We zullen DV in een aantal artikelen personen zien, die allemaal iets in hun hand hadden.  We beginnen met Mozes en …………………….., ja u ziet het goed: Op de stippellijn  mag u uw eigen naam invullen. Voordat deze vraag tot u komt, kwam deze vraag tot de schrijver en het is zijn bede en wens, dat de Heere Jezus dit artikel gebruikt tot Zijn eer.

Toestand van het volk Israël
In Exodus 3:4 wordt  Mozes door God Zelf geroepen en naar Egypte gezonden,  om de Farao te zeggen, dat hij Gods volk moet laten vertrekken. Het doel was:”om mijn volk, Israëlieten, uit Egypte te leiden.” Veertig jaren zijn voorbij gegaan, nadat Mozes uit Egypte gevlucht was. Veertig jaren van slavernij voor de Israëlieten (2:23). Jaren waarin de Israëlieten zuchtten en het uit schreeuwden, “zodat hun hulpgeroep omhoog steeg tot God.”

Vier uitvluchten
Mozes  heeft vier uitvluchten om niet te hoeven doen wat God van hem vraagt:
a. Ex. 3:11:”Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?”
b. Ex.3: 13: “Hoe is zijn naam?” M.a.w. Hoe heet Degene, Die mij stuurt?
c. Ex. 4:1: ” Als ze niet geloven en niet naar mij luisteren …….. ?
d. Ex. 4:11: “…….want ik ben zwaar van mond en zwaar van tong.

 

Gods geduld
Hoe geduldig is God met Mozes. God neemt de tijd voor Mozes en Hij geeft antwoord op alle vier uitvluchten.
Op uitvlucht a Ex. 3:11:”Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?” “Ik ben immers met u!”  Mozes denkt heel klein van zichzelf, maar gebruikt het verkeerd, nl. om onder een opdracht van de Heere uit te komen.  Maar als Hij ons iets vraagt om te doen, mogen we weten, dat  we dat niet in eigen kracht hoeven te doen. Hij is immers met mij en u!

Gods hulp en bijstand
Op uitvlucht b. Ex.3: 13: “Hoe is zijn naam?”  M.a.w. hoe heet Degene, Die mij stuurt? Ook hier geeft de Heere antwoord in vers 14:”Ik ben,  die Ik ben.”  Doet dit ons niet denken aan het Nieuwe Testament waar de Heere Jezus  in Mattheüs 14: 27 de volgende woorden spreekt, als zijn discipelen Hem aanzien voor een spook: “ Houdt moed, Ik ben het, weest niet bevreesd.”
Zien we hier de Heere Jezus niet als Degene die moed geeft, als Degene Die de God van het Oude Testament is als de Onveranderlijke, in de gedaante van een mens, maar ook als Degene die de vrees wegneemt?

Het kan zijn dat als de Heere ons een opdracht geeft ( en Hij doet dat!) dat we net als Mozes, misschien geen moed hebben en bang zijn. Nu,  Hij is daar met u en mij en geeft ons moed en Hij neemt de vrees weg.

In mijn tijd in Kameroen moest ik voor onze christelijke boekwinkel belastingvrijstelling bepleiten bij een hoge ambtenaar van de belastingen. Ik had het steeds maar voor me uit geschoven, u kent dat misschien ook wel,  tot op een zeker moment dat de Heere me duidelijk maakte dat ik moest gaan. Ik vroeg de Heer met me mee te gaan, maar mij, voordat ik ging,  nog een vers uit Zijn Woord te geven.  Ik was voor mezelf in de Spreuken bezig en kwam bij hoofdstuk 29:25:”Vrees voor mensen spant een strik, maar wie op de Heere vertrouwt,  is onaantastbaar.”  Toen ik bij de man binnenkwam, bibberden mijn knieën. Hij vroeg wat ik

wilde. ‘k Legde hem de vraag voor en liet hem een aantal exemplaren van onze boeken zien en vertelde wat ze kosten. Zijn ogen begonnen te stralen, toen ik vertelde welk doel we hadden met deze literatuur. Niet voor geldelijk gewin, maar tot meerdere eer en glorie van de Heere Jezus!
Hij bleek ook een broeder in Christus te zijn.  (We kregen de vrijstelling! Niet omdat we elkaar herkenden als christenen, maar omdat we geen winstoogmerk hadden.) Hoe beschamend voor mij. In mijn auto ben ik maar eerst een half uurtje stil geweest ……………

Gods middelen
c. Ex. 4:1: ” Als ze niet geloven en niet naar mij luisteren …….. ?
Ook hierop had de Heere een antwoord: “Wat hebt gij daar in uw hand ?” Dat is ons thema. Ik wil hier straks graag verder op ingaan.

Gods leiding
d. Ex. 4:11: “…….want ik ben zwaar van mond en zwaar van tong.
De Heere antwoordt en laat niets over van Mozes’ uitvlucht: “Wie heeft de mens een mond gegeven…………  Nu dan ga heen. Ik zal met uw mond zijn en u leren, wat gij spreken moet.”
Ook hier is weer een bemoediging voor Mozes en zo ook voor ons:
Ik zal: a. met uw mond zijn, waarbij ik en u mogen bidden:
“HERE, stel een wacht voor mijn mond, waak over de deuren van mijn lippen;” Ps.141:3

b. u leren, wat gij spreken moet.
Hij zal ons dat wat we, bijvoorbeeld tegen onze kinderen moeten zeggen, en dat zijn soms moeilijke gesprekken, nietwaar, te binnen brengen, wanneer wij ons door Hem laten leren en leiden. Anderzijds is daar ook het gebed uit Psalm 19:15, dat iedere ouder mag bidden, voordat hij/zij een gesprek met zijn/haar kind(eren) aangaat:

“Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o Heere, mijn rots en mijn verlosser.”

 

Hoe belangrijk ons te spiegelen aan de Heere Jezus Zelf. Hij kon zeggen in Johannes 8:26: “ Ik spreek wat Ik van Hem gehoord heb, dat spreek Ik tot de wereld.” En in vers 28 van datzelfde hoofdstuk: “Doch dat Ik dit spreek, gelijk de Vader Mij geleerd heeft.”

Even praktisch
Hoe zal Hij ons leren, wat wij spreken zullen? Door het van Hem te leren! Te lezen in Zijn Woord en dat te bewaren in onze harten. Psalm 119:11

Toch blijft Mozes tegenstribbelen en uiteindelijk wordt de Heere boos op Mozes en geeft hem Aäron mee. Aäron, die hoewel hogepriester, niet bepaald een hulp zou zijn in sommige situaties. (Vergelijk  het gouden kalf).

Ik kom terug op punt c. Ex. 4:1: ” Als ze niet geloven en niet naar mij luisteren …….. ?
Ook hierop had de Heere een antwoord: “Wat hebt gij daar in uw hand ?” Mozes antwoordt hierop: “Een staf.”  Een staf is zo iets onbeduidends in onze ogen. Maar wat zien we? De Heere wil deze staf gebruiken om Zijn kracht en Majesteit te laten zien. Die staf, iets onbeduidends in onze ogen misschien, is belangrijk in Gods ogen: vs 17: ”Deze staf waarmede gij de tekenen moet doen, moet gij in uw hand nemen.”
Vs 20b:”ook nam Mozes de staf Gods in zijn hand.”  Wie z’n staf ook alweer?  Mozes’staf? NEEN! De staf van God!

Wat hebt u in uw hand?
Lieve zuster in de Heer, ik kom tot de kern: “Wat hebt u in uw hand ?” Misschien denkt u, dat wat ik in mijn hand heb, dat is zo eenvoudig, daar kan de Heere Jezus toch niets mee! O nee?  En die ene tekstkaart met een Bijbelvers erop aan die alleenstaande, die eenzame , zonder familie, of die hand op de schouder van dat ene meisje, dat net haar moeder verloor, of  dat kopje thee voor uw eigen kinderen?  Ik ben er zeker van dat u genoeg dingen kunt bedenken, die u in uw hand kunt nemen, waarmee u de Heere Jezus groot kunt maken en anderen kunt bemoedigen. Ogenschijnlijk onbeduidende dingen, die waardevol zijn voor de Heere Jezus, als u ze voor Hem gebruikt.

Ik denk aan een christin in Berlijn: Ze had wel eens met haar buurvrouw over de Heere Jezus gesproken, maar die was boos geworden en zei: “Hou me op over die Jezus.” Ze gebruikte zelfs woorden die in dit blad compleet misstaan. De christin ging teleurgesteld naar huis. Wat had ze in haar hand ? Niets! Daarom kon ze haar handen vouwen en bidden voor haar buurvrouw.
Op zekere dag hoorde deze christin dat haar buurvrouw behoorlijk ziek was. Ze vroeg de Heere wat ze moest doen. Ze ging naar de bloemenverkoper en kocht een mooie bos bloemen en ging naar haar buurvrouw. Met verbazing ontving de buurvrouw onze zuster en die werd alleen maar groter, toen ze de bos bloemen kreeg. Wat had ze in haar hand ? Een bos bloemen! Dàt en haar houding werd oorzaak dat er een opening kwam voor een goed gesprek en dat deze niet-gelovige vrouw de Heere Jezus vond.  Zo iets onbeduidends! Toch gebruikte de Heere  het.

Lieve broeder, wat hebt u in uw hand ? O, uw bijbel ? Mooi! En wat las u? Die ene tekst, die zo bemoedigend was voor u. Wat hebt u er verder mee gedaan? Gedeeld met uw vrouw, met uw zoon of dochter, met die collega, met die zieke, ik noem maar wat. Of hebt u de sleutel van uw kamer in uw hand, ga dan in uw kamer sluit hem af en bid nog eens voor uw kinderen. Hij (ver)hoort uw gebed.

Wat staat tot onze beschikking? Gods geduld, Gods hulp en bijstand, Gods leiding! En wat wij in onze handen hebben, maakt Hij tot Zijn middelen. Hoe onbeduidend ze in onze ogen ook zijn.

Het is wel heel persoonlijk, nietwaar? Maar de Heere is persoonlijk. En we hebben de vraag Wat hebt u in uw hand? te beantwoorden. Ga ik, gaat u hier iets mee doen?? Voor Hem?

A.Eysink

 

Dr. Lothar Gassmann heeft een in het Duits gestelde lezing de invloed van de tijdgeest op onze kinderen behandeld.  Hij begint met “De neomarxistische reformpedagogiek en haar gevolgen” en vervolgt met “Occultisme in de kinderkamer”, “Computerspelen en de gevaren”, “Verleiding door duisteren muziek” en eindigt met een “Waarschuwing” en de vraag “Hoe onze kinderen te helpen zijn”. Onderstaand artikel is het tweede deel uit zijn lezing.

Kansen en gevaren van de massamedia, vooral van televisie en internet

Voor- en nadelen

De voordelen van televisie zijn voor de hand liggend: de mens kan tegenwoordig uit totaal verschillende werelddelen te weten komen, wat er gebeurt – al is het ook gefilterd door de reporters. Hij kan dus “ver zien” (letterlijke vertaling van het woord “televisie”). Een fantastische uitvinding. Je kunt via het tv-toestel dingen zien, die niet in je eigen kamer zijn, maar zo maar ergens in de wereld gebeuren. Hetzelfde geldt voor internet, dat nog veel grotere mogelijkheden ontsluit van een wereldwijde communicatie en overbrenging van gegevens. De grenzen werden poreus, de afstanden kleiner en de informatie nam een hoge vlucht. Dat zijn positieve kanten, die we niet over het hoofd willen zien.

Toch moeten we ook de gevaren onderkennen, die vastzitten aan het gebruik van televisie en andere moderne beeldschermmedia (bijv. internet en computerspelletjes). Het eerste dat we willen noemen, zijn lichamelijke nadelen die verband houden met televisie e.d. Men denke alleen al aan het gebrek aan beweging. Als je voor televisie of computer zit, beweeg je immers niet. Veel kinderen spelen fysiek niet meer en zijn niet actief, maar passief en laten het over zich heenkomen. Dat werkt gemakzucht, toename van vet, spijsverteringsproblemen, storingen in de bloedsomloop e.d. in de hand.

Nog erger is de overvloedige prikkeling. Op de televisie is ondertussen een overvloed van programma’s – en het internet is intussen als een zee, waarin je kunt verdrinken. Veel kinderen (en volwassenen) zijn van die media helemaal niet meer weg te slaan. Als het gevaar van verslaving bestaat, helpt alleen maar één ding: radicaal kappen met die dingen. Verdere gevolgen voor de gezondheid kunnen nerveuze overspanning, slaapstoornissen en een overmatige honger naar meer zijn. Psychisch kan veelvuldig tv-kijken leiden tot passiviteit en lusteloosheid. Je gaat in de luie tv-stoel zitten, omdat dit prettiger is dan wanneer je zelf iets moet gaan ondernemen. Een beetje kort door de bocht: veel mensen zijn nauwelijks nog in staat uit hun luie tv-stoel op te staan.

Daar komt bij de tv nog de heel sterke sturing van buitenaf bij, het verlies van creatieve fantasie, de behoefte om alleen maar te consumeren, waardoor de ziel zich niet kan ontplooien en boven zich uit kan groeien, hetgeen het geluk blokkeert. Echte eigen gevoelens worden vervangen door gevoelens, die ontstaan door identificatie met gefingeerde fantasiefiguren. Daardoor ontstaat echter een wereldbeeld, dat in meerdere of mindere mate totaal vervalst is. Dat hangt natuurlijk af van de gekozen programma’s. De maatschappij veredelt of verruwt, het intermenselijk contact wordt versimpeld of besmeurd. Waarden worden omgekeerd; we zien dat immers heel sterk in de manier waarop huwelijk en gezin op de televisie wordt uitgebeeld. Er is nauwelijks nog een intact gezin, dat vertoond wordt. Als voorbeeld mag worden genoemd de intussen reeds klassieke serie “Goede tijden, slechte tijden”. Wat abnormaal is, wordt als gangbaar gezien. Het meeste dat vertoond wordt, is niet in overeenstemming met de Bijbelse opvatting over huwelijk en gezin.

Wat beïnvloedt de kijkcijfers?

Verder moeten we niet vergeten, wat ook iedere tv-programmamaker weet: wat kan eigenlijk nog door de beugel als tv-programma? Of  als computerspelletje? Daartoe enkele voorbeelden en nadenkertjes onder het aspect, dat het vooral niet mag vervelen:

  • oorlog past beter op de tv dan vrede,
  • misdaad past beter op de tv dan geen misdaad,
  • geweld past beter op de tv dan geweldloosheid,
  • rampen passen beter op de tv dan normale toestanden (hoewel ze toch buitengewoon zijn en zeker niet normaal),
  • oppervlakkigheid past beter op de tv dan diepgang. – De televisie is helemaal geen medium dat voor diepgang geschikt is als bijvoorbeeld een boek. Bij een boek kun je veel dieper gaan en dingen nog eens gaan lezen, verdiepen en echt begrijpen,
  • conflictsituaties en gevoelens zijn voor televisie beter geschikt dan rust en harmonie,
  • lust past beter op de tv dan tevredenheid,
  • hartstocht is beter dan rust,
  • het kwade is voor de uitbeelding beter geschikt dan het goede,
  • de dood kan gemakkelijker worden getoond dan het leven en
  • onvrede is gemakkelijker dan vrede.

Er moet nu eenmaal steeds actie, spanning en geweld worden geboden. De misdaad- en geweldfilms nemen immers steeds meer toe, ook pornografische films, hetgeen grote gevaren met zich meebrengt voor de persoonlijke karakterontwikkeling en het eeuwig zieleheil. Een verder aspect, waar je niet omheen kunt, is, dat beelden een heel bijzondere suggestieve kracht bezitten, ja ronduit hypnotisch kunnen werken. Beelden omgeven het denken heel sterk en dringen direct het onderbewustzijn binnen. De controle, de selectie (vermogen om te kiezen) wordt in sterke mate uitgeschakeld. Er blijft geen tijd meer over om er goed over na te denken.

Ik heb al vermeld, dat het gevaar van verslaving bij televisie en internet heel groot is. Reeds in 1971 heeft de Maatschappij voor Rationele Psychologie in München een onderzoek gedaan naar de uitwerking van de televisie, waarvan de uitkomsten ook heden nog van belang zijn. 184 gezinnen en alleengaanden hadden zich vrijwillig bereid verklaard om een jaar lang afstand van televisie te doen. Reeds na een maand gaf 10% van de proefpersonen het op. Na drie maanden liet 58% het “kassie” weer aansluiten. En in de vijfde maand hield ook de laatste het niet meer zonder tv uit. Ze waren er allen ook al eerder aan gewend. Toch zijn er tegenwoordig van de ca. 80 miljoen inwoners in Duitsland zo’n 2 miljoen, die nog steeds geen televisietoestel hebben – of er bewust afstand van hebben gedaan (zoals de schrijver).

Gezins- en geestelijk leven

Verder kan het gezinsleven erg te lijden hebben onder overdreven mediagebruik. Spanningen en conflicten worden niet meer onder elkaar opgelost. De huwelijkspartners voor het elektronisch medium kijken elkaar niet meer rechtstreeks aan, maar ze kijken dezelfde kant uit naar het beeldscherm, zodat er niet gepraat hoeft te worden. Dat lijkt eerst eenvoudiger, maar de dingen worden er daardoor niet meer verwerkt. Dat hoeft niet zo te wezen, maar in veel gezinnen neem ik dit waar.

Zo’n passiviteit is bijvoorbeeld te vinden bij quizuitzendingen. In plaats van met de kinderen in het gezin zelf een quiz te maken, wat veel interessanter is, zit men passief  naar quizuitzendingen te kijken. Je moet het spel natuurlijk kopen en zelf spelen, maar de kinderen zijn erg dankbaar, wanneer je de tijd neemt om zelf met hen te spelen en hen niet neer te zetten voor speluitzendingen.

Als doorslaggevend aspect moet niet vergeten worden, dat bij christenen het geestelijk leven zeer te lijden kan hebben door televisie en twijfelachtige internetbeïnvloeding – en wel door de inhoud van hetgeen tegenwoordig wordt vertoond. Hiervoor een kleine anekdote: een gelovig christen, die geen televisietoestel had, kreeg dit als cadeau van de familie. De klantenservice bracht het thuis. De verpakking van het toestel droeg de zinvolle reclameslogan: “Met dit toestel komt de wereld in uw huis!” Dat maakte de man wakker en hij liet het toestel per omgaande naar de firma teruggaan.

Je kunt erom lachen, maar er zit een diepe achtergrond achter. Natuurlijk hoop ik, dat ieder die ondanks die waarschuwingen een televisietoestel heeft, zoveel controle bezit om de knop te hanteren, wanneer een uitzending of programma geestelijk geen opbouwende werking heeft (en dat is toch praktisch altijd het geval). De ervaring laat echter zien, dat – als ze er al zijn – maar heel weinig mensen bestaan, die niet verslaafd raken aan de beeldschermmedia. In zoverre is het beter om zich zo mogelijk meteen al niet in gevaar te brengen en de bron van verzoeking (bijv. het tv-toestel) te mijden.

Wat betreft internet, zijn er ondertussen heel goede filter- en beveiligde kinderprogramma’s, die immoraliteit, geweld e.d. eruit filteren. Zulke programma’s moet je als christen in ieder geval kiezen, voor het geval je om beroeps- of communicatieredenen (e-mail) niet kunt afzien van computer en internet. Maar de beste en alleen effectieve “beveiliging” in al die dingen is en blijft de liefde tot de Here Jezus Christus en de gehoorzaamheid aan Zijn goede geboden. Natuurlijk kan menigeen onderzoeken, of hij als consument van die dingen tot de sterken of  zwakken behoort (Romeinen 14). In elk geval is het beter “het oog uit te rukken” (Mattheüs 5:29), d.w.z. de bron van verzoeking te mijden dan met een ziend oog, maar niet gered de eeuwige verdoemenis in te gaan.

Opvallend!

Een interessante waarneming van wat momenteel in de televisietechniek mogelijk is: er zijn in de Verenigde Staten proeven genomen en men heeft uit een film slechts één enkel beeld eruit geknipt bij 22 doorlopende beelden per seconde. Men heeft dit beeld vervangen door een reclamespot met een colafles. Bij het experiment met een testfilm is de toeschouwers niet verteld, wat er vertoond wordt. Maar dat ene beeld met de colafles in een fractie van een seconde heeft ertoe geleid, dat de meerderheid daarna behoefte had om cola te gaan drinken. Men moet zich eens voorstellen, dat er iets occults of pornografisch werd ingelast – wat een invloed dat zou hebben op het geestelijk leven. Dat is technisch mogelijk, maar momenteel nog verboden. Maar sinds de particuliere zenders in opmars zijn, is er haast geen houden aan. En dan blijkt, hoe het onderbewustzijn direct kan worden gemanipuleerd door het beeld. Laten we ten aanzien van het manipuleren, dat tegenwoordig aanwezig is, waakzaam zijn!

Er zijn christelijke initiatieven zoals de groep “Meer Evangelie in de media”, die in de particuliere kanalen van enkele steden en via internet toegang heeft gekregen tot uitzendmogelijkheden van christelijke programma’s. Maar helaas is het meestal zo, dat de andere kant het meeste gewicht in de schaal legt. En veel van de “christelijke” programma’s, die via publieke of particuliere kanalen worden uitgezonden, bevatten een verkort of vervalst (bijv. liberaal of pseudocharismatisch) “evangelie”, zodat je er helaas eerder tegen moet waarschuwen dan dat je zulke uitzendingen zou kunnen aanbevelen. Enkele weinige uitzonderingen bevestigen hier de regel.

Dr. Lothar Gassmann

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is met Neurolinguïstisch programmeren (NLP) net als met de denkrichting new age: het is overal aanwezig, maar er is weinig verweer meer. NLP is een psychotechniek die met allerlei middelen psychische problemen probeert weg te werken. De heer Ratelband heeft in ons land dit programmeren gepopulariseerd. Een fobie? Neem een cursus NLP! Vuurlopen of in glasscherven springen doe je met NLP. Omzet verhogen? Volg een cursus NLP! Snellezen op de basisschool en bij het voortgezet onderwijs? NLP!!  

NLP: Een nieuwe godsdienst?

Kernpunten NLP

NLP is een samentrekking van technieken uit verschillende wetenschappen welke is ontstaan in de Verenigde Staten. NLP maakt gebruik van diverse occulte technieken onder pseudowetenschappelijke namen, zoals regressietechniek (in trance reparaties uitvoeren in het verleden en zelfs in vorige levens). De grondregels van NLP staan in diverse opzichten haaks op de Bijbelse grondregels, zoals het maakbare mensbeeld en grenzen soms aan het occulte, zoals de zielsverhuizing en de ‘positieve bezetenheid’.

Volgens de Nederlandse vereniging voor NLP, NVNLP, is Neurolinguïstische programmering de studie van het mechanisme waar de mens gebruik van maakt bij het opdoen en genereren van subjectieve ervaringen, gedrag en communicatie. Dit mechanisme wordt via modellen in kaart gebracht, waardoor die modellen toegankelijk en overdraagbaar worden en zodoende door een ieder, via een set van technieken kunnen worden aangeleerd. Anders gezegd: NLP is een methode die je leert je eigen brein te besturen. Tot zover de definitie van NLP volgens NVNLP

NLP’ers manipuleren het gedrag van andere mensen. Het gedrag wordt beïnvloed door gebruikmaking van allerlei “technieken” die hen traint om op kleine details te letten in het gedrag van de ander. Het doel is het opbouwen van een vertrouwensrelatie zonder zichzelf open te stellen. Na het winnen van dit vertrouwen zal er gemanipuleerd worden ten voordele van het doel van de NLP’er. Dit doel zal bij een beginnend NLP’er vooral op zichzelf gericht zijn. Voordeel halen uit het gebruik van de aangeleerde technieken zal echter snel naar meer smaken.

Wat uit de definitie van NVNLP niet naar voren komt, is de verder gaande ingreep in het leven en welzijn van de betrokken NLP’er. Om nog “succesvoller” te kunnen zijn zal de NLP’er trainingen krijgen in hypnose en concentratie en zodoende steeds verder meegetrokken worden om contact te leggen met de “helpers” in de geesteswereld. Hierbij worden uiteindelijk zowel technieken gebruikt uit de oosterse godsdiensten als de eeuwenoude (soms lang vergeten) technieken die sjamanen hanteerden, voordat het christendom zijn intrede deed. Uiteindelijk zal het doel van een NLP’er veranderen van voordeel voor zichzelf naar het dienen van de demonen die hij tegen zal komen in de geesteswereld.

Stromingen als basis voor NLP

Naast de genoemde kenmerken en achtergronden van NLP is er onmiskenbaar een voedingsbodem gecreëerd waarop de grondleggers van NLP hun theorie aan zoveel mensen kwijt konden. Er is gebruik gemaakt van de invloeden van oosterse godsdiensten en zelfs enkele natuurgodsdiensten die al lang uitgestorven zijn. Maar deze invloeden zijn niet genoeg om het aantal volgelingen te werven die NLP nu heeft. We zullen in onze eigen cultuurhistorie terug moeten kijken om te zien waar NLP op in kan spelen. In de historie zal een tendens moeten zijn om de mens centraal te stellen in plaats van God. Dat brengt ons al gauw op zowel de verlichting als de romantiek die een reactie op deze verlichting is. Beide hebben kenmerken die zich lenen als voedingsbodem voor NLP. Zonder uitputtend te willen zijn hierbij een opstelling van enkele tegenstellingen tussen verlichting en romantiek:

  • Voelen (romantiek) boven denken (verlichting).
  • Het subjectieve (romantiek) boven het objectieve (verlichting).
  • Synthese en holisme (romantiek) boven analyse (verlichting).
  • Het ambigue (= dubbelzinnige) en ironische (romantiek) boven ondubbelzinnigheid en helderheid (verlichting).
  • Kunst (romantiek) boven wetenschap (verlichting).
  • Het spirituele (romantiek) boven materialisme (verlichting).
  • De mens die deel van de natuur uitmaakt, boven de mens die boven de natuur staat en haar probeert te gebruiken.

In de verlichting zie je duidelijk de tendens om de mens (en vooral zijn intellect) centraal te stellen. Je hoeft geen verantwoording meer te voelen ten opzichte van God. De geestelijke leegte die dit uiteindelijk veroorzaakt, maakt dat mensen toch gaan zoeken naar een andere opvulling die dan weer deels gevonden wordt in de spiritualiteit.

Met name in de romantiek waar subjectieve en spirituele belevingen meespelen, vinden we al gauw enkele fundamenten van NLP terug. Denk in het bijzonder aan het zoeken naar “jezelf”, het ontdekken van gevoelens door meditatie en het zoeken naar kwaliteit van leven zonder daarbij na te denken over de Schepper hiervan. In werken van schrijvers en dichters uit de romantiek (zie bijvoorbeeld Ernst Theodor Amadeus Hoffmann) zijn hier voldoende voorbeelden van te vinden.

Binnen NLP zie je een zelfde soort gelaagdheid. De eerste kennismaking met NLP zal gepaard gaan met het aanleren van allerlei technieken om beter op te letten op kleine details bij gesprekspartners en hoe dat voor eigen gewin (“verbetering”) aan te wenden. Dit is op zich allemaal nog beredeneerbaar en logisch. Sommige van deze technieken worden zelfs geleend bij erkende wetenschappelijke toepassingen. Er wordt een beroep gedaan op het menselijk intellect om de aangeleerde technieken toe te passen. Maar al gauw kom je in het aanleren van NLP in aanraking met concentratieoefeningen en meer subjectieve technieken om “jezelf” beter te ontdekken. Het gevoel, het zien, het horen, het ruiken wordt onderhanden genomen om zaken waar te nemen die voor ander mensen niet waar te nemen zijn. Hier wordt vooral ingespeeld op het gebruiken van je fantasie. Gaandeweg wordt er steeds meer nadruk gelegd op het waarnemen van stemmen, zodat er uiteindelijk contact kan ontstaan met de geesteswereld. Dit laatste gaat nog steeds onder het mom van jezelf ontdekken.

Wat is dan het verschil tussen verlichting en romantiek enerzijds en NLP anderzijds? Het meest opvallende is de verdiepte contacten met de geesteswereld die bij NLP veel duidelijker wordt genoemd als kernpunt. Romantiek en verlichting dienden in de eeuwenlange ontwikkeling slechts als voorbereiding hierop.

NLP als organisatie

Aanhangers van NLP hebben zich steeds beter georganiseerd. Er zijn wereldwijde en landelijke verenigingen voor NLP opgericht die de theorie van de grondleggers van NLP uitdragen. Binnen deze verenigingen zijn regels gesteld voor de erkenning van de NLP-opleidingen en de graden die NLP’ers kunnen halen. Dit laatste geeft al aan hoe gelaagd de hele organisatie is. De grondleggers van NLP staan nog steeds bovenin deze hiërarchie. Om hogerop te komen in de organisatie zijn er allerlei inwijdingsrituelen gebaseerd op spirituele technieken. Hoe verder je in de organisatie komt, hoe meer je ontvankelijk bent voor de invloeden van de demonen. Dit alles wordt uiteraard niet met deze woorden verteld.

NLP als godsdienst

Het achterliggende doel is duidelijk. Mensen winnen door hen te lokken met voordeel en hen dusdanig te manipuleren dat ze meer voordeel gaan najagen en zich uiteindelijk laten verleiden tot het aangaan van contacten met de geesteswereld. Op deze wijze kunnen uiteindelijk alle religies ter wereld bijeen worden gebracht, zonder afbreuk te doen aan hun fundamenten. Behalve dan dat wij als christenen zouden moeten staan voor het feit dat er maar één God is en dat de enige weg naar God de weg van Jezus is. De uitgangspunten van NLP zijn met dit laatste onverenigbaar, zeker in het licht van Deuteronomium 29. Hierin wordt beschreven wat de consequenties zijn van het dienen van andere goden, alsmede het zoeken naar zaken die voor ons niet openbaar horen te zijn. Deze verborgen zaken mogen zeker niet, met welke techniek dan ook, worden opgeroepen.

Ondanks de ontkenning van de zijde van de NLP- aanhangers kun je hier veilig tot de conclusie komen, dat NLP uiteindelijk leidt tot het openstellen van jezelf voor ander goden. Het communiceren met de demonen in de geesteswereld en het opvolgen van hun adviezen staat gelijk aan het dienen van andere goden. Het dienen van goden staat gelijk aan het begrip godsdienst.

Het gevaar van NLP zit vooral in het aanbieden van deze godsdienst onder het mom van een set van technieken om van alles en nog wat aan jezelf te kunnen verbeteren. Begrippen als concentratie, meditatie, trance, subjectieve waarnemingen en spiritualiteit doen als gevolg van de verlichting en de daaropvolgende romantiek geen alarmbellen meer rinkelen.

Omgaan met NLP

Uiteraard wijzen wij vanuit onze overtuiging NLP af. Maar hoe moeten we omgaan met mensen die we in ons dagelijks leven tegenkomen? Bovendien wordt NLP niet alleen aangeboden door individuele personen, maar vaak ook via cursussen vanuit de werkgever. Ik heb van nabij situaties meegemaakt dat mensen op het werk deze cursussen moesten volgen in verband met een slechte beoordeling betreffende hun functioneren.

Naar een werkgever toe is de enige uitweg om op grond van geloofsovertuiging zulke cursussen af te wijzen. Het is zelfs zo dat NLP trainers geen mensen willen hebben die negatief staan tegenover de grondslag van NLP, dus heeft het voor een werkgever ook weinig zin om mensen hiertoe te verplichten. In dat geval zal een werkgever een cursusaanbod moeten bieden zonder NLP als basis. Hier komt het dus vooral aan op sterk staan in je geloof en erop vertrouwen, dat ondanks de dreiging van vervelende consequenties de keuze voor het christen- zijn zwaarder weegt.

Het is opvallend hoe mensen de moeite gaan nemen om meer aan hun “spiritualiteit” te werken op het moment dat ze kennismaken met NLP. Indien men dezelfde moeite zou hebben genomen om in gebed te komen met God, dan zouden de kerken en samenkomsten zonder uitzondering uitpuilen. Maar daarin ligt voor ons direct de grote kans om met NLP’ers in gesprek te komen. Indien je dan uiteindelijk erkent, dat er een “buitenaardse” macht is, waarom ben je dan nog nooit met een vergelijkbare inspanning in gesprek met God gegaan?

G.A. van  Charante

Meer weten over NLP in het licht van de achtergronden en de antwoorden vanuit de Bijbel hierop? Het boek “Neuro Linguïstisch programmeren in Bijbels perspectief” van drs. R.H. Matzken, ISBN nummer 90 5030 649 7 is uitgebreid en naar het boek “NLP/ Magie in een wetenschappelijk jasje?” van prof. dr. R. Franzke, zie webshop.

 

 

Een ouder wees op de trilogie The Hunger Games (= De hongerspelen) die aftrek vindt onder de jeugd en de film trouwens niet minder. Waarom? Berit Kjos heeft in een uitgebreid artikel de achtergronden belicht. Het onderstaande artikel is een bewerking daarvan.

Uit Wikipedia
De Hongerspelen is een adolescentenroman afkomstig uit de gelijknamige trilogie geschreven door de Amerikaanse schrijfster Suzanne Collins. Het boek werd voor het eerst uitgebracht in 2008 door uitgeverij Scholastic en werd gevolgd door nog twee boeken: Vlammen (2009) en Spotgaai (2010). Een film-adaptatie (= bewerking) van het boek, geregisseerd door Gary Ross en mede geschreven door Collins, verscheen in maart 2012 in de bioscoop.

Het boek
The Hunger Games is het tienerverhaal dat zich afspeelt in het tirannieke Panem, voorheen Amerika. Hoofdpersoon is de 16-jarige Katniss. Zoals George Orwell al wist, zetten gemeenschappelijke vijanden en festiviteiten aan tot solidariteit. Daarom organiseert Panem jaarlijks de Hunger Games die gelijkenis vertonen met de spelen in het Romeinse Colosseum. Twaalf jongens en twaalf meisjes tussen 12 en 18 jaar worden door loting aangewezen. Deze 24 “tributes” moeten elkaar doden tot er maar één overlevende is, terwijl heel Panem via de tv meekijkt. Als Katniss met twee anderen is overgebleven, moeten ze 21 wolfachtige mutanten bevechten die de 21 gedode “tributes” blijken te zijn.

Kritiek
Waarom worden de lezers zo gefascineerd: mysterieuze manifestaties en mythische reïncarnaties lijken plausibel in de sfeer van mythe, verbeelding en occultisme en ondertussen worden onrustbarende gedachten ingeplant in de denkwereld van de lezers (tieners)?

We zouden niet verbaasd moeten zijn over zulke sterke tegenstellingen met alle waarden en de geloofsovertuiging waar men voor staat. De thema’s passen in deze tijd. Ze wekken nieuwsgierigheid die moeilijk te bevredigen is en verspreiden corrupte waarden die toekomstig gedrag en voorkeur bepalen. Ze stompen de verlangens van onze kinderen naar Gods waarheid af.

Via school en entertainment zijn ze al afgestemd op een cultuur van mythe, geweld, sensuele prikkels en feministische superioriteit. Bijbelse waarheid is niet te verenigen met gedachteveranderende boodschappen waarmee ze gebombardeerd worden via internet, computerspelletjes, leeftijdsgenoten en boeken. De massa volgen is normaal, God volgen niet.

Onze kinderen zijn alleen veilig bij God,  terwijl ze Zijn wapenrusting dragen. Wij moeten bidden, dat God hen wil bewaren in Zijn liefde, zodat ze Hem kunnen leren kennen en Zijn Woord liefhebben.

 

 

Focustherapie,

focussen

Bijbelse duiding en weerlegging

 

Eén van de talloze psychotherapieën; onder invloed van Carl Rogers ontwikkeld door de psycholoog en filosoof Eugene Gendlin. De oorsprong van de therapie ligt in de humanistische en transpersoonlijke psychologie en is sterk beïnvloed door het boeddhisme en occultisme. Centraal staat de zelfverwerkelijking. De therapie, die inmiddels vele varianten onder verschillende namen kent, wordt in gechristianiseerde versie aangeboden. Vertegenwoordigers van de therapie proberen op alle terreinen hun invloed te doen gelden, tot binnen het pastoraat. Met betrekking tot dit laatste kan in het bijzonder gewezen worden op Refocussing Theory/Therapy en Insight Focused Therapy.

 

Het humanisme is in essentie een anti christelijke levensvisie, terwijl de transpersoonlijke psychologie geen ruimte biedt aan de God van de Bijbel en aan Jezus Christus. Wel staat zij open voor andersoortige religieuze transcendentale ervaringen. Om die reden is de invloed van boeddhisme en occultisme begrijpelijk. De gedachte van zelfverwerkelijking is volstrekt strijdig met de boodschap van het kruis, terwijl God en het goddelijke nooit zonder de weg van bekering en wedergeboorte in het innerlijk van de mens zelf te vinden zijn.

 

De Spinners zijn getraind in de Oosterse vechtkunst Spinjitzu, een eeuwenoude en krachtige techniek die alleen de Ninjago beheersen. Maar… verborgen in de schaduw en herrezen uit de onderwereld heeft Lord Garmadon kwade bedoelingen. Met zijn skeletleger wil hij de Ninjago’s verslaan. De Ninja’s denken, dat ze het tegen hem op kunnen nemen, maar is dat wel zo? Ze zijn nog niet Meesters van de Ninjitzu zoals Garmadon dat is. Ze beheersen nog niet de natuurlijke krachten: aarde, bliksem, vuur en ijs[i].

Wat is Lego Ninjago?

Zomaar een tekst waarmee ‘’Ninjago’’ een nieuw jongensthema van LEGO wordt gepromoot. Het thema, uitgebracht in januari 2011 omvat een nieuw speelconcept en richt zich op kinderen in de leeftijd van 6 t/m 14 jaar.  Het is een combinatie van bouwen en een universum vol mysterieuze krachten uit de Oosterse Ninja. Ninjago bevat zowel een speel-, spaar- als een bouwelement. Je kunt diverse bouwsets kopen en deze vervolgens opbouwen n.a.v. een bouwbeschrijving. Als het gaat om het spaar- en speelelement  heeft het iets weg van Pokémon. Alleen zijn er nu niet alleen speelkaarten met afgebeelde wezens die je kunt sparen en waarmee je kunt spelen, maar er zijn ook spinners. Hiermee kun je de Ninja en hun tegenstanders tegen elkaar laten strijden. Een spinner is vergelijkbaar met een soort tol.

Wat is de bedoeling van het spaar- en speelelement?

Iedere Ninja kan deelnemen aan het gevecht, genaamd Spinjitzu. Elke speler plaatst zijn minifiguur op een spinner en geeft hem één van zijn drie wapens. De spelers roepen: “NINJA…GO!”  en starten het spinnen en proberen zo de tegenstander(s) van de spinners te stoten. De minifiguur die als laatste nog staat, heeft gewonnen en krijgt het wapen van de verliezer(s). De spelers kunnen ook één van de duelkaarten inzetten, dit zijn unieke kaarten met daarop de wapenkeuze, kleur en specifieke krachten van het Legofiguur. Met deze kaarten kun je de wedstrijd beïnvloeden, je kunt de kaarten ook sparen. Verder heeft Ninjago onder andere zijn eigen website, Lego-producten, filmpjes, boeken, eigen verhaallijn met specifieke termen, games en trainingsvideo’s om echte meesters in deze vechtkunst te worden.

Hoe ziet Lego Ninjago eruit?

In een paar woorden: agressief, duister, afschrikwekkende en duivelse creaties bij de tegenstanders. Ieder karakter heeft zijn eigen afzonderlijke beschrijving. Om een indruk te geven, zal ik hieronder een voorbeeld  geven van een karakterbeschrijving:

  • Heer Garmadon, de tegenstander van de Ninjago’s:
  • wapenkeuze: bedrog (en staf,)
  • elementaire kleur: alle (niet in balans),
  • kracht: kracht van het vernietigen.
  • Heer Garmadon is geen skelet, maar hij is wel dood. Maar dat houdt hem niet tegen…. Eigenlijk maakt het hem alleen maar sterker! De koning van de onderwereld en zijn skeletten-leger helpen om Ninjago te vernietigen[ii].

Over Krazi (skelet van het licht) staat  het volgende geschreven: …super geladen met negatieve energie. Hij gebruikt een bot om levens te nemen en gebruikt het om iedereen een kopje kleiner te maken. Hij is vernietiging. Hij is explosief en gestoord[iii].

Wie of wat is een Ninja?

Een Ninja is van oorsprong een Japanse krijger die met alle middelen en ware doodsverachting zijn taak probeert te volbrengen[iv]. De vaardigheid (gevechtskunst) van de Ninja wordt ninjutsu genoemd en werd in het geheim beoefend. Naast vele wapens maakte de Ninja ook gebruik van psychologische oorlogsvoering.

Maakt de Ninja gebruik van mystieke  krachten?

Ninjutsu is evenals veel andere Oosterse vechtsporten niet los te koppelen van de Oosterse religies en filosofieën die in het land gewoon zijn en nauw met de cultuur en het denken van de mensen is verweven.  Als men spreekt over psychologische oorlogsvoering wordt deze dan ook vanuit de Oosterse denkwijzen geïnterpreteerd en toegepast.

 Elementen

De Ninja deelde de wereld in aan de hand van de godai, een term die afkomstig is uit het mikkyo-boeddhisme. Volgens dit concept zijn alle dingen opgebouwd uit de 5 volgende elementen: aarde, water, vuur, wind, leegte.

Deze symbolen werden gebruikt om de gemoedstoestanden van mensen te karakteriseren. Het was de kunst om het element in het karakter van de tegenstander te ontdekken. Bijvoorbeeld  ’medelijden’ komt overeen met de manifestatie ’wind’, als de Ninja dat had ontdekt in zijn tegenstander, kon hij de gedaante van een bedelaar aannemen, zodat de tegenstander geen aandacht aan hem zou besteden

Door dit systeem kon de Ninja de gedachten van de vijand manipuleren. Deze vijf elementen, die als classificatie voor alle natuurlijke fenomenen gezien kan worden[v] ziet men terug in hekserij, new age, de Chinese en Japanse filosofie. Dit systeem wordt op veel terreinen toegepast, denk hierbij aan de astrologie, traditionele Chinese geneeskunde of muziek. Om deze reden ziet men vaak in games en televisieseries (bijv. Pokémon) met een Oosterse achtergrond de toepassing en uitwerking van deze elementen.

Concentratie en meditatie

Een ander wezenlijk onderdeel van Oosterse religies is meditatie. Bij Ninjutsu gaat het om naar binnen gerichte en naar buiten gerichte meditatie (Zenstijl-meditatie en Tantra-stijl-meditatie). Beide maken deel uit van de training in de krachten van concentratie en de spirituele ontwikkeling van de Ninja. Dit naar binnen en naar buiten gerichte bewustzijn, wordt gesymboliseerd door twee grote mandala-ontwerpen. De ene mandala symboliseert de wereld van de geesten en de andere mandala ons dagelijks leven in dit universum. Men kan uit deze informatie afleiden dat de Ninja en de vechtsport Ninjutsu, evenals veel andere Oosterse vechtsporten niet op zichzelf staan en daarmee niet neutraal zijn. Hier is nog niet eens ingegaan op het gebruik van talismannen, het opzeggen van speciale gebeden (mantra’s), het visualiseren van godheden, zelfhypnose,  het verwerven van goddelijke, geheime (occulte/esoterische) kennis waardoor zij zelf het universum willen controleren enzovoort. Zij maken allemaal deel uit van wereld van de Ninja en Ninjutsu. Men zou deze zaken de vruchten kunnen noemen van de Oosterse religies en denkwijzen. Het gaat hier niet om occulte elementen die aan de vechtsport zijn toegevoegd, zodat men ze eventueel weg zou kunnen laten, maar om de bron, de wortel zelf die occult is.

De wereld van de  Ninja en de wereld van Lego Ninjago: een vergelijking. Het voert te ver door om alle zaken te benoemen uit de wereld van Lego Ninjago, daarom is steeds voor één voorbeeld gekozen.

De wereld van de Ninja De wereld van Lego-Ninjago
De gevechtskunst bij de Ninja heet: ‘’Ninjutsu. ‘’

De Ninja interpreteert alles vanuit de godai (de vijf elementen). Deze denkwijze uit de Oosterse religie, bepaalt hoe de Ninja vecht en wat hij inzet als wapen (welke kracht) tegen de vijand.

 

In de wereld van Lego Ninjago moet de oude Spinjitzu-leermeester, genaamd Sensei Wu en zijn leerling Ninja, het opnemen tegen Lord Garmadon en zijn Skeletten-maatjes.  Dit doen zij d.m.v.  van Spinjitzu,  een oeroude machtige vechtsport waarbij de Ninja’s hun krachten van vuur, ijs, aarde en bliksem gebruiken om zo snel te bewegen dat ze in levende wervelstormen veranderen. Ook hier spelen de elementen in het gevecht een belangrijke rol. Het bepaalt welke karakter (en kaart) je inzet tegen je tegenstander.
De vruchten van Oosterse religies en denkwijzen maken deel uit van de wereld van de Ninja. Deze vruchten ziet men bij Lego-Ninjago. Zo is de leerling Ninja Nya (Lego-figuur) paranormaal begaafd, dit wordt haar sterkste eigenschap genoemd. Bij de tegenstanders van Ninjago vindt je slangen die kunnen hypnotiseren.
De Ninja maakt gebruik van veel wapens Lego-Ninjago heeft  veel wapens in haar assortiment die de Ninja’s kunnen gebruiken. Dit assortiment wordt ook steeds uitgebreid.
De Ninja traint zijn lichaam en geest (door concentratie en meditatie), zodat samensmelting (van bijv. de tegenstander en de Ninja zelf) kan plaats vinden naar eigen wil. Zo kunnen de gedachten van de vijand worden gemanipuleerd. Lego-Ninjago kent het wapen ‘’de Staf der Controle’’ dat  is  een wapen die alle krachten van jezelf en van je tegenstander samensmelt tot een enorm monster dat je gedachten kan beheersen[vi].

 

 

 

Schepper-zijn, het universum willen beheersen, de dingen naar je hand willen zetten, elke situatie door meditatie willen beheersen, samengevat: ‘’zelf god willen zijn’’. Is dit niet het uiteindelijke doel van de spirituele ontwikkeling en leerschool die de Ninja doorloopt? In het karakterpersonage van de leermeester Sensei Wu, ook een Lego-figuur,  wordt als eigenschap ‘’de kracht der schepping’’ vermeld. Hij zou als wapen wijsheid hebben.

Conclusie

Vond men Pokémon problematisch, dan kan men bij Ninjago constateren dat er nog een stap verder is gegaan.  In Pokémon kan men elementen uit het Shintoïsme (Japanse godsdienst) vinden. Hoewel hier elementen van aanwezig zijn, heeft de bedenker nooit erkend Pokémon hierop te hebben gebaseerd. Dit in tegenstelling tot Lego Ninjago waar openlijk voor wordt uitgekomen dat dit geïnspireerd is door en gebaseerd is op de Oosterse Ninja.  Anno 2012 wordt deze Lego-serie  nog steeds uitgebreid met nieuwe films, games, verhalen waar weer nieuwe producten voor worden geproduceerd enz..

In het Lego-clubkrantje en in speelgoedfolders  wordt hier volop reclame voor gemaakt en in iedere speelgoedwinkel is er een aparte stelling ingeruimd om deze nieuwe serie van Lego te promoten. Denkt men dat het hier gaat om wat onschuldige Ninja-poppetjes van Lego die wat karate-moves demonstreren, dan zit men er volledig naast. Kinderen leren bij Ninjago veel meer als alleen hun bouwinzicht vergroten. De achtergrond, de verhaallijn en producten van Lego-Ninjago liegen er niet om, kinderen worden vertrouwd gemaakt met duistere machten en krachten, afschrikwekkende creaties en vernietigen. Openlijk worden kinderen hiertoe uitgedaagd en aangemoedigd in de vorm van een spel en dit al vanaf zesjarige leeftijd. Kinderen leren al spelenderwijs, deze conclusie is al lang geleden getrokken. En het blijkt steeds weer opnieuw, zo ook bij Lego Ninjago dat niet alleen het onderwijs gebruik maakt van dit principe. Wat een kind leert en verinnerlijkt, zal uiteindelijk altijd zijn vruchten afwerpen. Lego Ninjago is een nieuwe rage dat zich op een listige wijze een weg weet te spinnen naar de harten van kinderen. Een nieuw virus dat eenmaal in het hart gekomen de deur opent naar de occulte leringen en praktijken uit Oosterse religies.

Mevr. A.Poelstra

 

 

 

 


[i] Ninjago de karakters, http://www.miniland.nl/Productlijnen/ninjago%20strijders.htm

[ii] Ninjago  de karakters, Heer Garmadon Spinjitzu Vernietiger http://www.miniland.nl/Productlijnen/ninjago%20strijders.htm

[iii] Ninjago de karakters, Krazi skelet van het licht

http://www.miniland.nl/Productlijnen/ninjago%20strijders.htm

[iv] Ninja, http://nl.wikipedia.org/wiki/Ninja

[v] Wu Xing, http://nl.wikipedia.org/wiki/Wu_Xing

[vi]Staf der controle, http://ninjago.lego.com/nl-nl/spinjitzuzone/weapons/default.aspx#STAF+DER+CONTROLE

 

Geraadpleegde bronnen:

–          LEGO® Ninjago Spinjitzu Battle Tour in de Helftheuvelpassage, http://www.helftheuvel.com/nieuws/lego%C2%AE-ninjago-spinjitzu-battle-tour-de-helftheuvelpassage–          LEGO Ninjago, een nieuwe rage, http://hobby-en-overige.infonu.nl/speelgoed/67556-lego-ninjago-een-nieuwe-rage.html

–          Lego Ninjago is de nieuwe rage onder de jeugd!, http://sumobrickshop.nl/lego/lego-ninjago.html

–          LEGO® Ninjago, Nieuw speelconcept met bouwsets en spinners http://www.peuterplace.nl/games/lego-ninjago-speelsets.htm–          Ninjitsu Meditation, The Art of Ninjitsu http://stress.lovetoknow.com/Ninjitsu_Meditation–          Ninpo: art of the ninja, http://users.telenet.be/chiryaku/images/pages/media_magazines_pdf/playstation2.pdf–          Kuji-no-in, http://www.ogamidojo.nl/Pages/Kuji-no-in.htm-          SEISHIN TEKKI KYOYOSEISHIN KYOYO http://www.hikokuryukan.be/documents/Seishin%20Tekki%20Kyoyo.pdf–          Ninja, http://nl.wikipedia.org/wiki/Ninja–          Wu Xing, http://nl.wikipedia.org/wiki/Wu_Xing

“Vroeger was het allemaal veel gezelliger. Toen praatten de mensen nog met elkaar. Toen zei de buurman nog gedag.” Opgetekend maart 2012. Zomaar op straat. Als je mensen vraagt naar hun visie op taal en taalgebruik, dan kunnen ze wél praten. “Met taal kun je jezelf uitdrukken en je verbinden aan andere mensen.” Taal triggert. Taal zegt meer over ons dan we denken. In dit artikel wordt stilgestaan bij de vraag wat taal over ons zegt. Vanuit mijn werk als persvoorlichter van de Bond tegen vloeken ben ik veel met dit onderwerp bezig. Ik laat een aantal definities en oefeningen vanuit workshops en trainingen die wij geven, de revue passeren om vervolgens naar ‘soorten’ taal te kijken. Beroepsgroepen, politieke stromingen, persoonlijkheden, zo zullen we zien, ze hebben hun ‘eigenaardigheden’ als het gaat om taal. Ik trek lijnen vanuit het Woord van God en stel vragen in de hoop te prikkelen. Mag ik u meenemen in het fascinerende land van de taal?

 ‘Je moeder maakt ons kapot’

Taal is niet ‘zomaar’ iets. Taal weerspiegelt de ziel, zo stelde de filosoof Seneca (4 v. Chr. – 65 n. Chr.). De Belgische dichter Prudens van Duyse (1804-1859) had ooit de befaamde woorden op papier gezet: “De tael is gansch het Volk”. Taal als spiegel van de samenleving. Van Dale verstaat onder taal ‘spraakklanken waarmee men zijn gedachten en gevoelens aan anderen kenbaar maakt’. Taal is een systeem dat betekenissen weergeeft door middel van klanken, gebaren en schriftelijke tekens. Taal is de belangrijkste communicatievorm. Communicatie is iets dat bij ons wezen behoort, bij onze identiteit, bij ons zijn. Taal dat zijn wij. Het draagt een samenleving de tijd door, het helpt het verleden te vertalen en de toekomst woorden te geven. God gaf het om Hem te kennen en om Hem te loven. Hij maakte Zijn Naam bekend en communiceerde met ons. Wij communiceerden met Hem, maar ook met het kwaad. Sinds de zondeval zit onze communicatie vol taal- en stijlfouten.

Taal is niet iets om luchtig over te doen: het zijn niet ‘maar’ woorden. Cats dichtte: “Het puntje van een gaeuwe pen is ’t felste wapen dat ick ken.” Eveline Crone stelde dat bij fysiek en verbaal geweld in hetzelfde hersengebied activiteit waarneembaar is dat aangeeft dat wij pijn ervaren. We onderschatten snel hoeveel impact woorden kunnen hebben. De Sire-campagne ‘Kinderen in een scheiding’ wil mensen ervan bewust maken dat woorden een kind voor altijd kunnen tekenen. In beeld een meisje van 10 jaar met een tattoo, in gotische letters: “Je moeder maakt ons kapot.” Of: “Waardeloos. Net als je moeder.” Er hoeft niet eens grove taal aan te pas te komen. Ook ‘gewone’ woorden kunnen dichterbij brengen of afstoten. “Uw spraak verraadt u,” kreeg discipel Petrus te horen.

Klein of groot?

Door goed naar woorden te luisteren, kun je zoveel meer horen. Ik zal u daarvan een aantal voorbeelden geven. Als een spreker veel gebruikt maakt van woorden zoals ‘misschien’, ‘mogelijk’, ‘vaak’, ‘regelmatig’ wil hij zich niet al te duidelijk uitdrukken. Het tegenovergestelde kan ook: een spreker die zich bediend met de woorden ‘altijd’, ‘overal’, ‘niemand’, ‘nooit’ drukt zich op een stellige manier uit. Hij gaat zonder meer van bepaalde theses uit, waarbij weinig ruimte wordt gelaten bij ontvangers om het anders te interpreteren. Dan heb je ook nog kleine ‘taligheden’ die meer verraden dan je lief is. “Ik zal het bekijken”; ik doe er niets mee. “Ik wil me er niet mee bemoeien, maar…”: er moet nog iets van mijn hart. “Het feit is dat…”: welk feit? “Het is best mooi geworden”: ‘best’? “Ik meen het eerlijk”: ben je wel eens niet eerlijk dan? “Zo kan ik nog eindeloos doorgaan”: doe maar, eindeloos lukt je toch niet.

Keuze

Taal hoort bij ons. Het helpt ons te overleven. Hoe gebruiken we het? Met welke woorden beschrijven we de wereld om ons heen? Steven Covey onderscheidt in De zeven eigenschappen van effectief leiderschap proactief en reactief taalgebruik. Proactief wil zeggen: keuzes maken en ook bewust van deze keuzes zijn. Je laat je leiden door waarden. Reactief is als je je laat beïnvloeden door de omstandigheden. Reactieve mensen laten zich, volgens Covey, leiden door gevoelens. Hij haalt twee prachtige, hierop van toepassing zijnde, aforismen aan: “Niemand kan je kwetsen zonder jouw instemming” (Eleonor Roosevelt) en “Iemand kan alleen je zelfrespect afnemen, als jij het hem geeft” (Mahatma Ghandi). Volgens Covey gebruiken reactieve mensen de volgende zinnen: “Ik kan er niets aan doen”, “Zo ben ik nu eenmaal”, “Hij maakt me zo kwaad”, “Ik kan het niet”, “Ik moet”. Proactieve mensen gebruiken deze zinnen: “Laat ik eens kijken of er alternatieven zijn”, “Ik kan het ook anders aanpakken”, “Ik bepaal zelf mijn gevoelens”, “Ik geef daaraan de voorkeur”, “Dat ga ik doen” (Covey: 56-63). Je kunt, zoals Jérôme Louis Heldring deed, onderscheid maken tussen het taalgebruik van een conservatief en het taalgebruik van een progressief. “De conservatief gaat uit van wat bestaat (…): hij gebruikt het als norm. De progressief daarentegen meet de wereld naar iets wat nog niet is: een betere toekomst, de wereld zoals zij, volgens hem, zou moeten zijn. (…) Vandaar dat de progressief zich noodzakelijkerwijs vaak vager moet uitdrukken dan de conservatief, die dikwijls kan volstaan met een verwijzing naar het bestaande, zichtbare, tastbare.” (Heldring: 223) Het taalgebruik dat we hanteren kan onze levenshouding verraden.

Ambtelijk

Ook ambtenaren hebben een reputatie als het gaat om taal. In het leuke boekje Zullen we zwaluwstaarten? Staaltjes van ambtelijke vaktaal stelt Gert Riphagen dat ambtelijke taal bol staat van eufemismen: “Ambtenaren passen hun woordkeus aan en omzwachtelen pijnlijke maatregelen vaak. Dan is minder geld uitgeven (‘bezuinigen’) ineens ‘ombuigen’ of een ‘taakstelling’. ‘Onbedoeld gebruik van geld’ is een prachtig eufemisme voor ‘misbruik’ of ‘fraude’. (…) Een eufemisme is (…) hinderlijk wanneer het de lezer op het verkeerde been zet oftewel als het iets anders suggereert dan er werkelijk aan de hand is. Een ander nadeel – een voordeel, zeggen sommigen – is dat iedereen er de eigen mening in kan lezen. Dat lijkt handig wanneer je er onder elkaar niet bent uitgekomen. De burger heeft echter door die dubbelzinnigheid of vaagheid vaak weinig vertrouwen in de schrijfsels van de overheid.” Het kan mensen uitsluiten, schrijft Brenninkmeijer: “Ambtelijk taalgebruik geeft uitdrukking aan de arrogantie van de macht. Ambtelijk taalgebruik is daarmee niet behoorlijk en bovendien riskeert de gebruiker van Haags taal en jargon dat hij mensen die belangrijk werken doen in de samenleving afstoot en uitsluit.”

In het boekje staan woorden en zinnen die in het Haags jargon een andere betekenis hebben. Voorbeelden? ‘Visie’ (= als iets niet deugt, komt het vaak, denkt men, doordat het ontbreekt aan visie. Wat daarmee precies wordt bedoeld, weet niemand), ‘houtskoolschets’ (= ruwe opzet) ‘budgettaire neutraliteit’ (= het mag geen extra geld kosten). Riphagen geeft ook de transformatie van het woord ‘gekken’ aan: “Mensen met beperkte verstandelijke vermogens heetten eerst ‘gekken’, daarna ‘geesteszieken’, vervolgens ‘geestelijk gehandicapten’, dan ‘verstandelijk gehandicapten’ en nu ‘mensen met een verstandelijke beperking’.” Woorden kunnen uithollen en hun betekenis verliezen, zoveel is duidelijk. Een PR-specialist deed onderzoek naar modewoorden die veel in naar de media verstuurde persberichten worden gebruikt. Hij kwam tot een lijst van ‘versleten’ woorden waarin o.a. de volgende woorden voorkwamen: ‘toonaangevende’, ‘oplossing’, ‘innoveren’, ‘leider’, ‘top’, ‘unieke’, ‘grote’, ‘uitgebreide’.

‘Van elkaar af blijven’

Met taal geven we uitdrukking aan onze gevoelens. Met taal maken we ‘dingen’ duidelijk – soms gebruiken we woorden om niet duidelijk te zijn. Ambtenaren, zo zagen we, hebben daar een handje van. We kunnen te soft in onze taal zijn. We zeggen liever tegen kinderen dat we in de gang wandelen in plaats van dat we zeggen dat ze niet mogen rennen. Houden we er hiermee niet een (te) proactief taalgebruik op na? Beschrijven we hiermee niet te vaak een gewenste in plaats van reële situatie? Ouders kunnen bang zijn om te concreet te zijn. Zeggen tegen je kind dat hij ‘op tijd thuis moet zijn’ is niet concreet genoeg. ‘Elf uur’ wel. ‘Van elkaar afblijven’, wat bedoel je daar als opvoeder mee? De ‘dingen’ bij naam noemen, daar is niets mis mee. Scheld- en vloekwoorden richten zich vaak op taboe. Het is niet verwonderlijk dat veel scheldwoorden aan seksualiteit ontleend zijn. Maar spreken over ‘onderkantje’ als kraamverzorgster gaat te ver: hiermee kijk je iemand weg en doe je de realiteit geen recht. Hoe concreet zijn we als het gaat om het beschrijven van onze relatie met onze partner, onze kinderen of met God? Ook God laat zich bij Naam noemen. Hij wil dat wij onze afhankelijkheid van Hem uitspreken. Niet in vage termen, maar in belijdenissen in de eerste persoon enkelvoud. God gaf de taal om Hem te loven en te prijzen. Hij openbaarde Zijn Naam met taal: “HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw,” (Ex 34, 6). God is niet een anonymus, maar Hij heeft een Naam hoog te houden. Hij is een jaloerse God die geen andere goden naast Zich duldt, maar ook toeziet op het eerbiedig gebruik van Zijn Naam. Hij kan het niet hebben dat mensen zich op hun eigen naam zouden beroemen. De naam die de mensen voor zichzelf wilden maken (cf Gn 4, 11) kwam hen duur te staan: God strafte met de spraakverwarring. Vanuit deze spraakverwarring loopt een lijn naar Pinksteren, het omgekeerde talenwonder. De taal van Gods Geest bracht mensen samen.

Laten we streng zijn voor onszelf en mild voor een ander. Als je Jacobus 3 naast de ‘taal’ van Covey legt, dan valt er een accentverschil te bespeuren. Daar waar Covey kansen ziet voor ‘goede taal’, is de apostel Jacobus negatief. Ik vind Jacobus 3 een lastig, maar eerlijk gedeelte uit het Woord. De apostel schildert eerlijk voor ogen dat het niet goed gesteld is met ons: “De tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.” Jacobus vergelijkt de tong met een teugel, waarmee het hele paard wordt bestuurd, een roer, waarmee een groot schip wordt bestuurd en een (klein) vuur dat een grote brand kan veroorzaken. Als Jacobus zegt dat wij allen daarin struikelen, is dat een les. Taal dat zijn wij, zo heb ik betoogd. Wat zegt uw taal over u? Hoe staat u bekend? Met welke woorden spreekt u tot uw kinderen? De taal is iets om zuinig op te zijn. Om over na te denken. Een geweldig instrument dat regelmatig gestemd moet worden. Laat de deur van onze lippen (cf Ps 141, 3) niet onnodig openstaan, maar ook niet onnodig dichtzitten.

Hans Alderliesten

 

Bronnen:
Covey, S.R. (2006) De zeven eigenschappen van effectief leiderschap. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij  Business Contact
Crone, E. Storm in het puberbrein. Nationale Hersenlezing 2011.
Heldring, J.L. (2002) In: C. van Nispen tot Sevenaer, De dans om het gouden kalf. Amsterdam.
Riphagen, G. e.a. (red.) (2007) Zullen we zwaluwstaarten? Staaltjes van ambtelijke (war)taal. ‘s-Gravenhage: De Politieke Pers


[i] Ik ga uit van taal als normatief systeem

[ii] Zie www.kinderenineenscheiding.nl

[iii] Mt 27, 63 (HSV)

[iv] d.i. verzachtende uitdrukkingen

[v] ik dank dr.ir. Jan van der Stoep voor dit inzicht

Het tijdschrift Scientific American doet een oproep voor een mondiale regering als de enige oplossing voor een klimatologische ramp. De termen “opwarming” en “afkoeling van de aarde” komen in dit artikel niet voor, maar “social engineering” wel! Het gaat om een artikel van Gary Stix in het blad Scientific American van 17 maart 2012 met als titel: “Doeltreffend wereldbestuur is noodzakelijk om een klimatologische ramp af te wenden”.

Het is eenbeleidsartikel dat door een groot aantal wetenschappers is geschreven en verscheen in maart 2012 online in Science waarin o.a staat: “Onze samenlevingen moeten nu hun koers veranderen om een acute noodsituatie van deze aarde te omzeilen om daardoor tot  snelle en onomkeerbare veranderingen te komen. Dit vereist een fundamentele heroriëntering en herstructurering van nationale en internationale instellingen om te komen tot een effectiever bestuur van de tegenwoordige regeringen op deze aarde voor mondiaal rentmeesterschap.”

Deze terminologie is rechtstreeks afkomstig uit de newage-literatuur van de late jaren ’80 van de vorige eeuw! Termen als “acute noodsituaties van deze aarde”,  “snelle en onomkeerbare veranderingen”,  “de tegenwoordige regeringen op deze aarde” en “mondiaal rentmeesterschap” zijn typisch termen en begrippen uit de denkrichting van de new age. In die jaren ’80 dacht ik vaak bij mezelf, dat ik zo blij was dat geen van deze radicale voorstellen voor beleidsverandering ondersteund werden door enige politieke achterban of heersende media. Toen de massamedia net zo radicaal begonnen te praten als de newage-literatuur die ik las, zou het niet lang meer duren, voordat een even radicale regering het zou overnemen. Zeer kort daarna, zou een geplande crisis losbarsten om de regering de kans te geven naar dictatoriale macht te grijpen. Dit is precies wat er is gebeurd.

De huidige regering van Obama is op milieugebied de meest radicale regering in de Amerikaanse geschiedenis. Verschillende leden van het kabinet van Obama hebben radicale wortels en achtergronden. We mogen verwachten dat deze  regering zeer sympathiek zal staan ten opzichte van de voorstellen in dit artikel in Scientific American.

 

De aap uit de mouw
Als we terugkeren naar het artikel, zien we – de aap komt uit de mouw – dat de schrijver noch opwarming noch afkoeling van de aarde noemt, maar alleen “klimatologisch ramp”! Waarom zou deze schrijver een verandering in terminologie introduceren bij het verdedigen van een mondiale regering die het milieu moet beschermen. Het antwoord lijkt me nogal duidelijk:  sceptische wetenschappers hebben waarschuwingen van de gevestigde orde tegen opwarming en/of afkoeling van de aarde begraven onder bergen bewijs, dat de aarde niet aan het opwarmen noch aan het afkoelen is.

De grafiek hierboven laat deze werkelijkheid perfect zien. Deze grafiek laat de klimaatveranderingen in Europa tussen 900 en 2000 na Chr. zien. Merk op dat de “Huidige tijd” de minste afkoeling en/of opwarming laat zien van deze hele periode van 1100 jaar! Aangezien geen wetenschapper de opwarming dan wel afkoeling van de aarde kan bewijzen, schakelen de propagandisten van de Nieuwe Wereldorde nu over op de meer algemene waarschuwing voor een “klimatologische ramp”. Herinnert u zich het argument van Al Gore nog, dat we niet kunnen wachten tot we de opwarming van de aarde zien beginnen, voordat we actie ondernemen om het proces te stoppen? Gore stelde, dat als de mensheid zou wachten met ingrijpen tot ze enig bewijs zag, het dan te laat zou zijn om nog te handelen. Daarom moeten we allemaal in geloof een enorme sprong met Al Gore in de afgrond maken! De schrijver van dit Scientific American-artikel redeneert in dezelfde trant.

Maar, er staan nog meer verschrikkingen in de column van Gary Stix. Hij begint plotseling te redeneren dat, als de mensheid nog hoopt een “mondiale ramp” af te wenden, de overheid betrokken moet raken bij “social engineering”! Het haar van conservatieve partijen zal plotseling te berge rijzen bij deze suggestie, omdat we nu al tientallen jaren hebben getracht te bewijzen dat de werkelijke agenda van openbare scholen en massamedia het bereiken van een “social engineering” verandering is. Met andere woorden,  het gedrag en denken van de burgers moeten op omvangrijk landelijke en wereldwijde schaal  ingrijpend veranderd worden.

Luister naar Gary Stix:
“Als ik het over zou moeten doen, dan zou ik de invulling anders benaderen, als mijn mederedacteurs dat zouden toelaten. Ik zou minder artikelen over kernfusie en schone kolen plaatsen en in plaats daarvan minstens de helft van de beschikbare ruimte gebruiken voor hoofdartikelen over psychologie, sociologie, economie en politicologie. Sinds ik me bezighoud met dat onderwerp, ben ik tot de conclusie gekomen dat de technische details het gemakkelijkste zijn. De “social engineering” is de echte moeilijkheid. Foto’s van de maan en het Manhattanproject zijn kinderspel in vergelijking met de noodzakelijke veranderingen in ons gedrag.”

Het probleem met een omvangrijke poging om “social engineering” tot stand te brengen, is dat een dwingende overheid meestal de enige manier is om deze waarden en houdingen te laten veranderen. Aangezien we weten dat de Nieuwe Wereld Orde (Novus Ordo Seclorum, kennen we uit de vrijmetselarij, met als hoogste orgaan de Illuminati) vraagt om het meest wrede dictatorschap dat de wereld ooit heeft gekend, kunnen we er vrijwel zeker van zijn dat  zo’n dictatorschap inderdaad in de planning ligt om te komen tot de “social engineering” waar dit artikel om vraagt.

Tenslotte, daar de “Globale elite” het weer kan controleren door HAARP[ii] en Scalar, kunnen stormen in elkaar gezet worden op het moment van een geplande crisis om ons te laten denken, dat we afstevenen op een “klimatologische ramp”. Luister naar de ontnuchterende woorden van de minister van Defensie, William Cohen, als u twijfelt of wetenschappers het weer kunnen controleren.

“Alvin Toeffler heeft hierover geschreven in termen van sommige wetenschappers die in hun laboratoria proberen bepaalde typen ziekteverwekkers geënt op raskenmerken uit te vinden, zodat ze eenvoudigweg bepaalde etnische groepen en rassen kunnen elimineren. Anderen ontwerpen een soort techniek, een soort insecten die gewassen kunnen vernietigen. Anderen zijn zelfs betrokken bij eco-terrorisme waarbij ze het klimaat kunnen veranderen, of aardbevingen en vulkanen op afstand in werking kunnen zetten door het gebruik van elektromagnetische golven.” (Toespraak op 28/4 van Cohen op conferentie over terrorisme/Terrorisme, massavernietigingswapens en V.S. strategie Sam Nunn Policy Forum, 28 april 1997, Universiteit van Georgia, Athens, Georgia)

U zou erg ontnuchterd moeten zijn door dit artikel, omdat het een kenmerkende verandering vertegenwoordigt in de discussie over het mondiale weer dat de hele mensheid bedreigt.
Bron: cuttingedge. org
vertaling: Silvia van Dijk

 

 

 


[i] “Social engineering” is een heel breed begrip; het is de verzamelnaam voor een methode die enkel op basis van communicatie tussen aanvaller en slachtoffer, mensen kneedt en manipuleert, zodat ze hun onbedoelde steentje bijdragen in een grotere aanval: het stelen van waardevolle informatie. Het maakt gebruik van psychologie, identiteitsfraude, computer- telefoon- en faxtechniek en van de onwetendheid van de slachtoffers. Maar boven alles maakt social engineering gebruik van de zwakste schakel in de beveiliging: de menselijke factor.

Als er dan toch een definitie van social engineering moet zijn, zou die (ongeveer) zó moeten luiden:

“Social engineering” is de verzameling van technieken waarmee een kwaadwillende aanvalt op informatiesystemen door de zwakste schakel in de beveiliging te kraken: de mens. De aanval is erop gericht om vertrouwelijke of geheime informatie los te krijgen, waarmee de kwaadwillende dichter bij het aan te vallen informatiesysteem komt. De kwaadwillende kan uiteindelijk succesvol indringen in de organisatie inzetten om iets ongemerkt te stelen; dit kan zowel goederen als gegevens betreffen. Een andere omschrijving die aangetroffen wordt (in de Master Thesis van Dick Janssen uit 2005) luidt: de kunst en wetenschap om mensen te laten doen wat jij wilt.

De (poging tot) definitie is in enige mate ontleend aan de gekozen bewoordingen in de Wikipedia (de Nederlands tak van de grote online Open Encyclopedie www.wikipedia.org). Een groot verschil tussen de hier gebezigde definitie en die van de Wiki, zit hem in het feit dat deze definitie “social engineering” uit de hackers en de computers tilt. “Social engineering” is een techniek die welliswaar dáár zijn vorm en naamsbekendheid heeft gekregen, maar die zogezegd ook in een willekeurige andere (niet-ICT) omgeving ingezet kan en zal worden.

[ii] Het High Frequency Active Auroral Research Program (HAARP) is een Amerikaans militair en civiel onderzoeksinstituut in Alaska, dat onderzoek doet naar de ionosfeer. Dit onderzoek richt zich onder andere op hoogfrequente elektromagnetische (be)straling van de ionosfeer, wat het klimaat kan veranderen.  Andere onderzoeksgebieden zijn inzicht verkrijgen op het gebied van radiogolven, communicatie en navigatie. In verschillende andere landen staan soortgelijke installaties, waaronder Noorwegen en Rusland. Door deze accurate manier van bodemonderzoek,  zijn inmiddels vele en grote olievoorraden gevonden. Boze stemmen beweren dat HAARP zelfs aardbevingen kan veroorzaken.

Het project is gestart in 1993 en zal 20 jaar duren. Het project wordt gezamenlijk gefinancierd door de United States Air Force, de United States Navy, de Universiteit van Alaska en Defense Advanced Research Projects Agency  (DARPA).

HAARP wordt in één adem genoemd met Scalar.

 

 Over omgaan met levensvragen in het gezin.

‘Twaalf jaar is hij, het oudste kleinkind van de trotse grootouders. Regelmatig logeert hij bij hen. Oma kookt een eitje bij het ontbijt en samen met opa gaat hij de tuin in op zoek naar aardbeien, bessen en peultjes. Na het werk van de dag rust opa uit in zijn rookstoel en blaast blauwe bundels sigarenrook in de richting van de boekenkast. Alsof er geen einde aan komt, zo vertrouwd, zo vaak en zo graag: logeren…

Het is nog donker, als moeder gehaast zijn slaapkamer inschuift en een trui over haar hoofd trekt. Opa is ernstig ziek, ze moet er snel naar toe, rent naar beneden en komt even later weer de slaapkamer van haar oudste zoon in. Tranen verraden dat het erg is. Opa is niet ziek, opa is dood!

De vertrouwde kamer van opa en oma zit vol met mensen. Meest onbekende mensen en iedereen vindt het erg dat opa er niet meer is. Vandaag wordt zijn opa begraven. De kist staat ergens in het huis, maar hij weet niet waar. Dan komt de begrafenisondernemer om te vragen wie nog afscheid wil nemen. Hij staat op om mee te lopen, maar zijn moeder zegt dat hij beter in de kamer kan blijven. Zij komt met een behuild gezicht weer binnen. Niemand is er vrolijker op geworden na die tocht die ze “afscheid nemen” noemen. Wat er te zien is of waarom ieder verdrietig is, weet hij niet echt. Wat is daar elders in het huis gebeurd…?’

Levenslang

Tussen geboren worden en sterven neemt het leven een levensgrote plaats in. De grootste vragen in het leven zijn die, die te maken hebben met ‘waar kom ik vandaan?’, ‘waar ga ik naar toe?’ en ‘ waarom ben ik hier?’. Oorsprong, doel en zin van het leven houdt mensen levenslang bezig. De vraag is hoe je daarmee omgaat binnen het gezin.

Een gezin zou kunnen worden beschouwd als de kleinste eenheid binnen de samenleving. Er wordt ook wel gesproken over het gezin als de hoeksteen van de samenleving, maar dat wil niet ieder zomaar in de mond nemen. Tegenwoordig moeten alle vormen van samenleven immers ‘kunnen’. Toch dient de vraag zich aan of veel misstanden in onze Nederlandse samenleving niet (ook) samenhangen met het gebrek aan stabiliteit van de gezinnen. Er is een grote verschuiving te zien in het omgaan met waarden en normen. Maar het is te simpel om het onderwijs de vele levensgrote problemen te laten oplossen.

Kinderen worden – normaal gesproken-  in een gezin geboren. Vader en moeder zijn beiden verantwoordelijk voor het nieuwe leven en de groei daarvan. Gezonde groei heeft echter niet alleen met goede voeding en een prettig onderkomen te maken, maar ook met groei van kennis, omgaan met gevoelens, beheersing van de wil en geestelijke zaken, levensvragen.

Dat doet denken aan de manier waarop de Joden omgingen met hun kinderen. ‘Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat…’ Van geslacht op geslacht werden zo de woorden en daden van God doorgegeven. Deuteronomium 6 spreekt over Gods geboden en inzettingen, maar ook over de manier waarop Hij het volk Israël het beloofde land in bezit geeft. De beloften van God voor zijn volk is van geslacht tot geslacht hetzelfde. Wanneer zij zich aan die geboden houden, zal het hen wel gaan in het land. Hun leven lang worden zij bepaald bij God die aan het begin en het eind van het leven staat, maar ook daar midden in! Zo zouden ouders in onze tijd er goed aan doen alle zaken in het leven tenminste te beschouwen vanuit dat – christelijke – perspectief.

Levensgroot

Vroeg of laat komt voor ieder mens, menselijk gesproken, de confrontatie met het levenseinde, de dood. Maar veel mensen verdringen dat het liefst en stoppen het weg. Nog steeds menen veel ouders dat hun kinderen niet te sterk betrokken moeten worden bij ziekte- en sterfgevallen in familie- of vriendenkring. Ziekte en dood en wat daarbij komt kijken, worden bij kinderen weggehouden. Echter, kinderen denken er wel degelijk over en kunnen er heel intensief mee bezig zijn. Grote vragen komen naar boven en worden ook daadwerkelijk uitgesproken. Nieuwsgierig als kinderen kunnen zijn, willen zij weten of de zieke dood kan gaan, wat er dan aan de hand is met die gestorvene, wat er gebeurt als een kist de grond in zakt, waar opa of oma nu is… Waarom mocht de kleinzoon uit het voorbeeld niet kijken bij de kist van opa? De ouders hadden er angst voor en droegen die angst voor de dood zo over op hun kind. Zou het niet beter geweest zijn met het kind samen te gaan kijken?

Wanneer ouders hier niet open met hun kinderen over spreken, blijven er grote vragen bestaan en gaan kinderen er in hun eigen denken verder mee. Zij kijken tv en zien ziekte, dood en verderf van over de hele wereld, maar ook de geweldsfilms. Hoe je het ook wendt of keert, op de een of andere manier maken zij kennis met de dood. Waarom dan niet ook met de dood van opa of oma, familie of vrienden, oud of jong?

Waarom zou een kind niet mogen kijken bij de kist waar de overledene in ligt? Waarom zou het kind niet even mogen voelen?

Het zijn levensgrote vragen waar kinderen mee kunnen zitten, maar de vragen worden nog groter als er geen antwoorden worden gegeven, als kinderen overal weggehouden worden. De angst neemt toe voor het onbekende en de effecten kunnen levenslang doorwerken.

Levensfase

Iedere levensfase kent haar eigen vragen, vragen die voor kinderen op dat moment levensgroot kunnen zijn. Het zou goed zijn wanneer ouders, rekening houden met de leeftijd en het karakter van het kind. Zij kunnen proberen tegemoet te komen aan hun vragen en nieuwsgierigheid, zonder hen met geweld te confronteren met ellende, ziekte en dood. In de verschillende leeftijdsfasen hebben kinderen een andere woordenschat, een ander bevattingsvermogen en andere vragen. Zij zijn ook niet allemaal gelijk als het gaat om omgaan met gevoelens; jongens reageren meestal anders dan meisjes en groten denken anders dan kleinen.

In het algemeen is het zo dat kinderen betrekkelijk goed hun eigen grenzen daarin kennen en kunnen aangeven. Op verreweg de meeste vragen kan dan ook het best een eenvoudig, doch duidelijk antwoord gegeven worden zonder. Hierbij kunnen ouders beter niet vervallen tot gedetailleerde uitleg van zaken waar het kind niet om vraagt. Dat begint met goed luisteren: wat vraagt het kind nu eigenlijk? Wat is er recentelijk gebeurd, waar hangt deze vraag mee samen? Verder is het van grote waarde om het kind, ongeacht de leeftijd, altijd serieus te nemen in de vragen die het stelt. Domme vragen bestaan niet!

Kleine kinderen kunnen hun knuffel vaak zo heerlijk koesteren. Die moet overal mee naar toe en zonder knuffel kan er niet geslapen worden. Onafscheidelijk kunnen ze zijn. Onlangs nog werd zelfs via de tv een oproep gedaan naar een vermiste knuffel – dit betrof wel een bijzonder geval. Maar wat zeg je dan als je kind vraagt: Komt beertje ook in de hemel? Je zou kunnen zeggen dat knuffels niet in de hemel komen, maar welk beeld van de hemel heb je dan zelf? Wat draag je over aan je kind als je ‘nee’ zegt? Het is toch zo dat een kind zich met zijn knuffel samen veilig voelt! Die veiligheid wil God ook bieden, in de hemel, maar ook hier op aarde. Gelovigen mogen wandelen aan Vaders hand, dan mogen de kinderen toch ook veilig wandelen aan onze hand en kunnen we toch rustig zeggen dat beertje meegaat: het is goed bij God.

Veel kinderen komen ook in de leeftijd waarop zij kunnen gaan denken dat hun ouders niet de echte ouders zijn. Soms kunnen zij tijden lang alles wat in een gezin gebeurt interpreteren vanuit die gedachte: ik ben een geadopteerd kind. Als vader en moeder weer eens naar een van de vele tv-programma’s over spoorloze ouders en verdwenen of geadopteerde kinderen kijken, kan zo’n gedachte nog weer worden versterkt. Hoe ga je daarmee om? De meeste kinderen, maar ook volwassenen, willen graag weten waar zij vandaan komen. Foto’s in familiealbums kunnen dan prima functioneren om te laten zien hoe het met het gezin of de familie is gegaan. Vertel aan elkaar hoe het ‘vroeger’ was. Moeders kunnen soms heerlijk vertellen over ’toen je klein was’…’ik weet nog….’. Het biedt kinderen houvast, als er foto’s zijn van rond hun geboorte, geboortekaartjes tonen naam en familie en er waren mensen bij die nu nog leven.

Kinderen kunnen boordevol zitten met vragen:

  • Ik ben ziek, kan ik doodgaan?
  • De buren zijn gescheiden, doen jullie dat nu ook?
  • Ik heb alleen een moeder, hoe moet dat nu?
  • Mijn vader slaat altijd, is dat normaal?
  • Mama krijgt een baby en ik ga kijken als die komt!

Levensvisie

Jonge kinderen zijn meestal vol levenslust, maar naarmate zij zich ontwikkelen dienen ook de vragen zich aan over hun leven en hun toekomst. Grote en kleine vragen dienen zich aan en dagelijks moeten keuzes gemaakt worden.

  • Wat zal ik op brood doen?
  • Welke jurk doe ik aan?
  • Met wie zal ik gaan spelen?
  • Welke school moet ik kiezen?
  • Haal ik mijn diploma wel?
  • Met wie krijg ik verkering?
  • Zal ik die brommer nu wel kopen?
  • Hoe ver kan ik gaan in mijn relatie?
  • Zal ik trouwen?
  • Kan ik straks wel werk vinden?
  • Is het wel zinvol wat ik allemaal doe?

Deze lijst is slechts een selectie uit de vele vragen die voor kinderen en jonge mensen van levensbelang zijn. De vragen moeten dus ook serieus worden genomen, er mag over gesproken worden, maar de belangrijkste vraag hangt samen met die van de zin van het leven. Het is misschien nog wel te doen om simpele en eenduidige antwoorden te geven op verschillende vragen. Maar als het gaat om de zin van het leven, is er meer aan de hand, dat is complex. Je zou zelfs kunnen zeggen dat wanneer die vraag beantwoord is, de andere vragen in een heel ander perspectief komen te staan. Wanneer God aan het begin en aan het eind van het leven staat, kan het niet anders zijn dan dat Hij ook de Zingever is. Zoals Israël van geslacht op geslacht doorgeeft wat God heeft gezegd en gedaan, zo mogen ouders nog steeds vertellen van diezelfde God die nooit verandert. Hij heeft in Jezus getoond dat Hij bij ons wil zijn. Jezus is de mensen in alles gelijk geworden zonder te zondigen. Hij weet dus waar wij en onze kinderen mee worstelen. De Bijbel biedt zicht op Jezus en op het totale leven. Dat is de meest zinvolle manier om met levensvragen om te gaan. Niet geforceerd de Bijbel erbij slepen, maar echt, midden in het leven staan en leven vanuit geloof. Als ouders hun kinderen dat voorbeeld geven bieden zij een beste basis voor de beantwoording van grote levensvragen.

A. Nijburg MA

 

 

 

EMDR(Eye Movement Desensitization and Reprocessing = door oogbewegingen ongevoelig maken en opnieuw programmeren) Bijbelse duiding en weerlegging
Een door steeds meer psychologen en andere therapeuten toegepaste vorm van therapie, die gericht is op het concreet laten uitdoven van angst, ontstaan ten gevolge van traumatische ervaringen. Door het snel heen en weer bewegen van de ogen zouden traumatische herinneringen beter verwerkt worden. EMDR is een vorm van hypnotherapie. Net als bij hypnotherapie is bij EMDR sprake van een verlaagd bewustzijnsniveau, herbeleven en suggestie. Door hypnose wordt het Bijbelse gebod ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand’ (Mattheüs 22:37) geweld aangedaan. Zo kan er zelfs sprake zijn van een opdoen van spirituele ervaringen (verlichting, helderziendheid) aan het eind van een EMDR-sessie.