Inleiding
Deze bijdrage is bedoeld als een aanzet tot bezinning op allerlei vormen van meditatie zoals die worden aanbevolen en ingezet in therapieën1 en inmiddels ook in geloofsgemeenschappen waar christelijke meditatie ‘in’ is. Ik wil iets zeggen over de schaduwkanten ervan en over de bezwaren tegen mediteren, ook bezwaren die Gods Woord noemt. Uiteraard is de slotvraag: hoe dan wel?

Meditatie
Meditatie is populair, waarschijnlijk vanwege zijn mooie beloften die het goed doen in een wereld vol stress, rumoer, slapeloosheid, onzekerheid en angst. Een citaat: ‘Alle grote leiders en succesvolle mensen weten het. Mediteren levert een hoop op. (…) Mij maakt het een stuk gelukkiger.’2 Heb je behoefte aan rust en stilte? Hindert stress je in je functioneren? Ga je gebukt onder spanningen in de relationele sfeer? Het beoefenen van een of andere vorm van meditatie kan je in balans brengen³. Het brengt rust en ruimte in je geest, of dat nu (hindoeïstische) transcendente meditatie4 is, boeddhistische (zen-) meditatie, islamitische of christelijke meditatie5. Het helpt je in de zoektocht naar je innerlijke kracht, het goddelijke of de godsopenbaring in jezelf. Die goddelijkheid kan echter zo verduisterd zijn, dat je er moeite voor moet doen om die te herontdekken. Een in 2014 uitgegeven glossy6 belooft op de omslag: ‘Wie stilte zoekt, vindt wat is verloren’. Meditatie wordt ook gezien als een heilzaam middel tegen agressie; het maakt dat mensen liefdevoller met elkaar omgaan en elkaar minder bevooroordeeld benaderen. De Dalai Lama zei daarover: ‘Als elke achtjarige in de wereld onderwezen wordt in meditatie, zal de wereld binnen één generatie zonder geweld zijn’. Het zou ook effectief zijn tegen verslavingen.

Effect
Meditatie wordt bij voorkeur beoefend in een stille, prikkelarme omgeving. Om je te concentreren op jezelf wordt het gebruik van een mantra7 aanbevolen: het voortdurend herhalen van een woord, een zin of een melodie. Dat mag een woord zijn dat je niet begrijpt, een woord uit een andere taal bijvoorbeeld. Je herhaalt het minutenlang zonder erover te denken, zodat je je geest afsluit en een soort trance ontstaat. Door die herhaling wordt namelijk een ‘overstap’ van je linker naar je hersenhelft bewerkstelligd, van het rationele naar het intuïtieve. Het bewuste denken wordt stilgezet en gedachten komen vanzelf op (of niet). Er zijn mensen die zeggen, dat ze door meditatie-oefeningen minder onderhevig zijn aan stress en dus meer rust ervaren, ook in hun werk. Anderen noemen dat ze meer controle over zichzelf hebben gekregen, over hun mentale welzijn.

Schaduwkanten
Kan dat, rust vinden in je innerlijk? Is meditatie een verantwoorde methode? Zitten er ook nadelen en gevaren aan? Die zijn er en ze zijn zowel psychologisch als religieus van aard. Een onderzoeksrapport uit 2018(8) relativeert de gunstige resultaten van meditatie. Een kwart van het aantal mensen dat gedurende minstens twee maanden regelmatig meditatie beoefent, blijkt onaangename neveneffecten te ervaren: angsten, verstoorde emoties en toegenomen onrust. Een deelnemer verklaarde, dat zij, elke keer wanneer zij zich op haar ademhaling concentreerde, een toename van haar angsten waarnam. Een ander zei: ‘Ik wordt hypergevoelig van meditatie en daardoor neemt mijn stress toe’. Een derde zei, dat ze als gevolg van het concentreren op zichzelf alleen nog maar vragen overhield als: ‘Ben ik wel normaal, is mijn ademhaling wel goed, mankeer ik iets aan mijn hart?’ Een ander onderzoek komt tot de conclusie, dat meditatie ernstige depressie, gevoelens van zinloosheid en zelfs suïcide tot gevolg kan hebben.9 Anderen krijgen hallucinaties of psychoses als gevolg van hun ‘vernieuwde gedachten’. Dr. Willoughby Britton10 constateerde, dat de schade maanden, jaren of zelfs levenslang kan duren. De stelling van de Dalai Lama blijkt ook niet houdbaar te zijn. Een rapport uit 2017(11 )stelt, dat agressie en vooroordelen niet afnemen door mediteren. Verbetering betreffende empathie en onderlinge sociale betrokkenheid werden alleen beschreven als de meditatie-instructeur ook mede-auteur van het onderzoek was. Mensen worden niet socialer en meer liefhebbend, als ze meditatie beoefenen. Merkwaardig. In magazines over stilte, retraite en meditatie wordt vrijwel nooit melding gemaakt van de mogelijke negatieve neveneffecten. Waarom niet? Eén op de drie deelnemers ondervindt nota bene negatieve gevolgen!

Bezwaren
Nu zou je meditatie kunnen afwijzen vanwege de schadelijke bijwerkingen. Er is echter meer aan de hand. Ook wanneer alle deelnemers uitsluitend gunstige ervaringen zouden hebben, blijft dit bezwaar staan: meditatie is een weg zonder God en Christus en plaatst dus de autonome mens in het centrum van zijn ervaringen en handelen. Dat licht ik toe. Onder het kopje ‘Effect’ heb ik iets gezegd over de methodiek van meditatie. De vraag is nu: lost dat iets op van je zorgen en problemen? Stel, dat je zorgen hebt op je werk of in een persoonlijke relatie. Wat zou dan het gunstige effect van meditatie kunnen zijn? Misschien dit: je stopt met denken; daardoor denk je ook niet aan je zorgen en daardoor ervaar je een zekere rust. Meditatie kan een gunstig effect hebben op je bloeddruk, je kunt je er rustiger door voelen. Maar je omstandigheden blijven onveranderd. Lijkt dat niet op het gebruik van tranquillizers, drugs en alcoholische dranken waardoor je problemen kleiner lijken? Het grootste en meteen het minst onderkende gevaar kunnen we ontlenen aan Jezus’ woorden over de onreine geest. ‘En wanneer de onreine geest van de mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet. Dan zegt hij: Ik zal weerkeren in mijn huis, vanwaar ik uitgegaan ben; en komende, vindt hij het leeg, met bezemen gekeerd en versierd. Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van die mens wordt erger dan het eerste.’12 Oosterse meditatie is er op uit om je geest leeg te maken, je denken te stoppen en vervolgens in je te laten opkomen wat er vanzelf ontstaat. Iedereen die zijn eigen hart een beetje kent, weet dat het niet vanzelfsprekend is dat er woorden van God in je hart opkomen als ze niet eerst van God komen! Een leeg hart dat niet gevuld wordt door het Woord van God, Jezus Christus, het levende Woord, loopt groot gevaar om in bezit genomen te worden door de vader van de leugen!

Een van de technieken die gebruikt worden bij meditatie is het herhalen van een mantra. De Heere Jezus zegt echter: ‘En als u bidt, zo gebruik geen ijdel verhaal van woorden, zoals de heidenen; want zij menen dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden. Wordt dan hun niet gelijk; want uw Vader weet, wat u nodig hebt, eer u Hem bidt.’13 Het Griekse woord dat vertaald is met ‘verhaal’ betekent ‘herhalen’. Dat is nu precies wat meditatie met een mantra doet: een woord of zin wordt zo vaak herhaald, totdat men in een bepaalde toestand geraakt. Zo wil God niet benaderd worden! Stel u voor dat iemand u op die manier zou aanspreken als hij iets van u wil vragen. Dan voelt u zich toch niet serieus genomen? Daarbij is de bedoeling van de Heere Jezus natuurlijk, dat de verhoring van het gebed niet afhangt van de herhaling van woorden. Dat is tot oneer van God! Hij is genadig en barmhartig en voordat u Hem bidt, weet uw Vader al wat u nodig hebt. Mediteren richt zich volledig op jezelf. Je hebt er niemand voor nodig, hoogstens een instructeur. Dat moet toch een heilloze weg zijn! Heil, dat wil zeggen heling, vind je niet in jezelf. En als je al een god vindt in je innerlijk, dan is dat niet je Schepper en ook niet je Heiland. Ook zogenoemde christelijke meditatie leidt niet zonder meer in de juiste richting. Het leegmaken van je geest schept ruimte voor spontane gedachten; volgens sommige christelijke meditatieleiders zouden die gedachten ook God kunnen zijn. Iemand verwoordt het zo: ‘Wanneer je op zoek gaat naar wat God je wil zeggen, kun je je hart als kompas gebruiken. Leer naar je biddende hart te luisteren en vang de signalen op die het je ingeeft. Wees gericht op de goede signalen en vertrouw daarop. Wanneer je blij of enthousiast wordt, kan dat iets zeggen over de aanwezigheid van God en over het dichter bij God komen. Word je boos of geïrriteerd, dan kan dat duidelijk maken dat je op afstand van God komt. Zoek de echte vreugde die van God komt. Sta open voor troost en vertrouwen.’14 God Die in jezelf opkomt, je hart als kompas… in de Bijbel lees ik echter een heel andere taal!

Wat zegt Gods Woord?
Bijbelse meditatie, het overleggen of overdenken van Gods Woord maakt je niet leeg, maar vult je met dat Woord. In Jozua 1.8 lezen we daarover bijvoorbeeld: Dat het boek van deze wet15 niet wijke van uw mond, maar overleg het dag en nacht, opdat u waarneemt te doen naar alles, wat daarin geschreven is; want alsdan zult u uw wegen voorspoedig maken, en alsdan zult u verstandig handelen. We vinden hetzelfde woord, dan vertaald met ‘overdenken’, in Psalm 1.1-3: Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen, noch staat op de weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; maar zijn lust is in de wet16 van de HEERE, en hij overdenkt Zijn wet17 dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. In het Nieuwe Testament vinden we het Woord van God in de persoon van de Heere Jezus. Het overdenken van Zijn leven en Zijn werk, Zijn beloften en Zijn koninkrijk kunnen ons hart zo vullen, dat de zorgen van dit leven in een heel ander licht komen te staan. Hij is hét Licht der wereld. Onze God wijst ons in Zijn Woord één weg, dé Weg: Jezus Christus. Buiten Hem is er geen heil en geen rust. Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.18 Veelzeggend zijn in dit verband de woorden die Jezus sprak in Johannes 16. Hij zegt tegen Zijn discipelen dat Hij van hen weggaat en Hij kent hun droefheid daarover. Maar dan geeft Hij hun de belofte van de Geest Die komen zal. Wat een levenskracht en vreugde openbaart zich op de Pinksterdag als de Heilige Geest de harten van mensen vervult! Jezus zegt ook, dat hun droefheid blijdschap zal worden, want Hij zal hen weer zien en niemand zal die blijdschap van hen kunnen wegnemen. En dan besluit Hij met deze woorden: Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.’ Laten we over die woorden nadenken, zodat het verlangen naar Hem ons doet uitroepen: “Ja, kom, Heere Jezus!19

Hans van Buren.

1. Zoek bijvoorbeeld op het internet naar de termen ‘geleide meditatie’, ‘bodyscan’, ‘dankbaarheidsmeditatie’, ‘mindfulness’, ‘visualisatie’.

2. https://www.sannyzoektgeluk.nl/ontspannen-in-10-minuten-met-deze-meditatie

3. kernbegrippen zijn stilte, concentratie, meditatie, contemplatie.

6. ‘Stil. De reis naar binnen.’ Mirjam van der Vegt e.a., 2014

8. https://www.medicalnewstoday.com/articles/325167

9. ‘Dark Side of the Meditation: How to Dispel this Darkness’,
https://www.researchgate.net/publication/335365372_Dark_Side_of_the_Meditation_How_to_Dispel_this_Darkness

10. Willoughby Britton Ph.D., Assistant Professor of Psychiatry and Human Behavior at Brown University Medical School, an Assistant Professor of Behavior and Social Sciences in Brown University’s School of Public Health and the Director of Brown’s Clinical and Affective Neuroscience Laboratory.

11. ‘The limited prosocial effects of meditation: A systematic review and meta-analysis’ https://www.nature.com/articles/s41598-018-20299-z

12. Mattheüs 12.43-45.

13. Mattheüs 6.7-8.

14. https://visie.eo.nl/artikel/2018/08/wat-christelijke-meditatie-met-je-doet

15. Heb. Torah, d.w.z. onderwijzing, richtlijn, instructie.

16. id.

17. id.

18. Mattheüs 11.28

19. Openbaring 22.20b

Veel mensen vinden, dat alles wel zo’n beetje is gezegd als het gaat om abortus. Maar is dat zo? Ja, voorstanders van abortus konden jarenlang zonder weerstand uitleggen wat hen motiveert, maar de prolifebeweging moest het meestal doen met karikaturen van zichzelf, opgevoerd door diezelfde voorstanders. Als de pro-choicer voorbij de populaire karikatuur van de prolifer kijkt, wacht hem een regenboog van onaangeraakte argumenten voor de bescherming van het ongeboren leven. En die regenboog krijgt steeds meer kleuren.

In dit stuk wil ik de abortusdiscussie vergelijken met een actueel en prangend thema. We zullen een stap terug in de tijd zetten, langs de ethische overwegingen die het ongeboren menselijk wezen in het Westen vogelvrij maakten. Die kernwaarden leg ik vervolgens naast de snel ontwikkelende ethiek omtrent Covid-19.

Iedereen is pro-leven
We leven in een bijzondere tijd, waarin overheden hun burgers vragen te wennen aan het nieuwe normaal. U verwacht het misschien niet, maar over die nieuwe normaal valt veel te zeggen met het oog op een thema als abortus. Ik ga het niet met u hebben over de vraag of Covid-19 wel of niet gevaarlijker is dan de griep en of de maatregelen (lockdowns, bezoekbeperkingen, vaccinatie, afstand houden) goed werken of juist helemaal niet. Omwille van de discussie wil ik uitgaan van het hypothetische gelijk van onze overheid en de mensen die haar maatregelen steunen.

Veel langer dan de tijd die het kost om een kind te baren, hielden we afstand van elkaar en kwamen we zelfs niet meer op plekken waar we graag komen. En dat was nog niet alles. Tijdens de Covid-crisis accepteerden we, dat onze dierbaren eenzaam stierven en door slechts een selecte groep werden begraven. Sommigen van ons hadden bedrijven die ten onder gingen aan de maatregelen en weer anderen moesten een belangrijke operatie uitstellen vanwege overbezetting van de ziekenhuizen. Een aantal van deze zaken waren ingrijpende beperkingen van onze vrijheid van beweging. Hoewel dit een mensenrecht betreft, valt dit buiten de zogeheten niet-opschortbare rechten en is derhalve niet heilig.

Vrijheid van beweging kan gezien worden als een subcategorie van het zelfbeschikkingsrecht. Dit biedt een interessante parallel tussen onze maatschappelijke antwoorden op enerzijds de problemen van ongewenste zwangerschap en anderzijds een wereldwijd virus. Vanaf het begin van de maatregelen valt me namelijk iets op: iedereen is pro-leven. Sterker nog, iedereen vindt het de normaalste zaak van de wereld dat we wereldvreemde mensen beschermen tegen een vroege dood, door offers te brengen aan onze eigen vrijheden.

Misschien denkt u mij te hebben betrapt op een foutje. Want hoe kan ik zeggen dat iedereen met een pro-leven visie naar Covid-19 kijkt, als er behoorlijk wat tegenstanders van de maatregelen zijn? Sterker nog, onder hen bevinden zich opvallend veel mensen die zich op gebied van abortus pro-leven zouden noemen! Maar dan vergeet u het fundament. Die mensen zijn nog steeds pro-leven, alleen vinden ze oprecht dat de maatregelen niet in verhouding zijn of zelfs niet werken. Van hypocrisie is dus geen sprake, althans niet aan hun kant van de vijver. Het is immers de kant van de abortusvoorstanders waar een groot deel nu zweert bij de morele verplichting om wereldvreemde mensen, koste wat het kost, in leven te houden. Dat is opvallend, na een leven lang zweren, dat een moeder haar kind mag laten doden dankzij haar recht op zelfbeschikking. Het viel de voormalige Amerikaanse president Ronald Reagan al eens op, dat voorstanders van abortus altijd al geboren zijn. Op dezelfde manier valt mij nu op, dat iedereen pro-life is, als het hun eigen leven is dat op het spel staat.

Voelt u hoe de meerderheidsopstelling ten opzichte van Covid-19 schuurt met die ten opzichte van abortus? Zo niet, dan bent u mogelijk van mening, dat de pro-keuze visie ervan uitgaat, dat het ongeboren wezen geen mens is en er dus niemand wordt gedood. U heeft gelijk, als u zich hiervoor beroept op de ongetrainde abortusvoorstander, die zich nooit vastbeet in de materie, maar het vooral prettig vindt klinken, dat vrouwen bepaalde vrijheden behouden. Maar dat is niet de pro-keuzefilosofie die de Westerse abortuswetten beïnvloedde. Ziet u, de Nederlandse abortuswet spreekt nergens over een klompje cellen, maar hanteert de term “ongeboren leven”. Daarbij staat ook geschreven, dat de vrouw een zekere verantwoordelijkheid heeft over dit ongeboren leven. Dat zou een absurde opmerking van de wetgever zijn, als het uitgangspunt is dat er bij een abortus niets anders wordt verwijderd dan een levenloos klompje cellen.

De morele plicht om levens te beschermen
De abortuswet schotelt ons een “strijdbeeld” voor van twee menselijke wezens die fysiek met elkaar verbonden zijn geraakt. De gastvrouw, als het ware, houdt het leven van de andere entiteit in stand en niet andersom. Daarom is het de gastvrouw die mag bepalen, hoe lang dit leven in stand wordt gehouden. Deze oplossing van een uiterst unieke botsing tussen twee mensenrechten lijkt overgenomen van een, onder filosofen, breed gedragen argument uit de jaren zeventig van de vorige eeuw: het geen-plicht-tot-instandhoudingsargument. De Amerikaanse Judith Jarvis Thomson was één van de bekendste uitdragers van deze filosofie, die zij onder meer vormgaf met haar analogie van de beroemde vioolspeler.

In die analogie speelt zich een bijzonder tafereel af, dat moet dienen als een hypothetische vergelijking met een ongewenste zwangerschap: u wordt wakker en blijkt in een ziekenhuisbed te liggen. Al snel ziet u, dat er allerlei buisjes uit uw lichaam komen die leiden naar het bed naast u. De dokter komt binnen en legt uit, dat het andere bed wordt gevuld door een beroemde vioolspeler. Hij is terminaal ziek en u bleek de enige die hem kon redden. Met de unieke eigenschappen van uw lichaam houdt u zijn leven in stand, zodat artsen de tijd hebben om hem helemaal te genezen. “Verbreekt u de verbinding tussen de lichamen binnen nu en een bepaald aantal maanden, dan sterft de vioolspeler. Dat wilt u toch niet?”

Vervolgens stelt Thomson haar cruciale vraag: kan iemand worden gedwongen een ander mens in leven te houden met zijn of haar lichaam? Het doel van deze hypothese was om de discussie over de menselijkheid van het ongeboren wezen buitenspel te zetten. Volgens de filosofe bleek namelijk, dat het er niet toe doet of het een mens is. Al zou het een beroemde vioolspeler zijn, de afhankelijke persoon mag naar zijn sterven worden geleid, indien de ander haar lichaam niet wil laten gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze geen vrijheden wenst op te offeren. Zou het nobel zijn om de persoon te redden? Ja, maar van een morele verplichting was volgens Thomson geen sprake.

De antwoorden van de prolifebeweging kwamen al snel na Thomsons publicatie. Zo heeft men destijds bepleit, dat de vergelijking om allerlei redenen niet opgaat. Om er slechts een paar te noemen: de vioolspeler is niet haar bloedeigen kind en het onthouden van levensreddende steun staat niet gelijk aan het actief doden van een menselijk wezen, zoals dat tijdens een abortus gebeurt. Voor het doel van dit artikel richt ik me echter op een ander punt van kritiek: Thomsons conclusie dat het geen morele verplichting zou zijn om een deel van onze zelfbeschikking te offeren, zodat een ander mens kan blijven leven.

U begint mijn motief misschien al te zien: momenteel vinden miljoenen Nederlanders het een morele verplichting om iemand te redden van een kleine kans op de dood. Mensen waar ze weliswaar niet fysiek mee verbonden zijn, maar de onderlinge afhankelijkheid is hetzelfde. Als u geen afstand houdt, gaan er immers mensen dood, zo liet de populaire opiniemaker Arjan Lubach zijn kijkers in maart 2020 weten. Het moge duidelijk zijn, dat onze overheid soortgelijke morele pressie nooit uit de weg is gegaan. En dat is mogelijk terecht, wil ik benadrukken. Nogmaals, ons gedachte-experiment is geen beoordeling van de coronamaatregelen.

“Oké, maar het is ook gewoon geen mens”
U heeft een punt als u zegt dat veel abortusvoorstanders (ook) vinden, dat het ongeborene geen mens is. Sterker nog, voor de meesten is dat het hele argument. Bovendien zijn de overwegingen van Thomson niet al te bekend bij het grote publiek. Maar het is duidelijk dat deze filosofie (en de huidige abortuswet) alle ruimte biedt voor het kwalificeren van een ongeborene als een mens, met de duidelijke boodschap dat deze mens mag worden gedood. De rechten van ongeboren mensen zijn dus afhankelijk van de welwillendheid van de moeder, aldus de wet.

Dit verklaart waarom abortusvoorstanders zelf geen tegenstrijdigheid ervaren bij het spreken van een kind, als de zwangerschap gewenst is. Zoals bij zoveel moderne thema’s spelen biologische feiten geen rol meer. Plooibare gevoelens bepalen steeds meer wie wij zijn en binnen het abortusthema wie anderen zijn.

Ideeën over een semi- of potentieel-menselijk wezen bestaan er natuurlijk wel binnen de filosofieën achter de pro-choice beweging. Maar het geen-plicht-tot-instandhoudingsargument bevat een filosofie die aan de wieg stond van leuzen als “baas in eigen buik”. Met de achtergrond van dit artikel snapt u wat deze leus echt betekent: het gaat niet om de vraag of abortus een stuk weefsel doodt of een mens. Boven alles staat het gegeven dat een vrouw baas is over haar eigen lichaam. Het maakt niet uit wiens leven van haar afhankelijk is, want het offer van een tijdelijk lot als “gever van leven” hoeft zij niet te maken, aldus Thomson; aldus de Nederlandse abortuswet.

Tijdelijke baas in eigen buik?
De leus betekent overigens ook, dat een vrouw altijd baas in eigen buik is. Dus niet slechts tot het kind levensvatbaar is of tot een ander moment tijdens de fysieke verbinding tussen de twee lichamen. Dat is de reden dat sommige abortusvoorstanders daadwerkelijk doorstrijden voor abortusrechten gedurende de gehele zwangerschapsperiode.

Dit standpunt wordt niet vaak gedeeld, vermoedelijk, omdat het een bepaald extremisme blootlegt. Voor de gemiddelde voorstander van abortusrechten gaat zoiets immers veel te ver, omdat zij abortus alleen kunnen legitimeren met het excuus dat er nog geen sprake is van een mens. Maar een vertegenwoordiger van Abortion Network Amsterdam (ANA) gaf in 2019 aan, dat de 24-wekengrens nog altijd een beperking is van de vrouwelijke zelfbeschikking. Een jaar later liet de oprichtster van Women on Waves, Rebecca Gomperts, zich in televisieprogramma De Vooravond ontvallen, dat het aan de vrouw zelf is om te bepalen tot wanneer haar zwangerschap kan worden afgebroken. Deze denkwijze komt rechtstreeks uit de ware filosofie achter het standpunt van abortusvoorstanders.

Wie het nog niet wist, beseft nu dat de verdediging van abortusrechten dikwijls gepaard gaat met een erkenning van het gelijk van pro-life: het gaat om mensen! Maar de tragische realiteit die erop volgt, is dat het strijden voor abortus daarmee geen decibel zachter wordt. Misschien zal Covid-19 de mensheid doen bekeren naar een erkenning dat zwakkere, afhankelijke mensen wel degelijk levens leiden die beschermwaardig zijn. Want dat onze ongeborenen mensen zijn, valt anno 2021 niet meer te ontkennen. Want het is opvallend dat voorvechters van abortusrechten het tegenovergestelde bepleiten, als het gaat om de coronamaatregelen. De sleutelwoorden van dat pleidooi – “offeren”, “beschermwaardigheid”, “naastenliefde” – lijken rechtstreeks overgenomen van het handboek dat de prolifebeweging al decennia hanteert.

Chris Develing.

Inleiding
Het klimaatdebat wordt unfair gevoerd. Eigenlijk is er geen klimaatdebat. Andersdenkende wetenschappers worden kaltgestellt. Dit geeft niet alleen een eenzijdige uitkomst van het debat, maar is ook een voedingsbodem voor complottheorieën op andere terreinen van het leven.

Klimaat of milieu
Deze twee woorden worden vaak door elkaar gebruikt. Toch hebben ze een verschillende betekenis. Het milieu is de biologische leefomgeving, ofwel alles om ons heen: grond, lucht en water. Het klimaat is het gemiddelde weer van de laatste 30 jaar. De relatie is, dat het klimaat een onderdeel is van het milieu. Het klimaatdebat komt voort uit het milieudebat.

Het milieudebat
De econoom en dominee Robert Thomas Malthus kwam in 1798 met de waarschuwing, dat de bevolkingsgroei sneller ging dan de groei van de voedselproductie met hongersnood als gevolg Zijn betoog leek rationeel. De toename van de voedselproductie zou gaan via een rechte lijn, en de aanwas van de bevolking als een kromme lijn die steeds sneller ging stijgen. Hiernaast is zijn stelling door een grafiek verklaard. Het punt S waar de rechte lijn de kromme lijn snijdt (geprojecteerd als T op de horizontale tijd-as), zou het moment zijn, dat de hongersnood zou beginnen. De jaren verstreken. De groei van het aantal inwoners van de meeste Europese landen verliep niet zoals de kromme lijn in de grafiek. Een van de oorzaken was het gebruik van voorbehoedsmiddelen. De hongersnood kondigde zich dan ook niet aan. Het volgende doemscenario was het rapport van de Club van Rome, getiteld: ‘De grenzen aan de groei’, dat in 1972 werd uitgebracht. Kort daarna brak de oliecrisis uit. De toenmalige minister-president Joop den Uyl kondigde de autoloze zondag af. Hij deed er nog een schepje bovenop door te verklaren, dat de wereld nooit meer hetzelfde zou worden. Grote woorden, maar niet waar. We moesten ons realiseren, dat de olieproducerende Arabische landen Nederland boycotten, omdat Nederland zich pro-Israël had verklaard tijdens de Jom Kipoer-oorlog (die duurde van 6-26 oktober 1973). Dus had de oliecrisis niets te maken met het rapport van de Club van Rome. Later bleek, dat veel voorspellingen die in het rapport van de Club van Rome waren opgetekend, niet zijn uitgekomen. In ieder geval, de toon was gezet; het milieudebat bleef op de agenda staan, maar werd voortgezet als klimaatdebat.

Milieubeleid
In 1980 kwam in Nederland het gifschandaal in Lekkerkerk aan het licht. Een hele nieuwbouwwijk, Lekkerkerk West met 300 woningen, bleek gebouwd op sterk verontreinigde grond. De vervuiling kwam aan het licht, nadat een waterleidingbuis brak die aangetast was door de inwerking van agressieve chemische stoffen. Het was de eerste grote bodemvervuilingsaffaire in Nederland. Deze gebeurtenis heeft tot een rationeel milieubeleid geleid (gereguleerd door de overheid) dat het milieu goed heeft gedaan. Denk bijvoorbeeld aan bodemsaneringen, inspanningen om het buitenwater (meren) schoon te krijgen, enzovoort. Uit eigen ervaring heb ik geconstateerd, dat sinds dit gifschandaal voor bedrijven het milieu-aspect steeds meer een issue werd, waar men rationeel mee omging. Een voorbeeld: in mijn bedrijf conserveerden wij in de jaren tachtig van de vorige eeuw staalconstructies (met oplosmiddel houdende verf) op een vloer van betonplaten. Dit was ons vergund door de Hinderwetvergunning. Later werden er nadere eisen gesteld aan de vloer, want die moest vloeistofdicht zijn. Die eis vloeide voort uit onze vernieuwde Hinderwetvergunning, die de toepasselijke naam Milieuvergunning had gekregen.

Het klimaatdebat
In 2006 publiceerde El Gore (vicepresident van 1993 – 2001 onder Bill Clinton) zijn boek An Inconvenient Truth, in het Nederlands uitgeven als Een Ongemakkelijke Waarheid. Het boek is ook verfilmd. Het bleek opnieuw een doemscenario te zijn, dat niet is uitgekomen. Al Gore en de zijnen gaan ervan uit, dat de aarde aan het opwarmen is door een verhoging van de CO2 -concentratie die wordt veroorzaakt door menselijke activiteiten. Het boek van Al Gore kreeg een enorme publiciteit. Er werd veel over het boek gesproken, maar het werd nauwelijks gelezen. Het is ook meer een kijkboek dan een leesboek. Een soort PowerPoint-presentatie. De vele afbeeldingen, maar vooral de grafieken (de later bekritiseerde ‘hockeystick’) zijn suggestief. De teksten die erbij geschreven zijn, zijn dit ook. Er staan tien gele katernen in van elk vier pagina’s met emotionele verhalen over zijn jeugd, zijn vrouw en meer van dergelijke softe onderwerpen. Het laatste gele katern met als titel De politisering van klimaatverandering staat vol met suggestieve verdachtmakingen aan het adres van ‘een paar multinationals en de regering Bush.  Op een van de laatste pagina’s staat:  Nu is het aan ons om gebruik te maken van onze democratie en het door God gegeven vermogen om met elkaar na te denken over onze toekomst, om morele keuzes te maken die het beleid en het gedrag te veranderen, omdat er anders voor onze kinderen en kleinkinderen en voor de mensheid slechts een afgedankte onttakelde en vijandige planeet resteert.’ Daarna de vraag: ‘Wat kun je zelf doen tegen klimaatverandering?’ De adviezen zijn triviaal en obligaat: ‘Je moet energiezuinige apparaten kopen, je huis isoleren, op heet water besparen, minder autokilometers rijden door meer te gaan wandelen en carpoolen.’ Ongeveer vijftien jaar later is duidelijk geworden, dat de voorspellingen die hij deed in zijn boek niet zijn uitgekomen. Bijvoorbeeld stelt Al Gore op pag. 45, dat op de toppen van de Kilimanjaro (bergmassief in Tanzania) ‘er over minder dan tien jaar op de Kilimanjaro geen sneeuw meer zal liggen’. Het boek toont foto’s van het bergmassief van achtereenvolgende jaren waarop steeds minder sneeuw (gletsjers) te zien is. Touroperators ter plaatse zijn er beter van geworden, omdat veel toeristen nog ‘het laatste beetje sneeuw’ wilden zien. Zij zagen echter altijd veel sneeuw.

Klimaatdissidenten
Het klimaatdebat wordt niet fair gevoerd. Wetenschappers die een ander standpunt innemen dan de ‘mainstream’ worden de mond gesnoerd. Ik noem hier de Nederlandse meteoroloog Henk Tennekes (niet te verwarren met zijn naamgenoot, die toxicoloog was). Henk Tennekes was onderzoeksdirecteur van het KNMI. Hij was het niet eens met het klimaatverdrag van Kyoto (1992). Hij werd als onderzoeksdirecteur van het KNMI ontslagen. In de New Scientist (12-2-2012) schreef de wetenschapsredacteur van de Volkskrant, Maarten Keulemans, het volgende over Henk Tennekens. Oud-onderzoeksdirecteur bij het KNMI, oud-hoogleraar lucht- en ruimtevaart in de VS werd ontslagen bij het KNMI wegens toenemend excentrieke opvattingen, waarbij hij bijvoorbeeld de Bijbel gebruikte om wetenschappelijke argumenten te ondersteunen. Raakte in conflict met het KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) over het klimaat en zegde daarna zijn lidmaatschap op.’
Frans van Helvoort schreef hierop de volgende reactie:

Verder zou ik u willen verzoeken om de stukken te benoemen die gaan over het gebruik of misbruik van de Bijbel in wetenschappelijke discussies zoals u bij Henk Tennekens aangeeft. Dan wordt dat voor iedereen duidelijk. Deze man is bij het KNMI ontslagen, omdat hij zijn twijfels had en nog steeds heeft over de klimaatmodellen. Als dit anders is, verneem ik dat gaarne van u met bronvermelding.’

Henk Tennekes is op 3 juli dit jaar op 84 jarige leeftijd overleden. In stilte. Ik heb nergens een In Memoriam kunnen vinden.  Dan de Australische wetenschapper, Peter Ridd. Hij wees erop, dat de berichten over het afsterven van het Australische Great Barrier Reef waren gebaseerd op ondeugdelijk wetenschappelijk onderzoek. Dat was tegen het zere been van enkele van zijn collega’s. Hij werd door de James Cook universiteit, waaraan hij was verbonden, ontslagen. Hij vocht zijn ontslag aan bij de rechter. Die stelde hem in het gelijk. Maar zijn ontslag bleef van kracht. Peter Ridd zal wel een flinke schadevergoeding hebben ontvangen, dus behoeven we geen medelijden met hem te hebben. Maar het gevolg is, dat weer een kritisch geluid werd geëlimineerd.

Verder noem ik Philippe Verdier. Het is 2015. In Frankrijk zijn de voorbereidingen van de klimaatconferentie die in december in Parijs gehouden zou worden, in volle gang. De minister van Buitenlandse Zaken, Laurent Fabius, had weermannen en –vrouwen opgeroepen om aandacht te schenken aan de ernst van het klimaatprobleem in hun uitzendingen. Philippe Verdier weigerde om aan dit verzoek van de minister gehoor te geven. Enkele maanden voor die grote klimaatconferentie die eind 2015 plaatsvond, publiceerde Philippe Verdier, toen chef van de meteorologische dienst van de Franse tv Climat Investigation. In dit boek neemt hij stelling tegen de ‘gangbare’ uitspraken over het klimaat. Na de publicatie van zijn boek werd hij ontslagen bij de Franse tv.  De bovengenoemden zijn niet de enigen. Ik noem nog de volgende namen van ‘klimaatdissidenten’: Richard (Dick) Lindzen, Judith Curry, Sally Baliunas, Patrick Michaels, Lennart Bengtsson en Susan Crockford. Deze opsomming is niet uitputtend. Tenslotte mag hier de naam van toenmalige president van Tsjechië, Václav Klaus, niet ontbreken. Een korte tijd, nadat ‘Een ongemakkelijke waarheid’ van Al Gore was uitgekomen, publiceerde Václav Klaus zijn boek De Blauwe planeet (niet groen). Klaus heeft in tegenstelling tot Al Gore een rustige betoogtrant. Zijn boodschap: we moeten waken voor een groene totalitaire ideologie. Een boodschap van iemand die in een communistische totalitaire wereld heeft geleefd. Deze boodschap wordt steeds actueler.

Klimaatbeleid
Op grond van dit eenzijdige en unfaire ‘klimaatdebat’ wordt er klimaatbeleid bepaald. Dit klimaatbeleid, in het bijzonder de bio-, wind- en zonne-energie, is funest voor het milieu. Ik noem: boskap (opwekken van elektriciteit via biomassa), landschapsvervuiling, vernietiging vogels, overlast en gezondheidsklachten voor omwonenden, waardeverlies van nabijgelegen woningen, vermindering van de biodiversiteit, opslagproblemen na het einde van de levensloop van het materiaal. De kosten zijn astronomisch en het effect op het klimaat is niet meetbaar. Ook niet aan het eind van deze eeuw. Verder hebben de hoge ‘klimaatuitgaven’ tot gevolg, dat andere sectoren in de maatschappij het moeilijk hebben. Ik noem hier de gezondheidszorg, onderwijs en defensie.

Complottheorieën
Met bovenstaande heb ik het klimaatvraagstuk niet uitputtend behandeld. Wel heb ik genoeg argumenten aangedragen om te laten zien, dat het klimaatdebat unfair gevoerd wordt. Daarbij is er sprake van een tweedeling. Mijn standpunt over het klimaat legt een hypotheek op mijn contacten. Want als ik met ‘klimaatgeestverwanten’ spreek, dan ervaar ik, dat zij over andere zaken heel anders denken dan ik. Bijvoorbeeld zij zijn anti-Amerikaans en vaak koesteren zij sympathie voor de Russische president Poetin. Maar als ik hun vertel, dat ik blij ben dat er zoiets als een NAVO bestaat, en dat ik niets moet hebben van Poetin, zijn ze stomverbaasd. Vaak houdt het gesprek op.  Maar ook omgekeerd. Tijdens een kerkelijke activiteit liet ik mij ontvallen, dat ik geen enkel geloof heb in de opvatting, dat de opwarming van de aarde het gevolg is van de menselijke activiteit. Ik voegde eraan toe, dat door Nederland vol te zetten met windmolens en zonnepanelen, dit nauwelijks soelaas zal bieden, en dat het energievraagstuk alleen kan worden opgelost door elektriciteit op te wekken met kernenergie. Afgezien van het feit dat men mij dan vol ongeloof aankijkt, verdenkt men mij ervan, dat ik op andere gebieden ook afwijkende standpunten zal hebben. ‘Ik zou wel eens pro-Poetin kunnen zijn.’ Het gesprek stokt. Maar gezien het feit dat we dezelfde geloofsachtergrond hebben, is een gesprek vaak nog mogelijk. Zou die geloofsachtergrond er niet geweest zijn, dan zou het vertrouwen ver weg zijn. En zou men mij voor een wappie uitgemaakt hebben.

Deze tweedeling die zelfs kan leiden tot allerlei complottheorieën (zoals over de covid-vaccinatie), is een van de gevolgen van het unfaire klimaatdebat.

Johann Grünbauer

 

Op 1 augustus 2021 is een nieuwe wet in werking getreden over burgerschap in het onderwijs. De titel ervan suggereert bescheiden, dat slechts sprake zou zijn van een verduidelijking van de burgerschapsopdracht. Tijdens de wetsbehandeling bleek echter duidelijk, dat scholen indringender dan voorheen te horen krijgen wat wel en niet acceptabel is. En dat burgers met een klassiek Bijbelse overtuiging iets uit te leggen hebben. Wat staat scholen en ouders te doen?

Geen nooduitgang
Onder Bijbelgetrouwe christenen is soms het geluid te horen, dat het beter zou zijn om het bekostigde onderwijs de rug toe te keren. De gedachte leeft dat je van de door de overheid betaalde scholen, of ze nu openbaar zijn of bijzonder, meer last hebt dan lust. De burgerschapswet zou die gedachte kunnen versterken. Zou het niet beter zijn om uit eigen zak een school te stichten of om thuisonderwijs te gaan geven? Dan heb je toch veel meer vrijheid om naar eigen wens te zorgen voor Bijbelgetrouw onderwijs? Die mogelijkheid is echter niet zo reëel als het lijkt. De positie van thuisonderwijs blijft namelijk zorgelijk, voor zover ouders die intensieve taak al aankunnen. Diverse gemeenten blijven proberen hun vrijstelling van de leerplicht ter discussie te stellen. En voor kinderen die al schoolonderwijs hebben gevolgd, is overstappen op thuisonderwijs in beginsel niet toegestaan. Voor niet-bekostigde scholen maakt de burgerschapswet het er ook niet beter op. Deze scholen moeten, nu ook in het voortgezet onderwijs, voldoen aan de burgerschapswet. Dat kan weliswaar als een forse inbreuk op dit particulier initiatief gezien worden, maar daar zullen scholen het wel mee moeten doen. Wellicht is het daarom voor de meeste ouders raadzamer om te streven naar een verantwoorde uitwerking van de wet dan te zoeken naar een nooduitgang.

Burgerschap vanzelfsprekend
Bij alle discussie die over de burgerschapswet gevoerd is, moeten we de gemeenschappelijke basis niet uit het oog verliezen: alle scholen (willen) werken aan burgerschapsonderwijs. Ook bij ouders zijn geen bezwaren te horen tegen burgerschapsonderwijs als zodanig. Dat is logisch, want burgerschapsvorming behoort eigenlijk tot het DNA van een school, ook als er geen wettelijke opdracht zou zijn. Christenen hebben daar vanzelfsprekend een geheel eigen visie op. De theoloog en pedagoog Herman Bavinck bijvoorbeeld hanteerde ruim een eeuw geleden als kerntekst voor het christelijk onderwijs 2 Timotheus 3:17: opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. Het gaat bij burgerschap allereerst om mensen die God toebehoren, maar dat zijn ook mensen die tot alle goed werk richting de naaste zijn toegerust. Het dubbele liefdegebod dus. Christenen hebben kennelijk een duidelijk beeld van burgerschap. Het zou daarom ongelukkig zijn als door polarisatie over de wet in het publieke debat de indruk ontstaat, dat bepaalde ouders of scholen tegen burgerschapsonderwijs zouden zijn.

Het is goed om hier te vermelden dat de ruimte voor scholen om hun eigen burgerschapsverhaal uit te dragen voluit blijft bestaan. De regering heeft dat bij herhaling bevestigd. De wet gaat juist uit van de opdracht van de school om in het schoolplan de eigen visie op het onderwijs te formuleren. In het toezicht moet de inspectie uitgaan van die visie. Dat schept voor christelijke scholen de verantwoordelijkheid om die ruimte voluit te benutten. Minister Slob verweet de besturenorganisaties van het christelijk onderwijs, dat zij te negatief waren over het wetsvoorstel en dat zij vooral positief aan de slag moesten gaan met hun opdracht. Afgezien van zijn oordeel over hun zorgen, blijft het belang van de positieve opdracht hoe dan ook staan. Als christenen belijden, dat de Bijbelse boodschap een smaakmakend en bederfwerend zout is, dan moet hun inzet niet zouteloos worden. Voor zover christelijke scholen toch onvoldoende bij de les zouden zijn, ligt er bijvoorbeeld voor ouders een taak. Zij kunnen vragen stellen en meedenken, al dan niet in een medezeggenschapsraad, over de manier waarop leerlingen gevormd worden. De basis van de wet vraagt geen eenheidsworst van de heersende mening, maar respecteert eigenheid op grond van de vrijheid van onderwijs. Waar schuilen dan de bezwaren van de besturenorganisaties?

Nationale kernwaarden
De burgerschapswet schrijft scholen een aantal kernwaarden van de democratische rechtsstaat voor die in het onderwijs in ieder geval voldoende uit de verf moeten komen. Het gaat om vrijheid (of autonomie), gelijkwaardigheid en solidariteit. Deze begrippen geven uitdrukking aan de overkoepelende waarde van de menselijke waardigheid, maar die staat niet zozeer centraal in het toezicht. Het formuleren van nationale kernwaarden is nieuw. Tot op heden werden deze kernwaarden ook wel benoemd door de inspectie, maar er kon niet handhavend worden opgetreden. Dat verandert nu. De inspectie zal aan de hand van de kernwaarden vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit gaan toetsen of het burgerschapsonderwijs op orde is. Christelijke scholen en besturenorganisaties zijn er niet gerust op dat dit goed uitpakt.

Voordat we aan de wettelijke kernwaarden toekomen, eerst een stapje terug. Het eerste aandachtspunt is namelijk dat scholen hun opdracht niet moeten laten verschralen tot die wettelijke kernwaarden. Zijn er vanuit christelijk perspectief niet ook andere, misschien nog wel belangrijkere waarden te benoemen? Te denken valt aan barmhartigheid. In een genadeloze prestatiecultuur kan dat Bijbelse grondwoord een bevrijdende en genezende werking hebben. En het woord zelfverloochening zou misschien ook niet misstaan. In het onderwijs is volop aandacht voor individueel scoren en leerlingen krijgen mee, dat ze zichzelf voldoende moeten profileren, maar wat betekent de christelijke roeping tot dienstbaarheid praktisch voor een gezonde manier van jezelf wegcijferen? De school en de samenleving zijn immers gemeenschappen en geen vergaarbakken van individuen. En nog een laatste duit in het zakje: ook de koepelwaarde van menselijke waardigheid heeft juist in deze tijd bijzondere betekenis. Hoe kijken we bijvoorbeeld naar kwetsbaar en gebrekkig menselijk leven?

Seculiere normen en christelijke deugden
Uit het voorgaande volgt dat de keuze van de kernwaarden en deze kernwaarden als zodanig geen wezenlijk probleem zijn. Scholen mogen aanvullende kernwaarden kiezen en christenen functioneren met overtuiging binnen de kernwaarden van de democratische rechtsstaat. Het is met goed recht zelfs te verdedigen dat die democratische rechtsstaat en deze kernwaarden rusten op een christelijk fundament. Het probleem zit vooral in de praktische vertaling en normering van de kernwaarden. Tot in de twintigste eeuw verplichtte de wet scholen juist om leerlingen alle christelijke deugden bij te brengen, maar het zal duidelijk zijn, dat die deugden niet het uitgangspunt vormen voor de uitleg van de kernwaarden van de burgerschapswet. Trouw in het huwelijk is bijvoorbeeld een christelijke deugd (en nog steeds de wettelijke norm voor gehuwden!), maar het wordt door de heersende mening in de politiek eerder als ondeugd gezien. De regering schreef bijvoorbeeld, dat een school niet zomaar kan uitdragen dat seksualiteit thuishoort in het huwelijk van man en vrouw, maar dat dit de nodige zorgvuldigheid vraagt. En in de Eerste Kamer benoemde een senator het vasthouden aan het onderscheid tussen man en vrouw als een scheppingsideologie.

Scholen en ouders doen er goed aan om de grenzen van de wettelijke kernwaarden goed in beeld te hebben. Het is enerzijds begrijpelijk en goed dat scholen hun leerlingen bekend moeten maken met andere opvattingen en de mogelijkheden die de samenleving biedt. Het betekent anderzijds niet, dat scholen zich positief over al die mogelijkheden moeten uitlaten of leerlingen zelfs zouden moeten stimuleren het onderste uit de kan van de autonomie te halen. Het feit dat gehuwden in Nederland eenvoudig van elkaar kunnen scheiden, verplicht scholen niet om leerlingen, als het gaat om relatievorming te vertellen dat ze hun vriend of vrouw beter aan de dijk kunnen zetten, zodra zich een aantrekkelijker aanbod voordoet. Integendeel, dat zou moeilijk te rijmen zijn met een christelijk verhaal. Er is bovendien geen enkele reden om zich de kaas van het brood te laten eten als het gaat om de uitwerking van de kernwaarden. Christelijke scholen kunnen bijvoorbeeld met recht zeggen, dat je pas echt vrij en onafhankelijk bent, als je op Bijbelse manier autonoom bent, alleen afhankelijk van het oordeel van God en niet van mensen. In die lijn hebben sommige scholen als definitie van burgerschap dat zij leerlingen willen opvoeden tot zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheden.

Naast de burgerschapswet is een extra gezichtspunt dat de inspectie steeds intensiever zal kijken naar de in 2016 ingevoerde zorgplicht voor veiligheid op school. De school moet ervoor zorgen, dat leerlingen kunnen rekenen op een fysiek, psychisch en sociaal veilig schoolklimaat. Ook dat is op zichzelf natuurlijk geen probleem. Hier geldt eveneens: iedere school streeft natuurlijk naar een dergelijk klimaat. Problematisch kan wel zijn, dat de samenleving en de inspectie die veiligheid steeds meer gaan bekijken door de bril van de individuele beleving en dat die beleving kan botsen met het belang van de gemeenschap. De spanningsvolle voorbeelden zijn in andere landen al te vinden. Wat te doen als een jongen op grond van zijn diepgevoelde beleving als meisje gebruik wil maken van de doucheruimte voor dames? En hoe om te gaan met seksuele vorming die te vroeg of ongepast aan de orde wordt gesteld? Ouders mogen scholen dan aanspreken op hun zorgplicht voor de veiligheid van alle leerlingen! Hier spelen vaak niet alleen godsdienstige bezwaren, maar er zijn doorgaans ook stevige wetenschappelijke bedenkingen te plaatsen. Laten scholen zich daar rekenschap van geven. Zouden christelijke scholen overigens niet moeten uitdragen dat de diepste geluksbeleving – de Statenvertaling gebruikt het woord ‘welgelukzalig’ – te vinden is in een leven volgens de bedoeling van onze goede Schepper?

LHBTIG: respectvol onderwijs voor iedereen
De wetgeving in Nederland gaat uit van een pluriforme samenleving. Er zijn nu eenmaal veel burgers met uiteenlopende overtuigingen in ons land en die moeten allemaal met elkaar door één (school)deur. Die pluriformiteit spreekt ook duidelijk uit het wetsvoorstel. Het onderwijs moet namelijk op herkenbare wijze kennis over en respect voor verschillen bijbrengen, met name als het gaat om godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid. Dat respect moet volgens de wet ook in de schoolcultuur blijken. Vaak gaat in de media de aandacht uit naar respect voor genderidentiteit en seksuele gerichtheid. Dat is ook te begrijpen, als we letten op situaties van onveiligheid en mishandeling. Respectvolle zorg voor deze leerlingen staat buiten kijf. Maar biedt de norm van respect niet evenzeer bescherming aan gelovigen en is die niet ook in toenemende mate nodig? De wet geeft gelovigen in ieder geval geen reden om zichzelf aan de rand van de gemeenschap te plaatsen.

Van openbare scholen is al sinds jaar en dag bekend, dat zij onderwijs moeten geven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensovertuiging. Dat staat al tijden in de Grondwet. Die norm is nu ook voor bijzondere scholen duidelijk bevestigd in de wet. In beide situaties kunnen ouders daar dus aandacht voor vragen, bijvoorbeeld bij de leraar, de schoolleider of de medezeggenschapsraad. Is er om te beginnen daadwerkelijk aandacht voor klassieke overtuigingen over relaties en seksualiteit? Zo nee, dan neemt een school haar taak onvoldoende serieus. En het geeft natuurlijk al helemaal geen pas als die opvattingen, of zelfs leerlingen, op lacherige of meewarige wijze worden besproken. Laat staan dat docenten het toelaten, dat leerlingen om deze opvattingen worden verketterd. Gelovigen hoeven niet de methoden over te nemen van de lobby voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender en intersekse personen (LHBTI), maar ze mogen er wel bescheiden en beslist aandacht voor vragen dat ook de G van gelovigen bestaat.

Christenen zullen zich betrokken, zorgvuldig en respectvol willen inzetten voor burgerschapsonderwijs. Dat betekent geen naïveteit over het resultaat van hun inspanning. Wie belijdt dat zijn burgerschap in de hemel is, moet erop rekenen dat het op aarde zomaar kan knetteren. Christus heeft geen maatschappelijk succesverhaal beloofd, maar wel een groot loon voor trouwe dienaren.

Gijsbert Leertouwer

De rusteloosheid van het leven en de rol van de sociale media hierin

De snelheid van het leven
Eén van de meest ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste tijd heeft te maken met de snelheid van het leven. Het bekende ‘tijd is geld’- motto heeft het tempo van het maatschappelijke leven de laatste tijd behoorlijk opgeschroefd, met alle gevolgen van dien. 1 miljoen Nederlanders leeft momenteel met psychische klachten en een kwart van onze bevolking wordt wel eens voor psychische klachten behandeld. Depressie en burn-out zijn steeds meer voorkomende problemen en nemen in versneld tempo toe. Het begint erop te lijken dat velen het hoge tempo van het leven niet meer aankunnen.

Het scheppingsritme
In Genesis 1 lezen we over de eerste ‘werkweek’ van de Heere God. Het is opvallend dat de dagen niet zomaar in elkaar overliepen, maar een duidelijk begin en einde kenden. De dagen begonnen met het spreken van God en eindigden met de woorden: ’en het was alzo’, een soort ‘amen’ op de dag! Er was dus een ritme van avond en morgen, dat de Heere God direct al in het begin in de scheppingsorde vastlegde. Daarnaast lezen we in Genesis 2: 1-3 over de zevende dag, die de Heere God zegende en als rustdag heiligde. In Exodus 31: 17 lezen we, dat de Heere deze dag gebruikte om ‘te rusten en adem te scheppen’. Het is een dag om verkwikt te worden met drie grondbeginselen:

  • Het gedane werk krijgt betekenis.
  • De erkenning dat het werk klaar is.
  • Voldaanheid en blijdschap over het gedane werk.

Het ritme van de schepping, waarin de Schepper na zes dagen werken één dag volkomen rust inlast, is geen luxe maar een noodzaak om goed te kunnen functioneren.

Voorbeelden uit de Bijbel
Eén van de mooiste voorbeelden, waaruit blijkt dat rust van levensbelang is, vinden we in de geschiedenis van Jakob. Toen hij zijn broer Esau ontmoette, bood Esau zijn broer Jakob aan hem te begeleiden op de verdere reis. Hierop antwoordde Jakob zijn broer Esau: Mijn heer weet dat de kinderen teer zijn, en dat ik kleinvee en zogende runderen bij mij heb; zou men die één dag al te zeer jagen, dan zou de gehele kudde sterven. Mijn heer trekke toch vóór zijn knecht uit en ik wil op mijn gemak verder trekken naar de tred van het vee, dat vóór mij uitgaat, en naar de tred van de kinderen…’(Genesis 33: 12-14). Jakob koos er voor om zich niet te haasten, maar op zijn gemak verder te trekken. Hier zien we Jakob als een herder die weet wat zijn kinderen en vee aan kunnen en wat te veel voor hen zou zijn.

David kende ook zo’n Herder, die hem tot rust kon brengen in de moeilijkste situaties van het leven: Hij doet mij nederliggen in grazige weiden’ (Psalm 23: 2), en ‘Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God (Psalm 62: 2, 6).
In het Nieuwe Testament wordt de Heere Jezus geconfronteerd met mensen zonder herder: Toen Hij de scharen zag, werd Hij met ontferming bewogen, daar zij voortgejaagd en afgemat waren als schapen die geen herder hebben (Mattheüs 9: 36).
Als de Heere onze Herder is, dan leert Hij ons te leven volgens het ritme van de schepping. Dan leren we dat de dag met Gods Woord begint en eindigt met: ‘En het was alzo’ oftewel het ‘amen’ op de afgelopen dag. Dan gaan we beseffen dat één dag in de week aan Hem gewijd is om tot rust te komen, adem te scheppen om zo op krachten te komen voor de nieuwe week die voor ons ligt.
Velen worden in de huidige maatschappij voortgejaagd met als gevolg dat velen afgemat rondlopen, de levensvreugde ontbreekt en ons leven wordt doelloos.

Waar haal ik de tijd vandaan?
Vaak voelen we de tijd als fijn zand door onze vingers glijden. Onze wereld is vol ongeorganiseerde mensen, die de grip op hun tijd volledig kwijt zijn. Kenmerkend voor deze mensen is, dat ze afspraken vergeten, chaos op hun bureau of in huis hebben, vermindering van zelfwaardering ervaren, tijd in onzinnige activiteiten steken, geen enthousiasme over het werk hebben, persoonlijke relaties staan onder druk en de relatie met God stelt niet veel meer voor.
Hoe wordt je weer meester over je tijd, hoe deed de Heere Jezus dit toch allemaal?
Hij had geen auto, vliegtuig of internet, maar toch was zijn leven vruchtbaar en doelgericht. Hoe zou de Heere Jezus in onze haastige wereld passen? Hij wist wat zijn missie was en kende zijn beperkingen!
De mooie tuin van ons leven wordt al gauw overwoekerd door het snelgroeiend onkruid, waardoor we de mooie planten niet meer opmerken. Soms moet er heftig gesnoeid worden om de tuin weer op orde te krijgen!
Moeder Theresa zei over stilte: ‘God kan niet gevonden worden in het lawaai van de rusteloosheid. God is een God van stilte. Zie hoe de natuur, de bomen, de bloemen in stilte groeien, zie de sterren, de zon en de maan, hoe ze in stilte bewegen. Hoe meer wij in stil gebed ontvangen, hoe meer we in het actieve leven kunnen geven.
Stilte wordt wel als ‘vreemdelingschap in de wereld’ gezien. En juist deze stilte is onmisbaar om Gods stem te horen.
Mozes luisterde in stilte naar Gods stem en God openbaarde Zich aan hem.
Aäron luisterde naar de stem van het volk, naar hun klachten, eisen en verlangens, wat tot een enorme teleurstelling leidde.

De rol van sociale media
In 1971 werd de eerste e-mail verstuurd, sindsdien is er heel veel veranderd. Er zijn nu vele manieren om met elkaar te communiceren, via Facebook, Whats App, Twitter, Instagram, enz. 95% van de jongeren van 12-35 jaar maakt gebruik van internet. Van de 12-18 jarigen is 25% dagelijks 3-5 uur bezig met sociaal media en 10% zelfs meer dan 5 uur! Hierbij dient opgemerkt te worden dat meisjes nog meer dan jongens op sociale media zitten. Men heeft zich afgevraagd waarom sociale media zo intensief gebruikt wordt:

  • Men vindt het leuk.
  • Er is contact met anderen.
  • Uit verveling.
  • Kijken naar anderen.
  • Geen informatie willen missen.

Wat dit laatste betreft heeft de helft van de jongeren last van FoMo: ‘Fear of Missing Out’! Men is bang om iets te missen en is constant aan het controleren of informatie binnengekomen is. Dit leidt tot asociale situaties, bv. tijdens gesprekken en het eten.
Els van Dijk, directeur van de EH, schreef hier het volgende over:
‘Nog niet zolang geleden zaten de studenten na afloop van een college op de trappen met elkaar over de les na te praten. Nu checken ze allemaal hun iPhone om te zien wat ze allemaal tijdens het college gemist hebben’. Naast de vele voordelen die het internet met zich meebrengt, zijn er ook veel gevaren te noemen.

Schoolprestaties staan onder druk
De vele uren die leerlingen met sociale media bezig zijn, kunnen niet aan hun huiswerk besteed worden. Huiswerk maken met een aandacht vragende iPhone naast je, bevordert de concentratie niet!

Negatief zelfbeeld
Via sociale media krijgen we vaak te maken met een ideaalbeeld. Het wordt vaak mooier voorgesteld dan het in werkelijkheid is. Brits onderzoek wees uit dat Instagram, bij met name veel meisjes, tot een negatief zelfbeeld leidt. Via fotoshoppen wordt vaak een onwerkelijk beeld getoond.

Slapeloosheid
Het vele turen naar een blauw scherm is niet alleen slecht voor de ogen, maar het berooft ons ook van de nachtrust. Als de uren voor het slapengaan intensief naar het scherm gekeken wordt, zal de aanmaak van melatonine verstoord worden en is het lichaam niet in staat om te gaan slapen, maar staat nog in de ‘werkstand’. Veel jongeren nemen hun iPhone mee naar bed en willen, zelfs in de nacht, niets missen. Hierdoor neemt de concentratie af en wordt een goede gezondheid bedreigd.

Verslavend
Volgens onderzoek van CBS kan 25% van de meisjes niet meer zonder Whats App, Facebook of Instagram. NRC publiceerde onlangs een artikel, waarin oud-medewerkers van Facebook, Google en Apple hun zorgen uitten over het verslavende effect van sociale media. Bij meisjes heeft verslaving meer te maken met contacten leggen en het ontvangen van re-tweets en likes, bij jongens meer met entertainment. Likes ziet men als een beloning, waardoor men zich uitslooft om nog meer likes te ontvangen, wat verslaving in de hand werkt.
Daarnaast maakt onderzoek duidelijk dat onder de 12-17 jarige jongeren, die actief zijn op sociale media, een vergrote kans (5x) bestaat om aan drugs, nicotine en alcohol verslaafd te raken.

Veranderingen van ons brein
Uit onderzoek blijkt, dat door intensief internetgebruik veranderingen in onze hersens optreden. We gebruiken die op een andere manier, waarmee het neurale circuit verlegd wordt. Robert Jan Hendriks schrijft hierover:
Het is niet meer belangrijk om parate kennis te hebben, maar hoe en waar je de informatie kunt ophalen. Ons geheugen wordt onbewust verlegd naar een extern geheugen: internet.
Via internet hebben we te maken met een ‘overaanbod aan informatie’. De hersenen moeten dan erg veel verwerken en ontwikkelen het vermogen om informatie snel te verwerken en te selecteren. Onderzoek wees uit dat de prefrontale cortex hierdoor aan het veranderen is. Het menselijk brein komt zo steeds dichter bij het computerbrein, waarmee we steeds meer verweven raken. Daarnaast hebben we te maken met een krimp van het hersendeel dat verantwoordelijk is voor onze spraakvermogens, emoties, geheugen en zintuigelijke waarneming: ‘Use it or lose it’’.

Eenzaamheid
HP de Tijd schreef onlangs over vereenzaming onder jongeren. Ze hebben genoeg contacten via sociale media, maar weinig echte vrienden. Door het gebruik van sociale media blijkt men juist minder sociaal te worden. Psychiater Bram Bakker schrijft over een toename van psychische klachten met name onder jongeren en toenemende schade aan geest- en denkvermogen. Face-to-face communicatie wordt voor jongeren steeds moeilijker zoals ook het omgaan met ongemakkelijke gevoelens. Overmatig gebruik van sociale media veroorzaakt regelmatig depressie, groepsdruk, eetstoornissen, concentratieproblemen, relatieproblemen en met name door zelfpromotie: narcisme! In het ‘echte leven’ blijkt men toch juist contactarm te zijn.

Pesten
Juist de sociale media zijn een eenvoudig instrument om iemand te pesten of iemand sociaal gevangen te nemen. Veel gebruikers van dit medium hebben hier al ervaring mee, vandaar dat de groepsdruk dan ook zo hoog is. Voor een gezonde eigen mening is weinig ruimte. Ook door de sociale media kunnen jongeren terechtkomen in de macht van misdaad en mensen met slechte bedoelingen. Ongewenste foto’s van kinderen op internet en het dreigen om ongewenste foto’s te plaatsen, drijft vele jongeren soms tot wanhoop.

Toegang tot porno
Pornografie is een nieuwe wereldwijde plaag. Het gaat hierbij om de schending van de menselijke geest en afbeeldingen van het kwaad. Terwijl we ons druk maken over de zuiverheid van het water, de lucht en het voedsel, wordt onze wereld steeds meer besmet met deze onreinheid voor de menselijke geest.
Ons lichaam kent mechanismen om besmetting tegen te gaan. Maar onze geest kent deze mechanismen niet. Pornobeelden nestelen zich blijvend in ons geheugen en zijn vrijwel niet meer te verwijderen.
De pornosites kennen meer bezoekers dan Netflix, Amazon en Twitter met elkaar! Vele miljarden euro’s worden besteed aan porno. In Amerika meer dan aan voetbal, basketbal en honkbal samen!
Onderzoek maakt duidelijk dat 25% van alle internetgebruikers porno bekijkt, waarvan 10% van de jongeren dagelijks. Drie factoren spelen hierbij een belangrijke rol: toegankelijkheid, betaalbaarheid en anonimiteit, kortom porno via internet is gemakkelijk, goedkoop en anoniem!
Uit dit onderzoek blijkt dat regelmatige gebruik van pornosites invloed heeft op ons geluk, productiviteit, relaties, en het functioneren in de maatschappij. Gebruikers van porno hebben vaak een ‘sluier’’ voor het gezicht. Ze zijn beroofd van eigenwaarde en gaan zich steeds meer ‘dierlijk’ voelen. Er zijn steeds weer nieuwe opwindende lustprikkels nodig, waardoor de drang ontstaat naar steeds meer en heftiger beelden om aan deze lustbehoeften te kunnen voldoen. Zo wordt men van vrijheid beroofd en in slavernij gezogen. Het is bekend dat 10% van alle mannen pornoverslaafd is!
Hersenonderzoek heeft uitgewezen dat door pornogebruik de lustsystemen in de hersenen over-geactiveerd worden, waardoor de gezonde lusten verdwijnen en de belangstelling voor vrouw en kinderen verdwijnt. Zo raken mannen hun vrouwen kwijt, vrouwen hun mannen en kinderen hun ouders! We kennen allemaal wel de campagnes tegen roken en alcohol, middelen waardoor ons lichaam kapot gemaakt wordt. Niemand heeft het echter in onze maatschappij over een campagne tegen porno, hoewel porno zeker net zo schadelijk is, niet alleen voor de geest, maar ook voor het lichaam!
Zo zien we dat de rusteloosheid in ons leven veel kapot maakt. Meer dan ooit is het belangrijk om in deze wereld dicht bij onze Goede Herder te blijven en zijn rust te beleven!

Theo Niemeijer

 

 

 

 

 

 

 

In de vorige artikelen hebben we gezien hoe, door het loslaten van de Heere God als Schepper, de waarde van het menselijk leven daalt. Een schepping zonder God raakt in verval, dat geldt echter ook voor de samenleving, ons land en onze gezinnen. Dit verval tekent zich in onze samenleving steeds duidelijker af, zowel op sociaal-, moreel-, ethisch- als op onderwijskundig gebied. In plaats van een evolutionair proces zien we vandaag een devaluering van het menselijk geslacht. Zo zelfs dat de vergrijzing van de autochtone Europese bevolking een groot probleem dreigt te worden. Vooral met dit laatstgenoemde onderwerp heeft ons thema van dit nummer alles te maken.

Wie, wat bepaalt onze identiteit?
Kan een ID-kaart met foto, geboortedatum en nummer ons vertellen wie ik echt ben? Wie, of wat bepaalt eigenlijk wie je bent? Doet de natuur dat, de overheid, je vrienden, collega’s, jij zelf of God? Heel veel mensen ontlenen hun identiteit aan:

  • Wat ik heb (bv. een mooie auto, villa, baan, enz.).
  • Hoe ik er uit zie (kleding, uiterlijk, stoer, knap, lelijk, enz.).
  • Hoe ik me voel (opgewekt, neerslachtig, niet geliefd, enz.).
  • Wat ik doe (prestaties…kijk eens hoe goed ik ben!).

Velen laten hun identiteit bepalen door datgene wat iemand anders van je vindt, of over je zegt. Wordt onze ware identiteit nu echt bepaald in dát wat we hebben, kunnen, voelen, ons uiterlijk, hoe anderen naar ons kijken of hoe we er aan de buitenkant uitzien? We komen met deze gedachten uit bij de bekende uitspraak uit de 17e  eeuw van de filosoof René Descartes: ‘Ik denk dus ik besta’. Zijn filosofie leidde uiteindelijk tot het zgn. mechanistische paradigma, waarin men van niets zeker kon zijn dan behalve van je eigen twijfel. Voor Descartes was het intellect het enige waar je op kunt vertrouwen, vandaar zijn bekende uitspraak. Zijn bestaansrecht lag in zijn eigen intellect, in zichzelf, waaraan hij zijn identiteit ontleende. Als gelovige mogen wij echter zeggen: ‘Ik geloof, dus ik besta!’ In Hebreeën 11: 1 lezen we dat het geloof onze enige zekerheid in dit leven is. Zo wordt onze identiteit niet vanuit onszelf, of van mensen om ons heen bepaald, maar van bovenaf, door God Zelf. Ben je bereid jezelf te zien, zoals God je ziet…of niet?

De scheppingsorde
Als we de Heere God niet meer erkennen als de Schepper van het menselijk leven, raakt de mens zijn waarde, maar ook zijn identiteit kwijt. De mens vindt zijn ware identiteit alleen in zijn Schepper die hem naar Zijn beeld, met een speciaal doel, geschapen heeft.
Zolang de wereld bestaat, is er nog nooit een periode geweest waarin de mens zo opzoek is naar zijn identiteit als in onze tijd. Heel veel jongens en meisjes worstelen met hun seksuele gevoelens en vragen zich steeds meer af of ze nu wel een jongen of meisje zijn. Waar komt deze worsteling vandaan, is het altijd zo geweest of werd er gewoon niet over gesproken, of hebben we te maken met een nieuw opkomend fenomeen? Ik geloof het laatste. Het toenemend loslaten van de Schepper resulteert in het vertwijfeld raken over je identiteit.
In Genesis 1: 27 lezen we, dat Hij aan de mens een mannelijke en vrouwelijke identiteit gaf: ‘mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’. Niet iets daar tussenin, zoals interseksueel, maar duidelijk mannelijk en vrouwelijk! De Bijbel leert ons ook waarom de Heere God zowel man als vrouw geschapen heeft: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken die bij hem past’ lezen we in Genesis 2: 18. De letterlijke betekenis van het woordje ‘hulp’ is ‘tegenstuk’, iets waarmee de man één geheel kan vormen en hem compleet maakt. Zo heeft de Heere God het ook bedoeld, man en vrouw die fysiek in elkaar passen, maar ook emotioneel elkaar aanvullen.

De mens als beelddrager van God
De vraag komt wel eens in mij op, waarom de Heere God maar met één mens begonnen is en niet gelijk met een volkje mensen, zoals Hij dat bij de dieren, vissen en vogels gedaan heeft. Hij schiep één mens, maar een menigte van dieren, vogels en vissen, waarom? Het antwoord vinden we in Genesis 1: 26: ‘Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis…’  Hij schiep de mens niet als onderdeel van Zijn schepping, maar als Zijn vertegenwoordiger om over de schepping te heersen. Het moest daarom een mens zijn naar Zijn beeld, Zijn gelijkenis. En omdat er maar één God is, heeft Hij dan ook maar één mens geschapen. Aan deze ene mens gaf de Heere God de opdracht: ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar…’ (Genesis 1: 28). Kon deze ene mens vruchtbaar zijn en zich vermenigvuldigen? Nee! De Heere God kwam tot deze conclusie en zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij’  (Genesis 2: 18). Ging de Heere God nu naast Adam een tweede (vrouw) mens maken, net zoals Hij Adam geschapen had, maar dan fysiek een beetje anders?  Nee, Hij blijft bij Zijn oorspronkelijk plan: ‘één mens’. Niet naast, maar uit deze ene mens heeft Hij de vrouw als “tegenstuk” geschapen, zodat zij samen weer deze ene mens kunnen zijn. Wanneer Eva net zoals Adam geschapen zou zijn, dan zouden zij nooit een eenheid kunnen vormen, maar juist door hun onderlinge verschillen konden Adam en Eva samen één zijn, en daarmee beelddrager van de Ene God zijn. Als deze verschillen tussen man en vrouw in de huidige maatschappij steeds meer ontkend worden, is dit een opstand en ontkenning van de mensheid tegen Gods scheppingsorde en komt onze samenleving in een ernstig verval terecht.

Een gebroken schepping
Door de zondeval zijn we in een gebroken schepping terechtgekomen. Niets is meer, zoals de Heere God het oorspronkelijk bedoeld had. We zien dat de hele schepping aan de vruchteloosheid onderworpen is (Romeinen 8: .20) en in al haar delen zucht. Niet alleen de schepping, maar ook de mens werd door de zondeval getroffen en kwam onder Gods oordeel terecht. De mens werd een sterveling, geplaagd door pijn en moeite. Nee, de schepping is niet meer zoals de Heere God het in Genesis 1 bedoeld heeft, alles is in verval terechtgekomen, zoals ook de menselijke samenleving. Toch is er hoop. In Christus krijgen we deel aan een nieuwe schepping, die door de wedergeboorte nu al in ons aanwezig is en straks voor de gehele schepping zal gelden.

Gevoelens die onze identiteit bepalen
Zo mogen we vanuit onze gebroken situatie van vandaag nu ook al uitkijken naar de wederkomst van de Heere Jezus, die alle dingen nieuw zal maken. In onze gebroken samenleving zien we de worsteling en vertwijfeling van veel jongens en meisjes over hun identiteit. Zodra bepaalde gevoelens ontwaken, wordt hier al heel gauw een etiket opgeplakt. Je bent nog geen homofiel, als je bepaalde homofiele gevoelens hebt! Onze gevoelens bepalen namelijk niet direct onze identiteit! Wat is het belangrijk om met een vertrouwd iemand over je gevoelens te praten en te bidden, in plaats van gevoelens een etiketje op te plakken! Veel vertwijfeling komt voort uit het ontbreken van een gezond vader- en moederbeeld in het gezin, waaraan kinderen zich kunnen spiegelen. Door de rolwisseling tussen man en vrouw in de samenleving kunnen onze kinderen die in hun seksuele ontwikkeling terechtgekomen zijn, zich niet meer spiegelen aan de ouder van hetzelfde geslacht. Wat is het belangrijk voor een jongen om zich aan zijn vader te kunnen spiegelen en een dochter die zich aan haar moeder kan spiegelen om zo tot een gezonde seksuele ontwikkeling te komen. Maar helaas ontbreekt het in het gezin steeds meer aan vaders en moeders die hierin hun kinderen tot voorbeeld kunnen zijn.

De gendermainstream
De gendermainstream, waarin we als samenleving terechtgekomen zijn, heeft een zesvoudig doel:

  • De volledige gelijkstelling, zo niet gelijkheid van man en vrouw.
  • De beëindiging van de geslachtelijke identiteit van man en vrouw.
  • De beëindiging van de heteroseksuele normativiteit.
  • Abortus als mensenrecht.
  • Seksualisering van kinderen en jongeren door seksueel onderwijs als verplicht vak op school.
  • De omverwerping van het traditionele gezin.

Door deze wereldwijde beweging die vanuit de VN, maar ook door de Europese Unie niet alleen aanbevolen, maar ook juridisch ons opgelegd wordt, zal de vertwijfeling over hun identiteit van jongens en meisjes alleen nog maar toenemen.

Een uitdaging voor de kerk/gemeente en het gezin
Niet alleen in de wereld maar ook binnen de kerken speelt deze ontwikkeling een belangrijke rol. Nu in de wereld de gendermainstream alles verandert, zien we dit ook plaatsvinden binnen de veilige muren van de kerk. Ook de kerken moeten er in gaan geloven, dat man en vrouw gelijk zijn en op alle fronten in de kerk dezelfde autoriteit hebben. Hoewel de Heere God voor de priesterdienst in het Oude Testament alleen mannen afzonderde en de Heere Jezus twaalf mannen als apostelen aanstelde en de gemeente door Paulus voorgeschreven werd om mannen als oudsten aan te stellen, doen wij het vandaag in de kerk beduidend anders. We laten ons niet meer door Gods Woord leiden, maar door de geldende regels in de huidige maatschappij. En zo staat de kerk niet meer in de wereld met haar getuigenis, maar komt de wereld in de kerk. Hiermee zien we de strijd tussen het zaad van de slang en het zaad van de vrouw (Genesis 3: 15) tot een climax komen. Meer dan ooit zien we de leugen met de waarheid in botsing komen. De Bijbel spreekt over een ‘geest van leugen’ die vlak voor de wederkomst van Christus op aarde over de wereld uitgestort zal worden. Juist in deze tijd is het belangrijk om ons aan de ‘Waarheid’ vast te houden en niet mee te gaan in de mainstream van deze eindtijd. Wat is het een uitdaging om te midden van deze gendermainstream als christelijk gezin de normen en waarden van de Bijbel vast te houden. Om als beelddrager van God als man en vrouw, juist in de verscheidenheid, een eenheid te vormen. Tijd te nemen voor de kinderen die God ons heeft toevertrouwd en zelfontplooiïng niet ten koste te laten gaan van de aandacht en zorg voor kinderen.

 

Ds. T. Niemeijer

 

 

 

 

 

 

De identiteit van het leven

In ons vorige artikel zagen we hoe, door het loslaten van Gods Woord, de waarde van het menselijk leven onder druk is komen te staan. In Psalm 8 vs.5-7 lazen we dat de Here God de mens: 1. Bijna Goddelijke gemaakt heeft, 2. Met eer en luister gekroond heeft en 3. Geroepen heeft om over zijn werken te heersen. Wanneer we God loslaten blijft hier niet veel meer van over en devalueert de waarde van het menselijk leven. Dicht bij God wordt je pas echt de mens, zoals God het bedoeld heeft. Hoe verder een mens bij God vandaan leeft, hoe onmenselijker een mens wordt! In dit artikel zullen we zien, waartoe deze waardevermindering van het menselijk leven toe leidt.

Abortus
Op 1 november 1984 stemde de Eerste Kamer met de meerderheid van één stem, vóór de abortuswetgeving, waarmee Nederland één van de eerste landen, wereldwijd werd, waar abortus gelegaliseerd werd. Vanaf deze datum worden jaarlijks zo’n 30.000 zwangerschappen in Nederland afgebroken. Wereldwijd worden momenteel per jaar 44 miljoen zwangerschappen vroegtijdig beëindigd! De ‘eed van Hippocrates’ die alle medici na hun opleiding en bij het begin van hun werk af dienen te leggen luidde: ‘Ik zal de uiterste eerbied betrachten voor het menselijk leven, vanaf het moment van de conceptie’, en was vele eeuwen duidelijk over de bescherming van het ongeboren leven. Tegenwoordig heeft men het laatste gedeelte van deze eed weggelaten, waarmee het ongeboren leven vogelvrij verklaard werd.

Prénatal leven
De Bijbel leert ons, dat de relatie tussen de Here God en de mens al in de moederschoot zijn begin heeft. In Psalm 139 vs.13-16 lezen we onder andere: Want Gij hebt mijn nieren gevormd, mij in de schoot van mijn moeder geweven…Mijn gebeente was voor u niet verholen, toen ik in het verborgene gemaakt werd…uw ogen zagen mijn vormeloos begin…. In de Staten Vertaling wordt hier gesproken over een ‘ongevormde klomp’. Vanaf het prilste begin ziet de Here God ons al in de moederschoot! Job beleed in Job 31 vs.15, dat de Here God hem, net zo goed als zijn slaaf, in de moederschoot gemaakt heeft’: ‘Heeft niet Eenzelfde ons in de baarmoeder bereid?’. In Genesis 25 vs.22-23 lezen we hoe Jakob en Esau zich in de schoot van Rebekka twistend gedroegen en hoe Jakob bij zijn geboorte zelfs de hiel van Esau vasthield! In Genesis 38 lezen we ook zo’n bijzondere geschiedenis, waarbij de kinderen van Tamar zich in haar schoot vrijwel op gelijke wijze gedroegen. Bij de geboorte van de tweeling stak één van de tweeling zijn hand naar buiten, waarop de vroedvrouw een scharlaken draad om zijn hand bond en de hand weer teruggetrokken werd. Hierna werd zijn broer als eerste- en het kind met de scharlaken draad om zijn hand als laatste geboren. Ook in het Nieuwe Testament vinden we een prachtig bewijs, waarin we kunnen zien hoe de Here al bezig is met de kinderen in de moederschoot. In Lucas 1 vs.41 lezen we hoe Johannes in de schoot van zijn moeder Elisabeth opsprong bij de begroeting van Maria.

Moord
De bekende theoloog Dietrich Bonhoeffer noemde abortus onomwonden ‘moord’! Moeder Theresa beschreef abortus als ‘moord in de moederschoot’ en zei daarbij dat abortus de grootste bedreiging voor de vrede betekent. Wanneer men in staat is om in de moederschoot onschuldige kinderen te vermoorden, dan is de mens ook in staat om vele onschuldige levens op aarde te vermoorden. Binnen het Romeinse rijk was abortus geaccepteerd en wanneer nodig kindermoord toegestaan (denk aan de kindermoord in Bethlehem). Nu we te maken hebben met het herstel van het Romeinse rijk en de komst van de antichrist past deze ontwikkeling perfect in deze eindtijd. Zo zien we dat de geest van de antichrist het maatschappelijke klimaat voorbereidt voor de komst en acceptatie van de antichrist.

Waarom kiest men vandaag voor abortus?
De meest voorkomende redenen zijn: 47% financiële redenen en 31 % geen kinderwens. 80% Van de ‘openruggetjes’ en 90 % van de Down-syndroom- kinderen wordt geaborteerd! Verdere redenen om te aborteren zijn: geen energie, geen goede woonruimte, te jong, gezin al compleet, gezondheidsrisico’s, relatie te kort of verbroken, partner wil geen kind, werkomstandigheden, niet getrouwd, geen partner, ouders tegen de zwangerschap, relatieproblemen, psychische problemen, zwangerschap als gevolg van seksueel geweld, partner is niet de vader, het verkeerde geslacht, te oud, enz.

Abortus, nu nog tot 24 weken
Tot negen weken zwangerschap is momenteel een abortuspil gebruikelijk. Een kind van 9/10 weken in de baarmoeder is lichamelijk compleet met handjes en vingertjes met vingerafdrukken die gedurende het gehele leven ook nooit meer veranderen. De benen, voeten en teentjes, het zit er allemaal aan! Het kind kent dan al pijnprikkels en schrikreacties. Deze kinderen worden via de veel gebuikte methode van zuigcurettage met een buisje uit de baarmoeder weggezogen, zoals een stofzuiger afval opzuigt! Abortus is nu nog toegestaan tot de 24’ste week van de zwangerschap, want na deze week kan een kind ook buiten de baarmoeder (over)leven, maar men denkt er over na om deze periode nog verder op te rekken!

Schuldgevoelens
De laatste tijd zendt de tv vaak medische programma’s uit, die zeer geliefd zijn onder de kijkers en ons laten zien hoe bepaalde operaties in ziekenhuizen verricht worden. In deze veel gekeken programma’s heeft men echter nog nooit een opname gemaakt van een abortus. Kennelijk vraagt deze ingreep geen publiciteit en dient in het verborgen voltrokken te worden. Toen koningin Fabiola van België in 1962 zwanger was en haar gezondheid bedreigd werd heeft men abortus overwogen. Fabiola maakte toen aan haar man, Koning Boudewijn, duidelijk dat abortus voor haar het einde van hun huwelijk betekende! Een paar weken later werd hun dood kindje geboren, maar haar huwelijk werd gered. Een vrouw kwam een keer bij haar huisarts en vertelde dat ze een kind van 1 jaar heeft en nu al weer zwanger is. Ze vroeg de arts om hulp. De arts dacht hierover na en kwam met de oplossing: ‘U kunt uw kind van 1 jaar doden en dan in alle rust uw zwangerschap beleven en wanneer het kind geboren wordt heeft u geen last meer van twee kinderen die zo kort op elkaar geboren zijn. De vrouw reageerde verontwaardigd en zei: ‘Maar dat is moord!’, waarop de arts zei: ‘is het geen moord, wanneer het kind in uw baarmoeder gedood wordt?’  Zo zien we maar weer, dat De duivel en mensenmoordenaar van den beginne en de vader der leugen is (Johannes 8 vs.44).

Euthanasie
Door de sterke individualisering is vereenzaming één van de grootste problemen van onze samenleving geworden. Wanneer van zowel man als vrouw verlangd wordt te werken, is het begrijpelijk dat niet-werkenden en ouderen vereenzamen. Werkende jongeren hebben geen tijd meer om naar hun ouders om te zien, ze moeten zichzelf maar zien te redden. Een toenemend aantal ouderen is dan ook al gauw ‘klaar met het leven’. Economisch zijn ze niet meer nuttig en vaak hebben ze het gevoel dat hun aanwezigheid de samenleving alleen maar veel geld kost. Vóór je het weet, wordt je als oudere ongewild geconfronteerd met de vraag of je nog wel verder wilt leven. Is het nog wel de moeite waard om bij ziekte medisch te behandelen? Wat is de levensverwachting na de behandeling? Vragen waar je gedwongen over na moet denken. De wens van ouderen die uit het leven willen stappen, omdat ze klaar met het leven zijn, komt dan ook niet zomaar uit de lucht vallen. Het is een gevolg van de maatschappelijk en sociale ontwikkelingen die we de laatste tijd meegemaakt hebben. Ook hier laat men het vaste oriëntatiepunt, Gods Woord, los en maakt men de beslissingen op basis van menselijke gedachten en emoties.

Stervenswens in de Bijbel
De wens om te sterven is in de Bijbel niet vreemd, en daarom is het goed om te zien, wat de Bijbel ons hierover leert. Van Job lezen we dat alles van hem afgenomen werd en zijn vrouw tot de volgende conclusie kwam: Zeg God vaarwel en sterf (Job 2 vs.9-10). Verderop zegt Job: ‘Zij wachten op de dood, en hij komt niet, zij graven ernaar, meer dan naar verborgen schatten’ (3 vs.21). We zien hier wel heel duidelijk de stervenswens die ook toen al aanwezig was. Ook de vraag in 6 vs.11 is duidelijk: Wat is mijn vooruitzicht, dat ik nog langer zou willen leven?. En tenslotte komt Job tot de conclusie: Mijn ziel heeft een afschuw van het leven (10 vs.1), waarbij hij zijn klacht de vrije loop liet en zijn ziel hardop liet spreken. Vandaag zou een euthanasie arts Job geholpen hebben om uit het leven te stappen. De criteria: ondragelijk- en uitzichtloos lijden zouden zeker op Job van toepassing geweest zijn! Toch zien we een geheel andere wending in het leven van Job. In zijn diepe lijden had Job een vast oriëntatiepunt en riep uit: ‘Wie onder deze alle weet niet, dat de hand des Heeren dit doet, in wiens hand de ziel is van al wat leeft en de geest van iedere sterveling!’ (12 vs.9-10)

Job sloeg Gods levensboek over hem niet voortijdig dicht
Het laatste hoofdstuk van Job maakt ons duidelijk dat we als mensen vaak zeer beperkt zijn in onze meningen en beslissingen. Job beleed, ‘dat Hij verkondigde, zonder inzicht, dingen die te wonderbaar waren en die hij niet begreep’ (42 vs.3)! Wat is het goed, en een voorbeeld voor ons, dat Job geduldig wachtte tot het laatste hoofdstuk aanbrak. Vanuit Gods Woord worden we opgeroepen om het laatste hoofdstuk af te wachten van het boek dat Hij ook over onze levensdagen schreef (Psalm 139 vs.16), hoe moeilijk het ook is. Eén ding is zeker, voor gelovigen kan het, net zoals bij Job, alleen maar beter worden. Wat erg, wanneer de mens niet meer op het laatste hoofdstuk kan wachten, de situatie van het moment belangrijker vindt dan Gods plan met ons leven, en eigenhandig de ‘stekker’ er uit trekt. Wanneer Job dit gedaan zou hebben, dan was het laatste hoofdstuk aan hem voorbij gegaan: ‘En de Here zegende het verder leven van Job meer dan het vroegere…’ (42 vs.12). In Psalm 31 vs.16 staat: Mijn tijden zijn in uw hand. Vanaf het begin van ons leven tot aan het einde van het leven mogen we ons in Gods hand weten en heeft Hij een plan met ons leven. Niet alleen het begin, maar ook het einde van ons leven blijkt maar al te vaak juist één van de belangrijkste momenten te zijn, waarin God met ons bezig is voor de eeuwigheid. Hoeveel mensen zijn niet op hun sterfbed tot bekering gekomen of hebben juist op die momenten dingen nog recht kunnen zetten en beleden. Door de opdringerige euthanasie beweging worden deze kostbare momenten de ouderen afgenomen.

Ruimte geven om te kunnen, laten sterven
Natuurlijk is het belangrijk te weten dat een stervende patiënt niet eindeloos behandeld dient te worden, waarmee niet het leven, maar het stervensproces verlengd wordt. We moeten ook voldoende ruimte geven om iemand te kunnen, laten sterven en zo de natuur zijn eigen gang te laten gaan. Medische hulp is er oorspronkelijk nooit op gericht om iemand actief te doden, maar juist te genezen en wanneer genezing niet meer mogelijk is, om de pijn dragelijk te maken en de patiënt in zijn stervensproces te begeleiden. Palliatieve sedatie, waarbij de arts inzet op pijnbestrijding en verlichting van de ademhaling, wordt door veel christenartsen toegepast bij de begeleiding van een stervende patiënt en is bij het juiste gebruik hiervan niet in strijd met de Bijbelse richtlijnen. Helaas wordt het zelfbeschikkingsrecht van de mens: Ik heb recht om te leven maar ook het recht om te sterven’ steeds meer leidend in de maatschappelijke discussie over dit thema!

Orgaandonatie
Onlangs maakte Pia Dijkstra van D66 zich hard voor de ‘geen bezwaar regeling’ als het om orgaandonatie gaat. Werd eerder nog toestemming gevraag om organen af te staan voor patiënten die hier behoefte aan hebben, is dit nu niet meer nodig. Uit het lichaam van iedere Nederlander mogen voortaan organen gebruikt worden bij transplantatie, tenzij we aangegeven hebben dit niet te willen. We kunnen dan ook niet meer van ‘donatie’ spreken, want donatie heeft te maken met een vrije gift. Nu wordt ons lichaam na het sterven eigendom van de Nederlandse staat, die er mee doet, wat haar goeddunkt. Is het lichaam, na het overlijden niet meer Gods eigendom en mogen we er mee doen wat wij willen? Men verwijdert de organen vanuit het lichaam, waar ademhaling en bloedsomloop nog steeds kunstmatig aanwezig zijn. Men gaat er vanuit dat de mens ‘hersendood’ is, waarmee de arts er vanuit gaat dat de patiënt inmiddels overleden is. De vraag is nog steeds, of dit werkelijk zo is? Kun je ‘hersendood’ wel zo eenvoudig constateren? Het blijkt dat hier regelmatig fouten mee gemaakt worden. Waar ligt de grens? Wat mogen we transplanteren en wat niet? Mogen we identiteitsgevoelig, genetisch materiaal overplanten in iemand anders? Mogen we er geld voor vragen? Mogen wij als christenen onze organen aan niet-Christenen geven, die zich misschien later, met jouw organen, laten cremeren? Ook in deze maatschappelijke ontwikkeling wordt maar weinig rekening gehouden met Bijbelse argumenten.

We zouden nog meer maatschappelijke ontwikkelingen op kunnen sommen, die het gevolg zijn van het loslaten van de Bijbel als oriëntatiepunt. Meer dan ooit dienen we als gelovigen ons af te vragen, hoe de Bijbel zijn licht laat schijnen op de maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste tijd en op grond hiervan ons positie innemen. 

De volgende keer staan we stil bij een andere maatschappelijke ontwikkeling als gevolg van het loslaten van de Bijbel: de gendermainstreaming en het zoeken van jongens en meisjes naar hun identiteit.

Theo Niemeijer

 

 

 

 

De waarde van het leven

Wie in Nederland woonde, leefde in een christelijk land, tot voor kort, want ons land is officieel niet meer een christelijk land. Via radio en tv werd dit enkele jaren geleden in Nederland bekendgemaakt. Ik kan me het moment van bekendmaking nog als de dag van gisteren herinneren. Ik was op weg naar de avonddienst van onze gemeente, toen ik dit nieuws hoorde. In een korte tijd is Nederland veranderd, maar hoe kwam dat?

Ons land werd ervoor klaargemaakt
Deze mededeling kwam natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Er is een voorbereidingstijd aan voorafgegaan. Deze voorbereidingstijd begon met name in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Men spreekt wel eens van de ‘roerige zestiger jaren’ waarin veel veranderingen in gang zijn gezet.

  • Op wetenschappelijk gebied beweerde men steeds luider, dat de evolutietheorie aannemelijker was dan de schepping. Men meende de bouwstenen van het menselijk leven ontdekt te hebben en men is momenteel in staat om hiermee te bouwen en te verbouwen (knip- en plakwerk van het menselijk DNA).
  • Op maatschappelijk gebied deden tv en computer hun intrede. Door de sociale media zijn we van alles op de hoogte. De mobiele telefoon wordt steeds meer een onmisbaar verlengstuk van ons lichaam. Alles wordt inzichtelijk en controleerbaar, waarmee onze privacy onder druk komt te staan. De zondagsviering paste niet meer binnen de 24-uurs economie, met als gevolg de openstelling van de winkels op zondag. De snelheid van het leven vroeg om snelle communicatiemiddelen en bredere wegen met als resultaat het fileleed (nu even niet door corona!) op de snelwegen en het onmisbare, maar zeer kwetsbare snelle internet.
  • Op sociaal gebied deed in de zestiger jaren de popmuziek (bv. the Beatles) haar intrede, muziek die bij velen leidde tot het gebruik van verdovende middelen en seksuele losbandigheid. Vrouwen demonstreerden voor zelfbeschikkingsrecht en eisten met de leus ‘Baas in eigen buik’ het recht op abortus. Kort daarna laaide de euthanasie-discussie op met als resultaat dat vandaag ook ‘gezonde mensen’, wanneer ze met hun leven klaar zijn, uit het leven moeten kunnen stappen. De bescherming van en de zorg voor de zwakkeren van de samenleving: de ongeboren baby’s, de gehandicapten en de ouderen komt steeds meer onder druk te staan.

Hoe kon het gebeuren dat ons land in zo’n korte periode zo veranderde?

De rol van de Bijbel
De Bijbel speelde een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving. Tijdens de nationale synode in 1618-1619 te Dordrecht gaf de Nederlandse regering de opdracht de Bijbel te vertalen. Toen deze in 1637 klaar was, namen de Staten- Generaal het besluit dat deze vertaling (de Statenvertaling) in alle kerken en scholen gebruikt moest worden. De Nederlandse regering vond de Bijbel uitermate belangrijk en gezaghebbend voor de samenleving, de rechtsgang en ook voor de Nederlandse taal. Daarmee werd de Bijbel voor het Nederlandse volk een vast oriëntatiepunt en referentiekader voor al haar doen en laten. Voor de huidige samenleving geldt de Bijbel niet meer als oriëntatiepunt. Men weet zelf wel wat goed en slecht is, daar heeft men de Bijbel niet meer voor nodig. De kerk heeft momenteel grotendeels haar geloofwaardigheid verloren en speelt in de huidige samenleving een ondergeschikte rol. Wat de Bijbel ons leert over de schepping, het leven, de zorg voor elkaar, het huwelijk, het gezin en seksualiteit past niet meer in onze tijd en wordt als ouderwets weggezet. Hoewel  de Heere Jezus in Johannes 17: 17 zegt: ‘Uw Woord is de waarheid’, wordt de Bijbel niet meer als de waarheid aanvaard, zelfs binnen de kerk! Iedereen heeft zo zijn ‘eigen waarheid’ en is niet meer bereid te buigen voor ‘De waarheid’, Gods Woord. In plaats dat de mens zijn leven in overeenstemming brengt met de Bijbel, moet de Bijbel aangepast worden aan ons leven en pasklaar gemaakt worden voor onze opvattingen. Met het verwerpen van de Bijbel als oriëntatiepunt, dobbert onze samenleving stuurloos rond, zonder te weten waar zij naar toe gaat, met alle gevolgen van dien.

De waarde van het leven
Het menselijk lichaam bestaat uit 70% water, vet (voor zo’n 7 stukken zeep), suiker, fosfor (voor een paar doosjes lucifers), kalk (genoeg om een klein plafond te witten), magnesium, potas en wat ijzer (genoeg voor een paar spijkers), opgeteld de waarde van een paar euro! Bepaalt deze optelsom de waarde van de mens? Geen enkele levensfilosofie of wereldreligie geeft de mens de waarde die de Bijbel hem geeft. Een mens wordt pas ‘echt mens’, dicht bij God. Hoe verder een mens bij God vandaan leeft, hoe ‘onmenselijker’ een mens wordt. Volken die onder een communistische regiem of afgoderij leven gaan heel anders met de waarde van het menselijk leven om dan landen die met christelijke waarden rekening houden. De mens wordt pas waardevol in relatie tot zijn Schepper.

Hij heeft de mens gemaakt, gekroond en geroepen
In Psalm 8: 5 – 7 lezen we: ‘Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt,, en hem met heerlijkheid en luister gekroond. Gij doet hem heersen over de werken uwer handen, alles hebt Gij onder zijn voeten gesteld’.

In bovengenoemd Bijbelgedeelte lezen we, dat God de mens gemaakt heeft. We zijn er niet zomaar toevallig, Hij heeft ons gewild. Daarnaast heeft Hij de mens ook nog eens met heerlijkheid en luister gekroond. Hij heeft ons naar Zijn beeld geschapen en uitgerust met goddelijke eigenschappen, zoals het vormen van gedachten, het ervaren van emoties en het hebben van een wil. We lezen ook, dat Hij de mens geroepen heeft en hem de opdracht gaf om over zijn schepping te heersen. Wat betekent het dat Hij ons gemaakt, gekroond en geroepen heeft?

Gemaakt
In Psalm 36: 10 staat dat Hij de Bron van het leven is en alleen in Zijn licht, zien we het licht. Zolang we in het duister zijn, zullen we de Bron van het leven niet leren kennen.

Zie webshop.
36 blz. € 2,50

In Psalm 33: 9 lezen we: ‘Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er’. Dit vers probeert ons duidelijk te maken dat God buiten onze tijd staat. Hij schiep geen ‘baby’ Adam, maar een volwassen man, geen bomen die pas na een aantal jaren vrucht zouden dragen, nee, de vruchten hingen er al direct aan! Geen sterren die pas na vele lichtjaren hun licht op aarde zouden laten schijnen, nee, op de vierde dag was het licht al zichtbaar op aarde. Hoe kan dat? In 1 Johannes 1: 5 staat dat God ‘Licht’ is. De snelheid van het licht is zo’n 300.000 km per seconde! God is licht, er geldt voor Hem helemaal geen tijd: ‘Hij sprak en het was er’!

In Hebreeën 11: 1 – 3 lezen we, dat alles door Gods Woord tot stand gebracht is en dat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare. De wetenschap gaat altijd uit van het waarneembare, maar bij God werkt dit anders! De Schepper had geen evolutionaire processen nodig om deze aarde te scheppen. Genesis 1 laat ons zien, dat de Schepper de hemel en de aarde in zes dagen geschapen heeft. Bijbelcritici willen Genesis 1 niet als historisch uitleggen, maar als een poëtisch gedeelte van de Bijbel waarin we een loflied op de schepping kunnen zien. Als de schepping in zes dagen niet past in het huidig wetenschappelijke model, dan betekent dit nog niet dat we de Bijbel hierop aan moeten passen! Mozes, die in zijn tijd zeer geleerd was (zie Handelingen 7: 22), schroomde zich niet uit te spreken over de schepping in zes dagen (zie Exodus 20: 11).

Zie webshop
11 blz. € 0,65

Zij die schepping en evolutie willen verenigen en uitgaan van een ‘door God gestuurde evolutie’ nemen hiermee Gods Woord niet zo nauw! Voor hen was de dood er al voor de zondeval, want evolutie is alleen mogelijk door het principe: ‘De sterkste overwint’. De dood is volgens deze theorie dus niet door de zonde in de wereld gekomen (Romeinen 5: 12), maar functioneerde allang tijdens het evolutionaire proces waarin de wereld tot stand gekomen is. Ook zullen we 1Korinthiërs 15: 45 dan met een korreltje zout moeten nemen, want daar wordt Adam ‘de eerste mens’ genoemd, terwijl via een evolutionair proces meerdere mensen zich tegelijkertijd ontwikkelen. In Handelingen 17: 26 zegt Paulus, dat de Heere uit één enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt heeft, dat kan dan ook niet waar zijn! U zult zich misschien afvragen: Maar er zijn toch veel fossielen gevonden die op miljoenen jaren oud gedateerd worden? Deze fossielen pleiten toch vóór de evolutietheorie? Fossielen worden alleen gevormd, als dieren door een ramp (overstroming, modderstroom, vulkaan o.i.d.) gedood worden. Onder normale omstandigheden verteert een dier en wordt door andere dieren, op het laatst door de insecten, netjes opgeruimd. We moeten niet vergeten, dat tijdens de zondvloed hele aardlagen omgekeerd werden en vele dieren tussen stenen, aarde en zand ‘geplet’ werden en versteenden. Het zijn niet de verschillende ijstijden die het reliëf van de aarde gevormd hebben, maar de zondvloed. Aardlagen die tijdens de zondvloed omgekeerd werden, kunnen niet gidsend zijn voor de datering van de gevonden fossielen daarin. Net zomin als de verval-snelheid van een kadaver tot koolstof. Deze laatste dateringsmethode is alleen nauwkeurig tot 10.000 jaar. De theorie van de verschillende ijstijden ondergraven de geschiedenis van de wereldwijde zondvloed en ontkennen daarmee de Bijbelse boodschap.

Gekroond
In Genesis 1: 26 en 27 lezen we, dat Hij de mens naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen heeft. Dieren werden naar ‘hun aard’ geschapen, maar de mens droeg Gods beeld. In 1Korinthiërs 15: 38 en 39 lezen we, dat het vlees van dieren anders is dan het vlees van mensen. De dieren werden in hun afzonderlijke soorten en families geschapen, terwijl de mens los van de dieren geschapen werd en niet uit de dierenwereld voortkwam. God blies zijn levensadem in de mens en ‘zo werd de mens een levende ziel’ lezen we in Genesis 2: 7. Met deze ‘levensadem’ was de mens in staat om met zijn Schepper een relatie te hebben. We lezen over het hart, de handen, de voeten, de armen, de ogen, maar ook de toorn, het verdriet, de vreugde, de gedachten, het spreken en de wil van God, allemaal kenmerken die we niet alleen bij de Heere God, maar ook bij de mens tegenkomen. Het feit, dat ieder mens zich elke morgen aankleedt, onderscheidt hem van de dieren, waarvan er niet één zichzelf ‘s  morgens aankleedt. Het is dwaasheid om te geloven dat de mens uit de dierenwereld voortgekomen is. De mens is fundamenteel anders dan de dieren en heeft in tegenstelling tot de dieren een schaamtegevoel en een geweten. Als we de waarheid van de Bijbel loslaten, raken we Zijn eer en luister kwijt en worden we inderdaad gelijkgesteld aan zoogdieren.

Geroepen
In Genesis 1: 26 lezen we, dat de Heere God de mens met een doel geschapen heeft: ‘Laat ons mensen maken…opdat zij heersen’. De mens is onderdeel van Gods plan en leeft niet zomaar, hij heeft een roeping, een doel in zijn leven. Namens God mag de mens voor de schepping zorgdragen, wat een geweldige opdracht! De zinloosheid neemt toe, als God uit het leven verdwijnt. Velen kennen de zin van het leven niet meer en vragen zich af waarom ze überhaupt nog leven! Doordat de mens in opstand kwam tegen God, raakte de mens zijn doel op aarde kwijt. In plaats van te heersen werd de mens juist overheerst en is slaaf geworden van bijvoorbeeld: geld, prestatiedrang, genotsmiddelen en carrière. De mens die juist geroepen is om vrij te zijn werd gevangen genomen in zijn eigen leven. De schepping is vervallen, ‘zucht in al haar delen en is in barensnood’ (Romeinen 8:.20)! De mens heeft gefaald in zijn opdracht, maar wat een genade dat de God de Heere Jezus, ‘de tweede mens’ (1Korinthiërs 15: 47) naar de kapotte aarde stuurde om alles weer goed te maken. Bij zijn wederkomst zal Hij deze kapotgemaakte schepping volledig herstellen.

Waardevermindering van de mens
Zo zien we dat het loslaten van Gods woord tot vermindering van het mensbeeld leidt. Dit heeft grote gevolgen gekregen in onze samenleving. De volgende keer meer hierover.

 Theo Niemeijer

Niemeijer is emeritus predikant, schrijver, spreker en redacteur van Het Zoeklicht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dochters Maxima en Willem Alexander willen vaccinatie: ‘Was hun beslissing’
Op 7 juli jl. stond op de site van nu.nl: ‘Amalia, Alexia en Ariane worden gevaccineerd tegen COVID-19, meldt koning Willem-Alexander woensdag. “De prinsessen hebben heel duidelijk laten weten, dat het hun beslissing was, in overleg met ons”, zo zei de koning tijdens het staatsbezoek aan Duitsland. De zeventienjarige Amalia, de zestienjarige Alexia en de veertienjarige Ariane komen allen in aanmerking voor een prik. Amalia en Alexia mogen helemaal zelfstandig beslissen over hun vaccinatie, omdat ze ouder zijn dan zestien. Ariane beslist in principe samen met haar ouders. Als die niet willen dat het kind wordt gevaccineerd, terwijl het kind dat zelf wel wil, dan is de wens van het kind doorslaggevend.Dit voorbeeld haal ik aan niet om over vaccinatie of over de rol van onze koning te spreken, maar om te illustreren hoe het ouderlijk gezag in Nederland wordt gezien. Ik zal eerst ingaan op de wettelijke kaders, daarna de instructie vanuit de Bijbel, een aantal waarschuwingen richting school, maar ook de kerkelijke gemeente en tot slot een aansporing voor ouders.

Begin en eind van het ouderlijk gezag
Bent u de biologische moeder? Dan krijgt u automatisch het ouderlijk gezag. Voor vaders geldt: Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap met de moeder op het moment van de geboorte? Dan krijgt u automatisch het gezamenlijk gezag. Het grote probleem van iedere zwangerschap buiten het huwelijk wordt direct duidelijk!
Wanneer eindigt het gezag? Het gezag eindigt als het kind 18 wordt, maar u moet uw kind dan nog wel onderhouden tot het 21 jaar is. Een echtscheiding leidt in principe niet tot beëindiging van het ouderlijk gezag. Een zwanger meisje boven de 16 kan door de rechter meerderjarig verklaard worden. Onder de 16 jaar is dit niet mogelijk, maar benoemd de rechter een voogd. Dat kunnen de eigen ouders zijn, maar dat hoeft niet! Hier klinkt nog de echo van een Bijbels geluid, dat het ouderlijk gezag eindigt als zoon of dochter zelf in het huwelijk treedt.

Wat is ouderlijk gezag?
Voorheen werd dit ook wel ouderlijke macht genoemd en dit is het gezag dat de meerderjarige ouders over het minderjarige kind niet alleen mogen maar ook moeten uitoefenen. In het Burgerlijk Wetboek artikel 247 staat, dat het ouderlijk gezag de plicht omvat en het recht van de ouder om zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden.
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind en ook het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Het gaat dus niet alleen om eten, drinken en een dak boven het hoofd, maar ook het geestelijk welzijn en de persoonlijke ontwikkeling. In de verzorging en opvoeding van het kind mogen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toepassen.

Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de band van zijn kind met de andere ouder te bevorderen. Veel problemen die kinderen in de jeugdzorg brengen, hebben hun oorzaak in een ‘onevenwichtige’ opvoeding. Dus zonder een (biologische) vader en een (biologische) moeder. Hij is een ‘papa’s jong’ of ’zij heeft een betere relatie met haar moeder’ is een vruchtbare bodem voor latere problemen. We zien dit in de Bijbel bij Ezau en Jakob. Het ouderlijk gezag stopt niet bij een echtscheiding en het kind heeft recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. In sommige gevallen stopt de rechter het gezag met een gezagbeëindigende maatregel. Dit kan gebeuren als het kind slecht wordt behandeld. Ontheffing en ontzetting zijn echter zware maatregelen, die alleen worden toegepast als daar ernstige aanleiding toe is. Vaak gaat het dan om gevallen waarin het kind mishandeld, ernstig verwaarloosd of misbruikt wordt.

Welke instructie geeft God in Zijn woord?
Het woord gezag in de Bijbel (Exousia, Grieks) kan beschreven worden als de vrijheid om iets te doen, zoals je dat zelf wenst. Omdat God de Schepper en Onderhouder van deze wereld is, is gezag vanuit de Bijbel altijd gedelegeerd gezag. Vanuit Zijn scheppingsontwerp (man en vrouw schiep Hij hen, Gen 1:27) komt een scheppingsopdracht: Weest vruchtbaar en wordt talrijk, vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de schepping (Gen 1:28). De zondeval heeft de gezagspositie van de mens echter aangetast. De vrijheid om iets te doen, zoals je dat zelf wenst, is onvoldoende, omdat dat gericht is op de eigen behoeftebevrediging en ten koste gaat van je naaste of de schepping.
Naast vrijheid is daarom inzicht en wijsheid nodig, maar ook zelfbeheersing, moed en zachtmoedigheid om het gezag in een bepaalde situatie tot zegen te laten zijn. Gezag betekent ook kracht hebben om te kunnen beschermen. Ouders dienen hun kinderen te beschermen en niet alleen fysiek, maar juist in hun denken, voelen en geloven. Gezag heeft ook te maken met het hebben van de mogelijkheid om iets te doen. Denk hierbij aan financiële mogelijkheden om voedsel, onderdak, maar ook schoolmiddelen, een sportabonnement of vakantie voor hun kinderen te kunnen betalen. Omdat niet alles kan, moeten er keuzes gemaakt worden en dat vraagt ook om ouderlijk gezag.
Het is duidelijk dat (kleine) kinderen zichzelf niet kunnen beschermen, voeden en verzorgen. Ouderlijk gezag is dus opvoeden en koesteren en brengen tot volwassen persoonlijkheid, zodat kinderen ook zelf weer in staat zijn om ouderlijk gezag uit te oefenen.

Het einddoel van de opvoeding: Aan welke voorwaarden moet uw zoon of dochter voldoen om te kunnen trouwen?

  • Van de kinderen wordt daarom gevraagd:
  • Eer uw vader en uw moeder;
  • Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Heere, want dat is recht. (Ef 6:1);
  • Ontzag te hebben voor hun ouders (Lev 19:3);
  • Ouders niet te verachten, ook niet in de ouderdom (Deut 27:16, Spr 23:22);
  • De onderwijzing te accepteren (Spr 1:8);
  • Voor hun ouders tot een zegen te zijn (Spr 30:11).

Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is welbehaaglijk in de Heere (Col 3:20). Gelijk gij te allen tijde gehoorzaam bent geweest (Fil 2:12). In de kleine woordjes ‘alles’ en ‘altijd’ daar zit de crux van het opvoeden. Paulus schrijft, dat gij [wel] dienstknechten der zonde waart, maar [dat] gij [nu] van harte gehoorzaam geworden zijt (Rom 6:17).

Alleen als wij zelf in de juiste gezagspositie t.a.v. God staan, kunnen wij het ouderlijk gezag in overeenstemming met de Bijbel toepassen. Als ik zelf ergens niet gehoorzaam in ben, dan kan ik ook mijn kinderen op dit punt niet opvoeden. We zien dat rokende ouders veel vaker rokende kinderen krijgen. Hetzelfde geldt voor alcohol- en drugsgebruik, maar ook t.a.v. seksualiteit.
Of wat te denken van matigheid, vrijgevigheid, doorzettingsvermogen, naastenliefde, liefde voor God en zijn Woord. Dat God de ongerechtigheid van de ouders bezoekt tot in het derde en vierde geslacht is een ernstige waarschuwing voor alle ouders om ernst te maken met de invulling van het ouderlijk gezag zeker als we rondkijken in de Nederlandse maatschappij.

Geboorte en wedergeboorte
We zagen al, dat ouderlijk gezag wordt verkregen door geboorte. Dit blijkt niet alleen uit de Bijbel, maar ook uit de wetten van de biologie. Ouders geven volgens de wetten van de erfelijkheid hun genetische informatie door aan de kinderen. Charles Murray schrijft in zijn boek Human Diversity (2) dat geslacht, ras en klasse genetisch bepaald zijn. Ouderlijk gezag en opvoeden van niet ‘eigen kinderen’ is daarom een moeilijke taak.

In Johannes 1:13 wordt een belangrijke parallel en ook een onderscheid beschreven tussen geboorte en wedergeboorte: niet door de wil van een man, maar uit God geboren. Een kind wordt verwekt door de wil van een man. Bij de wedergeboorte is het niet de wil van een man/mens maar ‘uit God’. De wedergeboorte herstelt de ouderlijke gezagsrelatie met God als Vader. Naast de liefdesrelatie van God als Vader naar ons als Zijn kind is daar ook het hartsverlangen van ons als kind om Hem gehoorzaam te zijn. Iemand die (in toenemende mate) ongehoorzaam is aan God en Zijn Woord, hoe kan hij dan zeggen, dat hij wedergeboren is en christen?
We zagen, dat het ouderlijk gezag, volgens de Nederlandse wet, ook het geestelijk welzijn van het eigen kind betreft. Hoe kunnen we dat beter invullen dan door:

  • dagelijks te spreken met onze kinderen over de relatie met God;
  • door te bidden voor en met onze kinderen tot God;
  • het dagelijks (voor)lezen uit de (kinder)bijbel;
  • het meenemen/wegbrengen naar gemeentelijke activiteiten zoals jeugd, eredienst, catechisatie, bidstond, zendingsavonden, etc;
  • het kiezen van een bijbelgetrouwe christelijke school in basis- en voortgezet onderwijs (vraagt u maar eens naar de plaats van gebed en de Bijbel in het docentenkorps!).

Tot het kind de jaren van onderscheid heeft bereikt en kan onderscheiden tussen goed en kwaad, leven en dood. Ja, Christus zelf heeft leren kennen als Heiland en Heere!

De wettelijke plicht om voedsel en een bed/dak aan uw kind te geven, daar zullen degene die dit lezen wel aan voldoen, maar voldoet u ook aan de geestelijke taak van de opvoeding?

Opgelet: Ouderlijk gezag en het schoolgezag, kerkgezag en het gezag van de overheid
Vanwege leerplicht besteedt u als ouder een deel van de opvoeding uit aan de school. Het belang van schoolkeuze hebben we zojuist al benoemd. Er kan echter een gezagsconflict ontstaan tussen de ouders en de school en de overheid zoals recent te zien was op het Gomarus-college. Mag of moet een school de ouders inlichten bij ongewenst gedrag van het minderjarig kind op school? Ook in de kerkelijke gemeente kan dit spelen m.b.t. voorganger, oudsten of jeugdleiding. Er is geen ‘kerkplicht’, u kiest zelf naar welke gemeente u gaat. De gemeente is een verlengstuk van de opvoeding, maar komt daarvoor niet in de plaats. Op het gebied van roken, drinken, uitgaan en relaties hoe staat uw gemeente daarin? Mag/moet een voorganger informatie achterhouden over zondige gedragingen van het kind t.o.v. de ouders? Ik zie vanuit de Bijbel geen reden waarom het ouderlijk gezag aan de kant zou worden geschoven ten gunste van school, kerk of overheid. Wel is het verstandig dat het tijdstip en de plaats zorgvuldig wordt gekozen als school, kerk of overheid met het ouderlijk gezag praat al dan niet in bijzijn van het kind. Een weerbarstige, weerspannige zoon kon door de ouders bij de oudsten van de stad gebracht worden, maar niet andersom.
Hoewel de leeftijd voor roken, drugs en alcohol op 18 jaar zijn gezet, kunnen relaties al vanaf 12 jaar worden aangegaan. Online games, films en muziek in de leeftijdscategorie 12+ bevatten zoveel expliciet zondig materiaal dat kinderen beïnvloedt. Vertrouwen op de leeftijdsrichtlijnen en verder niets doen is echt onvoldoende om te spreken van geestelijk opvoeden.

Een aansporing voor u!
Weten we nog, dat kinderen een geschenk van de Heere zijn (Ps 127:3)? En dat wij de Heere behoren lief te hebben met ons hele hart waarbij Zijn geboden in ons hart zijn en dat wij deze bij onze kinderen behoren in te prenten (Deut 6: 6,7)? Weten wij nog wat tuchtigen inhoudt thuis en in de gemeente?
God bewijst barmhartigheid aan duizenden die God liefhebben en zijn geboden bewaren, maar wie vertelt dat de kinderen? Weinig kinderen horen het evangelie nog op school, wedergeboorte behoort niet tot de pedagogische doelstelling op de meeste christelijke scholen. Wereldgelijkvormigheid wel.

Er ligt een door God gegeven taak waarvan de kern nog steeds in de Nederlandse wet aanwezig is op uw en mijn schouders. Als niet voor het twaalfde levensjaar een Bijbels fundament is gelegd, hoe zal uw kind dan kunnen blijven staan in onze maatschappij. Wij moeten bekwaam zijn om te onderwijzen, geduldig, met zachtmoedigheid de dwarsdrijvers (ook van overheidswege) te bestraffen. Misschien geeft God nog dat enigen van hen tot erkentenis van de waarheid komen, ontnuchtert, tot de wil van Hem en los uit de valstrik (2Tim 2:14-26). Geef uw ouderlijk gezag niet prijs!

W. van der Meer

Contemplatief gebed
In veel kerken en andere christelijke kringen wordt er steeds meer gemediteerd door middel van het contemplatief gebed. Deze vorm van gebed komt oorspronkelijk vanuit de kloosters. Omdat er rooms-katholieken waren die de kerk verlieten, om hun heil in oosterse godsdiensten te zoeken, riep men hen op (op het Tweede Vaticaans Concilie) om meer kennis te krijgen van andere godsdiensten en hun tradities. Men wilde hen helpen om deze tradities, en daarmee het contemplatief gebed,  te laten beleven in hun eigen geloof . De monnik Thomas Keating heeft in een hedendaagse methode gebruik gemaakt van deze tradities. Deze meditatietechniek heeft zich snel verspreid over de engelssprekende landen en is bedoeld voor iedereen. Wat veel mensen echter niet weten is, dat deze oosterse meditatietechniek niet Bijbels is. Deze techniek komt namelijk voor in allerlei religies en spirituele leringen. Het gebed wordt ook wel ademgebed genoemd, omdat men ook de ademhaling hierbij betrekt. Vaak wordt aanbevolen om het uitspreken van het gebedswoord te doen op het ritme van de ademhaling, met de rug recht en de handpalmen naar boven gericht op de knieën. Meestal wordt aangeraden om dit ongeveer 20 minuten achter elkaar te doen. Het komt neer op yoga-achtige meditatie-oefeningen. De bedoeling van meditatie is complete rust in lichaam, ziel en geest, en waarbij stress wordt verwijderd en er een makkelijker contact is op een dieper, creatiever niveau van het bewustzijn. Door het beoefenen van contemplatief gebed ga je, zo beweert men, God ervaren.

Rationeel denken wordt opzettelijk onderdrukt en uitgeschakeld, terwijl je overgaat naar mystieke sferen om contact te maken met het diepere zelf. Meditatie is gericht op het innerlijke. Je bent niet op zoek naar een God buiten je, maar je leert om binnenin jezelf God te vinden. Dit is zelfvergoddelijking. Dit brengt ons bij wat tegenwoordig een steeds grotere invloed krijgt binnen de kerken, de leer van de newage . Dit is wat ds. Jos Douma schrijft op zijn weblog: Contemplatie is lang en liefdevol kijken naar het gelaat van de Heer en intens genieten van zijn liefdevolle en transformerende omhelzing. Een bidden dat wordt omgevormd tot contemplatie is bidden voorbij de woorden en alleen nog maar rusten in God(citaat)

Rick Warren beschrijft het op pagina 92 van ‘Doelgericht Leven’.
“De bijbel zegt dat we ‘onophoudelijk’ moeten bidden. Hoe moeten we dat doen? Een manier is om de hele dag door zogeheten ademhalingsgebeden te bidden, zoals vele christenen eeuwenlang hebben gedaan. Als ademhalingsgebed kunnen we een korte zin of een eenvoudige uitspraak gebruiken die we in één ademhaling tegenover Jezus kunnen uiten: ‘U bent bij Mij.’ ‘U geeft mij uw genade.’ ‘Ik ben van U afhankelijk’ ‘Ik wil u kennen.’ ‘Ik ben van U.’ ‘Help me om U te vertrouwen.’ We kunnen ook een korte uitspraak uit de bijbel gebruiken …. Bid deze gebeden zo vaak mogelijk, zodat ze een plek diep in uw hart krijgen. ….. Het besef hebben van de aanwezigheid van God is een vaardigheid, een gewoonte die we kunnen ontwikkelen.”

Jezus zegt in Mattheüs 6 duidelijk, dat als we bidden, we geen omhaal van woorden zoals de heidenen doen, moeten gebruiken:
Als u bidt,  gebruik dan geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden. Matth. 6:7

In de Statenvertaling staat:
En als gij bidt, zo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden, gelijk de heidenen; want zij menen, dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden. Matth. 6:7

Kanttekening: ijdel verhaal van woorden (Grieks: battlogia) betekent: als enige woorden zonder nood of ernst dikwijls herhaald worden.

Toen de discipelen aan Jezus vroegen: “Heere leer ons bidden” leerde de Heere Jezus hun het ‘Onze Vader’ (Lucas 11:1-4). Het onze Vader is een eenvoudig, direct gebed waarin we God om allerlei nodige dingen vragen waaronder allerlei praktische zaken, zoals het dagelijks brood. Juist de laatste jaren merk je steeds meer, dat newage-invloeden de kerk binnensluipen. We moeten de Bijbel als onze richtlijn gebruiken. Onderzoek alles en behoud het goede!

 

Geraadpleegde bronnen

 

Bron: www.rejoicenow.nl