In zijn brief uit Rome (96) herinnert Clemens zijn lezers aan de vervolgingen die hadden gewoed onder Nero in Rome met de woorden: ”
Christenvervolging (dl 4)
In zijn brief uit Rome (96) herinnert Clemens zijn lezers aan de vervolgingen die hadden gewoed onder Nero in Rome met de woorden: “Deze mannen met een heilige levenswandel werden gevolgd door een grote menigte van uitverkorenen. Door de martelingen en kwellingen die zij moesten ondergaan, werden zij een buitengewoon voorbeeld.”
De martelingen die de christenen onder Nero moesten verduren, zijn ook door niet-christelijke schrijvers genoemd. Tacitus schreef: “Met de ter dood veroordeelden, dreef men ook wreed de spot, daar men hen in huiden van wilde dieren naaide, door honden liet verscheuren of ze aan kruisen nagelden en ze na zonsondergang als nachtelijke verlichting lieten branden.”
De vervolgingen in het Romeinse rijk waren niet altijd even intensief. Soms verdwenen ze helemaal. Dan weer laaiden ze sterk op. Vooral in tijden dat het keizerrijk er slecht voorstond, maakten de keizers dankbaar gebruik van de christenen als bliksemafleiders en moesten zij het ontgelden.
Ekklèsia/gemeente deel 4
De Grieken hadden een bijzondere staatsvorm: de ekklèsia (volksvergadering). Die kwam op vaste tijden bijeen, enkele keren per jaar, maar ook als er een crisis was die iedereen aanging.
Ekklèsia/gemeente (dl 4)
De Grieken hadden een bijzondere staatsvorm: de ekklèsia (volksvergadering). Die kwam op vaste tijden bijeen, enkele keren per jaar, maar ook als er een crisis was die iedereen aanging. Wanneer de volksvergadering bijeen werd geroepen, werden de mensen uit hun gewone doen weggeroepen en kwamen ze van alle kanten naar de vergaderplaats. Ekklèsiabetekent dus letterlijk: eruit weggeroepen.
Door Paulus kwam er ook een andere ekklèsia in Efeze: de gemeente van degenen die in Jezus zijn gaan geloven, discipelen die Hem volgen. Zij behoren bij de vergadering die door God bijeen geroepen is. Wanneer zij bijeenkomen, hebben zij het recht en de mogelijkheid om alles te horen wat betrekking heeft op het Koninkrijk van God. Zij zijn uit de wereld bijeen geroepen om God te dienen.
Deuteronomium
Het vijfde boek van Mozes, letterlijk: Tweede Wet. Hierin wordt de Wet nog eens uitgelegd in toespraken van Mozes aan het eind van de woestijnreis.
Deuteronomium (dl 1)
Het vijfde boek van Mozes, letterlijk: Tweede Wet. Hierin wordt de Wet nog eens uitgelegd in toespraken van Mozes aan het eind van de woestijnreis. In het land Kanaän zou de Torah opnieuw moeten worden toegepast, en wel in een omgeving waar heel andere wetten en gebruiken golden.
Deuterojesaja deel 3
Soms hoor je wel eens dat het boek Jesaja door meerdere personen zou zijn geschreven. Velen zijn van mening dat het tweede deel van het boek (hoofdstuk 40-66) nooit door de profeet Jesaja kan zijn geschreven.
Deuterojesaja (dl 3)
Soms hoor je wel eens dat het boek Jesaja door meerdere personen zou zijn geschreven. Velen zijn van mening dat het tweede deel van het boek (hoofdstuk 40-66) nooit door de profeet Jesaja kan zijn geschreven. Men spreekt wel van Deutero-Jesaja (Tweede Jesaja), want men achtte het onmogelijk dat Jesaja zo lang van tevoren nauwkeurig de zaken voorspellen die tijdens zijn leven nog helemaal niet aan de orde waren!
Het niet is moeilijk om deze menselijke redenering te weerleggen. Jesaja deed zoveel wonderlijke uitspraken over de Messias dat men dan zou moeten zeggen: Jesaja moet geleefd hebben na de dood en opstanding van Jezus, anders zou hij nooit zoveel over de Verlosser hebben geweten! Veel uitdrukkingen typerend voor Jesaja komen zowel in het eerste als in het tweede deel voorkomen. Jezus en de apostelen maakten geen enkel onderscheid tussen Jesaja-1 en Jesaja-2. Uit beide delen van het boek Jesaja wordt ongeveer evenveel aangehaald en geciteerd uit naam van Jesaja. De conclusie moet zijn: Jesaja is de auteur van het hele boek.
Christenvervolging deel 4
In zijn brief uit Rome (96) herinnert Clemens zijn lezers aan de vervolgingen die hadden gewoed onder Nero in Rome met de woorden: ”
Christenvervolging (dl 4)
In zijn brief uit Rome (96) herinnert Clemens zijn lezers aan de vervolgingen die hadden gewoed onder Nero in Rome met de woorden: “Deze mannen met een heilige levenswandel werden gevolgd door een grote menigte van uitverkorenen. Door de martelingen en kwellingen die zij moesten ondergaan, werden zij een buitengewoon voorbeeld.”
De martelingen die de christenen onder Nero moesten verduren, zijn ook door niet-christelijke schrijvers genoemd. Tacitus schreef: “Met de ter dood veroordeelden, dreef men ook wreed de spot, daar men hen in huiden van wilde dieren naaide, door honden liet verscheuren of ze aan kruisen nagelden en ze na zonsondergang als nachtelijke verlichting lieten branden.”
De vervolgingen in het Romeinse rijk waren niet altijd even intensief. Soms verdwenen ze helemaal. Dan weer laaiden ze sterk op. Vooral in tijden dat het keizerrijk er slecht voorstond, maakten de keizers dankbaar gebruik van de christenen als bliksemafleiders en moesten zij het ontgelden.
Christus deel 2
Christus betekent: Gezalfde, door God gezalfd (met olijfolie) en aangesteld. In de tijd van het Oude Testament werden soms mensen gezalfd. Dat gebeurde als ze een belangrijke taak kregen:
Christus (dl 2)
Christus betekent: Gezalfde, door God gezalfd (met olijfolie) en aangesteld. In de tijd van het Oude Testament werden soms mensen gezalfd. Dat gebeurde als ze een belangrijke taak kregen:
– mensen uit de stam Levi werden tot priester gezalfd.
– mensen uit andere stammen werden soms tot profeet gezalfd.
– weer anderen werden tot koning over Israël gezalfd.
Wanneer iemand namens God was gezalfd, trad hij op namens God en golden zijn woorden als de woorden van God.
Wanneer wij zeggen dat Jezus de Christus is, dan bedoelen wij dat God Hem gezalfd heeft:
tot Koning, tot Priester en tot Profeet.
Constantijn deel 4
In het begin van de vierde eeuw kwam er plotseling een einde aan de periode waarin de christenen werden verdrukt en vervolgd. In 312 werd in Rome keizer Diocletianus, de laatste van de christenvervolgers, opgevolgd door keizer Constantijn.
Constantijn (dl 4)
In het begin van de vierde eeuw kwam er plotseling een einde aan de periode waarin de christenen werden verdrukt en vervolgd. In 312 werd in Rome keizer Diocletianus, de laatste van de christenvervolgers, opgevolgd door keizer Constantijn. Die brak met de heidense religie en ging zelfs tot het christendom over. Daarmee werd de keizer ook hogepriester van de nieuwe godsdienst. Kerk en staat werden nauw met elkaar verbonden en zo kreeg het christendom een heel ander gezicht. Zo werd de overwinning van Constantijn verheven tot een `goddelijk ingrijpen’, waarmee veel `christelijke veldtochten’ werden gesanctioneerd (goedgekeurd en bekrachtigd) om de heidenen te onderwerpen aan de god van de christenen.
Cultuur en zending deel 4
Zendelingen en evangelisten worden wel eens geconfronteerd met het verwijt: “Culturen van stammen die op een unieke manier leven in hun natuurlijke omgeving, worden door jullie vernietigd doordat hen een vreemde (westerse) cultuur wordt opgedrongen.”
Cultuur en zending (dl 4)
Zendelingen en evangelisten worden wel eens geconfronteerd met het verwijt: “Culturen van stammen die op een unieke manier leven in hun natuurlijke omgeving, worden door jullie vernietigd doordat hen een vreemde (westerse) cultuur wordt opgedrongen.”
De zendeling en cultureel antropoloog Don Richardson weerlegde in 1992 dit pleidooi om “de heidenen met rust te laten.” Zijn bijdrage ‘Do Missionaries Destroy Cultures?’ is zeer gedocumenteerd en besluit deze met de volgende woorden:
“Wij zendelingen spreken niet alleen over geestelijke waarheid, maar wij spreken ook om het voortbestaan op aarde te verzekeren. En we hebben ons mogen verheugen in een verbazend succes in Irian Jaya en elders. Meer dan honderdduizend stenen-tijdperk-mensen verwelkomden het evangelie als de vervulling van iets dat in hun eigen culturen was voorbereid gedurende honderden jaren. Voor de Dani was het nabelan-kabelan, een boodschap van onsterfelijkheid die eens een einde zou maken aan stammenoorlogen en het menselijk lijden zou verlichten.”
Cultuurmandaat of scheppingsopdracht
Direct nadat God de mens had gemaakt, kreeg hij al een opdracht van God. Die noemen we de scheppingsopdracht of het cultuurmandaat.
Cultuurmandaat of scheppingsopdracht (dl 1)
Direct nadat God de mens had gemaakt, kreeg hij al een opdracht van God. Die noemen we de scheppingsopdracht of het cultuurmandaat.
Je kunt het lezen in Genesis 1 vers 27-28 en het betekent eigenlijk iets heel moois.
De mens gaat niet zelf ‘er iets bij scheppen’, maar hij gaat gebruiken wat God geschapen heeft. Hij moet de aarde bewerken en bewaren.
Als hij de NATUUR, die God gemaakt heeft, gaat gebruiken:
– brengt hij die in ontwikkeling,
– komt hijzelf tot ontplooiing.
en zo ontstaat CULTUUR.
Dag des Heren deel 3
In het tweede deel van het boek Zacharia staat de Dag van de Here centraal. Met deze dag zal de wereldgeschiedenis worden afgesloten en een nieuwe toekomst worden ingeluid, zó geweldig als de wereld nog nooit heeft gekend.
Dag des Heren (dl 3)
In het tweede deel van het boek Zacharia staat de Dag van de Here centraal. Met deze dag zal de wereldgeschiedenis worden afgesloten en een nieuwe toekomst worden ingeluid, zó geweldig als de wereld nog nooit heeft gekend. Dan zullen alle dingen werkelijk zo zijn als God heeft bedoeld. In die tijd zal Israëls Messias regeren als Koning der koningen en Heer der heren. Daarvoor moeten de volken eerst gelouterd worden, zoals goud en zilver door het vuur gelouterd worden.
Daniël deel 3
Dani?l is de hoofdpersoon van het gelijknamige boek. Samen met zijn drie vrienden hoorde hij bij de eerste groep ballingen die uit Juda werden weggevoerd.
Daniël (dl 3)
Dani?l is de hoofdpersoon van het gelijknamige boek. Samen met zijn drie vrienden hoorde hij bij de eerste groep ballingen die uit Juda werden weggevoerd. Zij bekleedden hoge posities aan het Babylonische en Perzische hof en bleven in die smeltkroes van godsdiensten en opvattingen trouw aan de waarachtige God.
Op soms ironische toon wordt de geschiedenis van Babel verteld. Plotseling valt daarover het licht van Gods soevereine handelen. Dat betekent zoveel als: de koning wikt, maar God beschikt.
Het boek Daniël bestaat uit twee delen:
Zowel de geschiedenis in de tijd van Daniël als de wereldgeschiedenis van de volken en het ingrijpen van God in de eindtijd (zie toekomst-profetie).