Een echtpaar heeft, omdat hun dochter met smartreading te maken kreeg, onderstaand artikel samengesteld.  

Inleiding:
Waar komt smartreading vandaan?
Smartreading is ontwikkeld door Paul van der Velde,  Chief Emotional Officer van Global Edutainment.In smartreading worden technieken van NLP gebruikt. Neuro Linguïstisch Programmeren: “NLP kan op het vlak van spiritualiteit een uitstekend model formuleren dat je helpt op een effectieve, efficiënte en elegante manier dichter bij een spirituele ervaring te komen. Het gaat om een geheel van adequate instructies, nooit om de ervaring zelf.” (citaat uit een interview met Eric Schneider (http://www.educare.biz/default.asp?id=46)De link tussen smartreading en NLP staat niet op het Nederlandse van de website beschreven, maar wel op het Belgische deel (http://www.smartreading.nl/be/menu/technieken).Op de website van Global Edutainment (http://www.globaledutainment.nl) kun je je ook inschrijven voor cursussen NLP. De cursusleiders hebben dus een NLP achtergrond.De website www.skepsis.nl heeft zeer interessante informatie over NLP, ook in relatie tot lees-problemen. Zoek o.a. naar geloofsleer en gouden bergen.Op de website van www.smartreading.nl (Global Edutainment) staat informatie over smartreading, cursussen en over het bedrijf. .

Uit: Global Edutainment – Wie zijn wij?
Bij smartreading wordt uitgegaan van het boeddhistische gedachtegoed.Wat leert het boeddhisme je over zaken doen? De Indiase meester Nagarjoena schreef enkele verzen over de geesteshouding die wij ons eigen dienen te maken, als we werkelijk en duurzaam succes in het zakenleven willen bereiken. Bron: ‘De Diamantslijper’ van Geshe Michael Roachho.Commentaar. Dit hoort niet thuis op een christelijke school ! Zie 1 Johannes 4:1-6: “Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest.  Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God; dat is de geest van de antichrist, waarvan u hebt gehoord dat hij zal komen – nu al is hij in de wereld. U, kinderen, komt uit God voort en u hebt de valse profeten overwonnen, want Hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. Die valse profeten komen uit de wereld voort. Daarom spreken zij de taal van de wereld en luistert de wereld naar hen. Wij komen uit God voort. Wie God kent luistert naar ons. Wie niet uit God voortkomt, luistert niet naar ons. Hieraan kunnen we de Geest van de waarheid en de geest van de dwaling herkennen.” Enkele delen van zijn verzen luiden:
Geven schenkt rijkdom, een goede wereld ontstaat door ethiek. Geduld schenkt schoonheid, uitblinken ontstaat door inspanning. Concentratie schenkt vrede, en wijsheid leidt tot vrijheid. Galaten 5:1: “Christus heeft ons bevrijd, opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen. “
Mededogen verwezenlijkt alles wat wij verlangen.
De persoon die al deze eigenschappen neemt en ze samen vervolmaakt, zal dat oord van onvoorstelbare kennis bereiken. Kolossenzen 2:2-4: “Zo wil ik hen bemoedigen en hen in liefde bijeenhouden, opdat ze tot de volle rijkdom van allesomvattend inzicht komen, tot de kennis van Gods mysterie: Christus, in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen. Dit alles schrijf ik, opdat niemand u met fraaie redeneringen op een dwaalspoor brengt.
Evenzeer als de beschermer der wereld. Commentaar. Wie is volgens onze boeddhistische leraar de beschermer der wereld?? Jezus wordt in het boeddhisme NIET genoemd. Zijn verzen zijn waarschijnlijk de beroemdste en kortste opsomming van de verbanden tussen handelingen en hun effecten. De verzen zijn als volgt samen te vatten:
1. Om jezelf zakelijk te zien slagen en financieel te zien gedijen, prent daarvoor je onbewuste indrukken in  voor het handhaven van een edelmoedige geestestoestand.
2. Om jezelf in een wereld te zien die over de gehele linie een gelukkig oord is, prent in je onbewuste indrukken van het er op na houden van een zeer ethische levenswijze. Commentaar. Sinds de zondeval leven we in een gebroken wereld, waar, totdat Jezus terugkomt, pijn en moeiten zullen blijven!! 
3. Om jezelf als lichamelijk aantrekkelijk en gezond te zien, prent daarvoor in je onbewuste indrukken, die een weigering laten zien ooit kwaad te worden.
4. Om jezelf in zowel persoonlijke als in je zakelijke leven als leider te zien, prent in je onbewuste indrukken die laten zien dat je vreugde ontleent aan opbouwend en nuttig handelen.
5. Om jezelf te zien als iemand die in staat is zijn geest gelijkmatig te richten, prent daarvoor in je onbewuste indrukken van jezelf als zijnde gelijkmatig. Doe dit door het oefenen van diepe concentratieniveaus of meditatie. Commentaar. Hier wordt meerdere keren het inprenten van gedachten in je onbewuste genoemd, Dit moet je dus doen door het doen door diepe concentratieniveaus of meditatie. In NLP kringen wordt dit ook wel ‘zelfhypnose’ genoemd. In de Bijbel wordt er juist over geschreven dat we onze gedachten en ons hart moeten bewaren in Christus Jezus.Fil 4:7:  “Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.” Commentaar. Hypnose is niet op God gericht maar antropocentrisch (= de mens als middelpunt nemend). We moeten de geesten toetsen. Demonische invloed is weliswaar in veel gevallen niet altijd direct aanwijsbaar, maar er wordt geknoeid aan het vermogen de waarheid te kunnen onderscheiden en er kan zo wel een opening ontstaan naar het demonische. Christus zelf zal ons bewustzijn reinigen. Hebr 9:14: “Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons BEWUSTZIJN reinigen van dode werken, om de levende God te dienen?”
6. Om jezelf bevrijd te zien van een wereld waarin de dingen niet werken zoals jij dat wenst, leer daartoe de principes van mentale indrukken (imaginisatie, visualisatie, gedachteconcentratie) en, in het verlengde daarvan, het ontdekken van het verborgen potentieel in jezelf. Commentaar. Hier word je aangemoedigd om jezelf te verlossen door zelfverwerkelijking, maar de enige die ons kan verlossen is Christus! 2 Corinthe 3:17:  “Waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid.”
7. Om jezelf alles te zien krijgen wat je ooit gewenst hebt en ook anderen te zien krijgen wat ze ooit gewenst hebben, prent daarover, zowel van jezelf als van anderen, indrukken in je onbewuste. Prent tevens daartoe in je onbewuste de zeer noodzakelijke houding van mededogen jegens anderen. Commentaar. God geeft alles wat je nodig hebt, niet wat je wilt. Zie 2 Cor 12:7-9: “Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. 8 Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, 9 maar hij zei: ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.” Global Edutainment onderhoudt een groot aantal relaties. Dit uit zich in respect, openheid en onafhankelijkheid! Tot zover de website van Global Edutainment / smartreading. Dit geeft naar ons idee een goed beeld dat dit bedrijf niet vanuit een christelijke, maar vanuit een boeddhistische visie werkt.

Hoe wordt smartreading in praktijk gebracht??
Op de website van de Jozefschool in Hillegom staat beschreven, hoe smartreading in de praktijk werkt.http://archief.grassroots.nl/site692/smartreading.htm Hier volgt de tekst van deze website: Boeken sneller lezen en na afloop bijna alles onthouden? Sneller met je huiswerk klaar, zodat je meer tijd voor andere dingen over houdt? Dat lijkt bijna te mooi om waar te zijn, maar het is mogelijk! De sleutel heet smartreading. Deze methode voor snellezen bestond al voor volwassenen en nu zijn er twee basisscholen in Nederland, die smartreading met hun leerlingen doen, waaronder de Jozefschool. DAGBOEK 23 januari 2003De eerste les keken de kinderen mij verwachtingsvol aan: meester Kees leert ons even snellezen. Eerst vertelde ik hun wat smartreading inhoudt en dat er gouden regels zijn voor deze nieuwe manier van informatie opnemen”.

Gouden regels:
1.       Vertel aan een ander wat je zelf beleeft.
2.       Heb je hobbels lief.
3.       Spiek.
4.       Hoe deden anderen het?
5.       Stel domme vragen.
6.       Geloof niet wat je altijd hebt geloofd. *
7.       Beleef plezier
*Commentaar. Hoe kunnen kinderen scheiding maken tussen wat ze wel en niet moeten geloven?  3 februari 2003. Werking van de hersenen “Ik vertelde de kinderen ook in het kort, hoe de hersenen informatie opslaan en dat je linkerbreingedeelte vooral de taal opslaat, de logica , de nummers, rekenkundige formules, enz .Je rechterbrein onthoudt bijvoorbeeld vormen en patronen, beelden, fantasie, dromen en melodieën. Als de twee hersenhelften beter samenwerken, dan kom je sneller tot oplossingen.” Commentaar. Hier zegt http://www.skepsis.nl/nlp.html ook iets over. “Dit alles is lariekoek. De genoemde experimentele evidentie bestaat niet. Bandler en Grinder hebben niks ontdekt en de relatie tussen blikrichtingen en actieve representatiesystemen is geheel uit de duim gezogen. Tot dezelfde categorie hoort de bewering (uit de SON-folder):  ‘Creativiteit is een functie van het rechterbrein’ en ‘Een dominant linkerbrein staat dit vermogen echter in de weg’. Maar NLP kan ons leren ‘Hoe het juiste gebruik van uw fysiologie het creatieve proces stimuleert’’ 10 februari 2003. Je boek leesklaar maken “In de volgende les leerden de kinderen, hoe je een boek leesklaar moest maken. Je kijkt of je een geschikt boek hebt door te kijken naar de titel, de inhoudsopgave, de tekeningen, grafieken, de achterkant van het boek en het begin en het einde van elke alinea van het boek. Nieuw was dat je het boek plat op je bank moest leggen en goed met de muis van je hand op het midden van het boek moest drukken om te zorgen dat de bladzijden niet vanzelf terug zouden vallen. 17 februari 2003Jezelf leesklaar maken “Om te zorgen dat je hersenen goed informatie kunnen opnemen is het belangrijk dat je ontspannen bent. Daarom deden wij een ontspanningsoefening. Commentaar. Welke oefeningen zijn dat? Volgens smartreading zijn dit technieken uit NLP. “Daarna zetten de kinderen een ‘leespet’ op. Geen echte, maar zij bedachten een symbool wat ze met beide handen op hun achterhoofd plaatsten (= de plek waar je hersenen informatie opslaan).Commentaar. Waarom exact daar?? Dit lijkt op acupressuur, dat ook zijn oorsprong heeft in oosterse godsdiensten. “In het begin vonden de kinderen dat een gek gezicht, maar toen ze merkten dat het echtwerkte, kregen ze er lol in.3 maart 2003. Scannen “Nu zijn we zover gekomen, dat de kinderen weten hoe je een boek moet scannen. Je kijkt op een bepaalde manier naar je boek, zodanig dat je in het midden een soort ‘geestpagina’ ziet verschijnen. Commentaar. Hier ben je door de concentratietechnieken in een ander bewustzijn, want je kunt het met je eigen bewustzijn niet eens meer lezen. “Sommige kinderen noemden het ‘scheel kijken’. Je blijft op die manier naar je boek kijken en slaat dan elke pagina na 2 seconden om. “Meester, dat is toch geen lezen?” was de reactie van de kinderen. Ik kon ze gerust stellen met de mededeling dat het allemaal een onderdeel was van slimlezen. Maar ze keken helemaal raar op, toen ik ze bij de laatste bladzijde het boek liet omdraaien en het boek op dezelfde manier liet scannen, echter nu achterstevoren en ondersteboven.” 17 maart 2003. Turbolezen “Vandaag een nieuwe ervaring “van achteren naar voren lezen”. Deze les ging over Turbolezen. Ik vertelde de kinderen, dat ze na het scannen nog één keer door het boek gingen met een hoog leestempo. De eerste regel lazen ze van voor naar achter en de volgende regel van achter naar voren. Tijdens dit turbolezen moesten ze met de vinger bijwijzen. Dit is heel belangrijk om je ogen rust te geven en te blijven richten op de tekst. In het begin vonden ze het onwennig, maar toen ze merkten dat het werkte, ging bij veel kinderen het tempo omhoog. Na een paar keer oefenen ‘lazen’ ze twee regels tegelijk en sommige kinderen kwamen zelfs tot 4 regels tegelijk.” Commentaar. Dit is in het normale bewustzijn niet mogelijk…. 24 maart 2003. Mindmappen “De laatste les hadden de kinderen ander materiaal nodig nl. een groot vel papier met kleurtjes en stiften. Door het scannen en turbolezen hadden ze alle informatie in hun hersens opgeslagen en nu was het tijd om het eruit te krijgen. Dat deden we door het maken van een mindmap. In het midden van het papier noteerden ze in een cirkel hun onderwerp en daaraan vast maakten ze allemaal lijnen als zonnestralen. Aan die lijnen schreven ze zoveel mogelijk woorden, als ze zich konden herinneren. Tot slot maakten ze bij de woorden gekleurde tekeningetjes en symbolen. Die kun je namelijk makkelijk onthouden. Door het maken van de mindmap merkten de kinderen, dat ze heel veel van het onderwerp hadden onthouden en dat ze er veel over konden vertellen .”Commentaar. De techniek om een ‘samenvatting’ te maken, zoals hier wordt aangegeven, lijkt niet fout, alleen wordt de informatie uit het onderbewustzijn gehaald, want daar gaat het ook in. De basistechnieken van ‘mindmapping’ moeten leiden naar een tranceachtige bewustzijnstoestand die, zoals zo dikwijls in andere contexten, de deur opent tot een andere wereld of werkelijkheid. Dit wordt begrijpelijkerwijs zo niet gezegd, maar op z’n hoogst aangeduid. (citaat B&O site.)
REACTIES VAN KINDEREN
“De hele groep 7 heeft smartreading gekregen van meester Kees. Je moet je eerst concentreren en rustig maken. Denk ergens aan waardoor je rustig wordt en dan je wijsvinger en duim rustig op elkaar duwen en dat 8 seconden. Commentaar. Dit is een techniek uit de acupressuur, welke uit het taoisme (yin yang) komt, dat zegt ‘de weg’ te zijn. Joh 14:6: “Christus zegt: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij.” “Dan moet je je boek leesklaar maken door de bladzijden goed te vouwen, zodat ze makkelijk omslaan. En dan de derde bladzijde moet je zien en als je die kunt zien, dan ga je snellezen.” “Ik vond de pet op mijn hoofd leuk, want dan moest je verzinnen. Het scannen was makkelijk. Ik vond het ankeren* leuk”
* Commentaar. Anker: in het algemeen elke stimulus (knop) die een respons veroorzaakt. Meer specifiek: een manier om een state(gemoedstoestand) op te roepen. Ankers kunnen op “natuurlijke wijze” ontstaan, of bewust worden opgezet. Ankeren: het proces om een stimulus (knop) aan een respons te koppelen, zodat door het voordoen van de stimulus, de respons (vaak een gemoedstoestand) actief wordt. Hier wordt het anker dus gebruikt om terug te keren naar het ingescande boek. Het bij NLP toegepaste “ankeren” is het bij iemand aanbrengen van nieuwe “knoppen”, waardoor deze persoon gemakkelijk gemanipuleerd kan worden.(bron: http://www.filoscoop.com/2001/nr13.htm)Kolossenzen 2:6-9: “Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt. Blijf in hem geworteld en gegrondvest, houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van dankbaarheid. Wees op uw hoede en laat u niet meeslepen door holle en misleidende theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd en zich richten op de machten van de wereld en niet op Christus. Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig.” “En de mindmap vond ik het leukst. Ik had als onderwerp feest en toen kon ik heel veel verzinnen.” “Wil je weten hoe je een mindmap maakt? Je pakt papier en je schrijft je onderwerp op en maakt er een cirkel om. Het onderwerp is bijvoorbeeld krokodil. Dan schrijf je zoveel mogelijk dingen die je erover weet er bij, met een streepje naar het midden. Dan plaatjes maken, bijv. eten en biefstuk en dan de plaatjes kleuren. Dat doe je, omdat je hersens beter plaatjes onthouden. Nou, dat is mijn verhaal.” (Mahender)

Voorbereiding voor het scannen (scheel kijken) “Het was heel leuk om te doen, maar helaas is het nog niet gelukt. Het was het leukst om te turbolezen. En het ankeren en de leespet opzetten is zo stom! Het scannen: dan ga je scheel kijken, dan zie je een derde pagina en dan telkens omslaan. En als die dan uit is, dan ga je achterstevoren verder! En toen gingen we gewoon lezen. En dan turbolezen en dat ging goed. Eerst vooruit, dan achteruit, enzovoorts. En toen gingen we een mindmap maken en dat was cool.” (Bente)”In het begin leerden we rustig te worden. Door aan een rustig moment te denken en dan 8 seconden met je duim en wijsvinger te knijpen hoor je rustig te worden.” Commentaar. Dit is weer een techniek die ook toegepast wordt bij acupressuur. “En dan leer je een leespet op te zetten. Bijvoorbeeld: je denkt aan een citroen. Als je heel goed denkt, kun je het proeven. Als je dat gedaan hebt, zet je het op je kruin. En dat laat je lekker zitten. Daarna je leesboek klaar leggen. En dan scannen maar. Dat leren we nog.” (Sanne L.)”Smartreading is leuk, omdat je iets bijzonders doet. Het is handig voor: spreekbeurten, boekbesprekingen, docu en leerzame boeken te lezen. Je moet er in geloven.” (Jasper) Commentaar. Wij geloven in God, die geeft wat je nodig hebt en niet altijd wat je wilt. Bid en u zal gegeven worden (Lucas 11:9).
Conclusies
Aan de hand van bovenstaande informatie kunnen wij eigenlijk niets anders dan de volgende conclusies trekken:

  • Smartreading is duidelijk geassocieerd met NLP. (Diverse andere NLP-aanbieders bieden ook snelleescursussen aan.)
  • Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) is een methode om het gedrag en de overtuigingen van een persoon te beïnvloeden en te wijzigen (volgens het woordenboek van de Psychologie)   De methode die men daarbij toepast, doet er niet toe, ‘als het maar werkt’. Enige wetenschappelijke onderbouwing is niet aanwezig en veelal worden hypnosetechnieken gebruikt, zo ook hier bij smartreading.
  • Er wordt gebruik gemaakt van technieken, die voortkomen uit oosterse religies, waar wij ons ver van moeten houden.
  • Bij hypnose wordt het geloof verschoven van God en zijn Woord naar de hypnotiseur en zijn techniek. God spreekt tot mensen door hun bewuste, rationele geest. Hij behandelt individuen als schepselen die bewuste, vrijwillige keuzes maken. Hij geeft de Heilige Geest om Zijn kinderen in staat te stellen Hem te vertrouwen en te gehoorzamen door liefde en bewuste keuzes. Hypnose daarentegen opereert op het vlak van de verbeelding, illusie, hallucinatie en misleiding. Jezus waarschuwde zijn volgelingen tegen misleiding. Nadat een persoon zijn geest geopend heeft voor misleiding (hypnose), kan hij gevoelig worden voor nog andere vormen van spirituele misleiding.(bron: http://users.skynet.be/fa390968/_Hypnose-Miesel.docTot zover het resultaat van onze zoektocht over smartreading.

Helaas moeten wij vaststellen dat dit GEEN geschikte methode is voor welke school dan ook en zeker niet voor een christelijke school.


G. en C. Doornenbal

Christelijke ouders vertrouwen hun kinderen toe aan christelijke docenten. Ze kiezen voor onderwijs, dat aansluit bij hun levensovertuiging. Daarmee is heel veel gezegd en tegelijkertijd roept het vragen op, immers in hoeverre vindt deze aansluiting plaats? Waarin kenmerkt zich precies christelijk onderwijs. Hoe doen ze dat in de alledaagse praktijk van het lesgeven? Waar komt het op aan? 

Nederland grossiert in christendom, zo lijkt het. De samenleving getuigt ervan met – al of niet historische – uitingsvormen, kerktorens die het landschap sieren, onderzoeken waarin aangetoond wordt dat we ons (70% van de Nederlanders) nog steeds storen aan vloekgedrag en als het even kan, wijzen we elkaar erop (87% van de Nederlanders). In het onderwijs spreken visie- en missiedocumenten over ‘respectvolle en veilige’ leeromgevingen, waarin leerlingen kansen krijgen om hun talenten te ontplooien. Het onderwijs moet ‘inspireren’, ‘ontwikkelen’ en ‘bewust maken van verantwoordelijkheden’ en ‘kennis geven van de Bijbel en van de gebruiken, normen en waarden van de protestants-christelijke traditie’. Er wordt blijk gegeven van een streven naar een duidelijke herkenbare protestants-christelijke identiteit, verwoord met uitdrukkingen als ‘Liefhebben, zoals Jezus heeft liefgehad.’  Dit betekent, dat we ouders de gelegenheid en keuzevrijheid geven om hun kinderen samen met anderen naar goed protestants-christelijk basisonderwijs te sturen.‘ Nog een citaat uit een visiestuk: ‘Ieder kind wordt gezien als een uniek schepsel van God en het onderwijs heeft dat te honoreren en daarbij aan te sluiten, opdat het kind leert leven tot Gods eer en tot welzijn van zijn naasten en van zichzelf.’ De vraag die blijft, is de vraag naar het hoe. Aansluitend bij de dissertatie van dr. Bram de Muynck blijkt de persoon en professionaliteit van de docent van bepalende betekenis.

Positie en opdracht
Hoe geeft de docent invulling aan deze verantwoordelijke positie en opdracht? En uit welke bron kan daarbij worden geput? In Colossenzen 2: 9-10 staat: ‘Want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem (curs. HB).’ De apostel Paulus noemt Christus als bron, vergelijk Efeze 1 :20-23 (Die alles in allen vervult.) Wij zijn dus volmaakt in Hem, compleet, vervuld, vol, af. Niets kan en hoeft nog aan- of toegevoegd te worden, want niets kan ontbreken aan de volmaakte volheid van de positie die wij hebben in Christus. Als dat immers niet het geval zou zijn, dan zou Christus niet volmaakt zijn. Hoe inspirerend kan het zijn om deze Bijbelse heilsnotie te vertalen in een pedagogische handreiking! Met andere woorden: docenten, zie op de persoon van Christus. In de eerste plaats in het perspectief van uw heilszekerheid…, maar niet minder in het perspectief van uw opvoedkundige taak. ‘Wat zou Jezus doen?’ mag de leidende vraag zijn in pedagogische situaties. Met Hem zijn wij immers verbonden tot nieuwheid des levens (Romeinen 6 :3-5).

Jezus is Christus en Heer
Volmaakt in Christus. Ook als docent. We gaan nog een stap verder en komen bij de praktische uitwerking voor alledag. Het is de naam Christus Die ons bij deze vertaalslag van dienst kan zijn(vergelijk 1 Petrus 2:9). De Naam Christus staat voor Zijn drievoudig ambt van Koning, Priester en Profeet. In Zijn ambt van Koning worden Zijn regering en bescherming zichtbaar. Hij heeft alle macht en regeert Zijn Kerk door Zijn Woord en Geest en beschermt haar. Als Priester offert Hij Zijn leven als zoenoffer voor de zonde der wereld en met Zijn bloedstorting staat Hij garant voor vergeving en genezing. Christus heeft Zichzelf geofferd, Hij bidt voor de Zijnen en zegent hen en voert hen als Middelaar binnen in het geheimenis van de vergeving van zonden. Als Profeet maakt Hij Gods volle Raad openbaar, door gelijkenissen, wonderen en prediking. Hij is aangesteld om een leraar der gerechtigheid te zijn, om de gelovigen op te roepen en te corrigerendoor te wijzen op de Thora (= wet) om deze te gehoorzamen. Hij is een profeet en daarboven uitde Profeet, het Levende Woord. Uit genade mogen Christenen treden in de voetsporen van Christus,  juist als het gaat om het drievoudig ambt. Vergelijk de Heidelbergse Catechismus, vr. en antw. 32. Maar waarom wordt gij een Christen genaamd? Antw.: Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus en alzo zijner zalving deelachtig ben, opdat ik zijn Naam belijde enmijzelf tot een levend dankoffer Hem offere en met een vrije en goede consciëntie in dit leven tegen de zonde en de duivel strijde en hiernamaals in eeuwigheid met Hem over alle schepselen regere. Dat betekent als koning recht doen aan de naaste, de samenleving en de schepping en met liefdevolle ontferming toezien op mijn (jonge) broeder en zuster in de kerk en daarbuiten, opdat wij samen rechte sporen gaan (orthopraxis). Het betekent ook naar vermogen de dingen recht zetten in het perspectief van de nieuwe aarde en – als Christen, Nederlander en Europeaan – beheren wat mij gegeven is als een goed rentmeester. Als onderdaan van koning Christus zich inzetten voor Zijn herscheppingsplan. Als priester is de christen gehouden zijn/haar leven te wijden aan Zijn dienst en met gebed en toewijding zorg te dragen voor de naaste en de samenleving. In spreken en handelen helend aanwezig te zijn, heenwijzend naar Christus. Godwil Israël en de volkeren elke dag inprenten dat zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt. Zo ernstig is de zonde. Die waarheid veroudert nooit. Wie de zonde relativeert, zal op den duur denken, dat het met minder kan dan met de bloedstorting van Christus. Niets is minder waar. Christus veroordeelt het zondige gedrag, maar is bewogen met de zondaars. Zo ook is de christen zijn naaste van dienst. Als profeet is de christen een levende aanbeveling en een betrouwbare getuige van Jezus Christus. In woord en daad getuigen van Zijn Naam en Zijn grote daden en heel Gods werk. De apostel zegt het ons voor:  Ik schaam mij het evangelie niet; want het is Gods kracht tot behoud voor een ieder die gelooft (Romeinen 1:16).

De klas
En nu naar de klas… Vanuit het drievoudig ambt ondernemen we een poging tot een vertaling naar de pedagogische houding in de klas. Op voorhand spreken we bescheidenheid en voorzichtigheid uit. In de voetsporen van Christus, wie zou het kunnen, wie zou het willen, wie zou het wensen? Aan de andere kant roept de Meester op om Hem te volgen, ook (vooral?) in de klas. Het koningsambt bepaalt als eerste bij de taak en verantwoordelijkheid van beschermer. Een kind is een parel in Gods Hand. De mythische oudheid laat ons zien, hoezeer schatbewaarders zorg hebben gedragen voor de koninklijke kostbaarheden, in het bijzonder voor de parels. Beschermen betekent zorgen voor een veilige, kindvriendelijke, angstvrije en uitnodigende omgeving, met optimale omstandigheden voor een gezonde persoonlijkheidsontwikkeling (naar hoofd, hart, ziel en lichaam). Klassenmanagement, gebruikte materialen en werkvormen, (authentiek) gedrag van de docent, het dient alles gericht te zijn op bescherming. In het kader van bescherming is regelgeving onmisbaar. Duidelijke afspraken zijn geen beperking,  maar bieden kaders voor optimale bescherming en ontwikkeling. Daarbij hebben docenten – als het goed is – iets van priesters en priesteressen, met een inleidende (in betekenissen) en inwijdende (in geheimen) taak en vanuit een dienende en offerbereidwillige houding. Nieuwe werelden voor leerlingen openen en nieuwe betekenissen ontsluiten. Samen met de leerlingen ontdekkingsreizen ondernemen, dialogisch aansluitend bij hun bestaande betekenissen, gevoelens, vragen, ideeën, initiatieven, leerstijlen en intelligentiegraad en – vorm. En daarbij op zoek gaan naar wat hen werkelijk boeit en bezig houdt, wat hun hart raakt. Een zoektocht die zich over vele terreinen kan uitstrekken: religie, natuur, muziek, sport, wetenschap, werk, relaties, genot, etc. en die van tijd tot tijd offers vraagt. Klinkt dit allemaal te zweverig? Het gaat heel concreet over de docent die er in slaagt zijn leerlingen te laten ontdekken, dat er iets heel geheimzinnigs aan de hand is met de Griekse naamvallen. Een geheim dat zeker de moeite waard is om te onderzoeken, omdat de docent er op een bijna lyrische wijze bij betrokken is. Zijn/haar hart zit erin! Hem of haar is het, bij wijze van spreken, alles waard dat ze het oppikken. Hoe? Eenvoudigweg, door er te zijn voor zijn leerlingen, goed onderwijs te geven en vooral en in de eerste plaats, door zichzelf, dus authentiek, te zijn. In de derde plaats mogen (!) docenten optreden als profeten, die kinderen voorzeggen en voorleven (voordoen, nadoen, zelfdoen). Hier komt het aan op de naadloze aansluiting van woord en daad. Technisch bestaat de profetische taak uit kennisoverdracht, vaardigheidstraining en competentie-ontwikkeling. Taal, voorbeeldgedrag, symbolen, goede manieren en gewoonten, regels en codes vormen het werkmateriaal. Inhoudelijk spreken we hier over het – zo zichtbaar mogelijk – voor ogen stellen van ‘de grote daden Gods’. Ook daarbij komt het aan op authentiek gedrag. Als koning beschermen, als priester inleiden en inwijden en als profeet voorzeggen en voorleven. En dat alles op authentieke wijze. Toneelspel is pedagogisch niet verantwoord. Leerlingen prikken daar – op steeds jongere leeftijd – (gelukkig) doorheen. Het kan wel doelbewust ingezet worden, maar dan helder en transparant gecommuniceerd.

De Here Jezus centraal
Christen zijn betekent ‘als Christus zijn’. Niet gekunsteld, niet gemaakt, niet geforceerd, maar door Woord en Geest en biddend om wijsheid en kracht, op authentieke wijze. Door, in en vanuit de verbondenheid aan Hem. Immers er staat geschreven: ‘… gij hebt de volheid verkregen in Hem. Ik wens en bid het alle collega’s in het onderwijs van harte toe.

 

Drs. H. Bakhuis/ theoloog, docent, onderwijsadviseur.

– een bezinning over Bijbels denken m.b.t. de relatie: voeding en gedrag –

Wiens B/brood men eet, diens W/woord men spreekt…

Lezen: Matt 18: 1-5; 19: 13-15; 21: 15, 16

 Verhinderen

Kunnen wij kinderen verhinderen tot Jezus te gaan? Jezus’ leerlingen, de latere leiders, deden het wel, terwijl Jezus net gezegd had: “Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.” In Mattheüs 23: 13 (NBG 1951) lezen we, dat de leiders van het volk het Koninkrijk der hemelen toesloten voor de mensen. De Here Jezus noemt ze kinderen van de duivel. Om het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan hoorde dé leraar van Israël, Nicodemus, van Jezus, dat hij opnieuw moest worden geboren, als een kind. (Joh 3: 1-21) Van de Joodse leiders weten we, dat ze een strak systeem hadden, bestaande uit, voornamelijk zelfbedachte, regels; toch weten we, dat het volk was “als (een kudde) schapen zonder herder.” (Matt 9: 36) Waren de mensen/ouders verbitterd? De ouders brachten hun kinderen naar Jezus; ontdoken ze daarmee de religieuze regels? De discipelen joegen ze weg; Jezus raakte ze aan: Hij raakte de kinderen aan door Zijn Persoon, wie Hij was en wat Hij zei. ‘Raken’ wij onze kinderen/leerlingen ‘aan’ door onze persoon? Stellen wij ons hart net zo open als Jezus dat deed?

In Matt. 21 namen de leiders het de kinderen kwalijk, dat zij (wèl) de Here Jezus als Zoon van David erkenden en Hem lof toe riepen. Verhinderen leiders nu nog? Hoeveel ‘religieuze/onderwijskundige regels en systemen/modellen’ hebben wij, kerkelijke en onderwijsleiders, voor ‘onze’ ouders/kinderen/leerlingen bedacht? Verbitteren wij onze kinderen/leerlingen? (Ef 6:4)

Afnemen en toevoegen        

Niet alleen van brood zal de mens levenmaar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.” (Mat 4: 4)

Jezus zei tot hen: “Mijn spijze is de wil te doen van degene, die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh 4: 34)

Voedselbereiding: brood

Er zijn onderzoeken die aangeven, dat sinds brood fabrieksmatig wordt gebakken, hart – en vaatziekten zijn toegenomen. Is er een direct verband? (Hoe) past hierin het Bijbelvers “…brood, dat het hart des mensen versterkt,” (Ps 104: 15) of is hierop van toepassing dat je met onderzoek alles kunt bewijzen en ‘dat iedere ketter zijn letter heeft?’ Bij het tegenwoordig (industrieel) proces van voedselbereiding gaan belangrijke/essentiële voedingsstoffen verloren en worden kunstmatige (vaak chemische) stoffen toegevoegd. Het effect is tweeledig: de weerstand van het lichaam wordt verminderd door de lagere kwaliteit van het voedsel en vervolgens wordt van het in weerstand verminderde lichaam gevraagd, zich te verdedigen/beschermen tegen schadelijke en lichaamsvreemde stoffen. Tarwekiemen bijvoorbeeld, zitten boordevol vitamine E. Vitamine E werkt bloeddrukregulerend: het verlaagt een te hoge bloeddruk en verhoogt een te lage bloeddruk. Vitamine E is van groot belang voor de spieren, dus zeker voor de belangrijkste spier in het lichaam: het hart. Hartziekten zijn vooral aandoeningen van de 20e  eeuw. De consumptie van geraffineerd voedsel lijkt hiervan de belangrijkste oorzaak te zijn. Dit voedsel bevat amper nog voldoende vitamine E. Vroeger at men volkorenbrood waarin tarwekiemen verwerkt waren. Tegenwoordig eten we ‘volkorenbrood’ dat vaak gewoon wit brood is waaraan zemelen zijn toegevoegd. Zo wordt de weerstand van het lichaam vermindert en compenseert men de gevolgen meestal met medicijnen, die vaak  schadelijke bijwerkingen hebben, wat weer een nieuwe verdediging van het lichaam vraagt. Maar ‘gelukkig’ zijn er ook medicijnen om de bijwerkingen van medicijnen te bestrijden…….

In geestelijk opzicht kunnen we een parallel trekken: als we afdoen van het Woord van God of er aan toevoegen, dat, wat we zelf bedacht hebben, zal dat schadelijke gevolgen hebben voor de gemeente. Om die schadelijke gevolgen voor het Lichaam te zien, hoeven we slechts naar de kerkgeschiedenis te kijken.

Afnemen van en toevoegen aan het Woord van God

Wij mensen, zijn, vanaf het gebod in de hof (Gen 2: 16, 17), geneigd af te doen van of toe te voegen aan het Woord van God (geboden van mensen Marc 7: 7; Col 2: 22) Als iemand vraagt: “Heeft God wel gezegd…?” dan hebben wij de neiging dat Woord in twijfel te trekken; (Gen 3: 1 e.v.) het kritisch te analyseren – i.p.v. dat wij ons kritisch door het Woord laten ‘analyseren’ – ; het aan te passen aan ons denken of er een wetenschappelijk ‘behapbaar’ theologisch systeem van te maken. Dat was hét verwijt van de Heer aan de leiders; daardoor sloten zij het Koninkrijk toe voor de mensen (én de kinderen). Er zijn meerdere teksten in de Bijbel over afnemen van en toevoegen aan het Woord van God. Het gedeelte in de Openbaring van (aan!) Johannes is misschien wel het meest bekend (Op 22: 18, 19), maar ook op andere plaatsen in de Schrift komen we woorden van gelijke strekking tegen: Deut 4: 2: “Gij zult aan al wat ik u gebied, niet toedoen, noch daarvan afdoen.” Deut 12: 32: “Al wat ik u gebied zult gij naarstig onderhouden, gij zult daaraan niet toedoen, noch daar van afdoen.” Spr 30: 5,6: “Alle woord Gods is gelouterd;…Doe niets aan zijn woorden toe…” Laat je de Bijbel ‘buikspreken’, als je dat toepast op de bereiding van voedsel? Mag je, kun je het geestelijke van het natuurlijke scheiden? Hoe moeten we Gen 2: 7, 1 Thess 5: 23 en andere Schriftplaatsen zien i.v.m. de eenheid van lichaam, geest en ziel?  Hoever zijn wij meegegaan met het westerse, wetenschappelijke, analytische denken? In hoeverre is dat denken Bijbels? In hoeverre is het verwijt van het ‘zondagsgeloof’ een terecht verwijt?

Toen bij de verzoeking in de woestijn (de verleiding van/d.m.v.) voedsel ter sprake kwam, liet de Here Jezus de Schrift(ten) spreken: “Niet alleen van brood zal de mens levenmaar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.” (Matt 4: 4) en: “Mijn spijze is de wil te doen van degene, die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen.” (Joh 4: 34) De Heer laat hier het geestelijke vóór het lichamelijke, het fysieke gaan; Hij laat het Woord van God bepalen of Hij zal gaan eten, wat hij zal gaan eten en vanuit welke motivatie Hij zal gaan eten.

Bij het huwelijk zien we dit ook. Als de Bijbel fysiek/lichamelijk overspel noemt, is daar ook de verbinding met geestelijk overspel: achter andere goden/religieuze/wereldse systemen aanlopen; afval van God/afval van man of vrouw: “…die de echtvriend van haar jeugd verlaat en het verbond van haar God vergeet, want haar huis zinkt weg naar de dood,…” (Spr 2: 17, 18) Deze ‘twee – éénheid’ was dé voortdurende valkuil voor Israël. Hoe is dat met ons? De profeet Maleachi legt verband tussen echtscheiding en geweld. (Mal 2: 16) Echtscheiding is geweld tegen God, de Schepper van het huwelijk, tegen elkaar en het is geweld tegen kinderen. Het neemt (iemand) van ze af en voegt vaak (iemand anders) toe. Het neemt de vertrouwde (op)voeder weg en voegt een onbekend ‘onecht/kunstmatig’ iemand toe. Uit meerdere langlopende onderzoeken blijkt hoe ernstig de gevolgen zijn voor kinderen. Dit beslaat het sociaal – emotioneel gebied en ook de leerprestaties. “Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheidde de mens niet.” (Matt 19: 6) Zou de Heer hiermee óók niet het welbevinden van de kinderen op het oog hebben? Verhinderen wij, dat kinderen hun talenten tot ontplooiing kunnen brengen?

Voedingswaarde: afname en toevoegingen

De voedingsindustrie

Enige tijd geleden was er in het nieuws dat groente nog slechts de helft van de voedingswaarde heeft die het enkele decennia geleden had. Is er iets veranderd met onze voeding? In de landbouw worden de zogenaamde  gewasbeschermingsmiddelen gebruikt; de voordelen voor de voedselproductie zijn groot, maar zijn er ook nadelen? Voeding is een industrie geworden. Alles gebeurt mondiaal. Grote organisaties/multinationals zijn uit op een steeds groter aandeel van de markt. Sommige multinationals zijn veel machtiger dan regeringen van landen. Hoeveel belangenverstrengeling is er? Hoeveel inzicht en controle heeft de gewone burger hier nog op? Wordt er met de regels ‘gemakkelijker omgegaan’ als het de organisatie dient? Hoe ligt het met persoonlijke verantwoordelijkheden? Manipulatie (naar je hand zetten) is de zonde van de tovenarij. Hoeveel ‘betovering’ gaat er uit van een glanzende carrière in een groot bedrijf met veel macht?

Door het raffinageproces van voedsel gaan bepaalde/belangrijke, voor het lichaam noodzakelijke stoffen verloren en worden er (vaak chemische) stoffen aan toegevoegd. Voedsel moet houdbaar, goed bewerkbaar en steeds meer ‘hapklaar’ zijn.

Wie weet eigenlijk wat al die ‘(E) – stoffen’ die op de verschillende verpakkingen staan, betekenen? En als je dat al zou weten, weet je dan wat het met je lichaam doet? Het vervelende van chemische toevoegingen is, dat het effect niet onmiddellijk te zien of te merken is. Heel vaak is het effect cumulatief, d.w.z. dat er in het lichaam een geleidelijke opbouw plaatsvindt wat kan leiden tot een verscheidenheid aan symptomen. Sommige mensen zijn gevoeliger voor deze chemische toevoegingen dan anderen. Bij deze mensen – vaak kinderen – zal het een onmiddellijk effect hebben op de spijsvertering. Kleurstoffen bijvoorbeeld kunnen problemen veroorzaken. Over het algemeen geldt dat kleine hoeveelheden niet schadelijk zijn. Maar omdat de effecten gerelateerd zijn aan de doses en kinderen kleiner zijn, consumeren ze veel grotere hoeveelheden dan de ADI (Aanvaardbare Dagelijkse Inname).* Bijzonder lastig zijn de ‘cocktails’ van toevoegingen. Er is vrij veel onderzoek gedaan naar de afzonderlijke stoffen en hun werking in het menselijk lichaam, maar met het onderzoek naar combinaties van deze chemische toevoegingen is men nog maar een aantal jaren geleden begonnen. In het algemeen lijken combinaties van chemische toevoegingen een veel krachtiger effect op de zenuwcellen te hebben dan elke stof afzonderlijk. Uit onderzoek blijkt dat de effecten zelfs vier tot zeven keer zo hoog kunnen zijn. Chemische toevoegingen (als enkele stof of als een combinatie van stoffen) geven de meeste risico’s bij baby’s en kinderen. Jonge kinderen zijn het meest vatbaar voor chemicaliën die kankerverwekkend zijn. De reden is de beperkte mogelijkheid voor detoxicatie (ontgiften) door de werking van de lever in kinderen, alsmede hun geringe lichaamsgrootte. Verder hebben baby’s en kleinere kinderen ook hogere voedingsbehoeften dan ouderen. Zo draagt hun kleinere lichaamsgewicht, alsmede hun vaak minder gevarieerd voedingspatroon, bij aan een grotere vatbaarheid voor giftige stoffen.

 

Jezus Christus in de Bijbel/Jezusbeeld in de Koran

JEZUS CHRISTUS IN DE BIJBEL HET JEZUSBEELD IN DE KORAN
Hij is waarachtig God en waarachtig mens. Nee! Jezus is slechts mens. Jezus “God” noemen is godslastering.
Hij is de Messias, de Christus, Gods Gezalfde (Matth 26: 63-64). Nee! Jezus is slechts één van de profeten van Allah. Messias betekent “zwerver”. Jezus is “leider van hen die op aarde moeten zwerven”. Verg. Matth 8:20.
Hij is Gods Woord zelf (Joh 1:1-3; Hebr 1:1-4; Op 19:13). Nee! Jezus was slechts een bode van de Schrift van Allah door ingeving van de engel Gabriël.
Hij is de vervulling van alle bijbelse profetie (Luc 24:27; Joh 1:45). Nee! Mohammed is het zegel en de afsluiting van de profeten en geeft aan alle eerdere profeten de enig geldige uitleg.
Jezus alleen is de vervulling van Deut 18:15,18. Nee! Mohammed alleen.
Jezus Christus is Gods Zoon (Matth 3:17; 17:5; 2 Petr 1:17 enz.). Nee! Dat is een godslastering. Jezus is niet Gods Zoon.
Hij werd door God door de Heilige Geest verwekt (Ps 2:7; Hebr 1:5). Dus geboren, niet geschapen, maar preëxistent. Nee! Jezus werd door Allahs woord in Maria geschapen. Hij is een schepsel van Allah net als Adam. Geen preëxistentie van Christus!
Daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden (Luc 1:35). Nee! Jezus is slechts de zoon van Maria. “Allah verwekt niet en werd niet verwekt” (soera 112).
God openbaarde zich in het vlees, in de mens Jezus (1 Tim 3:16). Nee! Wie dat zegt, is een leugenaar en een verleider.
Iedere geest, die Jezus niet (in het vlees gekomen) belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist (1 Joh 4:1-3). Er is geen vleeswording van Jezus.
Jezus werd verzocht als wij, maar zonder te zondigen en had daarom nooit vergeving nodig (Hebr 4:15; 7:26; 2 Cor 5:21; 1 Petr 2:22). In de Koran staat tal van keren, dat Mohammed Allah om vergeving vroeg voor zijn zonden.
Jezus is zachtmoedig en nederig van hart (Matth. 11:29). Allah is de sterke, hoogmoedige. De zachtmoedigheid en nederigheid van Jezus zijn zwakheden.
De kruisiging van Jezus is een historisch feit. “Moest de Christus dit niet lijden?” (Luc 24:7,26,46; Hand 3:18). Nee! Allah toonde zijn macht door zijn profeet die schandelijke dood te besparen. Het kruis is een verloochening van Allahs almacht en een aanval op zijn souvereiniteit.
Jezus´ grootheid bestond in het feit, dat  Hij “is gehoorzaam geworden ja, tot de dood des kruises” (Phil 2:5-8; 1 Joh 3:16). Nee! Ze bestond in het feit, dat hij aan zijn vijanden en zodoende aan het kruis ontkwam.
Jezus stierf aan het kruis (Matth 27:50; Hebr 2:14-15). Nee! Jezus is niet gestorven. Allah nam  Hem rechtstreeks op in de hemel, zonder de dood.
Jezus stierf aan het kruis (Matth 27:50; Hebr 2:14-15). Nee, want hij is niet gestorven.
Jezus is opgestaan uit de doden, zoals Hij en het Oude Testament hebben geprofeteerd. Nee, want hij is niet gestorven.
Jezus Christus leeft. Mohammed is dood.
Hij is de verzoening voor onze zonden (1 Joh 2:2; 4:10). Nee! Er is geen verzoenigsdood van Jezus.
Jezus stierf plaatsvervangend (Jes 53;  2 Cor 5:21). Nee! Er is geen plaatsvervanging door Jezus. “Aan een ieder wordt volledig  betaald, wat hij gedaan heeft” (soera 39:70).
Jezus is de enige middelaar tussen God  en de zondige mens (Joh 14:6; 1 Tim 2:5). Nee! Allah heeft geen middelaar ter verzoening nodig. Dat zou afbreuk doen aan Allahs hoogheid. Ieder is direct op hem betrokken.
Hij is de verzoening voor onze zonden (1 Joh 2:2; 4:10). Nee! Er is geen verzoeningsdood van Jezus.
Jezus stierf plaatsvervangend (Jes 53;  2 Cor 5:21). Nee! Er is geen plaatsvervanging door Jezus. “Aan een ieder wordt volledig  betaald, wat hij gedaan heeft” (soera 39:70).
Jezus is de enige middelaar tussen God  en de zondige mens (Joh 14:6; 1 Tim 2:5). Nee! Allah heeft geen middelaar ter verzoening nodig. Dat zou afbreuk doen aan Allahs hoogheid. Ieder is direct op hem betrokken.
In de naam van Jezus is heil (Hand 4:12). Het woord ‚heil’ komt in de Koran niet voor.
Jezus Christus is door God gegeven ter rechtvaardiging (1 Cor 1:30). Nee!
Wie in de Zoon (Gods) gelooft, heeft eeuwig leven (Joh 3:36; 1 Joh 5:11-12). Geen eeuwig leven in Allah.
Door Jezus´ bloed is er vergeving van zonden (Matth 26:28; Ef 1:7; Col 1:14;  1 Joh  1:9). Nee! Slechts vergeving, “wanneer Allah wil”. Allah is souverein, vergeeft, wie hij wil en laat de schuld aan wie hij wil. Vasten en pelgrimstocht naar Mekka (kussen van de zwarte steen) hebben een zondenvergevende uitwerking. De vergeving van Allah is alleen bestemd voor zijn trouwe aanbidders, maar ook voor hen is het een vraag.
Gelijk ook de Here u vergeven heeft,  doet ook gij evenzo (Col 3:13). Het recht moet zijn loop hebben en de schuld geboet. Daarom bloedwraak of bloedgeld. Vergeving zou onrechtvaardig zijn: het recht kan en mag niet gebroken worden.
Jezus is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden (Luc 15: 4 en 5; 19, 10). Allah is te verheven om zich om de  verlorenen te bekommeren.
Genade en waarheid zijn door Jezus Christus gekomen (Joh 1:17) Nee! Wet en waarheid zijn door  Mohammed gekomen.
Uit Gods genade in Jezus alleen (Rom 3: 21-27; Ef 2:8-9). Nee! Uit werken der wet (beloning, verdienste) alleen: de isl. geloofsbelijdenis; 5 gebedstijden met de rituele verplichte gebeden; almoezen geven (zakat); vasten; bedevaart naar Mekka enz. Dus werkgerechtigheid, vereffening van goede werken. “De goede daden verdrijven de boze”(soera 11:114).
Dus geschonken, toegerekende gerechtigheid (Rom 4:11-12, 22-25). Dus werkgerechtigheid, vereffening van goede werken. „De goede daden verdrijven de boze“(soera 11:114).
Wie in Jezus Christus, Gods Zoon, gelooft, komt niet in Gods oordeel (Joh 5:24). Wie in Jezus, Gods Zoon, gelooft, gaat  niet verloren (Joh 3:16). Nee! Voortdurende onzekerheid, of Allah je voor het paradijs of de hel heeft bestemd. Wie de islam verlaat, wordt verdoemd en gaat voor eeuwig verloren (soera Al Oemran 90). De koran eist uitdrukkelijk doding van een bekeerling, die als verachte en vervloekte   geldt.
Jezus stierf voor allen, opdat zijn discipelen niet meer voor zichzelf leven, maar  voor Hem die voor hen is gestorven en opgewekt (2 Cor 5:14-15). Islam = uitlevering, overgave en (passieve) onderwerping, d.w.z. aan Allah en zijn voorbestemde lot (kismet). In de 5 gebedstijden werpt de moslim zich dagelijks  34 maal voor Allah ter aarde.
Aanbidding van de hemelse Vader en het gebed tot Hem zijn een vrij voorrecht voor Hem en een vreugde voor een kind van God(Joh 16:23 en 24). Aanbidding van Allah en het gebed tot hem zijn voor de moslim een religieuze plicht, een deel van de godsdienstwet (sjaria).
Zekerheid van verhoring van het gebed tot God, de Vader, in de naam van Jezus (Joh 15:16). Een moslim weet nooit, of Allah hoort. Allah is  groter dan dat hij alle gebeden verhoort. Hij kan, wanneer hij wil, maar dat hoeft hij niet.
Jezus komt terug, o.a. om Zijn gemeente tot zich te nemen (Joh 14:3; 1 Thess 4: 14-18; 2 Thess 2:1). Jezus komt terug om de christenen tot de islam te leiden en hen ervan te overtuigen, dat ze zich ver gisten, toen ze hem Gods Zoon noemden. Hij komt terug om de joden en christenen te oordelen, die niet in Allah geloven.
Wie zal veroordelen? Christus Jezus is   de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ook voor ons pleit(Rom 8:34). Geen voorspraak voor Allah! Mohammed is niet in de hemel.
Jezus is de door God verordineerde Rechter over levenden en doden (Joh 5:22,27; Hand 10:42; 17:31). Mohammed wacht in de tussentijd (barzach) op dag des oordeels.
Geen vrede op aarde buiten de vredevorst Jezus Christus, door wie wij vrede met God hebben (Jes 9:5; Col 1:20; Rom 5:1). Geen vrede op aarde behalve door de islam.
Jezus´ Koninkrijk is niet van deze wereld   (Joh 18:36). De heerschappij rust op zijn schouder (Jes 9:5-6; Matth 28:18; Ef 2:20-22). Mohammed was, behalve Allahs profeet, ook een politiek en militair leider van een islamitisch wereldrijk. De islam is een politieke godsdienst, die de hele wereld en het hele leven wil brengen onder de heerschappij van Allah en de isl. wetgeving (sjaria). Het gaat om de islamisering van de hele wereld.
Jezus´ discipelen kunnen er niet met aardse wapenen voor strijden. Ze hebben geestelijke wapenrusting (Ef. 6:10-18). Aanhangers van Allah moeten ervoor strijden, ook met politieke wapens (bijv.: olie; een bouwen van isl. universiteiten op centrale punten in alle werelddelen; opkopen van westerse firma’s enz.) en militaire wapens (de heilige oorlog is een gebod van Allah) en financiële wapens.
Elke tong zal belijden, dat Jezus Christus Heer is tot eer van God, de Vader. Voor Hem zal alle knie zich buigen (Phil 2: 10-11). Allah belooft in de koran de overwinning aan hen die in hem geloven (politiek triomfalisme).
De troon van God en het Lam staat in het centrum van het door God geschonken nieuwe Jeruzalem (Op 22). De islam is de beste, volmaakte godsdienst (religieus superioriteitsgevoel).
God en het Lam van God zijn waardig, te ontvangen heerlijkheid, eer, aanbidding (Op 4:8-11: 5:12-14). Allah verlangt totale aanbidding.

 

‘Oase’ (dagopeningsmethode)
(recensie)

Laten we eerlijk zijn, als het gaat om materiaal voor dagopeningen, bezinning en viering voor het middelbaar onderwijs is er niet veel. Zeg maar gewoon niets. Veel middelbare scholen hebben (noodgedwongen?) gekozen voor de Zoutkorrel. Van de als docent actief betrokken jaren in het middelbaar onderwijs herinner ik me maar al te goed de worsteling met de in de Zoutkorrel aangeboden bezinningsstukjes: één stukje met een Bijbeltekst (en wat voor stukje – de Bijbeltekst had hier amper iets, ja meestal helemaal niets mee te maken) en daarnaast enkele ander stukjes op, laten we maar eerlijk zijn, puur humanistische tot soms zelfs nihilistische leest geschoeid. Nog levendig herinner ik mij het moment dat ik bij weer een dagopening aan de leerlingen in de klas vroeg of ze de tekst kenden uit de Bergrede waarin Jezus zegt: Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door mensen vertreden te worden (Matt 5:13). De tekst was de meesten van hen bekend (nu had ik het geluk veel leerlingen van Urk in de klas te hebben die de Bijbel nog wel kennen). Op hun bevestigend antwoord vroeg ik hun vervolgens goed op te letten. Met de Zoutkorrel tussen duim en wijsvinger ben ik naar de prullenbak gelopen en heb met de slotwoorden van de tekst het blad daarin laten vallen. De reacties? Instemmend! Tegelijk brak er een levendig gesprek los over de dagopening, de viering en zelfs de identiteit van de school. Volgens de klas die ochtend stelde het allemaal niets voor… Als docent Godsdienst leek het mij goed gedurende die dag ook in volgende lessen op een en ander door te borduren. Het bleek dat er veel collega’s waren die geen enkele affiniteit met het blad hadden. Ze lazen lukraak één van de stukjes voor, of deden alleen een gebed, of begonnen zelfs zonder dagopening gewoon direct met de les. Zelf heb ik naar aanleiding van het weekthema vanuit een passend Bijbelgedeelte per week enkele dagopeningen op papier gezet. Dan word je onlangs verrast met het bericht dat er (eindelijk) nieuw materiaal op de markt is gekomen onder een veelbelovende naam: OASE. Stel u eens voor. Je hebt een lange tocht door de woestijn gemaakt. Lang, heet en droog geeft dorst. Ineens klinkt het: ‘Oase!’  Wat verwacht je dan? Water dat de dorst lest, beschuttende schaduw tegen de brandende zon.  Met een plof viel het blad op de mat. Fleurig en kleurig. Uitdagend om te lezen. Je slaat dit eerste nummer open en leest rechts van de inhoudsopgave dat het komt van de makers van… de Zoutkorrel. Niet direct richting prullenbak, maar lezen! Eerlijk lezen! Allereerst springt in het oog, dat er voor abonnees via internet toegang is tot aanvullingen op edities, materiaal voor vieringen en zijn er uitwisselingsdagen en themadagen rond dagopeningen en vieringen en… identiteit. Dat laatste klinkt toch geweldig, zeker nu blijkt dat zoveel zich christelijk noemende scholen in een diepe identiteitscrisis verkeren. Op pagina twee en drie springen enkele kopjes verwachtingwekkend in het oog: Diepgang. Twee Bijbelrubrieken. Verbreding en verdieping. Nog enkele zaken vallen op. Er wordt gewerkt met niveaus – stukjes toegesneden op brugklassers t/m V6, vmbo en mbo. De sterretjes wijzen de weg. Ik volg de sterretjes… Een oase blijkt helaas wat vaak een fata morgana. Zo ook in dit geval. Er zijn veranderingen, maar die zijn niet direct verbeteringen. Twee Bijbelstukjes  in plaats van één betekent niet dat de Bijbelgedeelten aansluiten bij de bezinning en allerminst dat de bezinning dus Bijbels verantwoord is. Het niveauverschil blijkt allerminst. Schokkend is, dat de samenstellers niet met God uit de voeten kunnen. Is het God, El, Allah, Jehova, Jaweh, Ohm, Energie, Bron, Eeuwige, Universum (p.14 en dat ook nog onder één *) of is het Gaia (p.85 met drie ***)? Wat maakt dat eigenlijk ook uit als duidelijk wordt  dat er ruimte is voor islam, boeddhisme, hindoeïsme en humanisme, al ging het om iets gelijkwaardigs. (Jodendom laat ik bewust buiten beschouwing, daar zijn we op geënt.) Het Licht Jezus Christus ontbreekt volkomen. Had de Zoutkorrel alles met religie te maken, Oase eveneens. Maar zoals Karl Barth zei: Religion ist Unglaube. Het water is bitter  (Ex 15:23) en heeft het hout (kruis) nodig!

Drs. J. G. Hoekstra

Hoewel gelovig opgevoed werd ik op de middelbare school bij het vak aardrijkskunde met het idee van de oude aarde geconfronteerd. Nooit heb ik op de christelijke scholen letterlijk de evolutietheorie gehoord. Achteraf vind ik dat jammer.

Probleem
Ik weet niet precies hoe, maar op een gegeven moment ben ik gaan geloven, dat het waar is wat veel mensen zeggen, dat de aarde veel ouder is dan de Bijbel beweert. Mijn geloof in de schepping was nooit aangetast, maar ik dacht wel dat we iets niet goed begrepen; daardoor leek het alsof de Bijbel en de wetenschap elkaar tegenspraken. Er zou waarschijnlijk iets niet goed vertaald zijn, of iets moet anders uitgelegd worden. Dat hele ‘aap-mensverhaal’ heeft me nooit op het verkeerde been gezet. Toen mijn zoontje er eenmaal was, wilde ik eigenlijk beter kunnen uitleggen hoe het zat.

Oplossing
Zelf had ik bedacht, dat er mogelijk miljoenen jaren zitten in de periode tussen ‘in den beginne’ en  het ‘de aarde nu was woest en ledig’(Gen 1:1en 2). Och, dacht ik, na het begin is er blijkbaar een heleboel gebeurd waardoor de aarde woest en ledig was geworden, misschien was dat wel die periode dat satan op aarde werd geworpen?  Zo leek het of ik een los eindje vast kon knopen. Mijn idee mailde ik aan iemand bij B & O. Ik weet niet meer wie mij heeft geantwoord, maar hij heeft gemaild  (even los uit mijn geheugen weergegeven), dat mijn theorie bekend staat als de  ‘klooftheorie’ en dat deze theorie niet overeenkomt met het fossiele materiaal wat de aarde heeft prijsgegeven. Hij verwees me naar een artikel hierover. Ik weet niet meer of dat direct een artikel van Answers in Genesis (the gaptheory) is geweest  of dat ik via zijn tip doorgelinkt ben naar deze site, maar in ieder geval ben ik geëindigd bij www.answeringenesis.org. Een wereld ging voor me open.

Informatie
De AIG-site is inmiddels één van mijn vaste uitstapjes op het web. Vol verbazing kwam ik terecht in de wereld van de christelijke wetenschappers. Wetenschappers die aantonen, dat alle feiten die de aarde heeft prijsgegeven, geheel passen bij een aarde die ongeveer 6000 jaar oud is en ook naadloos aansluit bij gebeurtenissen die de Bijbel beschrijft. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de zondvloed. Verder bevat de site een overvloed aan artikelen over onder anderen dinosaurussen, ‘missing links’, de C14 methode en andere dateermethodes en ga zo maar door. Mij hoeven ze niks meer wijs te maken met hun  zogenaamde bewijzen!

Recent kreeg ik de brochure ‘Evolutie’ onder ogen. Het was de reden dat ik weer eens een mailtje naar B&O stuurde; gewoon om duidelijk te maken, dat ik blij ben dat de jeugd op deze wijze eerder in aanraking kan komen met de Bijbelse zijde van het verhaal. Ik ga er zeker meerdere exemplaren van verspreiden! Ik vertelde in diezelfde mail ook over Answer in Genesis en dat ik het zo jammer vond dat deze Engelstalige site soms zo moeilijk voor me was. Het zou mooi zijn, als B & O ruimte op haar site ruimte zou maken om deze artikelen in het Nederlands te plaatsen. Helaas ging dit hun domein ver te buiten. Ik kreeg wel een aantal links door, die zeker aan mijn behoefte tegemoetkwamen en waarin ik me de komende maanden kan verdiepen.

Ik kan nu niet alleen aan tieners, maar ook aan volwassenen de bovengenoemde brochure weggeven. Op de achterkant schrijf ik naast de gegevens van Answer in Genesis ook andere Nederlandstalige sites op die hetzelfde nastreven. Ook de kleine brochure voor groep 8 “Evolutie of schepping. Wat geloof jij?” heeft inmiddels mijn aandacht.

Conclusie
Langzamerhand beginnen ook christenen te begrijpen dat het de moeite waard is, om niet alleen je eigen geloof aan te hangen, maar dit ook met hand en tand te verdedigen en niet met een mond vol tanden te staan, als anderen je met hun zogenaamde wetenschap om de oren slaan.

mevr. L.

 

Na een lange werkdag kom je thuis en je ploft neer op de bank… Waar zijn de kinderen? Je loopt naar boven en hoort het vermaak al uit de slaapkamers komen: de oudste is druk achter de pc met chatten bezig; de jongste speelt een online spelletje tegen andere spelers op internet. Je partner roept: “Ben even mijn e-mail aan het checken, hoor!” Herkenbaar?!

Internet: het grootste medium zonder grenzen, zonder regels en zonder beperkingen. Overal toegankelijk: 24 uur per dag! Verweven met onze maatschappij. Ook met ons leven? Waar leef jij: op internet of in de realiteit?

Wat doet internet met onze maatschappij? Zijn er naast de vele voordelen ook nadelen? Of zelfs gevaren? Inmiddels is internet binnen gedrongen in bedrijven, scholen, maar ook thuis in het gezinsleven. Kortom, het is verweven met de hele maatschappij! Het vergt steeds meer tijd van ons. Sommigen spreken over internetverslaving: een fenomeen dat vooral bij jongeren ernstig toeneemt. De vraag is in toenemende mate: hoe moeten we met dit verschijnsel omgaan ?In veel gevallen is internetgebruik niet meer te beheersen: het biedt alles… Het controleert ons en onze kinderen. Een schok? Ja, misschien wel. Omdat het zo gemakkelijk toegankelijk is en alles biedt wat onze nieuwsgierigheid prikkelt, wordt het ongemerkt tot een afgod. Een afgod, die zelfs de tv aan de kant weet te schuiven. Diverse onderzoeken wijzen uit, dat jongeren meer tijd besteden aan internet dan aan tv-kijken. Niet alleen via de pc, maar inmiddels ook via allerlei mobiele apparaten is het overal en altijd beschikbaar!

Kunnen we het fenomeen beheersbaar en gestructureerd aanbieden binnen bedrijven, scholen en in onze gezinnen? Wanneer mogen bezoekers gebruik maken van het internet, hoe lang en wat mogen ze dan wel of niet opzoeken? Vragen die erg gevoelig kunnen liggen. Als directie van een bedrijf of school, maar ook als gezinshoofd is het belangrijk een duidelijk standpunt en positie in te nemen over beheersbaar en gestructureerd internet. Met behulp van content filtering en software programma’s kan eenvoudig en doeltreffend het gebruik verantwoord worden aangeboden. Dat geldt zowel voor bedrijven en scholen,  als voor gezinnen! Misschien is de laatste wel de belangrijkste plaats waar dit nodig is; niet om extreme content te voorkomen, maar vooral om kinderen te leren omgaan met de vrijheid van internet en duidelijk te stellen op grond van de Bijbel wat wel en niet aan content mag worden opgezocht. Geef als ouder altijd een betrouwbaar voorbeeld, onderbouw en onderwijs op grond van Gods Woord, de Bijbel.

Gefilterd internet. Kan dat?
Kan de inhoud van internet beheersbaar aangeboden worden? Ja, dat kan op verschillende manieren, waarvan we later de belangrijkste zullen noemen. Maar wie bepaalt wat men wel en niet mag benaderen, wat de content betreft? En hoe bepaal je dat? We komen hier indirect met normen en waarden in aanraking. Waar zijn die echter op gebaseerd? Normen en waarden kunnen namelijk op verschillende manieren opgevat en beïnvloed worden door meningen. De enige basis om de content van internet te filteren is het gezaghebbende Woord van God, de Bijbel. Zelfs onze eigen mening, gevoel of overtuiging (uit het hart) kunnen misleidend zijn.

Praktische methoden van filteren
Er bestaan twee mogelijkheden  om de content van internet te filteren:

  • filteren aan de kant van de bezoeker (op bedrijf, school of in gezin),
  • filteren aan de kant van de Internet Service Provider (ISP)

 Filteren aan de kant van de bezoeker houdt in, dat er op elke pc of in het lokale netwerk iets wordt toegevoegd: bijvoorbeeld filtersoftware. Dat is een router met een filter of icra-opties in de webbrowser. Grote nadelen van deze categorie zijn dat elke pc moet worden voorzien van filtersoftware of icra-opties en dat de filtermethodes vrij eenvoudig zijn te omzeilen.

Filteren aan de kant van de Internet Service Provider (ISP) is het meest effectief. Hierbij is het niet nodig, dat aan de kant van de bezoeker iets geïnstalleerd moet worden. Elke pc zal gefilterde content ontvangen. Hiermee hebt u de zekerheid, dat ongeoorloofde content niet uw bedrijf, school of huis binnenkomt! Een goed en bekend voorbeeld hiervan is Filternet in combinatie met ISP Solcon. (Let wel, er is ook een versie van Filternet die in de vorige categorie valt)Deze categorie van filteren is ook te omzeilen, maar dat is vrij moeilijk.

Met de huidige filtermethodes binnen de tweede categorie wordt ruim 90 procent van ongeoorloofde content geweerd. Het vastleggen van bezochte websites kan bij beide categorieën goed helpen inzicht te krijgen of ongeoorloofde content is bezocht. Er zijn diverse softwarepakketten beschikbaar die bezochte websites vast kunnen vastleggen in een logbestand.

 Gestructureerd internet. Helpt dat?

Wanneer mogen bezoekers internet op? Altijd, 2 uur per dag of 4 uur per week? Het gestructureerd aanbieden van internet kan de neiging tot internetverslaving beperken.  Een tijdslimiet helpt een bezoeker om internet efficiënter te gebruiken en alleen dat te doen, wat men wil doen. Hierdoor wordt het eindeloos en doelloos rondsurfen voorkomen en leert men om bewuster met tijd en het medium om te gaan.

Het principe is eenvoudig: de toegang tot internet wordt op bepaalde tijden opengesteld. Dit kan op meerdere manieren. De meest eenvoudige manier is om de toegang open te stellen vanuit de router (bij een breedbandaansluiting) aan de kant van de bezoeker. Er zijn routers die dit volgens een tijdstabel kunnen regelen, maar bij de meeste is dit een handmatig gebeuren.
Er bestaan ook diverse softwareprogramma’s om – met behulp van een tijdstabel –  de netwerktoegang tussen pc en router met internet te regelen. Een voorbeeld is iProtectYou Pro (zie afbeelding). Deze methode is echter gemakkelijker te omzeilen dan de eerstgenoemde, maar is doorgaans een prima oplossing, omdat de software ‘onzichtbaar’ op de pc aanwezig kan zijn.

Praktische tips

Hoe goed een internetfilter of toegangbeheerder ook is, er is altijd wel een mogelijkheid ongeoorloofde content te bekijken, hetzij door het omzeilen van het bovengenoemde, hetzij via andere media, zoals cd, dvd, usb-stick, e-mail, nieuwsgroepen of chatboxen. Het blijft belangrijk goed toezicht te houden op het gebruik van pc en internet. Laat uw standpunt altijd duidelijk zijn. Leg dit uit aan medewerkers, collega’s of aan leerlingen op school of thuis aan uw kinderen. Laat daarbij het eeuwige, onveranderlijke Woord van God, uw fundament zijn! Bedenk dat Jezus Christus Heer is!

Ik wil het artikel afsluiten met een aantal praktische tips voor veiliger internetgebruik door kinderen. Dit kunt u gebruiken op uw school of in uw gezin:

  • Zorg dat internetgebruik in het gezin zicht baar is, bijvoorbeeld in de huiskamer, zodat u gemakkelijk met uw kinderen kunt praten, als ze aan het surfen zijn. Ga regelmatig samen met uw kinderen online en geef aan welke content wel of niet geoorloofd is.
  • Laat uw kind nooit persoonlijke informatie geven, zoals naam, adres, leeftijd, telefoon- of mobiele nummer,  wachtwoorden, bank- of creditcardnummer,  etc. binnen chatrooms, e-mail of bulletinboards. Gebruik als naam altijd een nickname, dus een zelfbedachte naam, bijv. GreenFlower of PinkPanter.
  • Sta niet toe, dat uw kind een ontmoeting heeft met iemand die het online heeft leren kennen.
  • Installeer een softwareprogramma dat bezochte websites registreert. Controleer deze logs regelmatig en praat met uw kind, als een ongeoorloofde website is bezocht.
  • Gebruik een ISP-internetfilter om ongeoorloofde content buiten uw huis te houden. Onthoud, dat deze filters kinderen niet 100 procent beschermen  tegen ongeoorloofde content, maar ze houden wel ruim 90 procent buiten uw huis!
  • Leer kinderen omgaan met internet: praat er open met uw kinderen over.
  • Zorg dat u als leerkracht of ouder weet wat er met internet mogelijk is: chatten (bijvoorbeeld msn), filesharing (bijvoorbeeld Bittorrent),  nieuwsgroepen, gamen, enzovoort. Weet u dit niet, dan ziet u ook niet waar kinderen aan blootgesteld kunnen worden.
  • Installeer een programma dat pop-ups met reclamebanners onderdrukt. Sites waar kinderen veel komen, bevatten namelijk dikwijls ook pop-ups met advertenties of links naar ongeoorloofde content. Voor bijvoorbeeld Internet Explorer 7 is IE7pro een aanbevolen gratis programma.
  • Leer uw kind, dat het niet zomaar klikt op banners, attachments of links om uzelf ongevraagd van een maillijst te verwijderen. Vertel ook, dat het niet moet reageren op commerciële e-mails. Leer uw kind met mail om te gaan.
  • Bied internet gelimiteerd aan door zelf de toegang in de router te regelen of een programma daarvoor te installeren op de betreffende pc(‘s): bijv.  iProtectYou Pro.

“Richt daarom uw gedachten op alles wat waar, eervol, rechtvaardig, zuiver en mooi is en wat goed bekend staat, kortom alles wat deugdzaam en loffelijk is.”  Filippenzen 4:8 (HB)


Gerrit Veldman

Sms, chatten, msn (omgaan met)

HELP! MIJN KIND SPREEKT EEN ANDERE TAAL! WAAR HEBBEN ZE HET OVER??

 Het is VPVJ dat je mattie de doekoes voor je mobi niet had. Sg@tje tkmt goe!

(Of: Het is vette pech voor je, dat je kameraad het geld voor je mobiele telefoon niet had. Schatje, het komt goed!) Het kan zomaar uit de PC te voorschijn rollen of van het scherm van de mobiele telefoon. Vroeger (nou ja wat heet) noemden we dat turbotaal. Nu is het gewoon straattaal en de eigentijdse manier waarop jongeren met elkaar communiceren.

Hoe begrijpen we elkaar vandaag de dag? Welke uitdaging hebben ouders, docenten en opvoeders? Hoe staan we ten opzichte van elkaar en hoe komen we tot overeenstemming wat we van belang vinden?

De volgende weergave zal een ‘momentopname’ in de snelle film van vandaag de dag zijn. Communiceren en elkaar begrijpen zijn inmiddels dynamische processen geworden met een enorm beroep op vaardigheden om prikkels en signalen en inhoud van elkaar te scheiden en écht te begrijpen wat de ander bedoelt. Hoe zaken als authenticiteit, eer, afkomst en religie daarmee te maken hebben, zal gaandeweg duidelijk worden.

 Spreken en doen
Voor christenen is communicatie onlosmakelijk verbonden met het spreken van de Schepper, het verstaan van Zijn stem. Vanaf bladzijde 1 in de Bijbel, Genesis 1:3, is te lezen dat taal en gesprekken een vast gegeven zijn in het handelen van God. God sprak en het was er. God spreekt met Zichzelf: Laat Ons mensen maken en Hij deed het. De Here God gaf de mens een uniek instrument om gevoelens, gedachten en overwegingen voor een moment te pakken en door te geven: taal. Hij heeft uiteindelijk Zijn Zoon gegeven, van wie de Bijbel leert: Hij is het vleesgeworden Woord (Johannes 1). Hij heeft Zijn Geest uitgestort, door wie we Zijn Woord, hét Woord, de Bijbel, kunnen lezen, begrijpen, ervaren en doen. Met opzet: ervaren en doen. Het lezen en begrijpen is pas ‘werkelijkheid’, als het wordt toegepast, in praktijk gebracht. Voor rationele westerlingen is dat een rare vermenging. Immers: informatie verwerking is toch tot je nemen en verwerken?

De Hebreeuwse taal, de taal van de Bijbel, kent het woord ‘Dabar’, wat vertaald moet worden met woorddaad. Onlosmakelijk zijn woorden en daden voor de Joodse interpretatie aan elkaar verbonden,. Onder invloed van het Griekse denken, is dat verloren gegaan voor de westerse Europeaan. Het komt echter vandaag de dag terug in de samenleving. Je moet doen wat je zegt en staan voor wat je doet. Dat vraagt de hedendaagse jeugd.

 Netwerk
Meer dan ooit is het van belang in welk netwerk je functioneert. Leerlingen op het schoolplein leren elkaar kennen door afkomst: “Ken je die jongen?” “Hé, ken jij Bart? Die woont op Zuid!” “Ja die ken ik, hij is okay.” Het is van belang bij wie je hoort en wie je kent. Hoe belangrijker het netwerk is geworden: het is er zeker niet eenvoudiger op geworden. Hoe maken jongeren vandaag de dag contact? Via sms, chatten, msn, online games en dergelijke. Jongeren maken bovendien contact met jong en oud. Bijvoorbeeld online gamers hebben door verschillende leeftijdslagen heen relaties op inhoud van het spel. Relaties verworden als het ware tot gedeelde interesses. Daar waar wij mogelijk nog gevaren zien in digitale netwerken en virtuele gespreksruimtes, of de computer een lastig hulpmiddel vinden in communicatie en informatieuitwisseling, is het voor de jongeren een ‘social machine’ geworden: niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Je maakt er je planning mee, vertelt wie je zelf bent (broadcast yourself: zie de successen van sites als youtube.nl en hyves.nl). Onderzoek wijst zelfs uit dat de huidige generatie jongeren de computer een waardevolle aanwinst vindt om relaties en vriendschappen uit te diepen en elkaar beter te leren kennen. Dat alle hulpmiddelen daarin meewerken, wordt op wrange wijze duidelijk uit recente publicaties dat 1 op de 3 jongeren tot 30 jaar de ervaring heeft om in een relatie ‘gedumpt te zijn’ door middel van een sms. De maatschappij, de media, de commercie: alles is gericht op netwerken en mobiliteit. Hoe moeilijk wij dat als bovenliggende generatie ook kunnen bevatten: jonge mensen groeien er in op en lijken een eigen omgang te hebben met de veelheid van informatie. Keuzes die zij maken worden ingegeven door de grote mate van informatie die voorhanden is. Ze lijken zo heel gemakkelijk hun keuzes te maken en hun eigen koers te bepalen. Misschien kijken wij daar met enige afgunst naar: hoe doen ze dat toch? De bediening van nieuwe wanna haves(hebbedingetjes), het vinden van informatie op internet, het kiezen van programma’s en het uitsluiten van oninteressante producten, reclames, beelden en geluiden.

Jongeren hebben een geheel eigen manier van omgang met informatie en het leven in een ‘consumptiemaatschappij’. Ze maken inmiddels afwegingen, die wij als volwassenen maar moeilijk kunnen geloven: het gaat niet meer (alleen) om wat je hebt, maar om wie je bent en wat je met elkaar gemeenschappelijk hebt.

 Kansen
Hoe gaan we daar als professionals mee om: jongerenwerkers, leerkrachten en dominees? Wat voor een uitdaging hebben ouders? (Of is uitdaging een moderne managementterm om een grote opgave, een zware last positief te benaderen?) We zijn in Nederland met zijn allen heel erg kind- en leeftijdgericht. Misschien niet altijd met de juiste focus, maar de ontwikkeling van een programmaministerie ‘Jeugd en Gezin’, ruime budgetten voor jeugdzorg, zorgnetwerken en al dergelijke meer maken duidelijk dat we ons erg druk maken met de jeugd.

Dat is een logisch gevolg van de samenhang tussen volwassenen (die graag jong blijven, niet te snel kinderen willen, wel geliefde grootouders willen worden) die vriendschappelijker met jongeren omgaan, de moeite die volwassenen hebben met de snelheid van ontwikkelingen en het schijnbare gemak, waarmee jongeren nieuwe ontwikkelingen ontdekken, verkennen en inlijven in het dagelijks leven.

Hoe geven we daar een antwoord op vanuit het christelijk onderwijs, vanuit de geloofsgemeenschappen en als ouders? Jongeren willen ergens bij horen: ze moeten afkomst hebben, trots zijn op ‘het nestje’ waaruit ze komen. Dat maakt, dat we te investeren hebben in jongerenwerk, werken aan contacten en relaties en het bieden van ontmoetingsruimtes. Jongeren hebben een eigen mening en willen meedenken over hoe je dat vorm geeft. Vergeet dus niet hen te betrekken bij het opzetten van activiteiten in een geloofsgemeenschap of bij de invoering van nieuwe afspraken op school. Jongeren accepteren de verschillen tussen elkaar, dus je mag geloven en daarvoor uitkomen. Je hoeft niet verlegen te zijn, als je vertelt, dat je naar de kerk gaat of een praisedienst bezoekt. Dat is geaccepteerd, zolang je de ander maar in zijn waarde laat.

Dat geeft meteen de grens aan van de omgang: wat voor jou geldt, hoeft niet voor mij te gelden. Nog een opbrengst van het Griekse denken: wie zegt dat er niets meer dan dé Waarheid is? Wij willen wel eens achter de waarheid kijken of er echt niets anders is. Fijn dat dit jouw waarheid is, ik heb de mijne. Het Joodse denken gaat uit van een absolute vorm: er is God, er is Waarheid, er is Hemel, dát moeten we onze jongeren meegeven. Het valt niet te betwijfelen!

Wat mooi dat de Bijbel, dat prachtige boek voor jong en oud, ook voorbeelden geeft van jonge mensen die in een vergelijkbare tijd groot zijn geworden. Vergelijkbare tijd? Daar moeten we wel moeite voor doen. Vertaal de moeite van Jeremia maar eens naar het heden: je zou maar in zijn schoenen staan als jong mens en een moeilijke boodschap te brengen hebben aan je eigen volk. En toch doet hij dat: een eigen stijl, een authentiek persoon. Of Timotheüs of David of Daniël of Ester of Ruth. In hun eigen situatie zijn dat aansprekende voorbeelden die vandaag heel actueel zijn. Aan ons de opdracht om die vertaling dan ook te maken in eigentijdse vormen, met eigentijdse onderwerpen, in gesprek, in wisselwerking. Geen gepreek of eenrichtingverkeer. Geef de achtergronden er maar bij, gebruik internet, surf naar het Midden- Oosten van nu en laat hen kijken, ervaren hoe actueel de boodschap van de Here Jezus vandaag is: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven en voor Mijn kinderen heb Ik werken voorbereid waarin je kunt wandelen.

Meer weten? Een actueel boek vanuit een ‘wereldse’ benadering geschreven, maar zo duidelijk en concreet om vertaling te maken naar het werken, praten en luisteren met jongeren is “Generatie Einstein”, geschreven door Jeroen Boschma en Inez Groen. Een aanrader voor professionals en werkelijk geïnteresseerden in hedendaagse jeugd.

 Pieter van Dijk

Op verzoek heb ik mijn confrontatie met Neuro-Linguïstisch Programmeren (NLP) op papier gezet.(1) Het is een verhaal geworden, dat aantoont hoe dergelijke zaken het leven in kunnen sluipen. Ik werk bij een internationaal IT-bedrijf, dat wereldwijd 120.000 werknemers heeft. Mijn dagelijks werk is het vastleggen van de automatiseringsbehoefte bij een grote Nederlandse bank en het testen van programmatuur wat op basis van mijn vastlegging is geprogrammeerd. 

De eerste kennismaking met NLP
Tijdens een gesprek met mijn leidinggevende kwam het cursusaanbod ter sprake. Daar ik al enige jaren in het vak zit, bleven er voor mij weinig vakgerichte opleidingen over. Daarom kreeg ik de suggestie eens te kijken naar mijn “soft skills” (dit zijn bijvoorbeeld sociale en studievaardigheden). Een populaire cursus in dit soft skill gedeelte is een vierdaagse training met de naam “Workshop Excellent Communication”. Hierin zouden allerlei communicatietechnieken worden behandeld en aan rollenspelen (2) worden gedaan. Dit alles om het omgaan met communicatie te verbeteren.  

De eerste cursusdagen waren ingevuld, zoals je bij een dergelijke cursus mag verwachten. Allerlei technieken werden doorgenomen en in groepjes wat oefeningen gedaan, waarbij de nadruk werd gelegd op het observeren van de bewegingen van anderen. Ook werd gaandeweg steeds meer op onze woordkeus gelet. Op dag drie werden we uitgenodigd tot het houden van concentratieoefeningen. Gedurende één van deze oefeningen werd ons gevraagd terug te denken aan een situatie die voor jezelf niet prettig was geweest. Door middel van concentratie zou je dan deze situatie uit een ander gezichtspunt kunnen bekijken, waardoor de situatie anders in je herinnering zou worden vastgelegd.
De eerste concentratieoefeningen had ik al overgeslagen door op dat moment in gebed te gaan. Nu ging het echter veel verder. Onbewust moest ik toch terugdenken aan zo’n minder prettige situatie. Op dat moment kwam ineens helder het gebed terug, dat ik daarover toen had uitgesproken. De boodschap op dat moment was voor mij duidelijk. Deze oefening hebben wij als christenen absoluut niet nodig! We kunnen onze problemen bij God neerleggen en ze daar ook laten.

Reactie
In de plenaire bespreking van de laatst genoemde oefening, legde ik mijn zienswijze voor aan de cursusleider. Deze zat hier duidelijk even mee in zijn maag en opperde uiteindelijk dat ik de “spiritualiteit” had gebruikt om dit voor mezelf op te lossen. Op mijn vraag of hij al eens eerder met een dergelijke zienswijze in aanraking was gekomen, antwoordde hij ontkennend. Na afloop van de cursus ben ik direct op zoek gegaan naar wat NLP nu eigenlijk inhoudt. De aanduiding NLP kwam in elk geval niet voor in de informatie vooraf. Dit werd pas tijdens de cursus verteld. Veel twijfels die tijdens de cursusdagen bij mij waren opgekomen, werden via het internet snel beantwoord. Via datzelfde internet ben ik ook in contact gekomen met de vereniging Bijbel & Onderwijs, waarvan een bestuurslid mij attent maakte op het boek van drs. R.H. Matzken: “Neurolinguïstisch programmeren in bijbels perspectief”. Dit boek geeft uitstekend weer wat NLP inhoudt en hoe gevaarlijk het is.

Naast het bijbels perspectief is er ook nog een wetenschappelijke invalshoek. Daarover kan ik heel kort zijn. NLP komt voor op http://www.skepsis.nl/nlp.html en prof. Willem Levelt laat er weinig anders van heel dan dat het een serie technieken betreft die misschien werken, maar niets met neurolinguïstiek te maken heeft. (Willem J.M. Levelt is directeur van het Max-Planck-Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen.)  Het zijn ook niet de verschillende afzonderlijke technieken die gevaarlijk zijn, maar het geheel van deze technieken. Met name, omdat de technieken worden toegepast met als achterliggend doel mensen open te stellen voor allerlei boze machten.

 Verdere acties
Binnen het bedrijf waar ik werk, heb ik diverse mensen aangesproken over deze wijze van cursussen aanbieden. Zoals te verwachten was, waren de reacties nogal onverschillig. Alleen binnen de ondernemingsraad vond ik mensen bereid hier wat kritischer tegenover te staan en de werkgever aan te spreken over deze wijze van persoonlijke beïnvloeding. Daarnaast heb ik nog gesproken met onze bestuurder van de vakbond CNV. Deze was ronduit tegen het toepassen van NLP en heeft zijn medewerking toegezegd bij alle acties, die tegen deze cursus worden opgezet. Verder kon ik weinig anders doen dan collega’s waarschuwen, wat in enkele gevallen al heeft geleid tot het schrappen  van namen van de inschrijflijst voor deze cursus.

 Hoe verder?
Ik denk dat deze ervaring een boodschap in zich heeft. We moeten letten op de tekenen der tijd. Hoewel we absoluut niet geïnteresseerd zijn in andere godsdiensten, newagerituelen en wat dies meer zij, moeten we toch kennis hiervan nemen om zaken vroegtijdig te herkennen. Het antwoord op deze zaken, wat we door Gods Geest al hebben, kan dan in een veel eerder stadium gegeven worden.
Als voorbeeld noem ik een tweede situatie. Mijn oudste dochter volgde op haar middelbare school een faalangsttraining. Op een gegeven moment kwam zij thuis met de mededeling dat er een “anker” bij haar was geplaatst. Dit is een techniek die ook wordt toegepast bij NLP. Uiteraard heb ik haar direct van deze cursus afgehaald en de school geconfronteerd met wat ze in huis hebben gehaald. In geval ik niet zelf kennis had genomen van NLP via de cursus op mijn werk, zou ik het plaatsen van een “anker” niet herkend hebben. Het liefst zou ik dit in een eerder stadium hebben onderkend, maar dat is dan weer een les om in het vervolg nog meer attent te zijn op dit soort zaken.

 
G. van Charante

 Opmerkingen

1. Het is te waarderen, dat een bestuurder van het CNV afwijzend tegenover NLP staat.

2.Als op een school een cursus Smart Reading (snellezen) wordt gegeven, hebben de trainers doorgaans ook NLP ondergaan. 

3. NLP is een samentrekking van technieken uit verschillende wetenschappen: de gedragswetenschap (Gestalttherapie) met de linguïstiek of taalwetenschap en de cybernetica of stuurkunde met de neurologie. NLP maakt gebruik van trance en rapport (synchroon gedrag) om innerlijke krachten en bronnen te activeren en wordt gepropageerd als een krachtig wapen tot verandering, lees: wisseling in paradigma. NLP maakt daarnaast gebruik van diverse occulte technieken onder pseudowetenschappelijke namen, zoals regressietechniek (in trance reparaties uitvoeren in het verleden en zelfs in vorige levens). De grondregels van NLP staan in diverse opzichten haaks op de Bijbelse grondregels, zoals het maakbare mensbeeld en grenzen soms aan het occulte, zoals de zielsverhuizing en de ‘positieve bezetenheid’. Zie bijbelenonderwijs.nl, deelsites ‘B en O’ en ‘Occult en Licht’.

4. Zie voor rollenspelen bijbelenonderwijs.nl, deelsite ‘B & O’, onderwerp ‘Rollenspelen’.

1. Inleiding
Mijn bijdrage wil ik met enkele verzen uit Genesis 1 beginnen: 27 En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. 28 En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels … 31 En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Wij zullen zien, hoe belangrijk het is dat wij ons deze woorden van God voor ogen houden, als wij op de concrete politieke en de maatschappelijke situatie letten. God heeft op de avond van de zesde scheppingsdag alles bekeken, wat Hij gemaakt had en toen Zijn beoordeling uitgesproken: “Zie, het was zeer goed.” Juist dit wordt echter tegenwoordig principieel bestreden.
De opstand tegen Gods orde gaat zover dat zelfs het biologische verschil tussen man en vrouw gedeeltelijk ontkend wordt. Bij dit onderwerp stoten wij op formuleringen die elk nuchter denkend mens en in het bijzonder elke Bijbellezer volkomen waanzinnig en irreëel schijnen, maar die serieus gemeend zijn en concrete gevolgen op ons leven hebben en in toenemende mate zullen hebben.
Twee voorbeelden:

  • Simone de Beauvoir: “Men komt niet als vrouw ter wereld, maar wordt het.” (ze bedoelt: je wordt door de maatschappelijke omstandigheden zo gemaakt).
  • Alice Schwarzer beweert, dat de aantekening “mannelijk” of “vrouwelijk” op de geboorteakte willekeurig is; je zou net zo goed klein of groot kind in kunnen vullen.

 2. Definitie
Het begrip bestaat uit twee delen: “gender” en “mainstreaming”. Gender (uitgesproken als dsjender) is in het Engels in de eerste plaats het woord voor het geslacht van een woord. Het wordt bij GM op de mens overgedragen en in plaats van, of in tegenstelling tot, het biologische geslacht (Eng.: sex) gebruikt. Volgens een definitie van Barbara Stiegler (de Fr. Ebert Stichting) kenmerkt gender “de maatschappelijk en cultureel gevormde rollen, rechten, plichten en belangen van mannen en vrouwen.”
Het man- of vrouwzijn wordt dus vooral als geaardheid, die historisch gegroeid is, opgevat, maar is niet absoluut en behoort niet tot het wezen van een mens. D.w.z.: met het begrip “gender” neemt men afscheid van de bepaling die men met het begrip “geslacht” verbonden ziet.
Het gender is niet vastgelegd, het is te veranderen. Daarom heeft de journalist Volker Zastrow voorgesteld om het begrip gender mainstreaming met “politieke geslachtsverandering” te vertalen.
Het begrip “mainstreaming” (lett. in de hoofdstroom brengen) betekent volgens de definitie van een Weense hulporganisatie “een bepaalde denkwijze in de ‘mainstream’ d.w.z. in alle programma’s en maatregelen overnemen en een vanzelfsprekende manier van handelen laten worden” (Stiegler).
GM is dus een strategie die alle beslissingen van een organisatie betreft. Vaak wordt in deze samenhang gesproken over “grondprincipe” en “een taak op elk gebied.” De toepassing van GM op organisaties is volgens dr. Barbara Stiegler zo omvattend dat er in een organisatie geen persoon [kan zijn], die zich niet tot dit principe verplicht voelt. Het gaat er in z’n totaal om het genderperspectief als algemeen principe in staatkundige en niet-staatkundige organisaties in te voeren. Doel van GM is volgens V. Zastrow “niets minder dan het voortbrengen van de nieuwe mens op de weg naar de vernietiging van de traditionele rollen voor man en vrouw.”
Hier zien wij al, dat de handelwijze uiterlijk zacht lijkt, maar radicaal is in zijn consequenties. De enkeling wordt niet de vrijheid gelaten om aan “traditionele”, of voor christenen aan Bijbelse, rollen vast te houden. Veeleer wordt hier werkelijk een ideologische zienswijze doorgezet door heropvoeding en gedwongen manier van handelen. David Lee Mundy schrijft in een artikel voor een vaktijdschrift over deze werkwijze: “Het genderperspectief als levensbeschouwing bekeert andersdenkenden en vervolgt ongelovigen. Het doel is om de naïevelingen te onderwijzen door de onderdrukkende gezagsstructuren bloot te leggen en iedereen in te schakelen in de strijd tegen de heersende opvatting. Men heeft de oorlog verklaard aan de heerschappij van de heteroseksuele (mannelijke) onderdrukker. Het gaat erom, controle te krijgen over de maatschappelijke instituten. Het gaat om de macht om te kunnen bepalen, wat waarheid is. Het genderperspectief is vooral in de academische wereld succesvol. Daardoor heeft ze de macht gekregen om een ieder, die tegen haar ideologie is, homofoob of irrationeel te noemen. Dit taboe, dat je in de academische wereld genderperspectief niet mag bekritiseren, wordt “progressieve hegemonie” genoemd. Het is niet verwonderlijk, dat de installatie van het genderperspectief en de regelingen ter bestrijding van “Discriminatie op grond van geslacht, ras … of seksuele geaardheid” (artikel 13 van EG-Verdrag, 29-12-2006) hand in hand gaan.
We kunnen hier al vaststellen, dat het bij gender mainstreaming om een agressieve en totalitaire ideologie gaat, die geen vrijheid laat. Daarmee is echter al het oordeel uit Bijbels standpunt uitgesproken, want God is een God van vrijheid: “De Heere nu is de Geest; en waar de Geest des Heren is, is vrijheid” (2 Kor 3:17)! De duivel daarentegen is uit op tirannie, of het nu met een politiek of met een vroom sausje overgoten is.

3. Historische ontwikkeling
a) Inhoudelijk
Inhoudelijk is GM uit het feminisme voortgekomen. Het is zo te zeggen een verdere ontwikkeling van het klassieke feminisme, dat met gelijkheidsbeleid en vrouwelijke vertegenwoordigers optreedt. Volgens Judith Butler, een van de aanhangsters van de radicale gendergedachte, moet gevraagd worden naar het waarom van het begrip “vrouw”. Ze wil alle geslachtskenmerken ter discussie stellen, omdat ze het met achterdocht bekijkt. Het resultaat is (ook voor haar) open. Het is de poging om alle vormen van heerschappij en onderdrukking, die zogenaamd ontstaan uit de maatschappelijk gevormde indeling van de geslachten man en vrouw,  af te schaffen en de nieuwe mens te creëren, die in volkomen vrij zelfbeschikkingsrecht zijn eigen identiteit kan kiezen – vrij van vastgestelde geslachtsrollen, geslachtskenmerken en tenslotte ook vrijgemaakt van de biologische omstandigheden.
Tot deze conclusie komt ook de biologe Donna Haraway: “De biologie is een tak van de politieke discussie en geen naslagwerk van de objectieve waarheid.” Hoe het concreet wordt, laat een lezing van haar in Bielefeld zien .Zij presenteert daarin een tegenover elkaar plaatsing van traditionele en denkbare alternatieve geslachtsconstructies. Daarbij gebruikt ze drie categorieën: gender (geslachtsrol); desire (begeerte tussen mensen) en seks (biologisch geslacht). Dan verdeelt ze de traditionele geslachtsconstructies weer in drie aspecten, waarbij ik me hier tot de eerste beperk, nl. het duale aspect, wat dan alternatief door “veelvoudig” i.p.v. duaal (tweevoudig) wordt gekenmerkt. Daarbij schrijft mevr. Stiegler onder de categorie “gender”als traditioneel geslachtskenmerk: “Er zijn alleen mannelijke en vrouwelijke rollen.”
Als alternatieve constructie beweert zij: “Er zijn aan de andere kant maatschappelijke rollen die de mannelijke en vrouwelijke rollen accepteren.. Onder de categorie “desire”: 1. Traditioneel: er is slechts de begeerte van de man naar de vrouw en van de vrouw naar de man.” 2. Alternatief: “De begeerte tussen personen is mogelijk onafhankelijk van het geslacht.” En onder de categorie “seks”: 1. Traditioneel: “Er zijn alleen mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken. 2. Alternatief: “Iedere persoon heeft  zowel mannelijke als ook vrouwelijke geslachtelijke kenmerken. Tweeslachtigheid en transseksualiteit gelden als normaal.”
Dit voorbeeld geeft al het doel van deze denkwijze aan: De totale opheffing van Gods scheppingsorde aan. Het moet de kinderen er al van kleins af aan ingepompt worden, dat alle vormen van seksualiteit en geslachtsidentiteit normaal zijn. Dit mag niet beoordeeld en daarmee afgekeurd worden.
Als christenen staan wij hier heel snel aan de grens waar uitspraken van ons of onze kinderen als discriminatie en dan eventueel als strafbare houding beschouwd worden.

b) Politiek
Als je ernaar vraagt hoe dit programma, het genderperspectief, tot normale fundamentele denkwijze van alle openbare en privéorganisaties te vormen is, ingang tot de politiek vond, moet je teruggaan naar twee wereldvrouwenconferenties van de Verenigde Naties: in 1985 werd in Nairobi het idee van de genderpolitiek ontwikkeld. Op de conferentie in Peking in 1995 werd er een zogenaamd “actieplatform” aangenomen dat de GM behelst: “Een actief en zichtbaar beleid om het genderperspectief op alle niveaus van de politiek en in alle programma’s tot de belangrijkste stroming te maken.” Op 8 december 1995 werd het actieplatform in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen (resolutie 50/52) met de nadrukkelijke verklaring dat ze alleen een adviserend karakter, d.w.z. volkenrechtelijk geen bindende werking heeft.
Direct daarna werd GM met bindend karakter in het beleid van de Europese Unie ingevoerd (Besluit van de EU-Ministerraad van 22 december 1995), tot het tenslotte in 1997 bij het Verdrag van Amsterdam geaccepteerd werd en sindsdien in artikel 3, sub 2 van het verdrag van de Europese Gemeenschap staat. Daar staat vermeld, nadat in sub 1 de activiteiten van de gemeenschap opgesomd zijn: “Bij alle in dit artikel genoemde taken streeft de gemeenschap ernaar, ongelijkheden af te schaffen en gelijkstelling van mannen en vrouwen te bevorderen.”
Ook op nationaal niveau wordt GM langzamerhand als algemeen principe voor regeringen en overheidsinstanties vastgelegd; en verder in vakbonden en federaties, in de grote evangelische kerken en in christelijke organisaties en bonden voor jeugdwerk. Het doel is, dat er geen maatschappelijk terrein overblijft waarin niet de principes van GM het handelen bepalen.

4. Geestelijke beoordeling

  • Als de zoekende mens de Bijbelse openbaring serieus zou nemen, zou hij inzien dat Gods scheppingsorde goed was – ja, zeer goed – en dat de structuren van onderdrukking en geweld niet op de schepping teruggaan en ook niet op de schepping van de mens als man en vrouw, maar op de zondeval, waardoor de zonde, de verwoesting en het leed in de wereld gekomen zijn.
    Maar de mens die zonder God leeft, die de openbaring van de Schrift afwijst, komt in een heleboel dwaasheden terecht: als er bijv. gezegd wordt: “Het verschil tussen jongens en meisjes is alleen maar door de opvoeding aangeleerd  en er in werkelijkheid alleen maar een minimaal genetisch verschil bestaat dat te verwaarlozen is”, dan leidt deze ideologie gewoon schipbreuk op de realiteit. Je hoeft het alleen maar aan moeders te vragen die jongens en meisjes hebben, of dat zo is. Alle moeders, die ik dit tot nu toe gevraagd heb, zeggen: “Wat een onzin! Jongens zijn heel anders dan meisjes” – en dan komen de voorbeelden.
    Dat hebben sommige ouders ook al moeten inzien, die hun kinderen bewust geslachtsneutraal wilden opvoeden. Het Duitse tijdschrift ‘Die Zeit’ berichtte al in haar editie van 28 juni 2007 over een gezin dat eerst een jongen kreeg, waarbij de neutrale opvoeding scheen te lukken en toen kregen ze een twee-eiige tweeling: een jongen en een meisje en hoewel ze hun dezelfde opvoeding gaven en bewust probeerden om rollenclichés te vermijden, was het resultaat verpletterend: de jongen wilde absoluut niet met poppen spelen, maar met brandweerauto’s en het meisje koos altijd roze kleren uit, hoewel de moeder alleen broeken droeg.
    Als deze ouders de Bijbel serieus hadden genomen, dan hadden ze zich dit experiment kunnen besparen, want dan hadden ze geleerd: God schiep hen in den beginne als man en vrouw! Wat wij nodig hebben, is dat wij ons door de Bijbel laten zeggen, hoe God man en vrouw bedoeld heeft. Zo kunnen wij onze identiteit vanuit God vinden.
  • Achter GM staat het totale verzet tegen God en Zijn scheppingsorde. De mens heeft het vergif van de oude slang in zich: “Gij zult als God zijn!” In de tijd voor Jezus’ wederkomst wordt God radicaal losgelaten. De mens wil zijn eigen heer zijn. Hij wil autonoom d.w.z. zijn eigen rechter zijn. Absolute waarden worden niet geaccepteerd, maar men zegt o.a.: “Goed is wat voor mij goed is.” Deze mens van de eindtijd, die God losgelaten heeft, wil zichzelf ontplooien, zichzelf ontwikkelen en gaat tot het uiterste in zijn zelfbeschikkingsrecht. De laatste belemmering, die hem hindert, is de vanaf de schepping gegeven biologische bepaling van de geslachten. Alleen dit herinnert de mens nog aan zijn Schepper en daarmee aan zijn verantwoordelijkheid tegenover God. Ook dit gegeven moet weg en daarom probeert de mens zich te ontdoen van dit laatste scheppingsfeit. Het is de beweging ‘Los van God’ en tegelijkertijd de uiterste rebellie tegen deze God. Het is de ideologie van de anomia, de wetteloosheid, die volgens 2 Thess 2:4 en 7 het wezen van de antichrist is.
  • Het genderperspectief is een demonische verleidings- en dwangideologie. De onwetende mens wordt ertoe verleid, zijn identiteit niet vanuit God, d.w.z. vanuit de orde van God die hij in de Bijbel vindt, te laten bepalen. In plaats daarvan moet hij in een valse waan zelf naar de geslachtsidentiteit die hij voelt, handelen en een eigen rolgedrag ontwikkelen. Die weg moet in een catastrofe eindigen, als God niet met Zijn bewarende hand ingrijpt. Wij horen steeds meer van mensen die hun geslacht veranderen, zodat de collega op het werk die bijv. gisteren nog Daan heette, dan plotseling Daniëlle heet. Dat zal toenemen! Ik heb al over mensen gelezen die hun geslacht operatief hebben laten veranderen, omdat ze door de genderideologie waren verleid en toen tot geloof kwamen, de dwaalweg erkenden en dit toen, voorzover het nog mogelijk was, terug hebben laten draaien.Wat voor een verschrikkelijke psychische gevolgen dat heeft, kunnen wij ons helemaal niet voorstellen!
    Hetzelfde geldt voor de seksuele oriëntering: kinderen en jongeren, die opschool volgens de genderpropaganda gevormd worden, worden verleid tot homoseksualiteit, biseksualiteit en tot algemene seksuele vrijheid. Als men dit bekritiseert, moeten we er rekening mee houden, dat wij van discriminatie beschuldigd worden. Gender is een demonische dwangideologie, die direct uit de hel komt. Ze wil mensen heropvoeden, tegen de scheppingsorde van God in en daarmee is ze een verleidingsmacht en opstand tegen de goede en heilzame orden van God.

Onze troost is, dat onze Heer en de apostelen deze verleidingen van tevoren hebben aangekondigd (bijv. 2 Tim 3:1-4 en 9). Ze zijn in Zijn plan opgenomen en Hij blijft de Heer! Hij heeft ons beloofd: “En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleindig der wereld!” (Matt 28:20) En Hij bemoedigt ons: ‘Niemand kan jullie uit Mijn hand rukken!’ En de verhoogde Heer spreekt aan het eind van de Openbaring van Johannes (hoofdstuk 22:20): ”Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig.” En de gelovige gemeente antwoordt: “Amen, kom, Heere Jezus!”

 

Hermann Geller

Het artikel stond in Wort und Leben december 2007

Geraadpleegde bronnen:

  • Butler, Judith, Das Unbehagen der Geschlechter, 1e oplage 1991, pag. 15 (Eng. Origineel: Gender Trouble)
  • Mundy, David Lee, Die Auflösung von Geschlecht und die Dekonstruktion von Frausein und Mannsein in; bulletin – Nachrichten aus dem Deutschen Institut für Jugend und Gesellschaft (DIJG) 01/2007 (7e jaargang), pag. 36.
  • Stiegler, Barbara, voordracht “Gender macht Politik” op 20 november 2003 bij de Beruflichen Weiterbildungsverbund Bielefeld (BWB) en verder op http://www.bwb-bielefeld.de/Veranstaltungen/gender_mainstreaming-Dateien/frame.htm, Slide0007
  • Zastrow, V. Gender – Politische Geschlechtsumwandlung, Waltrop und Leipzig 2006, pag. 25.
  • Zastrow, V., s.o., pag. 21