“Het teken van demonische muziek is niet de woorden, maar de muziek zelf.”
Rock muziek, in al zijn vormen, wordt de laatste tijd steeds meer algemeen aanvaard, ook in de christelijke eredienst. Het debat daarover, lijkt voor velen misschien beslecht, maar het nieuwste boek van David Cloud, ‘The God of End-Times Mysticism’ (De god van het mysticisme van de eindtijd), bepaalt ons op indringende wijze met de werkelijke achtergronden en het doel van deze muziek. We lezen directe aanhalingen van diverse musici, die ernstig tot nadenken stemmen. Het hele gedachtegoed staat haaks op wat de Bijbel ons leert en is buitengewoon misleidend en gevaarlijk. Het volgende is een samen-vatting met diverse directe aanhalingen.
De meest effectieve vorm van mysticisme
(Cloud) Ik geloof dat rock & roll de meest effectieve vorm van mysticisme is in onze samen-leving. Het is niet verwonderlijk dat rock & roll door de huidige christenheid is binnenge-haald, want het heeft de kracht die men tegenwoordig zoekt, de kracht om sterke emoties te creëren. Het heeft letterlijk de kracht om de controle over te nemen en je in de wereld van de geesten te brengen. Rock & rollers hebben hun muziek al heel lang beschreven in sterke spiri-tuele en religieuze termen, maar met ‘geestelijke bezieling’ in de volgende aanhalingen wordt niet de Heilige Geest bedoeld. Het spreekt over ‘de god van deze wereld’ die zich voordoet als een engel van het licht (2 Cor 4: 4; 11: 14).
Wat zeggen de musici zelf?
Rockhistoricus Michael Moynihan zegt: “In spirituele termen is deze muziek een magisch instrument, een middel om te communiceren met de goden” (Lords of Chaos: The Bloody Rise of the Satanic Metal Underground, p. 1).
Craig Chaquico van de Jefferson Airplane zegt:
“Rockconcerten zijn de kerken van vandaag, muziek brengt de mensen in een geestelijke wereld; alle muziek is god” (Dan and Steve Peters, Why Knock Rock? p. 96).
Jimi Hendrix begreep de kracht van rock & roll als mysticisme:
“Rockmuziek is meer dan muziek, het is als een kerk” (Jimi Hendrix, The Dick Cavett Show, July 21, 1969). “We maken de muziek zo, dat het elektronische kerkmuziek is, een nieuwe bijbel, die je in je hart kunt dragen.”
“De muziek is in zichzelf spiritueel.” (Jimi Hendrix, interview with Robin Richman “An Infinity of Jimis,” Life magazine, Oct. 3, 1969).
“De sfeer gaat komen door de muziek en omdat de muziek spiritueel is in zichzelf, hypnotiseer je mensen, zodat ze direct teruggaan naar hun natuurlijke staat, het idee is om de juiste vorm en proporties te kiezen, dan is het alsof de mensen voelen dat ze naar een andere wereld gaan, een meer heldere wereld. De muziek vloeit vanuit de lucht, daarom treed ik in contact met een geest (zie: Efeze 6; SW) en als de mensen neerkomen, vanuit deze natuurlijke hoogte, zien ze helderder” (Jimmy Hendrix, rock star, Life, Oct. 3, 1969, p. 74).
Bruce Springsteen opende zijn rockconcerten met de woorden: “Welkom bij de eerste kerk van de rock, broeders en zusters.” Hij getuigde dat hij dood was, totdat rock & roll zijn leven veranderde.
USA Today beschreef een Springsteen-concert met de volgende woorden: “Hier wordt een fantastische muzikale ‘chemistry’ ervaren, Springsteen en zijn E Streeters veranderen de Meadowlands’ Continental Airlines Arena (in East Rutherford, New Jersey) in een rauwe opwekkingstent met thema ‘s als: verlossing, redding en opstanding door rock ‘n roll gedu-rende de vier uur durende show (USA Today, July 19, 1999, p. 9D).
Robbie Kreiger, guitarist voor The Doors zei: “De leden van de muziekgroep of ’band’ zijn opwekkers tot nieuw godsdienstig leven en zullen het publiek een religieuze ervaring doen ondergaan.” (Break on Through: The Life and Death of Jim Morrison, p. 190).
Judy Mowatt, een van Bob Marleys ‘back up’ zangers zei: “Op de tournee waren de shows als een kerkdienst, Bob gaf de preek. Er waren gemengde emotionele reacties bij het publiek, je zag mensen letterlijk huilen, helemaal waanzinnig worden in een religieuze/spirituele trip (‘high’). Er was een kracht die je daar naar toe trok, het was een ‘gereinigd’ gevoel…maanden – en soms jarenlang blijft het bij je” (Sean Dolan, Bob Marley, p. 95).
‘Grateful Dead’- concerten zijn beschreven als: ‘een plaats van aanbidding’, de band was de hogepriester, het publiek de gemeente/kerkleden, de ‘songs’ de liturgie en het dansen het ge-bed” (Gary Greenberg, Not Fade Away: The Online World Remembers Jerry Garcia, p. 42).
Een muziekkritikus beschreef de concerten van de Backstreet Boys als ‘worship’ (aanbidding) (Express Writer, August 16, 1998).
Jim Morrison van The Doors zei, “Ik voel me geestelijk als ik optreed” (Newsweek, Nov. 6, 1967, p. 101).
Michael Jackson zei: “Bij veel gelegenheden, als ik dans, voel ik me aangeraakt door iets heiligs. Tijdens zulke momenten voelde ik mijn geest uit mijn lichaam stijgen en één worden met alles wat bestaat” (Steve Turner, Hungry for Heaven, p. 12).
George Harrison zei: “Door de muziek bereik je de geestelijke wereld, muziek is zeer betrokken in het spirituele, het geestelijke, zoals we weten van de Hare Krishna mantra” (Turner, p. 71).
Sting, van de rockband Police, zei: “De pure essentie van muziek is zeer spiritueel” (Musician, Feb. 1987, p. 41). Hij zegt: “Mijn religie zou muziek zijn en ik heb zojuist mijn eerste sacrament ontvangen” (Hij had net de Beatles gehoord, toen hij 11 jaar was). (USA Today, Jan. 27, 1984, p. 2D).
Rock My Religion (Rock mijn religie) is een documentaire door Dan Graham, dat de aard van rock & roll als religie beschrijft voor miljoenen mensen.
Aldous Huxley, drugs, occultisme en Oosterse godsdiensten
Een ander element van het mysticisme van rock & roll is het wijdverbreide gebruik van drugs.
In dit verband is het interessant om te kijken wat Aldous Huxley (1874-1963) hiervan zei. Huxley was een in Engeland geboren mysticus, die geloofde dat hij door het gebruik van drugs/hallucinerende middelen ‘verlicht’ werd. Als jonge man zweerde hij het dogmatisch geloof volledig af (Anne Bancroft, Twentieth-Century Mystics and Sages, p. 8). Hij ging van het ene mystieke pad naar het andere “als een sprinkhaan”. Hij studeerde hypnose, psychische verschijnselen, meditatie, automatisch schrift (schrijvend medium) en andere zaken, maar hij was in het bijzonder aangetrokken tot het hindoeïsme en het boeddhisme. In 1925 bezocht hij Indië. Hij kende J. Krishnamurti en Swami Prabhavananda.
In de dertiger jaren van de vorige eeuw, terwijl hij vedantische hindoeïsme studeerde onder de leiding van Gerald Heard, de grondlegger van het Trabusco College in California, schreef Huxley The Perennial philosophy (De eeuwige, universele filosofie). Hierin bespreekt hij de leringen/dogma ‘s van verschillende mystieke meesters en beschrijft hij zijn religieuze stand-punten. Huxley beweert, dat ze gebaseerd zijn “op directe ervaringen”, een mystieke benade-ring dus. Maar het was in 1952 dat Huxley zei, dat hij eindelijk de werkelijke, volledige en echte verlichting had ontvangen/ondergaan. Dat was door het gebruik van mescaline (een drug). Hij zei dat deze ervaring “de deur naar begrijpen had gereinigd.” Hij bleef drugs ge-bruiken, inclusief LSD, tot het einde van zijn leven. Op zijn sterfbed gaf zijn vrouw hem LSD en zat ze naast hem, terwijl ze hem voorlas uit het extreem occulte Tibetaanse dodenboek.
In zijn boeken: The Doors of Perception and Heaven and Hell (De deuren van de waarneming en Hemel en Hel) beschrijft Huxley zijn drugexperimenten in termen van spirituele verlichting. Hij dacht dat het brein werkte als een filter of als “een reduceerventiel” dat niet gemakkelijk verbinding kon maken met de “brede, alles omvattende menselijke geest.” Door drugs, yoga en ascetische oefeningen zou de filterende functie van het brein verzwakt worden, zodat je kunt ‘intappen’ in de waarheid.”
Huxleys invloed op de rock & roll muziek
Huxley heeft een grote invloed gehad op de rock & roll muziek en op de moderne wereld, in het algemeen. De rockgroep van de zestiger jaren, The Doors, had de naam voor de groep gekozen n.a.v. de theorieën van Huxley. Ook zij gebruikten muziek en drugs als een deur naar ‘de andere ‘kant’, om naar de (occulte) wereld, de wereld van de geesten door te breken. De leidende zanger van hun groep, Jim Morrison werd beschreven als een ‘electric’ shamaan. Eén van z ‘n groepsleden zei: “Als de Siberische sjamaan zich klaar maakt om in trance te gaan, komen alle dorpsbewoners bij elkaar en spelen, met wat voor instrumenten ze ook hebben, om hem ‘uit te zenden’. Met The Doors ging het op dezelfde manier, als we optraden. Ik denk dat ons gebruik van drugs ons sneller daarin leidde (in de trance – ‘state’/ervaring)” (The Doors keyboardist Ray Manzarek, cited by Jerry Hopkins and Daniel Sugerman, No One Here Gets out Alive, pp. 158-60).
Rock & roll is vanaf het begin geassocieerd geweest met eindtijd-misleiding. Niet inzien dat satan achter de moderne popmuziek-rage zit, is hetzelfde als het afwijzen van het duidelijke onderwijs van de Bijbel dat satan de god van deze wereld is (2 Cor 4: 4) en de “geest die nu werkt in de kinderen van de ongehoorzaamheid” (Ef 2:2) en de kracht achter “het geheimenis van de wetteloosheid is, die werkt in de wereld (2 Thess 2:6-10).
David Cloud
VERSTRIKT
‘Verstrikt – nieuw wetenschappelijk onderzoek over de gevolgen van vrije seks voor onze kinderen’
door dr. Joe S.McIlhaney en dr. Freda McKissic Bush
Uitg. Bijbel & Onderwijs, distr. Novapres, 176 pagina’s, € 14,90, zie webshop
Wat heeft anderhalve kilo hersenen te maken met iemands seksleven? Heel veel eigenlijk. Doorbraken op het gebied van de neurowetenschappen leggen de impact uit die seks op de zich ontwikkelende hersenen van adolescenten en jongvolwassenen heeft. Uit een enorme hoeveelheid wetenschappelijke data toont dit boek eenvoudigweg aan dat
– het brein door seksuele activiteit chemische stoffen aanmaakt, die partners emotioneel met elkaar verbindt.
– het verbreken van deze verbinding depressie veroorzaakt en het moeilijker maakt om zich in de toekomst met iemand anders te verbinden.
– de chemische stoffen die tijdens seks in de hersenen vrijkomen, verslavend kunnen zijn.
– de hersenen pas volledig volgroeid zijn op de leeftijd van 25 jaar.
Ouders en hulpverleners hebben nu de feiten om jongeren af te houden van fouten die hun leven kunnen veranderen en om hen zo te leiden dat ze hun gaven en talenten ten volle kunnen ontplooien.
Quote uit het boek van één van de jongeren die aan de onderzoeken meewerkte:
“Ik had geen idee dat seks in mijn tienerjaren de rest van mijn leven kon beïnvloeden.”
Inhoud
Woord vooraf bij de Nederlandse uitgave
Introductie
1 Laten we het over seks hebben
2 Maak kennis met de hersenen
3 Zich ontwikkelende hersenen en seks
4 Bagage uit het verleden
5 Langetermijndenken
6 Het streven naar geluk
7 Laatste overwegingen
Dankbetuiging
Noten
Index
Over de auteurs
Over The Medical Institute
VOORSTELLING ALS FEIT
Indoctrinatie in het biologieonderwijs
Worden wij eerlijk voorgelicht over wetenschap in publicaties en schoolboeken?
Wetenschap is in onze cultuur alomtegenwoordig. Velen hebben hoge verwachtingen van wetenschap. Vaak terecht. Wat hebben we al niet uitgevonden en hoeveel zaken die het leven aangenamer en gezonder maken zijn met behulp ervan niet ontwikkeld! Het is geen wonder dat wetenschap een groot krediet heeft in onze cultuur. Helaas gaat daarmee gepaard een tamelijk onkritisch aannemen van alles wat ons als ‘wetenschap’ wordt opgedist.
Wetenschap niet neutraal, maar gestuurd door vooronderstellingen
Wetenschap heeft vaak de pretentie, alles te kunnen verklaren. Maar wetenschap kan zich per definitie alleen maar bezighouden met alles wat waarneembaar is, wat geteld, gemeten en gewogen kan worden. En wanneer het gaat over de historische ontwikkeling van alles wat we thans waarnemen, wordt het al wat minder zeker. Dan gaat sterk meetellen wat we – vaak onbewust – als wereldbeeld, als vooronderstelling aannemen. De vroegere Harvard wetenschapper prof. Stephen J. Gould zei het zo: “Wetenschap is geen objectieve, op waarheid gerichte machine, maar een wezenlijk menselijke activiteit, die beïnvloed wordt door hartstochten, verwachtingen en culturele vooroordelen. Culturele denktradities hebben een sterke invloed op wetenschappelijke theorieën, geven vaak richting aan speculatiemethoden, vooral wanneer er vrijwel geen gegevens zijn om hetzij de verbeelding, hetzij de vooringenomenheid te beteugelen”.
Vooronderstellingen vaak als ‘bewezen’ verondersteld
Helaas wordt zijn waarschuwing kamerbreed in de wind geslagen. Vaak worden in artikelen, maar ook in leerboeken voor school, allerlei nog te bewijzen vooronderstellingen als feit binnen een redenering gebruikt. Er bestaat een moeilijk bedwingbare neiging om dat, wat men als vooropgesteld wereldbeeld heeft, als feit naar voren te brengen. De microbioloog Michael Denton noemde dat in zijn boek ‘Evolution, a theory in crisis’: The priority of the paradigm, oftewel: de vooronderstellingen krijgen voorrang boven de waarnemingen.
Maar ook de hierboven genoemde prof. Gould viel, ondanks zijn heldere opmerkingen, in deze valkuil. Hij had vastgesteld dat de paleontologie (fossielkunde) helaas geen bijdrage levert ter ondersteuning van de (macro-)evolutietheorie. Een groot stuk bewijs voor deze theorie wordt ontleend aan de veronderstelling dat er talloze fossiele tussenorganismen zijn gevonden tussen de diverse soortgroepen. Maar, zegt Gould, ze bestaan niet. Dus valt een van de belangrijkste bewijsgronden voor de evolutietheorie weg. Punt. Concludeert Gould nu dat dus die evolutie waarschijnlijk niet heeft plaatsgevonden? Nee, want – en hier komt de aap uit de mouw – evolutie (dat dus altijd nog bewezen moet worden) heeft plaatsgevonden, dat staat vast. Hier wordt dus de vooronderstelling als feit in de redenering ingevoerd.
Wat deed Gould nu, in samenwerking met zijn collega Niles Eldredge. Hij bedacht een nieuwe hypothese, punctuated equilibrium genaamd. Want, zei hij, dat evolutie heeft plaatsgevonden, is een feit. Wij zijn er toch? Nou dan! Dus moet er een verklaring zijn voor het ontbreken van die zgn. ‘tussenvormen’. En die is, volgens deze hypothese, dat evolutie een proces is, waarbij zeer lange tijden niets verandert en dan, plotseling, vindt er in zeer korte tijd een explosie van nieuwe soorten plaats. Het is logisch dat wij van die tussenvormen niets of bijna nooit iets terugvinden, want dat gaat allemaal zo snel, dat laat nauwelijks of geen sporen achter. Dit is een niet-verifieerbare uitspraak en daarmee dus geen wetenschap.
Vooronderstellingen in schoolboeken als feit opgevoerd
Overigens wordt deze totaal onbewezen hypothese in vele leerboeken alweer als feit opgevoerd. En het is verbazingwekkend hoe weinig oppositie er is tegen deze totaal onwetenschappelijke manier van doen.
De stichting De Oude Wereld is thans bezig om in biologieleerboeken voor het middelbaar onderwijs en het VWO alle plaatsen aan te wijzen (en hopelijk te doen corrigeren) waar deze praktijk wordt toegepast. Leerlingen worden namelijk opgezadeld met onjuiste opvattingen en soms ronduit leugens. Deze leerboeken worden doorgaans ook in het christelijk voortgezet onderwijs gebruikt. Zonder correcties.
Het lijkt er op, of de leerlingen bij voorbaat de kritiek uit handen moet worden geslagen.
Het werk van De Oude Wereld op dit gebied
De stichting De Oude Wereld hanteert tien categorieën voor fouten in de biologieleerboeken:
1. Scheppingsmodel aanduiden als niet-wetenschappelijk en evolutiemodel als wetenschappelijk.
Het begint al met de terminologie: wetenschap tegenover creationisme, terwijl het moet zijn: wetenschap(smodel) tegenover wetenschap(smodel), evolutie tegenover schepping, miljarden jaren tegenover korte chronologie.
‘Omdat creationisten religie als uitgangspunt nemen, gaan we hierop niet verder in.’ Echter, het alternatieve (bijbels-chronologisch) model gaat uit van andere wetenschappelijke hypotheses op diverse gebieden.
‘De evolutie wil vanuit de wetenschap een antwoord vinden, het creationisme vanuit de religie.’ Dat ook het evolutionisme uitgaat van religieuze uitgangspunten, nl. een werkelijkheid zonder God, wordt niet gezien.
2. Acceptatie door (vele) anderen gebruiken als argument ten gunste van het evolutiemodel
‘We nemen nu algemeen aan dat…’
‘De meeste biologen zijn het er tegenwoordig wel over eens, dat…’
‘De evolutietheorie, die nu algemeen aanvaard is…’
3. Overdreven taalgebruik
‘Er zijn sterke aanwijzingen, dat…’
‘Behalve fossielen zijn er nog andere sterke aanwijzingen voor de evolutietheorie.’
‘De overeenkomstige sterke overeenkomst in de bouw van embryo’s in de eerste stadia duidt op gemeenschappelijke voorouders van gewervelden.’ Hier klopt niets van. Het is een opvatting van Ernest Haeckel. Reeds in de Berliner Volkszeitung van 29-12-1908 geeft hij toe dat zijn embryotekeningen verzonnen zijn.
‘Het is zeer waarschijnlijk dat mens en mensapen een gemeenschappelijke voorouder hebben.’
4. De miljoenen/miljarden jaren brengen als feit en radiodateringen presenteren als vaststaand
‘De oudste sporen van leven vindt men in gesteenten van 3,5 miljard jaar oud.’
‘600 miljoen jaar geleden kwam het leven in een stroomversnelling.’
‘4 miljard jaar geleden begon er zuurstof in de atmosfeer te komen.’
‘IJstijden zijn afgewisseld met warmer klimaat vanaf 600 miljoen jaar geleden.’
‘Gedurende miljoenen jaren hebben levende wezens zich aan de veranderende omstandigheden aangepast.’
‘In de loop van zeer lange tijd zijn de levensvormen op aarde ontstaan en veranderd.’
Verder zijn er honderden zinsneden die gewoon de miljoenen/miljarden jaren als feit opvoeren, zonder enige restrictie.
Radiodateringen zijn gebruikt gaan worden, omdat ze grote leeftijden schijnen op te leveren. Halfwaardetijden worden als onwrikbare waarheden opgevoerd. Maar ze zijn gebaseerd op vele oncontroleerbare aannames.Verschillende onderzoeken hebben aangetoond hoe onbetrouwbaar deze dateringen zijn. Het RATE-onderzoek dat in Amerika is uitgevoerd geeft geheel andere uitkomsten.
‘De ouderdom van fossielen kan betrouwbaar worden vastgesteld aan de hand van radio-isotopen.’
5. Geen onderscheid maken tussen micro-evolutie (variatie) en macro-evolutie
‘De meeste biologen nemen aan dat de processen die aanpassing aan de omgeving (micro-evolutie) mogelijk maken, dezelfde zijn als die een rol spelen bij de soortvorming (macro-evolutie).’ Biologisch onderzoek komt al lange tijd tot heel andere conclusies.
6. Het neodarwinisme presenteren als een wetenschappelijk onaantastbare waarheid met mutatie en selectie als de door ieder aanvaarde mechanismen
Bijv. de longvis. ‘Een deel van het spijsverteringskanaal kreeg een nieuwe functie: ademhaling. Later ontstonden de neusgaten… Latere ontwikkeling zorgde voor gescheiden wegen van ademhaling en spijsvertering.’ Kreeg, ontstond, zorgde voor. Alleen maar stellingen, geen bewijzen, geen spoor van een uitleg van de mechanismen die daarvoor verantwoordelijk zouden zijn. Onwetenschappelijk.
‘Natuurlijke selectie zorgt ervoor dat soorten voortdurend veranderen.’ Onjuist, natuurlijke selectie is een stabiliserende kracht, die afwijkingen afstraft.
7. De hypothetische ‘oersoep’ en ‘oeratmosfeer’ plus het ontstaan van leven uit levenloze stof presenteren als bewezen feiten.
‘Tot ongeveer 3 miljard jaar geleden was de samenstelling van de atmosfeer heel anders dan nu. De lucht bevatte geen zuurstof.’ Recent onderzoek toont aan dat er vanaf het begin zuurstof was, de atmosfeer nagenoeg dezelfde samenstelling had, de aarde een koele planeet was en oceanen en vastelanden dezelfde samenstelling hadden als nu.
‘Men denkt dat uit al deze reacties toevallig de eerste organische moleculen ontstonden en daaruit de eerste cellen.’ De proeven van Miller met de zgn. ‘oersoep’ vanaf 1953 worden aangevoerd als bewijs, maar Millers werk is helaas niet verder gekomen dan enkele aminozuren.
‘Sommige soorten ontwikkelden moleculen die zonlicht absorbeerden.’
8. Onjuiste informatie geven op het gebied van kosmologie, geologie, archeologie, historie en biologie
‘Langzaam begon men vraagtekens te plaatsen bij het scheppingsverhaal.’ Maar vele wetenschappers plaatsen daar ook heden nog geen vraagtekens bij. Het was een andere geest die er waaide binnen de Europese intelligentsia, die er belang bij had, om twijfel te zaaien aan het scheppingsbericht en in feite de hele Bijbel. Zoals Charles Lyell uitsprak:“Wij moeten af van de heerschappij van de geschriften van Mozes in de wetenschap”.
‘Stambomen worden gebruikt om verwantschap tussen soorten aan te geven.’ Maar Harvard-evolutionist S.J. Gould zei: “De stambomen die onze schoolboeken versieren, hebben slechts gegevens aan de knooppunten en de bladeren. De rest is speculatie.”
‘Homo habilis werd de voorouder van homo erectus’. Er is door de tijd heen een hele ‘stamboom’ van de menselijke afstamming opgezet. Maar de huidige situatie is dat we alleen maar apen en mensen hebben. Homo habilis = Australopithecus habilis, een aap. Homo erectus = een gewoon mens, net als de Neanderthaler en de moderne mens.
9. Homologie presenteren als goed argument pro evolutie
Homologie is uiterlijke overeenkomsten tussen organismen. ‘Homologie duidt op verwantschap van organismen: de organismen hebben een gemeenschappelijke voorouder.’ Maar homologe organen ontstaan vaak vanuit totaal verschillende delen van het embryo en kunnen dus geen afstamming aanduiden.
10. Stellen dat er vele fossiele overgangsvormen zijn terwijl die vrijwel geheel ontbreken
In veel leerboeken wordt breeduit gesuggereerd dat er vele overgangen zijn tussen de verschillende hoofddiergroepen, terwijl deze in het fossielenbestand vrijwel totaal ontbreken. Voor al die hypothetische overgangen bestaat in feite geen enkel bewijs. Zie S.J. Gould. Zij kunnen en mogen dus niet als feit worden voorgesteld.
Tenslotte
Deze sterk verkorte bloemlezing van de misinformatie, die via biologische leerboeken in MO en VWO aan de leerlingen wordt opgedrongen, geeft wel aan hoe ernstig de situatie is. Tot voor kort werden deze misvattingen niet tegengesproken. In het uit het Duits vertaalde, grondige biologieleerboek ‘Evolutie – het nieuwe studieboek’ wordt juist een consequente scheiding aangebracht tussen de biologische feiten en de vooronderstellingen, vanuit de evolutieopvatting als wel de scheppingsopvatting. En dat is ook de manier waarop informatie in het onderwijs moet worden gegeven. Dat voorkomt de huidige manipulatie van de leerlingen. Het is te hopen dat al het werk dat wordt gedaan er toe mag leiden, dat in het onderwijs ook op het gebied van de biologie waarheid en werkelijkheid weer de plaats gaan innemen van mythe, hypothese en veronderstelling.
OUDERS ONDERSCHATTEN MEDIAGEBRUIK KINDEREN
Veel ouders onderschatten hoelang hun kinderen dagelijks achter de televisie en de computer zitten. Dat komt onder meer doordat kinderen veel meer met digitale media bezig zijn dan hun ouders lief is.
Er moet daarom een landelijke media-jeugdmonitor komen, die het mediagebruik van kinderen vanaf de peuterfase tot de jongvolwassenheid in kaart brengt, vindt Peter Nikken, die gistermiddag geïnstalleerd werd als bijzonder hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Die monitor moet om de paar jaar worden herhaald om trends te kunnen vaststellen.
Volgens Nikken hebben ouders behoefte aan concrete tips en ondersteuning om hun kinderen te kunnen begeleiden bij het omgaan met televisie, videogames, mobieltjes en internet. Hij wil daarom dat de media-jeugdmonitor ouders ook handvatten biedt om hun kinderen te leren verstandig met moderne media om te gaan. Veel kinderslaapkamers zijn multimediacentra geworden, met televisie en internet, signaleert Nikken, en ouders vragen zich af hoe ze paal en perk moeten stellen aan het mediagebruik van hun kinderen.
Op dit moment zijn er veel instellingen die ouders steun bieden met onder meer brochures, ouderavonden en trainingen. Maar volgens de nieuwe hoogleraar is die informatie vaak te algemeen en is het onduidelijk wat het oplevert. Nikken wil ook dat er meer aandacht komt voor de mediaopvoeding in gezinnen waar de opvoeding minder gemakkelijk verloopt, zoals bij kinderen met ADHD, autisme of gedragsstoornissen.
Volgens Nikken groeien kinderen op in een maatschappij die bol staat van moderne media. Naast de televisie, computer en laptops maken kinderen gebruik van smartphones, iPads, mp3’s, iPods, Playstation, Xbox en Wii. Opvallend daarbij is dat veel van die apparaten er ook in een uitvoering voor kinderen zijn. Ook het aantal televisiekanalen voor kinderen is de laatste jaren sterk uitgebreid. Volgens een rapport uit 2009 zijn vier van de vijf kinderen jonger dan twaalf jaar geregeld online. Uit recent Brits onderzoek blijkt dat kinderen tussen de twaalf en vijftien jaar gemiddeld een kwart van de dag (zes uur) bezig zijn met kijken, gamen en surfen.
redactie binnenland nd.nl, 10-06-2011
HYVES, TWITTER EN FACEBOOK; OMARMEN DE NIEUWE MEDIA.
Hyves, Facebook, Twitter – of toch gewoon een boek?
Jongeren lezen steeds minder, een trend die zich al jaren doorzet. Hoe krijg je ze in tijden van Twitter en Facebook nog aan het boek?
‘Jahaa…’, had een jongen geroepen toen hem in het kader van een leesonderzoek was gevraagd of hij het leuk vond om een boekenbon te krijgen. Natuurlijk vond hij die bon leuk – inwisselen voor geld en er sigaretten voor kopen.
Jongeren en lezen – water en vuur? Nederlanders lezen al jaren steeds minder voor hun genoegen, blijkt uit tal van rapporten, en jongeren het minst van al. Kapers op de kust zijn sociale media als Twitter, Hyves en Facebook. Jongeren omarmen de nieuwe media en de boekenlezer vergrijst, signaleert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in 2010 in het rapport Alle Kanalen Staan Open.
Reden voor de overheid om project na programma ter ‘leesbevordering’ te lanceren. Zo loopt tot eind dit jaar Kunst van Lezen, waarmee het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kinderen kennis wil laten maken met de ‘waarde en het plezier van het lezen’.
‘Iedere generatie leest minder dan de generatie ervoor’, zegt socioloog Jos de Haan, die voor het SCP onderzoek deed naar onder meer de tijdsbesteding van de Nederlanders en de digitalisering van mediagebruik. ‘Iedere volgende generatie heeft ook te maken met meer concurrerende media.’
Jongeren hebben het drukker, is de verklaring, doen meer dingen buitenshuis, zitten meer achter de computer. ‘Maar zoveel leestijd als jongeren al hebben ingeleverd door de opmars van de televisie kan niet meer’, aldus De Haan. ‘Dan kom je onder de nullijn.’
Hoe krijg je jongeren in tijden van Twitter nog aan het boek? Een lastige vraag, meent De Haan. ‘Het meest voor de hand liggend zou zijn dat ze juist gaan lezen via de digitale media. Via smartphones, Ipads, e-readers. Maar ik ben daar sceptisch over, het gebeurt maar in beperkte mate.’
Bovendien, zegt De Haan, doen de nieuwe media juist een beroep op de korte spanningsboog. ‘De versnippering van de aandacht die zij teweeg brengen, en die soms wordt geprezen als ‘multitasking’ is niet bevorderlijk voor dingen die concentratie en verdieping vragen. En daar valt het lezen van complexe teksten onder.’ Sociale media als Twitter en Hyves zijn voor jongeren een andere tak van sport, benadrukt onderzoeker Sheila Rebel van de Nationale Jeugdraad. Jongeren gebruiken die vooral voor onderlinge communicatie. En ze zijn er niet zo van gecharmeerd als anderen zich daarin mengen. Culturele instellingen die jongeren zo proberen te bereiken, worden als indringers ervaren. ‘Het is of je als volwassene tussen een groepje jongeren gaat staan en zegt: Hé, gaan jullie mee naar het museum?’
Rebel deed in 2006 onderzoek naar het leesgedrag van scholieren, met een resultaat dat zij ‘hoopvol’ noemt: 46 procent gaf aan graag te lezen in de vrije tijd, bijna twee derde vond lezen belangrijk. Maar naar wat ze lazen, werd de jongeren niet gevraagd. ‘Wij waren allang blij dat jongeren lezen.’
Spreektaal
Het onderzoek van het SCP geeft een genuanceerder beeld omdat van kwartier tot kwartier het gedrag in de vrije tijd moest worden bijgehouden. ‘Als je aan iemand vraagt: lees je graag, speelt bij het antwoord sociale wenselijkheid vaak een rol. Maar leugentjes om bestwil kan je zo niet verkopen.’
Volgens projectleider Adriaan Langendonk van Kunst van Lezen maakt het voor de taalontwikkeling van jongeren ook wel degelijk uit wat ze lezen. ‘Ze lezen natuurlijk de hele dag door, op de computer, op Twitter of op Hyves. Maar op de sociale media wordt meestal van heel simpele bewoordingen gebruikgemaakt, van spreektaal. Er wordt niet zorgvuldig geschreven en er worden veel Engelse woorden gebruikt.’
Kunst van Lezen, dat in 2008 van start ging met een budget van 9 miljoen euro – deels uit bibliotheekgelden, heeft onder meer voorleesprojecten voor kinderen van nul tot vier jaar. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die als baby worden voorgelezen, het later beter doen op school. En zo wordt, is de hoop, een toekomstige generatie lezers gekweekt. Langendonk: ‘Hoe vroeger je begint, hoe beter de taalontwikkeling.’
Ontlezing
‘Ontlezing’ is de algemeen ingeburgerde term voor de trend dat er steeds minder boeken, kranten en tijdschriften worden gelezen. Las de helft van de bevolking van 12 jaar en ouder in 1975 wekelijks boeken, in 2005 was dat nog 38 procent. Er wordt wel steeds meer van beeldschermen gelezen en er wordt ook veel uitgeprint. De tijdsbesteding aan onlinecomputergebruik in de vrije tijd is van 2000-2005 vervijfvoudigd tot 2,5 uur gemiddeld per week. Tieners (12-19 jaar) brengen zelfs 6,2 uur per week online door. Boeken, kranten en (publieke) radio maakten al voor 1995 een vergrijzing van hun publiek mee. Dat gebeurt ook bij televisie: tieners besteedden in 2005 al net zoveel tijd aan ICT als aan televisiekijken.
Marjolijn de Cocq nd.nl/Koen van Weel, 16-06-2011
VIRUTUELE WERELDEN ZIJN BIG BUSINESS
Rijk worden in de wereld van webgames: miljoenen spelers proberen het. Sommigen lukt het, zoals in Entropia Universe, waar een gamer een ruimtestation kocht voor drie ton en doorverkocht voor zes ton, in echte dollars wel te verstaan.
Ledigheid is des duivels oorkussen, leert een oude volkswijsheid. Wie de hele dag thuis achter zijn pc hangt om te gamen, schopt het niet ver in het leven. Tenzij je er erg goed in bent. Zo slagen ervaren spelers van het schiet- en boemspel World of Warcraft (WoW) er op internet in wel duizend dollar te verdienen met de verkoop van hun avatars, de digitale wezens die zij in het spel besturen om tegenstanders te verslaan.
In Entropia Universe, een concurrerende virtuele wereld op internet, gaat het zelfs om een veelvoud van deze bedragen: daar wordt soms afgerekend in tonnen; echt geld wel te verstaan. Miljoenen mensen uit de hele wereld spenderen dagen aan het verslaan van monsters, het besturen van ruimteschepen en het verdienen van genoeg punten om nieuwe wapens te kopen.
Oorlogszuchtige onlinespellen als World of Warcraft, EVE Online, Warhammer, Age of Conan en EverQuest vormen een nieuwe digitale economie, waar de spelers echt geld uitgeven om denkbeeldige wapens, huizen, landen en levens te kopen. In het jargon heten de spellen Massively Multiplayer Online Role-Playing Games, afgekort MMORPG. Alleen al in WoW verdween vorig jaar 500 miljoen dollar aan echt geld. Zeer tot genoegen van Activision Blizzard, exploitant van het onlinespel, die er riante winsten mee binnenharkt.
In EVE Online, een game in verre zonnestelsels, kan een speler de lokale munt ISK verdienen door te winnen, uiteraard na eerst echt geld te hebben ingelegd. Spelers kunnen hun ISK’s overdragen aan medespelers, tegen een wisselkoers van één dollar op 10.000 munten.
Winstgevend
In Entropia heeft de lokale munt PED een koers van 1 dollar op tien munten. Naast de MMORPG’s zijn er nog de vreedzamere virtuele werelden van Second Life en Twinity, waar eveneens echt geld wordt ingeruild voor nepgeld. Het winstgevend verkopen van avatars door WoW-spelers is een peulenschil, vergeleken bij wat er gebeurt op Entropia Universe. Dit gefantaseerde online-universum wordt sinds 2004 geëxploiteerd door het Zweedse bedrijf MindArk. ‘De verkoop van virtuele wapens, land of zelfs complete eilanden, stijgt jaarlijks met zeventig procent’, zegt Mats Kling, directeur techniek bij MindArk. ‘Vorig jaar ging er 400 miljoen dollar om in de virtuele economie van Entropia. Dat is evenveel als het bruto nationaal product van Oost-Timor.’
Entropia haalde verschillende keren het Guinness Book of World Records. ‘In 2004 ontwierpen wij een virtueel eiland, Treasure Island. Dat werd online geveild voor 26.000 dollar. Echte dollars, hoor. De koper verdiende zijn geld terug door delen van het eiland te verpachten, bijvoorbeeld de jachtrechten.’
De Zweden achter Entropia kregen de smaak te pakken. ‘Een jaar later ontwierpen wij de asteroïde Club Neverdie. Die bracht in een veiling 100.000 dollar op.’ De koper, John Jacobs uit de VS, verpachtte de virtuele nachtclub in Neverdie en de mijnrechten voor 600.000 dollar.
Een derde record was het ruimtestation Crystal Palace Space, dat in 2008 voor het voorlopig ongeëvenaarde bedrag van 330.000 dollar onder de hamer ging. De koper is een Canadees die speelt onder zijn schuilnaam Buzz Erik Lightyear. ‘Hij heeft zijn inleg nog niet terugverdiend’, meldt Kling droogjes.
In deze virtuele wereld verdienden een scholier en zijn moeder uit de VS in één jaar 40.000 dollar met het bouwen en verkopen van wapens voor de andere spelers. Zij hoefden maar drie uur per dag te spelen voor deze opbrengst. MindArk klopt op diverse manieren het geld uit de zak van de spelers. Het spel is gratis, maar beginnende spelers moeten met hun creditcard een rekening in echte dollars openen, willen zij voorwerpen aanschaffen waarmee zij zich kunnen verdedigen tegen allerlei virtueel gespuis. Over het ingelegde geld trekt MindArk rente.
‘Er zijn honderdduizenden voorwerpen te koop’, zegt Kling. ‘Van monsters tot auto-onderdelen. Je kunt ze ook kopen van de andere spelers. Elk item heeft twee prijzen: de nieuwwaarde en de prijs die spelers onderling rekenen. Wij verdienen aan de nieuw verkoop en aan reparatie in ons Repair Station. Elk item slijt namelijk.’
Kunstgeld
Het fantasiegeld in Entropia is de PED, ofwel Project Entropia Dollar. ‘Er gaan tien PED’s in een echte dollar’, vertelt Kling. ‘In tegenstelling tot andere werelden, zoals Second World, waar kunstgeld niet om te wisselen is, kun je bij ons PED’s altijd weer inwisselen tegen echt geld.’
Kling: ‘Ons verdienmodel is eigenlijk heel simpel. Wij zijn geen spellenfabrikant. Wij leveren alleen het Entropiaplatform. Onze partners bouwen de virtuele planeten, eilanden en andere werelden. Wij delen met hen de inkomsten uit de verkoop van voorwerpen.’ Het ontwikkelen van het Entropiaplatform kostte MindArk vijftien jaar en 60 miljoen dollar. ‘Wij maken winst’, aldus Kling, ‘vorig jaar verdienden wij 10,1 miljoen dollar.’
Er zijn nu drie werelden binnen Entropia: Calypso, Next Island en RockTropia. De spelers stappen tijdens het gamen gemakkelijk over van de ene in de andere wereld. Twee nieuwe werelden volgen binnenkort: Creative Kingdom en SEE Virtual Worlds. Nog eens zes volgen.
‘Elke wereld heeft zijn eigen verhaallijnen. Porno en gokken zijn verboden. Tot nu toe.’ De beginnende speler kent niemand en moet alles leren van andere deelnemers, als die zo vriendelijk zijn hem te helpen, tegen betaling. ‘Wie dood gaat, komt direct weer tot leven in het Revival Station, anders zouden we geen inkomsten meer hebben.’
Entropia werkt inmiddels samen met partners als de NASA en het Europese ruimtevaartbureau ESA. ‘Met hen maken wij educatieve spellen over ruimtevaart. Dat werkt veel krachtiger dan informatie verspreiden via een boek.’
Nieuw is videotelefonie: spelers kunnen met een beeldtelefoon bellen naar andere spelers of naar avatars, de spelfiguren waarmee deelnemers zich vermommen. Het videobellen is gekoppeld aan driedimensionaal geluid. Je hoort mensen dichtbij beter dan deelnemers ver weg. ‘Entropia wordt een heel nieuwe groeimarkt’, verwacht Kling. ‘We weten niet hoe hard dit zal gaan. Ons idee is uit te breiden naar duizenden werelden.’ De drie werelden van Entropia hebben nu 1,2 miljoen geregistreerde bezoekers, van wie ongeveer tien procent actief is. Nederland is maar een kleine markt voor Entropia. ‘Veertig procent van de spelers komt uit Amerika, nog eens veertig procent uit Europa. In Europa vormen Duitsers en Fransen de overgrote meerderheid. Nederland en Engeland gaan we nu ontginnen.’
Elk tikje via datacentrum Amsterdam
Een onopvallend grauw gebouw op een steenworp afstand van de Kaagbaan van Schiphol, vormt het digitale kloppende hart van drie virtuele spelwerelden op internet. Spelers van de webgames Calypso, Rocktropia en Next Island uit de hele wereld weten dat elke beweging van hun controller wordt doorgegeven via het datacentrum AMS-3 op Schiphol, eigendom van het Amsterdamse internetbedrijf Interxion.
Tientallen servers, verstopt in de zwaarbeveiligde computerbunker, bedienen de 1,2 miljoen spelers, die verslaafd zijn aan de intergalactische oorlogsgames, die onder de merknaam Entropia Universe snel marktaandeel winnen.
MindArk, het Zweedse bedrijf achter Entropia, bracht zijn gamende klanten uit de hele wereld samen op Schiphol. Mats Kling van MindArk: ‘Amsterdam is een goede plek met voldoende snelle glasvezellijnen naar heel Europa en Amerika. Hier zitten veel internetproviders vlak bij elkaar en dat komt de speelsnelheid ten goede.’
Speelsnelheid is cruciaal bij internetgames. Wie in een virtueel schietgevecht de trekker van zijn mitrailleur overhaalt om een alien om zeep te helpen, wil niet dat zijn actie smoort in slome webverbindingen. Het is dus zaak ‘latency’, vertraging, te vermijden. ‘Op Schiphol kunnen we rekenen op een lage latency’, zegt Kling. ‘Daarom staan onze virtuele werelden hier op de servers van Interxion. Hier kunnen we bovendien servers bijplaatsen als we groeien.’
De Amsterdamse ondernemer Bart van den Dries begon in 1998 als eerste met een particulier Europees datacenter. Dat werd mogelijk nadat de overheid de telecommarkt had opengegooid voor private aanbieders. Nu staan er vijf serverparken van Interxion in en rond Amsterdam, en nog één in Hilversum, voor het dataverkeer van de omroepen. Een zesde is alweer in aantocht, ook bij Schiphol, zegt marketing manager Bob Zonneveld. Interxion, sinds januari genoteerd aan de beurs in New York, exploiteert datacentra in 28 Europese hoofdsteden. ‘Wij zijn niet meer dan datacenterboeren. Wij verhuren vierkante meters ruimte, voorzien van stroom, koeling en beveiliging. Wij bieden neutrale datatoegang aan, bij ons kan iedereen verbinding maken met de provider van zijn keuze.’
Bij dataopslag gaat het om video, uiteenlopend van YouTube-filmpjes tot pornosites en internetgames. Een opkomende markt vormen de omroepen en uitgevers, op zoek naar efficiënte manieren om hun producties via internet op allerlei apparaten te vertonen. Een opvallende datastroom die flink groeit is online gokken. ‘Vooral in Ierland en Oostenrijk, waar dit niet langer is verboden.’
Interxion lokt klanten met de garantie dat de verbruikte stroom honderd procent groen is. ‘Datacenters blijven natuurlijk stroomvreters’, zegt Zonneveld. ‘Wij proberen dat op allerlei manieren terug te dringen.’
Marc Laan, nd.nl/02-05-2011
HET NIEUWE PESTEN GEBEURT ONLINE
Een op de vier kinderen is weleens gepest via internet, sms of chat. De impact van cyberpesten is groot. ‘Kinderen die pesten zijn zich vaak niet bewust van de gevolgen.’
‘Dit meisje doet het voor vijftig cent’. De tekst staat bij een foto op een site voor prostituees. Telefoonnummer en mailadres zijn vermeld om contact te leggen. Alleen is het meisje op de foto geen prostituee, het is jouw dochter.
‘Je fietst op woensdag altijd langs het park, hè? Ik weet je te vinden. Ik ga je kapot maken.’ De berichten komen binnen via MSN, de afzender is dus een contact. Je weet alleen niet wie het is, want de persoon heeft zichzelf een nieuwe, anonieme naam aangemeten: your worst nightmare.
Welkom in de wereld van het cyberpesten. Het nieuwe pesten via internet, chat en mobiele telefoon. ‘Cyberpesten is een verlengde van traditioneel pesten, alleen kan de impact vele malen groter zijn’, zegt Cybersafety-onderzoeker Joyce Kerstens van NHL Hogeschool en de Politieacademie. ‘Het pesten houdt niet op bij de rand van het schoolplein, maar gaat 24 uur per dag door. Oók in de omgeving die vroeger altijd veilig was: thuis.’
Anonimiteit
Het internet is overal. En is de foto, film of tekst eenmaal verspreid, dan is het zeer lastig deze te verwijderen. De hele wereld kan meekijken, terwijl de dader zich kan verschuilen achter een pseudoniem.
Die anonimiteit zorgt vaak ook voor uitvergroting van het gedrag. Kerstens: ‘De dader waant zich ongezien en durft daarom grover te zijn. Het is bovendien erg bedreigend voor het slachtoffer als je niet weet wie jou pest.’
Het signaleren van cyberpesten blijkt lastig. Slachtoffers durven vaak niets te zeggen, ze schamen zich of zijn bang om nog meer gepest te worden. Maar ook daders zijn zich in sommige gevallen niet bewust van de gevolgen van hun acties. ‘We waren melig, hebben een foto met afgehakte vingers gemaild naar de hele klas. We vonden dat wel grappig’. Alleen komt het digitale keten niet bij iedereen als leuk over.
Volgens Remco Pijpers van mijnkindonline.nl hangt bij de signalering veel af van de juiste benadering van een kind, zowel de gepeste als de pester. ‘Sociale media moeten thuis en op school een belangrijk onderwerp zijn. De insteek van het gesprek altijd positief. Verbieden of het gevoel geven dat je ze bespioneert, lokt negatief gedrag juist uit.’ Hoe was het vandaag op internet? Wat vinden jullie leuke grappen en wat niet? ‘Door interesse te tonen, kun je kinderen laten inzien dat ze over alles kunnen praten. Dan kun je ook aangeven wat acceptabel is en wat niet.’
Communicatie
Ook Rowien Jager, cyberweerbaarheidstrainer van BuroRo, geeft aan dat communicatie en aandacht de sleutel zijn. Uit gesprekken met vele tieners kwam naar voren dat ze gezien en gehoord willen worden. ‘Ze gaan cyberpesten uit verveling, als tijdverdrijf omdat ze niet hebben geleerd hoe ze zich op een andere manier kunnen vermaken.’
Het viel Jager bovendien op dat kinderen elkaar online in veel hardere bewoordingen toespreken, sneller schelden ook. ‘Ze vinden dat normaal. Achter de computer zijn ze een andere persoonlijkheid, één die ze naar hun ouders nooit tonen.’
Pesten 2.0
Pesten 2.0, pesten via internet, sms of msn, kent verschillende vormen. Drie voorbeelden van cyberpesten die ‘populair’ zijn:
Flaming: het met opzet plaatsen van aanvallende of beledigende berichten op een discussieforum. Een flame is nooit bedoeld om constructief te zijn, een standpunt te verduidelijken of om mensen te overreden. Flamers proberen veelal hun autoriteit te bewijzen of een positie van superioriteit te verkrijgen. Het over en weer posten van flameberichten heet een flamewar.
Sexting: het verzenden van seksueel getinte boodschappen, naaktfoto’s en/of filmpjes via de gsm door veelal minderjarige jongeren. Uit onderzoek onder 1280 tieners en jongvolwassenen in 2008 blijkt dat jongeren het slechts zien als digitaal flirten, 39 procent geeft aan dat ze het wel eens gedaan hebben. Driekwart is zich ervan bewust dat de foto’s kunnen uitlekken, maar negeren het gevaar of overzien de gevolgen ervan niet.
Bezemen: een bezem is straattaal voor ‘hoer’ (meisje) of ‘sukkel’ (jongen). Foto’s van – voornamelijk – meisjes worden gekopieerd en in zelfgemaakte filmpjes met grove teksten en achtergrondmuziek geplaatst. Voorzien van privégegevens als telefoonnummers, mail- en huisadressen plaatsen de pesters het filmpje vervolgens op websites als YouTube.
Cyberpesten kan strafbaar zijn. Bij onrechtmatig gebruik van een foto waarbij beledigende of onware teksten geplaatst zijn, is er sprake van belediging, laster en smaad. Dat is een misdrijf en kan een aantekening op het strafblad betekenen.
Jolien Storsbergen, nd.nl/19-05-2011
BIJBELLEZEN IN HET GEZIN
BIJBELLEZEN IN HET GEZIN
Het gezin
Het gezin is de allereerste plaats waar kinderen vertrouwd moeten raken met Gods Woord en Gods gedachten. Volgens Gods plan moeten kinderen in het huis van hun ouders ook kenmerken van Gods wezen en werken leren kennen, zoals onvoorwaardelijke liefde, discipline, een geregeld en gestructureerd leven, hulp en ondersteuning. Het is één van de meesterwerken van satan om het beeld van het gezin zo te verdraaien dat veel mensen vandaag de dag een verkeerde voorstelling hebben van relaties binnen een gezin.
Het gezin is de belangrijkste plaats waar we leren; wat we daar leren blijft ons ons hele leven bij. Je zult nauwelijks iemand vinden die niet tenminste één bepalende gebeurtenis uit zijn jonge jaren zal kunnen opnoemen. Daarom is het voor elk christelijke gezin ontzettend belangrijk om elke dag samen de Bijbel te lezen en te bidden. Het doet er niet toe of je dit ‘huisgodsdienstoefening’ noemt, of ‘gezins-Bijbeluurtje’ of ‘samen Bijbellezen’ of nog weer anders; nee, het bepalende is dát het gebeurt. En dat het dagelijks, consequent en inhoudelijk zinvol wordt gedaan.
Eerst papa en mama zelf!
Maar laten we geen toneel spelen! We kunnen geen zinvolle tijd als gezin rondom de Bijbel doorbrengen, wanneer wij als vaders en moeders niet zelf persoonlijk tijd met de Heer doorbrengen. Wanneer ouders niet dagelijks persoonlijk tijd reserveren om gemeenschap met God te onderhouden, zullen ze niet in staat zijn om hun gezin op een blijde, goede manier voor te gaan bij het Bijbellezen en bidden. En uiteindelijk dragen de kinderen daarvan de gevolgen. Bij deze persoonlijke stille tijd hoort Bijbellezen, maar ook bidden en danken en als het nodig is ook het belijden van zonden.
Het is ook heel belangrijk voor de ouders om als echtpaar samen te bidden en van gedachten te wisselen over gedeelten uit de Schrift. Dat draagt bovendien bij tot een meer vertrouwde, intiemere omgang met elkaar in het huwelijk en het verbindt man en vrouw samen nauwer aan Christus. Kent u die zegen om zó als echtpaar samen te zijn?
Waarom moeten we in ons gezin samen de Bijbel lezen?
Daardoor erkennen we de tegenwoordigheid en het gezag van God in ons gezin. God is machtig om door Zijn Woord te spreken tot onze kinderen en wel op een manier zoals wij het zelf niet kunnen.
Door zo’n dagelijkse ‘Bijbeltijd’ creëren we elke dag een goede gelegenheid om ons samen te verblijden in de Heer. Het is voor kinderen belangrijk om bij hun ouders echte blijdschap in Gods Woord vast te stellen. Door het bidden in het gezin kunnen de kinderen afhankelijkheid van de Heer beleven en ervaren hoe God gebeden verhoort. God kan deze tijd gebruiken om de eenheid van het gezin te versterken. Als ouders constateren we vaak met spijt, dat er zoveel andere invloeden zijn in het leven van onze kinderen. Het gaat meestal om invloeden die de stabiliteit en het gezag van het ouderlijk huis ter discussie stellen. Onze kinderen hebben het nodig om goed verankerd te zijn in het Woord van God; we geven tijdens zulke gezinsmomenten aan onze kinderen een voorbeeld mee voor hun eigen omgang met God, dat zij zelf op hun beurt later weer in hun eigen gezinnen kunnen toepassen. Gods Woord laat ons voorbeelden als Timotheüs zien, die ervan geprofiteerd had dat in zijn ouderlijke huis de Heilige Schriften gelezen werden.
Enkele raadgevingen en aansporingen
Elk gezin is anders. Vraag daarom de Heer om jullie als ouders in jullie specifieke situatie te leiden. Wees niet bang om creatief te zijn! Daarom geef ik graag enkele tips door hoe je in je gezin kunt starten met het samen lezen van de Bijbel en hoe je ermee door kunt gaan.
Begin! Pak de draad op! Mijn raad voor jonge echtparen is: begin er meteen mee. Nu. Je moet gewoon beginnen. Start ermee nog vóór je kinderen geboren worden. En als je er nog niet mee bent begonnen en al kinderen hebt, dan is het nóg belangrijker meteen te beginnen. Jonge ouders zeiden tegen me: ‘Onze baby zal huilen’. Ja, dat klopt; onze baby’s hebben ook gehuild. Ze knoeiden intussen met de melk en lieten hun fruithapje op de grond vallen. Je kunt er zeker van zijn dat alles wat normaliter aan tafel gebeurt, ook gebeurt als je samen Bijbel gaat lezen. Laat je daardoor niet afschrikken. Eén van onze grootste stoorzenders was de telefoon. Zo gauw we wilden beginnen met Bijbellezen, rinkelde de telefoon en meestal belde juist iemand op met wie we graag wilden praten. Inmiddels hebben we ervan geleerd: we laten de telefoon gewoon overgaan of we zetten hem uit wanneer we lezen. Ons gezamenlijk Bijbellezen is eenvoudigweg te belangrijk om te worden onderbroken door een telefoontje voor de ouders of een smsje op het mobieltje van de kinderen. Neem je vastbesloten voor om deze tijd te reserveren voor je gezin en voor de Heer. Je zult dankbaar en blij zijn dat je dat gedaan hebt.
Wees consequent. Het geschikte tijdstip zal van gezin tot gezin anders zijn, maar je moet wel dagelijks een vast tijdstip afspreken. Voor ons gezin is dat het gemakkelijkst na het avondeten. Dat hoort eenvoudig bij ons dagelijkse, vaste programma.
Ieder gezinslid moet erbij zijn. Natuurlijk komt het wel eens voor dat iemand verhinderd is, maar dat moet een uitzondering en geen regel zijn. Laat het niet uitvallen en verschuif het niet, als één gezinslid er een keer niet bij kan zijn!
Laat het Bijbellezen praktisch zijn. Immers: Bijbellezen in het gezin is geen studieconferentie! Het is ook niet het moment voor goed doordachte toespraken of redevoeringen van de vader. Wees jezelf. Lang en saai Bijbellezen leidt er vanzelf toe dat je gezin er niet meer met de aandacht bij is. Stel vragen, zoals: Wat hebben we gisteravond gelezen? Wat vertelt dit gedeelte ons over God? Wat zegt God hier over onszelf? Wat zegt de Heer hier heel persoonlijk tot mij?
Lees in een bepaalde volgorde. Spring niet van de hak op de tak door de hele Bijbel. Vraag niet: Wat zullen we vanavond eens lezen? De Bijbel heeft een duidelijke opbouw en die is heel geschikt voor het lezen in het gezin. Laat de kinderen die opbouw tijdens deze dagelijkse momenten langzamerhand leren kennen.
Lees de Bijbel! Er zijn heel wat nuttige boeken en dagboeken voor kinderen die God kan gebruiken om hen te onderwijzen in de Schrift. Maar het is juist uitermate belangrijk dat we de Bijbel lezen. Kinderen moeten weten dat de Bijbel als Gods Woord voor ons het hoogste gezag is en dat andere boeken daarbij alleen maar een hulp kunnen vormen. Lees voor uit een Bijbelvertaling die voor de kinderen begrijpelijk is.
Bid samen als gezin. In ons gezin doen we het op twee manieren, afhankelijk van de beschikbare tijd. Voor we bidden, vragen we of er speciale gebedsonderwerpen zijn. Als we tijd genoeg hebben, bidden we allemaal, elk een kort gebed. En wanneer de tijd te krap is, bid ik namens het gezin. Rek je gebed niet te lang. Een gast vertelde ons een keer over een gezinssamenkomst dat hij als kind in een andere familie meemaakte. De vader bad en hij bad maar en hij ging maar door met bidden… De jonge gast fluisterde tegen zijn vriendje: ‘Hoe lang gaat je vader nog door met bidden?’ De jongen antwoordde: ‘O, nog heel lang; hij is nog steeds in het Oude Testament!’… (Wat helaas ook in samenkomsten wel voorkomt.)
En vervolgens: samen zingen! Wat een blijdschap! Ik ben vaak op bezoek bij een gezin waar de hele familie zingt onder begeleiding van een gitaar. Wat is het heerlijk als zo het hele gezin de Heer lofzingt!
Laat lof, dank en aanbidding ook niet te kort komen! De Heer verblijdt Zich, wanneer het gezin Hem samen aanbidding brengt. Wanneer je er een keer mee begonnen bent, zal iedereen ontdekken hoeveel redenen er zijn om de Heer te prijzen.
Vergeet ook de bijzondere gebeurtenissen niet. Bij gelegenheden zoals verjaardagen, slagen voor een toets of examen en jubilea laten we elkaar deelnemen aan onze dankbaarheid over Gods grote goedheid in ons leven. Het is een zegen voor de kinderen, wanneer zij zien hoe hun ouders reageren op Gods genadige werken in hun leven. Zo gaat ook de jonge generatie aanvoelen wat Hij in hun leven voor hen doet.
L.J.M. (Hilfe und Nahrung)
Bron: Uit het Woord der Waarheid, mei 2011
DE PINKELTJE-SERIE
DE PINKELTJE-SERIE
Een lezer mailde enkele vragen met betrekking tot het voorlezen in groep 1 van “Pinkeltje”, een serie boeken die in eerste instantie tamelijk onschuldig lijkt maar waartegen de lezer bij nadere beschouwing toch duidelijk bezwaren had. Onderstaand geven wij in iets gewijzigde vorm deze e-mail weer. Waar dit zinvol was, hebben wij de reactie van mevrouw Poelstra-Koster hierin opgenomen en cursief weergegeven. We hopen hierdoor meerdere ouders alert te doen worden op deze serie en ook te bemoedigen om waar nodig pal te staan. Ook willen we hierdoor handvatten geven om op een verantwoorde wijze naar de school te reageren.
Sinds dit schooljaar gaat ons oudste kind naar een positief christelijke school, waar de Bijbel als Gods Woord gezaghebbend is. Onlangs vernamen wij dat in groep 1 wordt voorgelezen uit het eerste boek van de Pinkeltje-serie: “De avonturen van Pinkeltje”, door Dick Laan. Deze serie bevat ook titels als: “Pinkeltje en de aardmannetjes”, “Pinkeltje en de boze tovenaar”, “Pinkeltje en de ijsheks”, “Pinkeltje en het gestolen toverboek”. Deze deeltjes worden beslist niet op school voorgelezen. Toch waren we er niet gerust op dat er wel wordt voorgelezen uit een boek in een serie die ook dergelijke titels bevat. Is een schrijver die ook zulke pennenvruchten levert, wel betrouwbaar? De juf gaf desgevraagd aan dat het eerste deeltje “tamelijk onschuldig” was en we mochten er wel eens inkijken.
Op het eerste gezicht lijken de verhalen inderdaad tamelijk onschuldig. In de eerste hoofdstukken beleeft Pinkeltje (het verzonnen mannetje dat zo klein is als je pink) avonturen bij enkele dierenfamilies, zoals de fam. Ooievaar, de fam. Mol en andere dieren in het bos, waarmee hij ook communiceert. Na enkele hoofdstukken belandt hij echter bij de fam. Muis, die ergens in een kelder woont van waaruit zij het gezin dat in dit huis woont gadeslaan. Als de mensen hen niet zien, komen Pinkeltje en de muizen tevoorschijn en beleven zo hun avonturen, maar ze doen ook dingen die de mensen later opmerken. Pinkeltje lijmt bijvoorbeeld ’s nachts het gebroken speelgoed van het jongetje en de volgende morgen vindt die het weer gelijmd terug. De moeder geeft als verklaring: “Dat zullen de kaboutertjes wel gedaan hebben.” Een andere keer brengt Pinkeltje ’s nachts een mooie bloem naar het bed van een ziek meisje, die zij de volgende morgen naast haar bed ontdekt. En zo zijn er meer dingen. Pinkeltje zorgt er goed voor dat hij niet door de mensen gezien wordt, maar de mensen zien wèl wat hij gedaan heeft en vragen zich af wie dat gedaan zou hebben.
We vinden dit toch wel dubieus. Fantasie (de verzonnen wereld van Pinkeltje) en werkelijkheid worden zodoende met elkaar vermengd. Is het goed dit aan kinderen voor te lezen? Vragen zij zich op een gegeven moment niet af wat er zich allemaal kan afspelen zonder dat zij het zien?
Kinderen uit groep 1 zijn hier inderdaad gevoelig voor. In de eerste plaats is het voor deze kinderen nog lastig om fantasie en werkelijkheid van elkaar te scheiden. U noemde zelf al, dat de wereld zoals het kind die kent en Pinkeltje verborgen op de achtergrond, door elkaar heen lopen. Dit maakt het onderscheiden voor jonge kinderen extra lastig. Een kleuter zou daarom best kunnen denken dat Pinkeltje misschien ook wel bij hem of haar thuis woont. De werkelijkheidszin is vaak nog niet sterk genoeg om bepaalde verschijnselen (zoals Pinkeltje, kabouters en elfen) te verbannen. In de tweede plaats is het logisch denken, zoals oorzaak –gevolg, zich volop aan het ontwikkelen. Als een kind bijv. plotseling iets kwijt is, kan het daarvoor zelf verklaringen gaan bedenken. Een kind dient hierin daarom goed begeleid te worden en er moet zorgvuldig worden gekeken welke verhalen (dit geldt ook voor Bijbelverhalen) wel of niet worden aangeboden. Als ouder wil je immers voorkomen dat een kind de wereld van Pinkeltje als werkelijkheid gaat zien of allerlei ”toevallige” gebeurtenissen gaat toeschrijven aan kabouters. Als dit een keer gebeurt hoeft hier niet krampachtig mee te worden omgegaan en het is ook niet ernstig aangezien het bij de leeftijd hoort, maar de kleuter hierin stimuleren is niet verstandig.
In de volgende delen gaat Dick Laan duidelijk stappen verder en wordt de lezer meegetrokken naar een wereld van elfjes, kabouters, enz. Zo bijvoorbeeld in het deel “Een grote verrassing voor Pinkeltje” (dat overigens op school niet wordt voorgelezen). Een meisje krijgt briefjes die opeens uit de lucht komen aanwaaien waarop staat wat ze moet doen. ’s Nachts wordt ze in haar slaap uit haar bed getrokken door elfjes die haar naar het bos brengen, waar ze wakker wordt en van alles gaat beleven. Als ze in de klas op het bord moet schrijven, lukt het haar niet de letters goed te schrijven, maar opeens voelt ze een hand die haar helpt om het toch goed te doen, enz. Een kleine greep van wat we in dit deeltje lazen. We vonden het gewoon beangstigend en voelden: dit is echt helemaal verkeerd, hier worden we meegetrokken naar een “andere wereld” en we gaan, denken we niet te ver, als we zeggen dat dit de wereld van de boze geesten is. En dan hebben we nog niet eens kennis genomen van de deeltjes die we in de eerste alinea genoemd hebben.
Waar wij ons zorgen om maken is dan ook het volgende. Indien het eerste deeltje nog “tamelijk onschuldig” genoemd kan worden, maar de serie zich ontwikkelt in een richting die duidelijk verkeerd is, is het dan verstandig de kinderen zodoende vertrouwd te maken met Pinkeltje? Ook al worden de andere delen niet voorgelezen, dan toch zullen de kinderen, als ze ouder zijn en zelf naar de bibliotheek gaan zien dat er nog meer delen van zijn en wellicht een volgend deel meenemen dat echt helemaal verkeerd is. Misschien zal een oplettende ouder nog vragen wat het kind meegenomen heeft, maar als het kind antwoordt: “O, Pinkeltje, dat las de juf ook voor in groep 1”, dan zal menig ouder niet verder kijken.
Zoals u kunt lezen in het artikel: “Niks moet, maar alles mag (deel 2)”, geplaatst op de website van Bijbel & Onderwijs, wordt hier ook een punt onder de aandacht gebracht over boeken die in series verschijnen en de verslavende werking hiervan. Het gaat erom dat als men boeken beoordeelt, men ook moet meenemen in zijn of haar overweging of het boek al of niet in een serie verschijnt. Bij Pinkeltje is dit het geval. Hoewel de deeltjes los te lezen zijn, is het wel zo dat voor wie Pinkeltje een vriend geworden is, de kans groot is dat hij of zij hier meer over wil lezen.
Wij weten niet of Dick Laan zelf bewust ervoor gekozen heeft om het eerste deel (misschien eerste deeltjes) tamelijk onschuldig te houden en vervolgens een andere richting uit te gaan. Wij herkennen hierin duidelijk de tactiek van de vijand, die zich op verschillende wijzen kan voordoen (als een engel des lichts, als een brullende leeuw of tamelijk onschuldig – neutraal zogezegd). We zien dan, dat hij het vertrouwen wint van de argelozen door zich tamelijk onschuldig voor te doen, hen vervolgens stapsgewijs vertrouwd laat worden met minder onschuldige zaken en zo langzaamaan hen meevoert naar “beneden”. Wij hebben daarom bezwaar tegen deze hele serie.
Dit is iets wat men veel terug ziet in zowel boeken- als televisieseries, maar ook in bijv. visualisatieoefeningen voor kinderen ziet men vaak een opbouw. Er zijn heel veel delen van Pinkeltje geschreven. De wereld waarin het leven van Pinkeltje zich afspeelt, zie je dan ook steeds meer vorm krijgen en uitbreiden.
De schrijver schept met zijn verhalen een wereld waarin plaats is voor onder andere heksen, elfen en magie. Pinkeltje, het mannetje niet groter dan je pink, zou je een kabouter kunnen noemen, hoewel de schrijver dit bewust niet doet. Zoals u op de site van Bijbel en Onderwijs in diverse artikelen kunt lezen, ziet de vereniging de wereld zoals Dick Laan die heeft geschapen niet als onschuldig. Als u op de zoekmachine van B&O (rechtsboven in de hoek) kabouters of elfen intypt, zult u artikelen hierover kunnen vinden. Hier kunt u vernemen hoe de vereniging zaken als ”kabouters” en ”elfen” (die volop in de verhalen van Pinkeltje aanwezig zijn) beoordeelt. Zie bijv. het artikel: “Kabouters, sprookjes of werkelijkheid”.
U hebt duidelijk onderbouwd wat uw bezwaren zijn. Al zou Pinkeltje geen enkele nadelige invloed op het kind hebben, dan nog zijn zorgen hierover niet overdreven, want de mogelijkheid dat dit een basis gaat leggen voor een onjuiste zienswijze of belangstelling op gaat wekken voor de ”verborgen wereld” is aanwezig (ook al is die mogelijkheid volgens sommigen klein). Bovendien moet niet worden vergeten dat kinderen opgroeien in een wereld waarin het occulte en het paranormale normaal is geworden. Occultisme wordt bij kinderen in toenemende mate op verschillende wijze onder de aandacht gebracht en van verschillende kanten wordt dit gestimuleerd. Het is niet meer zoals vroeger dat de waarzegger voornamelijk op een kermis stond en dat de kermis een verboden plek was voor christenen. Toen was het duidelijker, die scheidingslijn tussen goed en kwaad is vervaagd en misschien wel zo goed als weg. Willen wij dat onze kinderen leren onderscheiden en als het ware voelsprieten ontwikkelen, zodat zij zelf al jong doorhebben dat er iets niet klopt, dan is het zaak dat er thuis en op school onderscheid wordt gemaakt tussen licht en duisternis. Kinderen hebben behoefte aan een duidelijke richting. Er komt veel op hen af, maar door thuis en op school duidelijk een grens te trekken leren kinderen al jong wat wel en niet kan.
Een leerkracht kan nooit weten wat een kind doet met datgene wat hij of zij voorleest. Daarom is het beter om verhalen waarbij een leerkracht of ouder twijfels heeft, niet voor te lezen. Dit ongeacht of de twijfels terecht of onterecht zijn. Het is onnodig om hierover een discussie aan te gaan, omdat men hier vaak niet uitkomt. De leerkracht doet er dan goed aan de standpunten van de ouder te respecteren en zelf voor een alternatief te kiezen. Andere ouders die het anders zien kunnen dan thuis zelf anders beslissen voor hun kind.
Naschrift: de lezer heeft bovengenoemde bezwaren kenbaar gemaakt bij de leerkracht, wat uiteindelijk tot gevolg heeft gehad dat er niet meer in de klas uit “Pinkeltje” wordt voorgelezen.
Naam en adres van de lezer bij de redactie bekend.
ROCK AND ROLL EN HET MYTICISME VAN DE EINDTIJD
“Het teken van demonische muziek is niet de woorden, maar de muziek zelf.”
Rock muziek, in al zijn vormen, wordt de laatste tijd steeds meer algemeen aanvaard, ook in de christelijke eredienst. Het debat daarover, lijkt voor velen misschien beslecht, maar het nieuwste boek van David Cloud, ‘The God of End-Times Mysticism’ (De god van het mysticisme van de eindtijd), bepaalt ons op indringende wijze met de werkelijke achtergronden en het doel van deze muziek. We lezen directe aanhalingen van diverse musici, die ernstig tot nadenken stemmen. Het hele gedachtegoed staat haaks op wat de Bijbel ons leert en is buitengewoon misleidend en gevaarlijk. Het volgende is een samen-vatting met diverse directe aanhalingen.
De meest effectieve vorm van mysticisme
(Cloud) Ik geloof dat rock & roll de meest effectieve vorm van mysticisme is in onze samen-leving. Het is niet verwonderlijk dat rock & roll door de huidige christenheid is binnenge-haald, want het heeft de kracht die men tegenwoordig zoekt, de kracht om sterke emoties te creëren. Het heeft letterlijk de kracht om de controle over te nemen en je in de wereld van de geesten te brengen. Rock & rollers hebben hun muziek al heel lang beschreven in sterke spiri-tuele en religieuze termen, maar met ‘geestelijke bezieling’ in de volgende aanhalingen wordt niet de Heilige Geest bedoeld. Het spreekt over ‘de god van deze wereld’ die zich voordoet als een engel van het licht (2 Cor 4: 4; 11: 14).
Wat zeggen de musici zelf?
Rockhistoricus Michael Moynihan zegt: “In spirituele termen is deze muziek een magisch instrument, een middel om te communiceren met de goden” (Lords of Chaos: The Bloody Rise of the Satanic Metal Underground, p. 1).
Craig Chaquico van de Jefferson Airplane zegt:
“Rockconcerten zijn de kerken van vandaag, muziek brengt de mensen in een geestelijke wereld; alle muziek is god” (Dan and Steve Peters, Why Knock Rock? p. 96).
Jimi Hendrix begreep de kracht van rock & roll als mysticisme:
“Rockmuziek is meer dan muziek, het is als een kerk” (Jimi Hendrix, The Dick Cavett Show, July 21, 1969). “We maken de muziek zo, dat het elektronische kerkmuziek is, een nieuwe bijbel, die je in je hart kunt dragen.”
“De muziek is in zichzelf spiritueel.” (Jimi Hendrix, interview with Robin Richman “An Infinity of Jimis,” Life magazine, Oct. 3, 1969).
“De sfeer gaat komen door de muziek en omdat de muziek spiritueel is in zichzelf, hypnotiseer je mensen, zodat ze direct teruggaan naar hun natuurlijke staat, het idee is om de juiste vorm en proporties te kiezen, dan is het alsof de mensen voelen dat ze naar een andere wereld gaan, een meer heldere wereld. De muziek vloeit vanuit de lucht, daarom treed ik in contact met een geest (zie: Efeze 6; SW) en als de mensen neerkomen, vanuit deze natuurlijke hoogte, zien ze helderder” (Jimmy Hendrix, rock star, Life, Oct. 3, 1969, p. 74).
Bruce Springsteen opende zijn rockconcerten met de woorden: “Welkom bij de eerste kerk van de rock, broeders en zusters.” Hij getuigde dat hij dood was, totdat rock & roll zijn leven veranderde.
USA Today beschreef een Springsteen-concert met de volgende woorden: “Hier wordt een fantastische muzikale ‘chemistry’ ervaren, Springsteen en zijn E Streeters veranderen de Meadowlands’ Continental Airlines Arena (in East Rutherford, New Jersey) in een rauwe opwekkingstent met thema ‘s als: verlossing, redding en opstanding door rock ‘n roll gedu-rende de vier uur durende show (USA Today, July 19, 1999, p. 9D).
Robbie Kreiger, guitarist voor The Doors zei: “De leden van de muziekgroep of ’band’ zijn opwekkers tot nieuw godsdienstig leven en zullen het publiek een religieuze ervaring doen ondergaan.” (Break on Through: The Life and Death of Jim Morrison, p. 190).
Judy Mowatt, een van Bob Marleys ‘back up’ zangers zei: “Op de tournee waren de shows als een kerkdienst, Bob gaf de preek. Er waren gemengde emotionele reacties bij het publiek, je zag mensen letterlijk huilen, helemaal waanzinnig worden in een religieuze/spirituele trip (‘high’). Er was een kracht die je daar naar toe trok, het was een ‘gereinigd’ gevoel…maanden – en soms jarenlang blijft het bij je” (Sean Dolan, Bob Marley, p. 95).
‘Grateful Dead’- concerten zijn beschreven als: ‘een plaats van aanbidding’, de band was de hogepriester, het publiek de gemeente/kerkleden, de ‘songs’ de liturgie en het dansen het ge-bed” (Gary Greenberg, Not Fade Away: The Online World Remembers Jerry Garcia, p. 42).
Een muziekkritikus beschreef de concerten van de Backstreet Boys als ‘worship’ (aanbidding) (Express Writer, August 16, 1998).
Jim Morrison van The Doors zei, “Ik voel me geestelijk als ik optreed” (Newsweek, Nov. 6, 1967, p. 101).
Michael Jackson zei: “Bij veel gelegenheden, als ik dans, voel ik me aangeraakt door iets heiligs. Tijdens zulke momenten voelde ik mijn geest uit mijn lichaam stijgen en één worden met alles wat bestaat” (Steve Turner, Hungry for Heaven, p. 12).
George Harrison zei: “Door de muziek bereik je de geestelijke wereld, muziek is zeer betrokken in het spirituele, het geestelijke, zoals we weten van de Hare Krishna mantra” (Turner, p. 71).
Sting, van de rockband Police, zei: “De pure essentie van muziek is zeer spiritueel” (Musician, Feb. 1987, p. 41). Hij zegt: “Mijn religie zou muziek zijn en ik heb zojuist mijn eerste sacrament ontvangen” (Hij had net de Beatles gehoord, toen hij 11 jaar was). (USA Today, Jan. 27, 1984, p. 2D).
Rock My Religion (Rock mijn religie) is een documentaire door Dan Graham, dat de aard van rock & roll als religie beschrijft voor miljoenen mensen.
Aldous Huxley, drugs, occultisme en Oosterse godsdiensten
Een ander element van het mysticisme van rock & roll is het wijdverbreide gebruik van drugs.
In dit verband is het interessant om te kijken wat Aldous Huxley (1874-1963) hiervan zei. Huxley was een in Engeland geboren mysticus, die geloofde dat hij door het gebruik van drugs/hallucinerende middelen ‘verlicht’ werd. Als jonge man zweerde hij het dogmatisch geloof volledig af (Anne Bancroft, Twentieth-Century Mystics and Sages, p. 8). Hij ging van het ene mystieke pad naar het andere “als een sprinkhaan”. Hij studeerde hypnose, psychische verschijnselen, meditatie, automatisch schrift (schrijvend medium) en andere zaken, maar hij was in het bijzonder aangetrokken tot het hindoeïsme en het boeddhisme. In 1925 bezocht hij Indië. Hij kende J. Krishnamurti en Swami Prabhavananda.
In de dertiger jaren van de vorige eeuw, terwijl hij vedantische hindoeïsme studeerde onder de leiding van Gerald Heard, de grondlegger van het Trabusco College in California, schreef Huxley The Perennial philosophy (De eeuwige, universele filosofie). Hierin bespreekt hij de leringen/dogma ‘s van verschillende mystieke meesters en beschrijft hij zijn religieuze stand-punten. Huxley beweert, dat ze gebaseerd zijn “op directe ervaringen”, een mystieke benade-ring dus. Maar het was in 1952 dat Huxley zei, dat hij eindelijk de werkelijke, volledige en echte verlichting had ontvangen/ondergaan. Dat was door het gebruik van mescaline (een drug). Hij zei dat deze ervaring “de deur naar begrijpen had gereinigd.” Hij bleef drugs ge-bruiken, inclusief LSD, tot het einde van zijn leven. Op zijn sterfbed gaf zijn vrouw hem LSD en zat ze naast hem, terwijl ze hem voorlas uit het extreem occulte Tibetaanse dodenboek.
In zijn boeken: The Doors of Perception and Heaven and Hell (De deuren van de waarneming en Hemel en Hel) beschrijft Huxley zijn drugexperimenten in termen van spirituele verlichting. Hij dacht dat het brein werkte als een filter of als “een reduceerventiel” dat niet gemakkelijk verbinding kon maken met de “brede, alles omvattende menselijke geest.” Door drugs, yoga en ascetische oefeningen zou de filterende functie van het brein verzwakt worden, zodat je kunt ‘intappen’ in de waarheid.”
Huxleys invloed op de rock & roll muziek
Huxley heeft een grote invloed gehad op de rock & roll muziek en op de moderne wereld, in het algemeen. De rockgroep van de zestiger jaren, The Doors, had de naam voor de groep gekozen n.a.v. de theorieën van Huxley. Ook zij gebruikten muziek en drugs als een deur naar ‘de andere ‘kant’, om naar de (occulte) wereld, de wereld van de geesten door te breken. De leidende zanger van hun groep, Jim Morrison werd beschreven als een ‘electric’ shamaan. Eén van z ‘n groepsleden zei: “Als de Siberische sjamaan zich klaar maakt om in trance te gaan, komen alle dorpsbewoners bij elkaar en spelen, met wat voor instrumenten ze ook hebben, om hem ‘uit te zenden’. Met The Doors ging het op dezelfde manier, als we optraden. Ik denk dat ons gebruik van drugs ons sneller daarin leidde (in de trance – ‘state’/ervaring)” (The Doors keyboardist Ray Manzarek, cited by Jerry Hopkins and Daniel Sugerman, No One Here Gets out Alive, pp. 158-60).
Rock & roll is vanaf het begin geassocieerd geweest met eindtijd-misleiding. Niet inzien dat satan achter de moderne popmuziek-rage zit, is hetzelfde als het afwijzen van het duidelijke onderwijs van de Bijbel dat satan de god van deze wereld is (2 Cor 4: 4) en de “geest die nu werkt in de kinderen van de ongehoorzaamheid” (Ef 2:2) en de kracht achter “het geheimenis van de wetteloosheid is, die werkt in de wereld (2 Thess 2:6-10).
David Cloud
HARTCOHERENTIE-THERAPIE
Hartcoherentie-therapie is ín.
Steeds meer psychologen, psychiaters, fysiotherapeuten, huisartsen en cardiologen doen er hun voordeel mee. In steeds meer, ook Nederlandse, ziekenhuizen wordt de methode aangeboden. Maar ook in veel basisscholen in Nederland worden aan de kinderen hartcoherentie-technieken geleerd, waardoor de schoolprestaties omhoog zouden gaan en de faalangst aanzienlijk vermindert. Ook zijn er inmiddels veel bedrijven die deze methodiek gratis aanbieden aan hun personeel. HeartMath Benelux, dat de hartcoherentietrainingen verzorgt in de Benelux, zegt op haar website: ‘Onze missie is mensen en organisaties vitaler te maken, hiermee bedoelen we een staat van minder stress en meer balans en tevredenheid. Onderzoek wijst uit, dat deze staat niet alleen leidt tot een betere gezondheid, maar ook tot hogere prestaties.’
Begripsomschrijving en geschiedenis
Hartcoherentie is de regelmatige afwisseling in versnelling en vertraging van het hartritme, die ontstaat door samenwerking van het sympathische[1] en parasympathische zenuwstelsel: de hartritmevariabiliteit (HRV). De tijdsintervallen tussen hartslagen veranderen voortdurend. De ademhaling veroorzaakt namelijk drukverschillen in de borstkas. Sympathische activiteit stemt overeen met inademen en staat voor stimulatie, paraatheid en versnelling. Parasympathische activiteit stemt overeen met uitademen en staat voor kalmering, vertraging en rust. Door angst, stress of depressie treedt een verstoorde balans tussen sympathische en parasympathische activiteit op, die hersteld kan worden door een toename van de parasympathische activiteit[2]. Een hoge hartcoherentie is op de biofeedbackapparatuur te zien aan een gelijkmatig sinus-golfachtig patroon in de HRV en een groen balkje.
Als apparatuur staat ter beschikking de emWave Desktop met een vinger- of oorsensor die de hartslag meet of een draagbare, mobiele emWave Personal Stress Reliever ter grootte van een mobiele telefoon.
De methode is ontwikkeld door het HeartMath Institute, dat in 1991 opgericht is door de internationaal bekende stressspecialist Doc Lew Childre in Californië (USA). HeartMath toonde aan, dat emoties veel sneller en krachtiger zijn dan gedachten. En dat – als het om het menselijke lichaam gaat – het hart veel belangrijker was dan de hersenen. Positief denken met je hersenen was weliswaar zinvol, maar positief voelen vanuit je hart gaf een geweldige impuls aan de gezondheid en aan effectief en creatief functioneren.
De Amerikaanse cardioloog Andrew Armour ontdekte in 1994, dat het hart over een eigen neuraal netwerk beschikt: het hartbrein. In tegenstelling tot wat voorheen gedacht werd, bleek niet zozeer het emotionele brein[3] het hart als wel het hart het emotionele brein te beïnvloeden. Zo zouden de signalen van het hart significante effecten hebben op onze emoties en ook op hogere hersenfuncties zoals begrip, focus, geheugen en probleemoplossing, een communicatie die zou verlopen via de variatie van het hartritme. Alle HeartMath-oefeningen, die klinkende namen hebben als Neutral, Quick Coherence Technique[4], Heart-Lock in, Freeze Frame, Attitude Breathing, Notice and Ease, Cut-Thru, kunnen gebruikt worden om het lichaam in staat van hartcoherentie (in ‘sync’ = synchroon) te brengen.
Basis
De kern van HCT of hartcoherentietraining bestaat uit het richten van de aandacht op de hartstreek, ademhaling (5-6 keer per minuut in- en uitademen) en positieve emoties[5] door middel van het oproepen van positieve herinneringen. Het effect van deze interventies is direct op de apparatuur af te lezen en helpt aldus bij het inslijten van nieuwe patronen en omgaan met stress. De drie basisstappen zijn ook zonder de apparatuur te gebruiken, bijvoorbeeld in stresssituaties, of als oefening tussendoor. De apparatuur functioneert als een soort thermometer. De hartcoherentie-oefening wordt beschreven door de Franse psychiater prof. David Servan-Schreiber in Uw brein als medicijn (2009).
Je kunt deze oefening bijvoorbeeld iedere dag 5 minuten doen. De methode kan je helpen om onmiddellijk je stress te verminderen. De stappen hartfocus, hartademhaling en hartgevoel nemen een minuut in beslag. Hoe meer je de methode traint op momenten dat je niet al te gespannen bent, lekker in je vel zit, hoe beter je deze kunt toepassen als je angstig bent of een paniekaanval dreigt te krijgen. Door deze oefening zorg je er ook voor dat de verstoorde biochemische balans in je hoofd zich weer herstelt. Aldus Servan-Schreiber.
HCT is een emotionele zelfregulatietechniek die de patiënt de mogelijkheid biedt een actieve bijdrage te leveren aan het verminderen van psychische klachten en het versterken van de positieve emoties. Hartcoherentie met behulp van de emWave Desktop zou leiden tot stressvermindering, meer energie en weerstand, meer emotionele balans, helderder kunnen denken waardoor je beter beslissingen kunt nemen en creatiever bent, betere communicatie met anderen, doordat je je beter kunt uitdrukken en beter kunt luisteren, beter kunt slapen. Onderzoek zou aangetoond hebben, dat hartcoherentie samengaat met een verlaging van de bloeddruk en het cortisol-niveau, een stresshormoon, en met een stijging van DHEA, een vitaliteithormoon.
Wetenschap en hartcoherentietraining
Er is steeds meer belangstelling voor hartcoherentietraining als behandelmethode voor psychische klachten. Er zijn aanwijzingen voor een gunstig effect bij angst, depressie en stressgerelateerde klachten. De methode wordt onder meer gebruikt door artsen, psychologen en fysiotherapeuten. Fysiotherapeut Herman de Vries komt in zijn afstudeerscriptie over hartcoherentietraining (2008) tot de conclusie, dat deze training volgens de module van HeartMath in principe bruikbaar is in het vakgebied fysiotherapie, maar hij noemt enige discussiepunten.
1. Zijn vakgebied is de afgelopen jaren steeds meer opgeschoven in biopsychosociale richting. Biofeedback maakt zelfs al deel uit van de vakinhoudelijke thema’s in de opleiding tot psychosomatisch fysiotherapeut aan de Hogeschool Utrecht. Maar in hoeverre past biofeedback als methode bij de van oorsprong biomedisch georiënteerde fysiotherapeut? De tegenwoordige fysiotherapeut maakt in tegenstelling tot vroeger steeds minder gebruik van hands-on technieken zoals masseren en daarentegen steeds vaker van hands-off technieken, bij voorbeeld loopbanden, crosstrainers, TENS, tape, APS en hartcoherentie.
2. Hoe sterk is de wetenschappelijke onderbouwing van deze interventie als verreweg het meeste onderzoek door het HeartMath Institute is verricht? Ook al worden diverse bevindingen ondersteund door enkele wetenschappers als Servan-Schreiber, nog meer onafhankelijke onderzoeken zijn beslist gewenst.
Spirituele elementen
In alle HeartMath-oefeningen staan de drie basisstappen centraal.
Hierin zijn de voor een christen ontoelaatbare ingrediënten van pranayama[7], visualisatie[8] en meditatie (mindfulness) terug te vinden.[9]
Hartcoherentie laat zich naadloos combineren met mindfulness[10]. Met hartcoherentie wordt het onderzoek naar spirituele wortels in divers alternatieve geneeswijzen afgesloten. Deze wortels zijn vaak oosters van afkomst. Het lijkt er alleszins op dat het oosterse denken een toenemend open deur vindt in het steeds meer ontkerstenende Westen.
Het oosters denken is ook niet meer weg te denken uit de gezondheidszorg.
Alvorens in te gaan op het komen tot een keuze bij de zoektocht van een christen naar verantwoorde alternatieve geneeswijzen zal eerst nagedacht worden over oosters denken in de Nederlandse ziekenhuizen, newage-denken in Amerikaanse ziekenhuizen, een toekomst met healende ziekenhuizen als tempels en de god van Ekron in de gezondheidszorg.
Drs. Ruud van der Ven
Dit artikel komt nagenoeg overeen met een hoofdstuk uit ‘Genezing uit het Oosten?’ eveneens van drs. Ruud van der Ven.
[1] Het sympathische zenuwstelsel is het deel van het autonome ofwel onwillekeurige zenuwstelsel, dat ervoor zorgt het lichaam in paraatheid te brengen (‘het gaspedaal van het organisme’) door de hartactie te stimuleren, de ademhaling te versnellen en het bloedglucosegehalte te verhogen. Dit doet zich voor bij verhoogde spieractiviteiten en stresssituaties (vecht-, vlucht- of vriesreacties). De tegenhanger, het parasympathische zenuwstelsel, zorgt voor herstel en rust, opslag en de energiehuishouding en overheerst tijdens ontspanning en slaap.
[2] En daarmee van de hartcoherentie.
[3] Het limbische systeem in de hersenen.
[4] Te gebruiken in acute stresssituaties, om ‘snel coherent’ te worden, en te voorkomen dat het lichaam in een staat van fight-fright-flight terecht komt.
[5] In plaats van positief denken gaat het bij hartcoherentie om positief voelen.
[6] Deze eerste stap heeft grote raakvlakken met mindfulness (aandacht zonder oordeel [of mentale plaatjes]).
[7] De hartademhaling. Onderdeel Heart Lock-in oefening: ‘Visualiseer dat je door je hart inademt en weer uitademt door je zonnevlecht’ (openen hart- en navelchakra).
[8] De gevisualiseerde ademhaling door het hart en de zonnevlecht; het advies om de positieve emoties ‘met al je zintuigen weer te voelen, ruiken, ervaren’; ‘met gesloten ogen het hart voorstellen als een bron van Liefde en wijsheid, het hart vullen met positieve emoties’.
[9] Met het advies (bij de Heart Lock-in oefening) ‘het positieve gevoel van waardering, liefde, compassie of zorg vast te houden en naar jezelf en anderen uit te stralen’ kan men op het terrein van energetische (afstands)behandeling (vergelijkbaar met magnetiseren, reiki) terecht komen.
[10] In het magazine van dec. 2010 is in een artikel Mindfulness besproken. Zie ook de websitebijbelenonderwijs.nl.