid van de schepping en de zonde van de mens rondom seksualiteit. Dit gegeven hoeft een christelijke school niet te verloochenen, omdat een website bewust oproept om de heteroseksuele (christelijke) norm los te laten. Het doet denken aan de bekende woorden ‘School met de Bijbel’ op de muur van menig christelijk schoolgebouw. Die woorden zijn zowel confronterend als bemoedigend. Ze impliceren immers, dat de school in haar handelen de Bijbel als leidraad neemt. De vraag die zich meer en meer opdringt is: gebeurt dit nog en wie is daar sturend in? Hoe ga je om met de kerndoelen vanuit de overheid waar je als school Bijbels gezien mee in de knel komt? Welke keuzes maak je vanuit de christelijke identiteit?
Het start met een visie op christelijk onderwijs
We kennen vrijheid van onderwijs. Dat vraagt vervolgens om een visie op christelijk onderwijs en positionering van de school in de wijk. Die duidelijkheid mogen ouders, die doelbewust kiezen om hun kind naar een christelijke school te laten gaan, ook verwachten. Binnen het onderwijs vervullen leerkrachten een sleutelrol. Het is daarom belangrijk om als schoolteam de schoolvisie en missie helder te hebben. Van daaruit kun je handelen en verantwoording afleggen. Praat daarover als team. Zo behandelden wij enkele jaren geleden aan het begin van een vergadering de tekst uit Colossenzen 3:23-24:
Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Heere en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Heere tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer.
We bespraken wat deze Bijbeltekst voor ons persoonlijk en voor ons (christelijk) onderwijs zou kunnen betekenen. Uit het nagesprek kwamen we gezamenlijk tot de conclusie, dat wij als team (en persoonlijk) geroepen zijn om naar ons vermogen de kinderen, die door de ouders aan ons zijn toevertrouwd, zo goed als mogelijk Bijbels genormeerd kwaliteitsonderwijs in een veilige omgeving te bieden.
Vanuit de visie dat we ons werk doen ‘als voor de Heere’, staat de levende relatie met Jezus Christus dagelijks centraal. We dragen dat uit in de omgang met elkaar. Van onze leerlingen en hun ouders vragen we hiervoor respect. In een veilige omgeving werken we in alle openheid en met achting voor elkaar. Elk kind gaat zo lerend zijn/haar weg om tot zijn bestemming te komen. Dat is Gods doel met zijn/haar leven. We leren onze kinderen keuzes maken in een wereld met eindeloze mogelijkheden. We maken onze kinderen dus zelfredzaam in deze continu veranderende samenleving. Daarbij hoort vanuit de kerndoelen ook aandacht voor (seksuele) diversiteit. Het benoemen van het feitelijke bestaan van genderdysforie (een sterk gevoel van onvrede met het geslacht waarmee iemand geboren of opgegroeid is) is onderdeel van het onderwijs. De christelijke leerkracht kan dit behandelen in de groep, er ligt hier zelfs een kans. Het bestaan van seksuele diversiteit en de mogelijke verwarring die dit met zich meebrengt, kan immers vanuit de christelijke normen en waarden in vergelijking met andere (in de maatschappij geldende) normen en waarden besproken worden. Dit los van de vraag op welke leeftijd en met welke intensiteit dit het meest passend is.
De christelijke school zelf bepaalt het lesaanbod
Een school zou niet uit gemakzucht of angst mee hoeven te gaan met de maatschappelijke lobby of actiedag van GSA, omdat belangenorganisaties dat ‘voorschrijven.’ Een (christelijke) school kan waardevol vanuit de kerndoelen, maar op haar tijd en op haar manier, vanuit de visie op (christelijk) onderwijs verschillende maatschappelijke onderwerpen behandelen op een leeftijd waarbij het schoolteam dat passend vindt en de ouders/verzorgers daarover informeren. Niet omdat het volgens een maatschappelijke organisatie de dag is om dit te doen en vervolgens deze organisatie aan de school het ‘benodigde’ lesmateriaal aanlevert.
Niet een externe organisatie, maar de schoolleiding is eindverantwoordelijk voor het onderwijsaanbod.
Het lesmateriaal dat en de hoeveelheid aandacht die de school nodig denkt te hebben om tegemoet te komen aan de kerndoelen bepaalt de school. Er zijn overigens erkende methoden voor seksuele opvoeding vanuit een christelijke visie (b.v. Wonderlijk Gemaakt) die een school kan gebruiken binnen de jaarplanning. Mogelijk gaat de vergelijking wat mank, maar een school maakt dagelijks veel keuzes, bijvoorbeeld of zij wil deelnemen aan Nationale Pannenkoekendag. Zo zijn er talloze ‘bijzondere’ dagen. Het niet deelnemen aan die pannenkoekendag wil ook niet zeggen dat kinderen niet leren wat een pannenkoek is, voordat zij de basisschool hebben verlaten.
Niet van de wereld, maar in de wereld.
Het lijkt erop dat (christelijke) scholen bezwijken onder de overtrokken maatschappelijke sociale druk, alsof het niet deelnemen aan Paarse Vrijdag of onvoldoende aandacht voor seksuele diversiteit als thema een schande of maatschappelijke politieke misser is. De christelijke scholen leven niet onder een steen: zij weten dat de kinderen in aanraking komen met gedachtegoed, literatuur, beeld en media, die schadelijk kunnen zijn voor hun ontwikkeling. Scholen weten ook, dat ze een taak kunnen vervullen om samen met de ouders de kinderen respect te leren en begrip voor anderen bij te brengen. Elke leerkracht heeft de waardevolle sleutelrol om – als verlengstuk van de opvoeding thuis – de kinderen voor te leven in het maken van verstandige keuzes. Een leerkracht op een christelijke school doet dat Bijbels genormeerd. Voor een christelijke school is de Bijbel gezaghebbend. Het is als een licht op het pad (Psalm 119). Zo word je niet van de wereld, maar sta je in de wereld.
God betrekken bij de dagelijkse schoolzaken en kinderleven.
Wat we ook nodig hebben, is gebed. Veel christelijke scholen weten zich (nog) gesteund door een gebedsgroep. Vaak bestaan ze maar uit enkele leden. De gebedsgroep van de school waar ik werk, deed onlangs een oproep voor nieuwe leden, waarmee ze meteen het doel beschreven: we komen met een aantal ouders bij elkaar om kinderen en leerkrachten in gebed op te dragen aan God. Samen bidden we voor allerlei zaken op school, zoals wijsheid en inzicht bij het lesgeven, om bescherming tegen verkeerde invloeden en alles wat er in deze wereld op onze kinderen afkomt. Vragen om leiding bij keuzes die kinderen en personeel elke dag moeten maken. Kortom: God betrekken bij het dagelijkse school- en kinderleven.
Dankbaar ben ik voor deze ouders. Het is als een christelijke gemeenschap zoals verwoord in Mattheus 5:13-16, die zich geroepen weet om zoutend zout en lichtend licht te zijn in de wereld.
De uitdagingen voor christelijke scholen, een conclusie en oproep. Wees als school duidelijk en helder waarom je welke keuzes maakt. Ga in gebed en laat voor de school bidden. Ouders, bid voor de school van je kind. Een christelijke school maakt voortdurend keuzes. Waar er een christelijke methode bestaat voor het geven van seksuele voorlichting is het niet altijd gemakkelijk, als het gaat om andere lesmethoden. Toch geldt ook hier de verantwoordelijkheid vanuit de identiteit van de school. De leerkracht is al lang geen slaaf meer van de methode. Vanuit de christelijke visie worden keuzes gemaakt welke lesstof behandeld wordt en op welke manier. Dat kan uitstekend binnen de kerndoelen. Laat, Bijbels gezien, je licht maar schijnen. Ga als christelijke leerkracht in gesprek, leef voor, wees een zoutend zout, zonder anderen te veroordelen, maar wijs op het Woord van God. Onze Hemelse Meester is ons daarin voorgegaan.
Martijn van der Weerd
Bronnen bij het artikel
https://basisschool.coc.nl/paarse-vrijdag/paarse-vrijdag-werkboekje/
https://seksuelevorming.nl/onderwerpen/week-van-de-lentekriebels/thema-week-van-de-lentekriebels-2021-seksuele-en-genderdiversiteit/
https://paarsevrijdag.nl/basisschool#section-2
https://www.youtube.com/watch?v=yq0M0GuCKm4
https://wonderlijkgemaakt.nl/
https://basisschool.coc.nl/wp-content/uploads/2021/06/COC_Astra_converted.m4v
Het gezin als golfbreker
We leven in de postmoderne tijd waarin ieder zijn waarheid mag hebben. Ook als christenen zijn we kinderen van onze tijd. De ideeën en ‘ismen’ van deze tijd sijpelen onze christelijke scholen en gezinnen binnen. Onze kinderen leven in een wereld van mobiele telefoons waarop zij in aanraking kunnen komen met dingen waarvan je als ouders geen weet hebt. Wat ze tegenkomen in games, op YouTube, TikTok en andere social media heeft een grote invloed in hun leven. We leven in een heel andere wereld dan 10-15 jaar geleden. De invloed bevindt zich in hun broekzak. Wees je ervan bewust, dat ze beïnvloed worden. En die invloed is krachtig en diepgaand. Wat ze daar tegenkomen, dringt diep tot in hun wezen door.
Golfbreker
Een stabiel gezin, gegrond in het Woord van God, kan een golfbreker zijn voor alle invloedsgolven die dagelijks over je kinderen heen stromen. Golfbrekers beschermen de kust tegen nadelige invloeden van zeestromingen. Laat jouw gezin zo’n golfbreker zijn. Bouw je gezin op zo’n manier, dat je kinderen in jouw gezin beschermd worden tegen nadelige invloeden van alle invloedsgolven die hen overspoelen. Daarom wil ik hier een aantal praktische handvatten geven. Zie het belang ervan in en investeer in je gezin. Maak er tijd voor vrij en wees proactief. Vaak reageren we als ouders reactief. We zien een probleem en gaan aan de slag. Maar in het bouwen aan je gezin als golfbreker is het juist zo mooi om vooral proactief aan de slag te gaan. Zo kun je in wijsheid heel veel schadelijke invloeden counteren met de waarheid. We weten, dat de wereld om ons heen hele andere normen en waarden voorstaat en we weten dat sinds de opkomst van de gsm de golven steeds sneller, harder en hoger worden. Zonder golfbrekers kalft alles af. Laat jouw gezin zo’n golfbreker zijn waarin je kinderen elke dag geconfronteerd worden met de waarheid van Gods Woord.
Ken je Bijbel
Het eerste punt is dat wij als opvoeders zelf onze Bijbel moeten kennen. Misschien heb je een druk gezin of een drukke baan, toch is het van levensbelang dat je elke dag persoonlijk tijd doorbrengt met God en Zijn Woord. Want het zijn alleen die woorden die leven brengen. Het zijn ook die woorden die we nodig hebben om een antwoord te hebben op alle vragen en uitdagingen waar onze kinderen ons voor stellen. In 1Petr 3:15 lezen we: Wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is. En wees er maar zeker van, dat je kinderen je rekenschap vragen. Misschien niet altijd expliciet, maar zij willen weten wat jij vindt. Adviezen van ouders hebben een grote invloed op veilig gehechte kinderen. Het woord ‘rekenschap’ dat in deze tekst staat, is een woord met een juridische achtergrond. Het gaat er niet om, dat jij zomaar iets over jouw gevoel vertelt of over hoe jij het geloof ervaart. Nee, het Griekse woord dat hier staat is ‘apologia’. Het is een woord dat gebruikt wordt voor de verdediging in een rechtszaak. Daar kom je met feiten. Zo is het ook in het rekenschap geven van je geloof. Dan kom je naar je kinderen toe met: ‘Er staat geschreven…’.
Onderwijs jezelf
Naast dat je het Woord moet kennen, is het ook van groot belang dat je jezelf onderwijst. Weet waar je kinderen zich mee bezighouden. Luister naar waar de maatschappij zich mee bezighoudt. Verdiep je in de muziek die je kinderen luisteren en bekijk de filmpjes die zij
bekijken. Luister naar debatten tussen atheïsten en christenen. Lees boeken van mensen die vanuit de wereld tot geloof zijn gekomen. Zij kunnen vaak zo goed de pijnpunten aanwijzen. Verdiep je in apologetiek, want het christelijk geloof is een redelijk geloof. Houd je ogen en oren wijd open, als de radio aanstaat of de krant op de mat valt. In dit opzicht kan ook een magazine als dit grote diensten bewijzen. Als ouders hebben we een grote invloed en daarom moeten we alert zijn op de leer van mensen, zodat niemand ons en onze kinderen als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus (Kol 2:8).
Vertel het evangelie
Vertel je kinderen het evangelie van genade. Vertel ze telkens opnieuw van schepping, zonde(val), kruis, opstanding en de nieuwe schepping. Het kan voorkomen, dat je kind wel veel verschillende verhalen uit de kinderbijbel heeft opgepikt, maar nog nooit het pure evangelie heeft gehoord. Jaren geleden gaf ik les aan een 4e klas ASO (vwo in NL). Ik maakte een kleine excurs in een les kerkgeschiedenis en vertelde ze het Evangelie. Twee 16-jarige dames uit een christelijk gezin reageerden: ‘Oh, nu begrijpen we het. Nu komen lijntjes bij elkaar. Wist u, dat we dit nog nooit gehoord hadden?’ Veel tieners in christelijke kerken en gemeenten zijn ook beïnvloed door het Moralistisch Therapeutisch Deïsme (MTD). Dit denken kan het Bijbels christendom van binnenuit verwoesten. Bij het MTD draait het om 5 basis-overtuigingen.
1. Er bestaat een God die de wereld heeft geschapen en vormgeeft en Die waakt over het menselijk leven op aarde.
2. God wil, dat mensen goed, aardig en eerlijk voor elkaar zijn, zoals de Bijbel en de meeste andere wereldgodsdiensten ons leren.
3. Het centrale doel van het leven is gelukkig te zijn en je goed te voelen over jezelf.
4. God hoeft niet specifiek betrokken te zijn in iemands leven, behalve wanneer Hij nodig is om een probleem op te lossen.
5. Goede mensen gaan naar de hemel, als ze sterven.
Het lijkt heel mooi, want God bestaat en wil, dat wij in Zijn wegen wandelen en goed doen. Maar het probleem met MTD is dat het uiteindelijk draait om eigenwaarde, persoonlijk geluk en het goed kunnen opschieten met elkaar. Het heeft nog weinig te maken met het Bijbelse geloof dat bekering, berouw, opofferende liefde, nederigheid en reinheid van hart leert.
Bouw een ‘gezinsaltaar’
Een gezinsaltaar lijkt misschien een vreemd woord. Het is een letterlijke vertaling van het woord ‘family altar’ wat een Amerikaanse vriend van ons altijd gebruikte. Hij bedoelde daarmee de tijd die je samen als gezin rondom het Woord voor het aangezicht van God doorbracht. Want het zijn onze gebeden die als reukwerk voor Gods aangezicht komen. Onze gebeden komen op het altaar voor Zijn troon (Ps 143:2; Op 8:3-4). Maak dagelijks tijd samen met je gezin om tot Gods troon te naderen. Zorg dat jullie gebeden in die schalen liggen (Op 5:8). Lees samen het Woord. Daarin leer je God kennen, ontvang je woorden om Hem te aanbidden. Zing samen en bespreek met elkaar de dingen van de dag in het licht van Gods Woord. Het is belangrijk deze tijd voor te bereiden. Niet in de zin van dat je elke dag iets daarvoor moet voorbereiden. Dan zou je al snel weer afhaken. Maar in de zin van het over een langere periode te zien. Maak bijvoorbeeld een gebedsdoos met daarin gebedskaartjes voor alles en iedereen waar je voor wilt bidden. Laat de doos rondgaan en elk gezinslid een kaartje pakken om voor te bidden. Plan de bijbelgedeelten die je als gezin wilt gebruiken. Leg liedbundels en Bijbels op een gemakkelijk bereikbare plaats. Als je op zoek gaat, kun je allerlei hulpmiddelen vinden, maar het belangrijkste is dat het zo eenvoudig mogelijk blijft. Laat dagelijks jullie reukwerk opstijgen tot voor Gods troon.
Maak tijd voor bijbelstudie
Alhoewel we als christenen de Bijbel belangrijk vinden, is de kans groot dat je samen als gezin de Bijbel toch niet opendoet. Amerikaans onderzoek heeft aangetoond, dat minder dan 1 op 10 christelijke gezinnen samen de Bijbel leestien onderzoek onder 11.000 christelijke tieners toonde aan, dat slechts 12% van hen regelmatig met hun moeder over geloofszaken praatii. Als in jullie gezin de Bijbel naar een achterkamertje is verwezen en er weinig of niet over het geloof gesproken wordt, zullen je kinderen weinig reden hebben om de Bijbel als gezaghebbend voor hun leven te zien. Er is trouwens een verschil tussen samen de Bijbel lezen en samen bijbelstudie doen. Bij het lezen leren je kinderen de verhalen en gebeurtenissen, raken ze bekend met geestelijke taal. Maar door bijbelstudie leren ze ontdekken wat dit allemaal betekent en ontdekken ze een lijn. Bij bijbelstudie kijk je naar vragen als: Wie schreef dit boek? Aan wie werd dit geschreven? Waarom werd het geschreven? Wat betekent dit vers in de context van het geheel? Hoe is dit van toepassing in mijn leven? Deze vaardigheden leggen een basis voor vele jaren geloofsgesprekken.
Ga het gesprek aan
Het christelijk geloof is een geloof van relatie en communicatie. Dat zien we in hoe de Heere Jezus en Paulus door het land gingen. Maar we zien het ook al vanaf het begin van de schepping. God schiep man en vrouw in een gezin. Het is in het gezin dat het geloof wordt
overgedragen aan een nieuwe generatie. Ouders moeten het aan hun kinderen doorgeven (Deut 6; Ps 78, 145; Ef 6; Tit 2). Daarom zijn tijden van bijbelstudie en ‘gezinsaltaar’ ook zo belangrijk. Die tijden geven je kinderen de ruimte om na te denken en vragen te stellen over geloofszaken. Het wekt hun interesse. Wees in de communicatie niet alleen gericht op de vragen die zij hebben, maar geef ook aandacht aan de vragen die zij niet stellen. Bespreek de onderwerpen die belangrijk zijn, maar waar zijzelf nooit opkomen.
Liefde en genade
Hét kenmerk van een christelijk gezin is de liefde die zij onderling betonen. Die liefde die actie vraagt. In deze tijd is het zo belangrijk dat kinderen een liefdevol en begripvol thuis hebben. Een thuis waar ze onvoorwaardelijke liefde vinden. Bouw aan een huis vol liefde en genade. Het is thuis dat kinderen het concept genade moeten leren om zo een genadevolle Vader te leren kennen. Natuurlijk moet ongehoorzaamheid gestraft worden, moet verkeerd gedrag aangepakt worden. Maar laat dit alles gebeuren in een geest van liefde en vergeving. Bouw aan zo’n gezin, dat wat je kinderen ook uitgespookt hebben, ze altijd mogen weten bij mijn ouders ben ik welkom!
Bijbelse wereldbeschouwing
Een gevolg van de invloed waarover ik in de inleiding sprak, is dat je je bewust moet zijn dat je kinderen mogelijk heel anders denken dan jij. Zeker op het gebied van identiteit, relaties en seksualiteit. Dingen die voor jou vanzelfsprekend zijn, ziet jouw kind misschien wel heel anders. Houd daarom altijd het gesprek met je kind gaande. Verbreek de communicatie niet. Als jij niet spreekt, zal iemand anders wel spreken. Laat in jouw huis de waarheid van Gods Woord de boventoon voeren. Zodat je kinderen door het leven in jullie gezin een Bijbelse levensbeschouwing ontwikkelen.
Wilma Samyn
i Search Institute, Effective Christian Education: A National Study of Protestants Congregations, Minneapolis, MN, The Institute, 1990
ii George Barna, Revolutionary Parenting: Raising Your Kids to Become Spiritual Champions, Carol Stream, IL, Barnabooks, 2010
Is geslacht een kwestie van voelen?
“Zaadjes van verwarring”
Hoe de genderideologie kinderen laat twijfelen over wie ze zijn.
“Mam, ik denk dat ik misschien tóch een meisje ben.” Met een nadenkend gezicht staat Roan bij het aanrecht waar zijn moeder de laatste hand aan het eten legt. De moeder van Roan kijkt even verbaasd naar haar zoon, maar dan gaat haar een lichtje op. In de klas van Roan stond vandaag “seksuele vorming” op het programma… Een onwaarschijnlijk verhaal? Helaas niet! Sinds 2012 zijn scholen verplicht om kinderen in het basisonderwijs, voortgezet (onderbouw) en speciaal onderwijs seksuele vorming aan te bieden. In het basisonderwijs kunnen kinderen vanaf groep 1 les krijgen in die vorming. Het woord vorming geeft aan, dat kinderen in hun denken gevormd worden. Als we de maatschappelijke ontwikkelingen volgen, wordt duidelijk in welke richting dit vormingsproces zich ontwikkelt en wat er daarbij op het spel staat.
De genderkoek
Een middel dat wordt ingezet om het denken van kinderen te vormen is “de genderkoek” 1.Kinderen zien een plaatje van een koek in de vorm van een menselijk lichaam waarop symbooltjes zijn aangebracht. De genderkoek maakt onderscheid tussen het biologische geslacht, de genderidentiteit, de genderexpressie en seksuele aantrekkingskracht.
Het biologische geslacht, dat van man of vrouw, wordt gerelativeerd. Men zegt hierover, dat het geslacht van een kind bij de geboorte wordt ‘toegekend’ (in plaats van vastgesteld) op grond van geslachtskenmerken. Aan de ‘genderidentiteit’ lijkt meer waarde te worden gehecht. Die identiteit wordt vastgesteld op grond van iemands eigen gevoel. Iemand voelt zich jongen, meisje of iets anders. Men spreekt van een spectrum, je bent geen jongen óf meisje, maar er is een spectrum aan mogelijkheden. De term genderidentiteit is misleidend, want het suggereert iets over de daadwerkelijke identiteit van iemand te zeggen. Die term vertelt niet wie iemand ís, maar hoe iemand zich vóélt. Met genderexpressie wordt bedoeld, dat iemand zich op allerlei verschillende manieren kan uiten, kleden en gedragen. Ook hier is weer een spectrum van mannelijk naar vrouwelijk. Kinderen leren, dat dit oké is, (gender)diversiteit is iets om te uiten en te vieren. En los van dit alles ziet men seksuele aantrekkingskracht. Het hart op deze koek laat zien dat iemand zich aangetrokken kan voelen tot mannen, vrouwen, non-binaire personen, geen van deze personen of juist al deze personen. Ook dit wordt gepresenteerd als iets neutraals of positiefs, er zijn allerlei soorten liefdesrelaties mogelijk. Een eindeloos aantal combinaties van identiteiten en relaties is volgens deze ideologie denkbaar. Woorden als tolerantie, sociale veiligheid, veelkleurigheid, diversiteit, eigen keuze en vrijheid spiegelen dit alles aantrekkelijk voor. Kinderen mogen zelf kiezen wie en wat ze zijn en hoe ze zichzelf presenteren. Kinderen leren ook, dat het goed is om anderen volledig te accepteren in wie en wat ze willen zijn. Het gaat niet alleen om het respecteren van mensen en hun gevoelens, maar om het actief uitdragen dat je de ander steunt in hoe iemand zichzelf ziet en presenteert. Een leidster van een christelijk jeugdkamp vertelde hierover, dat de hele groep applaudisseerde toen een meisje vertelde, dat ze biseksueel was. Ook door evenementen als ‘paarse vrijdag’ 2 (al vanaf groep 1 van de basisschool!) en het hijsen van de regenboogvlag worden kinderen gestimuleerd om een positief standpunt in te nemen ten opzichte van de genderideologie. Maar, ís het werkelijke vrijheid om je eigen identiteit te kiezen (zelfidentificatie)³ en máákt de volledige acceptatie van ieders zelfbepaalde identiteit onze maatschappij veiliger?
Werkelijke worstelingen
Genderdysforie bestaat. Er zijn kinderen die soms al op heel jonge leeftijd verwarring ervaren over hun geslacht. Ze zijn jongen, maar voelen zich meisje of andersom. Voor deze kinderen, en hun ouders, kan dit een erg moeilijke weg zijn. Ze hebben goede en zorgvuldige begeleiding nodig om hier een weg in te vinden. Het gaat om een kleine minderheid van alle kinderen en bij de meeste van deze kinderen (ongeveer tweederde) verdwijnen deze gevoelens, als ze in de puberteit komen. Jongens voelen zich dan een man en meisjes voelen zich dan een vrouw. Ook zijn er kinderen die geboren worden met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken: interseksen. Soms laat hun lichaam niet duidelijk zien of ze jongen of meisje zijn. Ook voor deze kinderen en hun ouders geldt, dat ze goede en zorgvuldige begeleiding nodig hebben. Sommige jongens ervaren in hun puberteit, dat ze zich aangetrokken voelen tot iemand van hetzelfde geslacht. Ook voor meisjes kan dit gelden. Eveneens kan het zijn, dat jongens en meisjes nog niet zeker zijn tot welk geslacht ze zich aangetrokken voelen. Deze gevoelens kunnen leiden tot verwarring, schaamte en eenzaamheid. Het is belangrijk dat er voor deze kinderen en tieners een veilige plek is om in gesprek te gaan. Ja inderdaad, sociale veiligheid en tolerantie zijn, zeker ook voor deze kinderen en tieners, belangrijk! Toch is de vraag of een ideologie van vrijheid en eigen keuze, als het gaat om identiteit en relaties voor deze en andere kinderen daadwerkelijk helpend is.
Een veilige plek
En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen (Gen 1: 27). De Heere God schiep geen spectrum aan identiteiten. Hij schiep man en vrouw. Als we de Bijbel verder lezen, ontdekken we dat mannen en vrouwen van elkaar verschillen. Hun lichamen zijn verschillend geschapen en ook verschillen ze in de taken die ze op zich mogen nemen. Mannen zijn geroepen om hun taak en roeping als man op zich te nemen en vrouwen zijn geroepen om hun taak en roeping als vrouw op zich te nemen. Ook voor menselijke relaties geeft de Bijbel duidelijke kaders. God is niet alleen de Schepper van man en vrouw. Hij is ook Degene die het huwelijk bedacht heeft, als de plaats waar man en vrouw een eenheid vormen. In onder andere Efeze 5: 22-33 wordt beschreven hoe man en vrouw elk een eigen plek hebben in het huwelijk en hoe ze elkaar aanvullen. In dit gedeelte wordt uitgelegd, dat het huwelijk een beeld is van Christus en de gemeente. Ten diepste laat het huwelijk iets zien van Wie God is: Zijn liefde en trouw worden weerspiegeld. Het huwelijk is ook de plek waar kinderen geboren kunnen worden. De lichamen van man en vrouw zijn zo geschapen, dat ze door een eenheid te vormen kinderen kunnen krijgen. Een gezin naar Gods ontwerp is bedoeld als veilige plek waar man en vrouw zich geliefd weten en elkaar aanvullen en waar kinderen veilig en beschermd kunnen opgroeien. In een veilig gezin leren kinderen wie God is. Ze leren door wat ze van hun ouders zien: de waarde van liefde, trouw en toewijding. Door de liefdevolle zorg van hun vader en moeder leren ze iets begrijpen van de liefdevolle zorg van hun hemelse Vader. De kaders die de Bijbel geeft over wie we zijn en hoe we relaties vormgeven, zijn goed en heilzaam en bieden veiligheid en orde. Kinderen die leren, dat ze de vrijheid hebben om te kiezen wie en wat ze willen zijn en hoe ze relaties vormgeven, worden op een dwaalspoor gezet. Het is geen vrijheid om (jonge) kinderen bewust aan het twijfelen te brengen over het geslacht, dat ze van hun Schepper gekregen hebben. Het is ook geen vrijheid om het Bijbelse concept van huwelijk en gezin te relativeren tot een vorm van samenleven naast een veelvoud aan andere samenlevingsvormen. Deze ideologie biedt geen vrijheid maar wanorde en verwarring. Het maakt veilige kaders betrekkelijk en veranderlijk en daardoor onzeker en onveilig.
Een opdracht
Misschien denkt u, dat het op de basisschool van uw kind wel meevalt. Weet u het zeker? Het is raadzaam om u te laten informeren over wat er precies geleerd wordt tijdens de lessen seksuele vorming, maar ook naar welke (schooltv-) programma’s er gekeken wordt, welke kinderboeken er zijn en dergelijke. Gelukkig zijn er basisscholen waar een Bijbels geluid klinkt, ook als het over deze onderwerpen gaat. Laten we bidden, dat dit geluid mag blijven klinken! In alle gevallen is het goed om er als ouder en/ of opvoeder van bewust te zijn, dat de genderideologie niet alleen op scholen gepromoot wordt. In steeds meer populaire kinderprogramma’s is er aandacht voor bijvoorbeeld transgenders. Ze worden gepresenteerd als voorbeeldfiguren. Ze durven het aan om taboes te doorbreken, ze strijden voor acceptatie en hebben het ultieme doel bereikt om helemaal ‘zichzelf’ te zijn. Ook kinderboeken, sociale media, tijdschriften en musea dragen steeds vaker deze genderideologie uit. Er worden zaadjes van verwarring in kinderhoofdjes geplant. De verwarring zit niet alleen in de leugen dat jongen of meisje zijn vooral een gevoel is, maar ook in de dubbele boodschap: om te voorkomen dat mensen worden gepest of buitengesloten is het nodig om alle vormen van diversiteit te accepteren en te omarmen. Ouders en opvoeders hebben de opdracht om ander zaad te zaaien, het goede zaad van Gods Woord. In een tijd van verwarring rond identiteit en relaties is het onze opdracht om kinderen goed en helder onderwijs te geven over deze onderwerpen. We mogen hun vertellen over Gods prachtige plan met het huwelijk en het gezin als veilige plek waar kinderen mogen opgroeien. Ze mogen leren, dat er een God is Die goede en heilzame kaders geeft waarbinnen ze kunnen groeien en ontwikkelen van jongen tot man of van meisje tot vrouw. Tegelijk is het goed om hen te leren om bewogen te zijn met de gebrokenheid bij mensen om hen heen en om niet alleen tolerant te zijn, maar ook moedig genoeg om in liefde de waarheid te spreken. Tolerantie zonder de waarheid te vertellen, laat mensen dwalen in het donker. En hoe het verder ging met Roan? De moeder van Roan had zich goed ingelezen in de onderwerpen die op school behandeld werden. Ze had er een gewoonte van gemaakt om op de dagen dat Roan seksuele vorming kreeg, te bidden voor Roan, voor zijn juf en voor de klas. Bovendien hadden de ouders van Roan het onderwerp seksuele vorming al met hem voorbereid, voordat de lessen op school begonnen. De Bijbel was daarbij steeds hun leidraad geweest. Toen Roan met zijn vraag thuiskwam, kende zijn moeder hem al lang goed genoeg om te weten, dat het hier slechts ging om een vluchtige verwarring, veroorzaakt door een kringgesprek over transgenders. Ze kon de verwarring van haar zoon dan ook al snel wegnemen: “Roan dit is geen onderwerp waar jij over hoeft te tobben, jij bént een jongen!” Ook in deze tijd van verwarring is het mogelijk om kinderen een Bijbels fundament mee te geven als het gaat om identiteit en relaties. Net als de moeder in het voorbeeld mogen we bidden, dat de Heere God Zelf de harten en gedachten van kinderen zal bewaren (Filippenzen 4: 6 en 7). Een verantwoordelijke opdracht die we niet uit de weg mogen gaan, maar ook een opdracht die we in afhankelijkheid van de Heere God mogen volbrengen.
Mirjam Both
1 https://seksuelevorming.nl/onderwerpen/week-van-de-lentekriebels/thema-week-van-de-lentekriebels-2021-seksuele-en-genderdiversiteit/
2 https://www.paarsevrijdag.nl/basisschool#section-0
3 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/05/06/vereenvoudiging-transgenderwet-wijziging-geslacht-in-geboorteakte-makkelijker
Is onderwijs gecentreerd rondom Christus en de Bijbel mogelijk?
Inleiding
Halverwege de middag stapte ik door de deur van The Foundationi een internationale privéschool te Hardinxveld-Giessendam. Overal stonden kratten met groente en fruit in de hal, schalen met eieren, een kledingrek met mooie kinderkleding en andere spulletjes op een tafel. De directeur, Edward Koemans, heet mij welkom en verontschuldigt zich: “Een paar keer per week verkopen we goederen, waarvan de opbrengst voor de school is.” Medewerkers, ouders en kinderen geven een levendige indruk. Dit is niet alleen een school, dit is een gemeenschap!
Vorig jaar bestond Bijbel & Onderwijs veertig jaar. Bij de oprichting stond onderwijs voor ogen waarbij zowel de Bijbel als Christus centraal zouden staan. Dat was begin jaren tachtig broodnodig, omdat de invloed van de ‘sweet sixties’ ook bij de christelijke scholen binnenkwam. Nu des te meer. In ons laatste nummer schreven we kort over de start van de Bethábaraschool in Veenendaal en noemden we ook de school De Ceder in Boskoop al. In dit artikel een inkijkje bij The Foundation.
Hoe het begon? Een getuigenis
“In 2012 bogen mijn Britse vrouw en ik onze knieën in gebed met de vraag waartoe wij onze kinderen opvoeden, want we misten vrijmoedigheid om onze kinderen naar het christelijk voortgezet onderwijs te laten gaan. Academisch gezien was er best goed onderwijs in de buurt, maar de geestelijke atmosfeer ervoeren wij als een verhindering. In eerste instantie verdiepten wij ons in de homeschoolbeweging in de Verenigde Staten en Engeland. We kwamen soms chaotische en extremistische voorbeelden tegen, maar ook goede voorbeelden waarbij mensen vanuit een roepingsperspectief de juiste invulling gaven. In 2014 hadden we een dag van vasten en gebed met de broederraad in onze gemeente voor zending en andere gemeentezaken. We hebben een fijne christelijke basisschool in onze plaats, maar we hadden het verlangen de kinderen langer, tot en met een jaar of 16 onder ons te houden. Tijdens deze bijeenkomst werden we bepaald bij Num 32:16 en 17 waarin de Over-Jordaanse stammen het verlangen uitspreken om schaapskooien voor het vee te willen bouwen en vestingsteden voor hun kinderen vanwege de inwoners van het land. Onze gemeente heet De Schaapskooi en dus sprak ons dat aan. Gedurende de maanden daarna werden de woorden duidelijk. Eerst dachten we aan een kinderclub, maar daarna zagen we in dat kinderen thuis door de ouders opgevoed moesten worden. Een jonge zuster uit de gemeente wilde zich bekwamen in het geven van onderwijs aan kinderen van zendingsouders. Ze studeerde aan een Engelse Bijbelschool en liep stage bij De Ceder in Boskoop. Voor mijn werk was ik in de buurt en bezocht die school. Daar leerde ik het curriculum kennen en ervoer bevestiging. Ook andere gemeenteleden gingen kijken en we zochten contact met Christian Education Europeii. Ik wilde hen twee uur bezoeken tijdens een zakenreis, maar wat bleek tijdens de planning van de reis was er net een kennismakingsworkshop van twee dagen. Die heb ik daarop met een andere broeder uit onze gemeente bezocht en we ervoeren weerklank om op deze weg verder te gaan. In de tijd daarna hebben we gezien, dat God de juiste mensen op ons pad heeft gebracht om tot realisatie van de school te komen.
Er waren op dat moment vier gezinnen bij onze plannen betrokken. We vroegen ons af of het ook breder in onze gemeente gedragen werd. Door een gemeenteavond ervoeren we bevestiging om met onze plannen door te gaan: een stichting werd opgezet en een vrijwillige adviseur/projectmanager kwam op ons pad. In september 2016 zijn we van start gegaan met 22 leerlingen in de leeftijd van 4 tot 14 jaar. We hebben er best veel energie ingestopt en het blijft ook wel pionieren, ondanks de hulp uit Engeland d.m.v. een gefaseerd plan voor het opzetten van een christelijke school. We moesten het toch zelf waarmaken.
Missie
Wij geloven op grond van de Bijbel, dat kinderen geen eigendom zijn van hun ouders of van de staat, maar van God (Psalm 127:3). Ouders zijn rentmeesters van Gods eigendom. Hun kostbare en verantwoordelijke opdracht is deze kinderen op te voeden tot een godvrezend nageslacht (Maleachi 2:15 en Deuteronomium 6:5-7).
Omscholing en opstart problemen
De directeur vervolgt: “Het aantal aanmeldingen was meer dan we hadden verwacht. Er waren uitdagingen vanwege de leeftijdsspreiding van de kinderen. Er was een team, waaronder iemand die bij DeCeder een jaar lang stage had gelopen. Sommige vrijwilligers haakten af op verkeerde momenten. Toch zagen we, dat God voorzag, zoals door een zuster uit de gemeente die was aangesproken door de tekst De kinderen der eenzame zijn talrijker dan de kinderen der gehuwde .. maak de plaats voor uw tent wijd (Jes 54:1,2). Op het juiste moment was ze beschikbaar en welwillend om in te springen. Daarna heeft ze haar talenten goed ontwikkeld en is ze betrokken in de dagelijkse leiding van de school verbonden.
Er waren verschillende keerpunten. Het ‘omscholen’ van klassikaal naar de individuele leerweg vroeg veel van de kinderen en het personeel. We waren verbaasd over de prestatiedrang en de strijd die ook onder onze eigen kinderen heerste. Er was een moment, dat we het niet meer zagen zitten. De kinderen hebben we toen naar buiten gestuurd om te spelen op het schoolplein. We zijn met het personeel op onze knieën gegaan om te bidden om genade. We leerden zo om van minuut tot minuut, van dagdeel naar dagdeel, genade en kracht af te smeken om door te gaan, in afhankelijkheid van Hem. Onder deze druk werden gaven en talenten van de ouders duidelijk. De Heere begon te voorzien in nieuwe energie en kracht om door te gaan: wijsheid, middelen, een Engelssprekende uit Amerika en mensen met een academische vorming. We zijn nu zes jaar bezig en hebben een mooi pand ontvangen, waar ruim 50 leerlingen les krijgen. Er is zelfs een grote wachtlijst. De eerste leerlingen gaan volgend jaar van school en we zitten nu in afrondingsprojecten. Ik kan wel zeggen, dat deze school niet is geplant maar geboren.”
Wat valt er te leren uit jullie verhaal?
Ons unieke verhaal is duidelijk en dit is niet zomaar te kopiëren. Het perfecte plaatje is om te beginnen met een kleuterklas en vanaf groep 3 het individuele leren. Veel gezinnen worstelen echter met het geestelijk klimaat op de scholen waar hun kinderen nu naartoe gaan. De leraren zijn niet meer in staat om de invloed vanuit de wereld te stoppen in de klas. Ouders melden hun kinderen aan met verschillende leeftijden en denkniveaus. Leerlingen op havo/vwo-niveau passen zich makkelijker aan om les in het Engels te krijgen. Voor de meer praktische kinderen en zij op mavo-niveau is de Engelse taal vaak een hele uitdaging. Kinderen raken daardoor achterop en het kost een jaar om alles weer in te halen. De school moet ook niet afhankelijk blijven van de pioniers. De betrokkenheid van kerkelijke gemeenten is daarom essentieel.
Waarom kiezen de ouders voor deze school?
De meeste ouders kiezen voor deze school vanwege het geestelijke klimaat. Ze beseffen, dat er een strijd gaande is met als inzet het denken van hun kinderen. Opvoeding is per definitie een religieuze activiteit en daarom nooit neutraal. Waarden en normen moeten een kind bijgebracht worden.
Wereldbeeld ⇒
Seculiere, humanistische wereldvisie
Oorsprong
Schepping
Evolutie
Waarheid
Objectief
Subjectief
Ethiek
Universeel
Situationeel
Einddoel
Voor Christus
Nihilisme
Hoewel scholen zichzelf christelijk of ‘School met de Bijbel’ noemen, blijkt in de praktijk, dat het gedachtegoed van het humanisme in de school is doorgedrongen. Dit blijkt onder meer uit de acceptatie van de social media, de leerstof en de seksuele vorming. Het kind staat centraal waarbij de Bijbel voor het dagelijkse leven weinig relevantie heeft. Er zijn nog wel goede christelijke basisscholen in de omgeving, maar de meeste jongeren bezwijken onder de groepsdruk in het vo. Sinds kort zijn wij verplicht om de Europese waarden te onderwijzen waaronder gendergelijkheid. Vanwege de wetgeving op het gebied van bijzonder onderwijs kunnen wij in Nederland invulling geven zoals we dat doen.
Speerpunten zijn een individueel traject met karaktervorming en bijbels gecentreerd onderwijs
Onderwijs wordt op 5 dagen gegeven vanaf half negen tot drie uur. De laatste 1,5 uur zijn dan meer gericht op praktische onderwijsvormen. Ouders helpen dan ook. We gebruiken een systeem waarbij het kind niet kan blijven zitten, want het heeft een individueel leertraject. Een lesboekje wordt door de leerling doorgenomen, gevolgd door een toets. Als 80% van de stof beheerst wordt, mag het kind door, anders moet de stof opnieuw doorgenomen worden. Het is geen klassikaal systeem, maar een individuele leerweg die op eigen snelheid en op het eigen niveau kan worden gedaan. Er is ook geen Citosysteem.
De lesstof is niet alleen met een focus op academische, maar ook op karaktervorming. Elk jaar neemt een kind 60 tot 72 boekjes door. In elk boekje is een rode draad waarin één karaktertrek van de Heere Jezus centraal staat. We onderscheiden 60 karaktereigenschappen van Christus en elk jaar komen alle eigenschappen in de lesstof aan de orde. Op deze wijze wordt voor elk kind elk schooljaar Christus als karakterspiegel voorgehouden. We krijgen vaak complimenten dat onze kinderen netjes, vriendelijk en punctueel zijn.
Verder heeft elk lesboekje een Bijbeltekst die de kinderen uit het hoofd moeten leren. Bij de afsluiting van de lesstof wordt dit gecontroleerd. Kinderen hebben zo gedurende hun hele schooltijd meer dan 800 Bijbelteksten als zaadjes in hun hart geplant. Het Woord van God moet weer terug in onze maatschappij en hoe kan dat beter dan vanuit de harten van onze en Zijn kinderen.
Wat mij opvalt, is dat kinderen zich anders ontwikkelen. Ze zijn langer kind, mogen dat ook zijn, onwetend van de problemen van de volwassenwereld. Dit komt door godvrezend, media-arm onderwijs. Telefoons moeten tijden de schooltijd worden ingeleverd.
Wat is de relatie tussen de opvoeding thuis en de school?
Het antwoord lezen we met name in Deuteronomium 6 waarin ouders worden opgeroepen om de inzettingen en verordeningen van de HEERE te onderhouden en te leren (in te prenten) aan hun kinderen en kleinkinderen. Thuis en onderweg staat er letterlijk. Ouders zijn dus in eerste instantie verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Wij zien de school als platform die ouders ondersteunen bij de opvoeding. Wij hebben een dienende taak als school. Ouders zijn niet alleen medeverantwoordelijk voor de financiën, maar moeten ook drie uur per week bijdragen aan het onderwijs/de school. Ouders hebben daarom bij aanmelding een sollicitatiegesprek waarbij gekeken wordt naar hun talenten en hun agenda. Ze helpen mee in de pauze, in het learning centre, bij muziekles, geven bij- en gastlessen etc. Er zijn schoonmaakdagen, klusgroepen en een ouderadviesgroep die het bestuur raad geeft. Deelname is in principe verplicht.
Wat zijn de kosten van privéonderwijs?
Dit onderwijs kost tussen de €300 – €400 per kind per maand. Er zijn privéscholen in Nederland die een veelvoud daarvan vragen. Wij proberen door de inzet van ouders de kosten zo laag mogelijk te houden en houden ook rekening met het aantal kinderen dat ze op school hebben (plafond) en hun draagkracht. Er worden ook giften gegeven. Wij vinden dat deze wijze van onderwijs voor iedereen beschikbaar moet zijn.
Welke scholen staan open voor vervolgstudies?
Behalve voor het vak Nederlands valt The Foundation niet onder de Nederlandse onderwijsinspectie. De school is aangesloten bij de Britse organisatie CEE (Christian Education Europe), en staat onder toezicht van ICCE (International Certificate of Christian Education). Vervolgstudies staan open op basis van dit certificaat, dat dus door het ministerie is geaccrediteerd. Uitstromen op basis van een certificaat ‘Vocational’ (beroepsopleiding) of ‘General’ (algemeen) geeft toegang tot het mbo. Het certificaat ‘Intermediate’ is voor het hbo en ‘Advanced’ geeft toegang tot de universiteit. Omdat deze vorm van onderwijs en certificering niet zo bekend is in Nederland, kan het zijn dat een school of universiteit om een toelatingsexamen vraagt. Dat is hetzelfde voor buitenlandse leerlingen en studenten die in Nederland komen studeren.
Conclusie en oproep
Mijn eigen conclusie na dit bezoek is, dat het mogelijk is om werkelijk een school met de Bijbel te zijn waar Christus centraal staat in het onderwijsprogramma. Ouders kunnen het niet uitbesteden aan de scholen of de overheid. Het doet mij denken aan een avond over identiteitsbezinning op een christelijke school voor voortgezet onderwijs. De focus was aanvankelijk op uiterlijkheden, totdat Handelingen 17:28 werd aangehaald: ‘Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij’(HSV). Dat is de identiteit van christelijk onderwijs. Edward heeft nog een laatste hartenkreet voor voorgangers en gemeenteleiders om met elkaar in gesprek te gaan over visievorming voor opvoeding en scholing. Ik onderschrijf dat. Dit is een zaak die uitermate urgent is voor het voortbestaan van onze eigen kinderen en daarmee de toekomst van het christelijk getuigenis in Nederland.
i https://www.thefoundation.nl/nl/ De naam van de school verwijst naar 1 Korinthe 3:11. Jezus Christus is hét Fundament
ii Onze inspectie is Christian Education Europe. Er zijn wereldwijd 7500 scholen met 1.100.000 kinderen (incl. homescholing) die dit curriculum dat in de V.S. ontwikkeld is, gebruiken.
Swawek van der Meer
Geen gevloek in een kinderboek
De Bond tegen het vloeken bekijkt ieder jaar het taalgebruik in kinderboeken. Eerst volgt een citaat uit de inleiding.
“De Bond tegen vloeken voert jaarlijks een Kinderboekenonderzoek uit. Bij dit onderzoek wordt gekeken naar de mate waarin grove taal gebezigd wordt. Een lezersjury noteert alle woorden die als grof en onbeschaafd bestempeld kunnen worden. Dat onderzoek is een puur kwantitatief onderzoek en heeft als zodanig een signaalfunctie. Rond de Kinderboekenweek brengt de Bond tegen vloeken verslag uit. De pers wordt ervan op de hoogte gesteld. De Bond wil met dit onderzoek aandacht vragen voor goed en respectvol taalgebruik in kinderboeken. Vloeken, scheldwoorden en andere grove taal passen volgens de Bond niet in een kinderboek. Lezen is voor de ontwikkeling van kinderen belangrijk. Het geeft ontspanning en plezier. Maar boeken zijn ook leerzaam en hebben tevens een opvoedkundige waarde. Kinderen volgen voorbeelden gemakkelijk na. Het is belangrijk dat zij in aanraking komen met respectvol taalgebruik. De Bond tegen vloeken wil geen literair oordeel geven over de kwaliteit van de kinderboeken. De deskundigheid van de Griffeljury en Kinderjury willen we dan ook niet in twijfel trekken. Wel kan het onderzoek dat de Bond tegen vloeken jaarlijks uitvoert, wellicht functioneren als een eye-opener. We zouden graag zien dat de genoemde jury’s bij hun oordeel ook rekening houden met de mate waarin grof taalgebruik voorkomt in het kinderboek. Veel grove taal zou dan niet in het voordeel van een boek moeten pleiten.
Welke boeken zijn onderzocht?
Het is onmogelijk om de aandacht te richten op alle kinderboeken die verschijnen of eerder verschenen zijn. Daarom richt het onderzoek zich op een aantal bekroonde boeken, zoals de boeken die van de Griffeljury (CPNB) een Zilveren Griffel of een Vlag en Wimpel hebben ontvangen. Daarnaast zijn enkele boeken beoordeeld die een nominatie van de Kinderjury hebben gekregen.”
In het overzichtelijke juryrapport komen achtereenvolgens aan de orde: de beoordeelde boeken, uitslagen van dat onderzoek, grafieken waarin het woordgebruik wordt verduidelijkt, conclusies, percentages grove taal in kinderboeken in de afgelopen 7 jaar en tenslotte vier bijlagen waarin het woordgebruik in 26 boeken wordt weergegeven. Bijlage 2 toont welke grove woorden in kinderboeken voorkomen.
Tenslotte wordt bijlage 1 overgenomen.
Boeken zonder grove taal (14 boeken)
trommeltje in het gras
Edward van de Vendel
Em. Querido’s
Uitgeverij
Tot 6 jaar
Zilveren Griffel
2
Tjibbe Veldkamp
Uitgeverij Lemniscaat
Tot 6 jaar
Zilveren Griffel
3
Jowi Schmitz
Uitgeverij Hoogland & Van
Klaveren
6 tot 9 jaar
Zilveren Griffel
4
Catharina Valckx
Em. Querido’s Uitgeverij
6 tot 9 jaar
Zilveren Griffel
5
Pieter Koolwijk
Uitgeverij Lemniscaat
9 tot 12 jaar
Zilveren Griffel
6
Lucy Strange
Uitgeverij Gottmer
9 tot 12 jaar
Zilveren Griffel
9
Tjibbe Veldkamp
Em. Querido’s
Uitgeverij
Tot 6 jaar
Vlag en Wimpel
10
paarse djellaba’s
Lisa Boersen & Hasna Elbaamrani
Uitgeverij Gottmer
Tot 6 jaar
Vlag en Wimpel
11
Stephanie Parsley Ledyard
Uitgeverij Gottmer
Tot 6 jaar
Vlag en Wimpel
13
Øyvind Torseter
Uitgeverij De Harmonie
6 tot 9 jaar
Vlag en Wimpel
14
Robert van Dijk
Uitgeverij Gottmer
6 tot 9 jaar
Vlag en Wimpel
17
Selma Noort
Uitgeverij Leopold
9 tot 12 jaar
Vlag en Wimpel
22
wildernis
Dav Pilkey
Uitgeverij Condor
Tot 10 jaar
Nominatie Kinderjury
23
Hanneke de Zoete
Uitgeverij Kosmos
Tot 10 jaar
Winnaar Kinderjury
Waardering
Alle lof voor de Bond die dergelijke onderzoeken al jaren doet. Ouders die bij de opvoeding rekening houden met het taalgebruik, kunnen hun kind (eren) op grond van dit werk van de Bond een verantwoord boek aanreiken. Het rapport is te lezen op www.bondtegenvloeken.nl/kenniscentrum-taal/kinderliteratuur.
Bijbelse adviezen in het digitale tijdperk
Een suggestie voor jeugdkringen/gespreksgroepen
Mobiele telefoon
De smartphone kan de ‘wereld’ het leven van de mensen laten binnendringen. Via het internet maakt de smartphone het mogelijk om met slechts een tik verbinding te krijgen met morele gevaren en valse leerstellingen, of misleid te worden in een digitaal delict. Er komen steeds meer nieuwe mogelijkheden.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Efeze 5:15; 1 Petrus 5:8; 1Johannes 2:15-17; Rom. 2:1, 2?
Pornografie
Pornografie is oververtegenwoordigd op internet. Veel van de zoekopdrachten op internet gaan over pornografie.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Mattheüs 5:28; Job 31:1; Spreuken 6:23-28?
Popmuziek
Populaire muziek kan nauw verbonden zijn met onwettige seks. Popmuziek en rap kunnen je hart stelen voor de wereld.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
2Korinthe 6:17,18; Romeinen 13:14?
Video games
Videogames kunnen verslavend werken en zijn geweldige tijdverspillers. Veel van de games zijn occult en gewelddadig.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Efeziërs 5:15-17; Spr. 6:9-11; Romeinen 13:13,14?
Sexting
Het verzenden van sexy foto’s via sms is populair. Veel jonge mensen beschouwen sexting als louter amusement.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Job 31:1; Spreuken 6:25; Mattheüs 5:28?
Twitter, facebook, enz.
De snelle spontane reacties en gebruik van onbeleefd taalgebruik veroorzaken polarisatie in de samenleving.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Spreuken 12:18,19; Psalm 34:14,15; Spreuken 25:11; Mattheüs 7:1; Lucas 6:37?
TikTok
TikTok toont gebruikers een video over het gehele scherm en uitdagingen die levensgevaarlijk kunnen zijn. Op de achtergrond maakt de technologie gebruik van kunstmatige intelligentie om gebruikers aanbevelingen te doen.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:2Korinthe 5:10; Prediker 12:14; Psalm 139:23,24?
Instagram
De mobiele app om digitale foto’s en video’s uit te wisselen kan, door het geïdealiseerde beeld dat anderen tonen, het beoordelingsvermogen en het zelfbeeld beïnvloeden.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
1Korinthe 4:5; 1Korinthe 6:19; Psalm 139:1,2?
Phishing
Phishing is het gebruik van e-mails die proberen gebruikers te laten klikken op schadelijke koppelingen of bijlagen.
●Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Psalm 119:37; Galaten 5:16?
Gedigitaliseerde criminaliteit
Criminelen ronselen jongeren met een verhaal dat ze gemakkelijk geld kunnen verdienen.
● Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
1Timotheüs 6:10; Spreuken 15:16?
Deep fake
Dit zijn met software bewerkte nepvideo’s of spraakberichten, die bijna niet van echt te onderscheiden zijn. Hierdoor lijkt het alsof iemand zegt of doet, terwijl dat niet zo is.
● Welke Bijbelse adviezen kunnen we leren uit de volgende teksten:
Psalm 119:37; Mattheüs 10:16; Mattheüs 24:4?
dr. W. Hoek
N.a.v.het artikel op wayoflife.org ‘The discipling church – the church that will stand until Jesus comes’ is bovenstaand overzicht ontstaan.
Waar is het Bijbels gezag in de christelijke school?
Het grote probleem van onze tijdInleiding
In 1994 begon ik, 22 jaar jong, als leerkracht basisonderwijs in het kleine en mooie plaatsje Linschoten. Nadat ik in 1993 tot geloof was gekomen, zag ik in dit werk een prachtige mogelijkheid om de kinderen het evangelie bekend te maken. De school waar ik in groep vijf begon, was nog ouderwets een ‘School met de Bijbel’. In mijn naïviteit dacht ik op een echte christelijke school aan de slag te gaan. Maar al snel merkte ik, dat er een heftige interne geestelijke strijd gaande was. Iedere keer als ik sprak over de Heere Jezus kwam er tegenstand van de kant van sommige collega’s. Dagopeningen werden door hen gedaan uit een christelijk boekje met mooie humanitaire gedachten, maar als ik op zulke momenten uit de Bijbel voorlas, was de spanning voelbaar. Uiteindelijk werden de dagopeningen afgelast. Eén van mijn collega’s was duidelijk meer thuis in Oosterse zienswijzen dan in het Woord van God, terwijl anderen enkel vanuit traditie het christendom inkleurden met als gevolg dat de spanningen langzaam opliepen. Gelukkig waren er een paar collega’s die met mij meestreden. Bij sommige ouders thuis kon ik open spreken over de Heere Jezus en de Bijbel, we startten een gebedsgroepje, maar op school was het iedere dag een gevecht. Ik werd als ‘radicaal’ gezien. Het was voor mij een ‘School tegen de Bijbel’, erger nog dan een ‘School zonder Bijbel’. Is er nog toekomst voor een school ‘met’, of ‘vanuit’ de Bijbel? En wat is er eigenlijk mis met onszelf?
Strijd tussen licht en duisternis
We zijn inmiddels bijna dertig jaar verder. Sinds 2006 ben ik niet meer werkzaam in het onderwijs, maar maak ik nog wel deel uit van een kleine gebedsgroep op de basisschool van onze dochter van acht. We bidden iedere twee weken. Via mijn broer die werkt in het vo, blijf ik aardig op de hoogte. Veel is er sindsdien veranderd, maar ook veel niet. De strijd tussen het licht en de duisternis zal blijven, totdat Hij komt die ‘de zon der gerechtigheid’ wordt genoemd in Maleachi 4:2. We zien vandaag, in tegenstelling tot in ‘mijn tijd’, dat meer dan ooit, dat scholen worden gebruikt om het gedachtegoed van overkoepelende organisaties zoals de EU, de WHO en de Verenigde Naties aan kinderen op te leggen. Vandaag nog kreeg ik in een mail aangekondigd, dat bijna alle scholen in Harderwijk mee gaan doen met het project ‘Kinderen voor Duurzaamheid’ waarbij het klimaat het grote thema is. Inmiddels lopen kinderen vanaf groep 6 met mondmaskers op door de school van onze dochter en de dozen met zelftests liggen hoog opgestapeld in de gang. In de leesmethode worden delen uit ‘griezelboeken’ opgenomen, want ook dat ‘moet kunnen’.
De doelen van de Verenigde Naties
De 193 lidstaten van de Verenigde Naties hebben zeventien doelen opgesteld voor hun ontwikkelingsagenda van 2015-2030. Het is de zoveelste vruchteloze poging van de mens om dat te doen wat alleen Christus kan: gerechtigheid en vrede brengen. Het vijfde doel van de VN is de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. De genderneutraliteit is al jaren aan een enorme opmars bezig en via diverse bronnen hoor ik, dat de seksuele verwarring onder jongeren sinds delockdowns alleen maar fors is toegenomen. Ook deze gedachten worden via scholen verspreid. Er hangen op sommige scholen regenboogvlaggen en er worden ‘paarse-truiendagen’ georganiseerd op het vo. De Tweede Kamer wil boetes en gevangenisstraffen voor ‘homo-genezingstherapieën’ en het zal niet lang meer duren, voordat men in openbare gebouwen zich niet meer mag uitspreken vóór het huwelijk zoals God dat bedoeld heeft. Toen ik laatst een informatieavond bezocht van de GGD over seksuele opvoeding van kinderen op de basisschool, rezen de haren me te berge. Er werd ouders geadviseerd tieners maar te laten experimenteren om zo te ontdekken ‘wat het beste bij ze past’. Met kleuters moesten de leerkrachten ‘het gesprek’ al aan durven gaan. Op een gereformeerde basisschool van bevriende gelovigen kon de directie niet anders dan een homoseksuele leerkracht voor groep 8 aannemen, want hem weigeren zou discriminatie betekenen en dat is nu eenmaal bij wet niet toegestaan.
Vereisten voor leerkrachten
Wat te doen in deze neerwaartse spiraal aan invloeden die onze jeugd overspoelen? Kan de christelijke school nog wel genoeg tegengeluid bieden? Ik ben daar persoonlijk niet al te optimistisch over wat de scholen betreft. In de eerste plaats hangt het uiteraard van de leerkracht af. Een opnieuw geboren leerkracht die de Heilige Geest inwonend heeft, is een vereiste. Maar daarbij is het ook zeer wenselijk, dat hij/zij op de hoogte is van ‘de gezonde leer’. Dat voorkomt, dat men kinderen uitsluitend ziet als ‘uniek’, en ‘geliefd door God’, maar juist ook als nakomelingen van Adam die bekering nodig hebben. Kinderen zullen op van nature ook ingaan tegen de gezonde leer (zie 1Timotheüs 1:10). Een leerkracht die hen benadert als behorend tot ‘de natuurlijke mens’ (1Korinthiërs 2:14) heeft het juiste onderscheidingsvermogen. De lessen zullen vanuit de liefde van God tot doel hebben, dat kinderen begrijpen, dat God een keuze van hen vraagt, uiteraard uitgelegd op hun niveau. Waar vinden we nog dergelijke leerkrachten, als we tegelijk zien dat in kerken en gemeentes deze gezonde leer steeds meer wordt losgelaten en ook daar de mens steeds meer gestreeld wordt (zie 2Timotheüs 4:3) in plaats van vermaand en opgebouwd in Hem? In de meest recente nieuwsbrief van de school van onze dochter stond een ‘liefdesbrief’ van God afgedrukt met o.a. ‘Je bent prachtig’ en ‘Ik houd net zo van jou als van Mijn Zoon Jezus Christus’. De nadruk is volkomen komen te liggen op hoe bijzonder God ons wel niet vindt, waarbij het oordeel dat over de natuurlijke mens ligt, wordt weggelaten. Bovendien is Gods liefde er voor de gemeente, die is vereenzelvigd met zijn Zoon. Vooral bij oudere kinderen is het nuttig om, uiteraard in goede bewoordingen dit allemaal wel te benoemen. Het is immers het evangelie! Bovendien is de Heilige Geest de ‘weerhouder’ van dé wetteloze (zie 2Thessalonicenzen 2:6-7) en diezelfde Heilige Geest is de ‘Geest van de waarheid’ (Johannes 16:13). Het Woord van God is de waarheid.
De sleutelrol van ouders
Ditzelfde wordt uiteraard ook van ouders vereist. Geloofsopvoeding is in eerste instantie een taak van ouders en niet van de school. Daarom vervullen zij een sleutelrol in de geestelijke ontwikkeling van kinderen. Maar ook ouders behoren dit te doen vanuit de waarheid en dus vanuit de Geest van de waarheid. De waarheid van het evangelie is heel kort samengevat:
1. Alle mensen zijn verloren en dood voor God, wie ze ook zijn.
2. Christus is gekomen om hen te verzoenen met God door het kruis
3. Ieder die gelooft is verlost, vergeven en levend gemaakt voor God
4. Ieder die gelooft, is onderdeel van het lichaam van Christus, volmaakt met Hem vereenzelvigd voor God.
5. Christus in de hemel is nu het leven voor hen door de Heilige Geest
6. Het Woord van God, met name de leer van de apostelen, is hun leidraad.
7. God zal de wereld oordelen, voordat de eeuwige zegen komt.
In dit besef behoren we onze kinderen op te voeden, opdat ze ook aan ons kunnen zien dat Christus ons leven is. En dat is al lastig genoeg in een wereld waarin de ‘verborgenheid van de wetteloosheid’ (2Thessalonicenzen 2:7) al werkzaam is. Ouders en leerkrachten met dit verlangen horen dan ook elkaar op te zoeken en elkaar in deze dingen te bemoedigen. Zo zal er, in deze dagen van de ‘kleine dingen’ (Zacharia 4:10), met ‘kleine kracht’ (Openbaring 3:8) een ‘geopende deur’ zijn in vele jonge kinderlevens. Maar zoals gezegd is mijn zorg vooral het gebrek aan kennis onder de ouders die nog wel waarde hechten aan het gezag van de Bijbel.
Het gebrek aan kennis
Paulus had het niet nagelaten om de Efeziërs te verkondigen en te leren zowel in de huizen als in het openbaar dat ‘wat nuttig’ (Handelingen 20:20) was. Dit is de gezonde leer, de geopenbaarde waarheid over het christelijke geloof, de heerlijkheden van God in het aangezicht van Christus. Zoals onder het oude verbond God moest erkennen, dat zijn volk Israël verloren ging door het gebrek aan kennis (Hosea 4:6), zo is dit onder de zegeningen van het nieuwe verbond niet anders. Paulus schrijft al, dat zij het oor van de waarheid zullen afkeren en zich tot de fabels zullen wenden (2Timotheüs 4:4). De waarheid wordt steeds minder verkondigd en dus ook steeds minder gekend. Dát is de ware oorzaak van alle achteruitgang in de christelijke scholen. Het is niet de schuld van de wereld, niet van de besturen en directies, maar het is ónze eigen schuld. Wij hebben als gemeente van God de waarheid ingeruild voor ‘fabels’, voor een evangelie van een ‘fijn’ gevoel, zonder kruis voor de oude mens. Hadden wij dit ‘evangelie van de genade van God’ (Handelingen 20:24) vastgehouden, dan had de invloed van de wereld niet kunnen binnendringen in gemeentes, in de gezinnen en in de scholen. De Heere Jezus roept de gemeente in Filadelfia op: Houd wat u hebt, opdat niemand uw kroon neemt (Openbaring 3:11). We hebben het niet vastgehouden. We hebben ons laten beïnvloeden door de wereld, doordat we in slaap zijn gevallen (zie Mattheüs 13:25).
‘Maar jij’
Ik ben ervan overtuigd, dat het in deze laatste dagen aankomt op individuele verantwoordelijkheid. De tijd van gemeenten die een licht voor de omgeving zijn, is voorbij. Ditzelfde geldt voor scholen. Het zijn de individuele gelovigen binnen de gemeenten (ouders) en de scholen (leerkrachten) waar het nu op aankomt. Paulus schrijft daarom in zijn laatste brief, waar hij dit verval nauwkeurig beschrijft, driemaal: Maar jij (2Timotheüs 3:10, 14; 4:5). Timotheüs had persoonlijk nauwkeurig de leer en het leven van Paulus nagevolgd (vers 10). Dit vereiste van hem grondige studie van de leer van Paulus. Zo behoren wij ons ook veelvuldig te verdiepen in Gods Woord. Zo krijgen we zicht op de gezonde leer en alles wat daarbij past. Hij moest persoonlijk ervoor zorgen te blijven bij wat hem geleerd was (vers 14). Wij moeten ervoor waken de gezonde leer niet op te geven en in te ruilen voor dat wat het gehoor streelt. Hij moest ook persoonlijk ‘nuchter’ zijn in alles en het lijden aanvaarden, dat nu eenmaal het deel is van ieder die in de ‘christelijke’ massa pal staat voor de gezonde leer (2Timotheüs 4:5). Durven we als ouders nog uit te komen voor de waarheid? Durven we nog zaken die niet naar Gods wil zijn aan de kaak te stellen bij de directie? Zijn we bereid daar een stukje lijden in mee te nemen als we daardoor alleen komen te staan? Ons gebedsgroepje telt vier ouders. Het is de dag van de kleine dingen. Maar we verachten dit niet. We gaan door. U ook?
Dirk-Jan Jansen
Lectio Divina